• No results found

Oprichting van de ChristenUnie (2000)

NRC Handelsblad is evenwichtiger in haar berichtgeving. Zonder te beweren dat

het dagblad doet aan objectieve verslaggeving, besteedt zij evenredig veel aandacht aan de partijen. Opmerkelijk is ook dat het CD van Janmaat zich mag verheugen met een artikel in NRC Handelsblad, terwijl de protestants-christelijke bladen de partij gewoon

doodzwegen. Alle partijen krijgen eenzelfde soort artikel. Een paarse coalitie geldt niet als schrikbeeld. Dat staat in schril contrast met de twee onderzochte bladen, waar andere dan de christelijke partijen duidelijk op een andere manier beschreven werden en een paarse coalitie als doemscenario wordt gepresenteerd. De kritiek op de katholieke vleugel van het CDA is dus ook terug te vinden in NRC Handelsblad, maar de toon is minder fel

dan in het RD en het ND.

3.8 Oprichting van de ChristenUnie (2000)

Op 22 januari 2000 besluiten de leden van twee van de drie kleine christelijke partijen – het GPV en de RPF - samen verder te gaan als ChristenUnie. De ChristenUnie wil een partij zijn voor alle christenen en zich meer voor die groep inzetten dan het CDA, dat zoals ook hierboven al bleek, nog al eens het verwijt krijgt haar christelijke stempel soms kwijt te zijn geraakt in de loop der jaren. De samenwerking komt niet als een verrassing, omdat de beide fracties al sinds 1989 gezamenlijk vergaderen. In eerste instantie gaat het om een unie, nog niet om een fusie van de twee partijen. Bijna vier jaar zal het dan nog duren voor de leden van de RPF en het GPV eind 2003 besluiten de twee voorgangers van de ChristenUnie definitief op te heffen.

174 NRC 4 mei 1994.

59 De twee partijen die samen verder gaan als de ChristenUnie waren het meest verbonden aan het Nederlands Dagblad. Het ligt voor de hand dat die krant positieve woorden over heeft voor de samenwerking tussen beide partijen. Het betekent immers een bundeling van de krachten en een grotere slagkracht op het politieke toneel. Het zou logisch zijn als er vooraf veel aandacht aan wordt besteed, onder andere om „goodwill‟ te kweken onder de lezers van het ND. Er zijn wellicht mensen die deze samenwerking met lede ogen aan zien en twijfelen of ze niet over moeten stappen naar de SGP, het CDA of een andere partij. Juist diegenen die twijfelen moet de noodzaak van deze eenwording duidelijk worden gemaakt. Het RD zal waarschijnlijk iets gematigder berichten. Net als in het onderzoek naar de verkiezingen hiervoor, is het lastig te voorspellen hoe de toon van het RD is. De krant zit in een spagaat, enerzijds betekend de nieuwe partij een versterkte

positie voor de christelijke politiek, anderzijds betekend dit net zo goed dat de

concurrentie de krachten samenbundelt en dat dit ten koste kan gaan van de „eigen‟ SGP. De verwachting dat het ND positief zou oordelen over de nieuwe partij wordt zeker waargemaakt. Maar opmerkelijk genoeg wordt in de week voorafgaand aan de stemming maar mondjesmaat aandacht besteed aan de unie. Het RD is in die week zelfs

uitgebreider in haar berichtgeving. De maandag na de stemming domineert het nieuws het ND wel. Overduidelijk is dat het ND de eenwording als een positief gegeven ervaart. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de woorden die gekozen worden om de speeches van de lijsttrekkers van de SGP en de RPF te beschrijven. „Sterk en overtuigend‟ wordt hun verhaal genoemd.176 Er is behoefte aan christelijke politiek volgens het ND. „Te midden van een kille en op het individu gerichte samenleving is een partij die iets van Gods liefde wil laten zien een verademing‟.177 Het gaat zelfs nog iets verder. Volgens de krant „zit de samenleving erop te wachten‟.178

In het ND is voorzichtig ook wat kritisch commentaar te vinden. Zo komen twee medewerkers van de wetenschappelijke bureaus van de RPF en het GPV met een aantal aanbevelingen. „De unie kan wellicht helpen structuur te geven aan maatschappelijke betrokkenheid. De zenuw van de Christelijke politiek ligt immers in de maatschappij.‟179

176

Nederlands Dagblad 24 januari 2000.

177 Ibidem.

178 Ibidem.

60 Daarna is er plaats voor voorzichtige kritiek op de koers van voorgaande jaren. Het wordt tijd voor daden in plaats van woorden. Volgens het tweetal „zou er meer gediscussieerd moeten worden in de gelederen van de unie‟.180

Ook moet de partij meer dan voorheen gebeurde zich richten op relaties met de kerken, christelijke organisaties en met de verschillende doelgroepen – jongeren, ouderen, studenten – in gesprek gaan.181 Maar het gaat hier om vertegenwoordigers van de beide partijen. En de kritiek richt zich niet op de eenwording of de koers van de nieuwe partij.

Wel is er echte kritiek op de naam van de partij. Er zijn ook christenen die op andere partij willen stemmen, stelt oud- GPV‟er Van Middelkoop. Het ND sluit zich hierbij aan: „Van Middelkoops kritiek is niet geheel onlogisch. Niet alle christenen kiezen

automatisch voor christelijke politiek. Met de naam ChristenUnie lijkt dan ook een stap te worden overgeslagen. Alsof elke christen zich direct bij deze unie moet aansluiten of hij nu voorstander is van christelijke politiek of niet‟.182

Dat het RD in de week voorafgaand aan de eenwording meer schrijft is opvallend.

Zowel RPF-voorzitter Van Daalen als RPF-partijleider Van Dijcke worden uitgebreid geïnterviewd in het RD. In het interview met Van Daalen valt wel duidelijk de kritische manier van vragen stellen op, vooral in de eerste vragen: „Op de verloving in 1998 en de trouwerij van nu moet toch meer volgen dan alleen een verstandshuwelijk?‟ En: „Wat is dan inhoudelijk het nieuwe? Alleen een nieuwe, gezamenlijke visie op Israël en

Europa?‟183

Maar meer nog dan in de hierboven genoemde interviews blijkt dat door de woordkeuze in de commentaren. Het RD spreekt consequent van een verstandshuwelijk.

Van een goed huwelijk op basis van wederzijdse liefde is geen sprake. „Zaterdag trouwt zijn de RPF met het GPV. Maar wat is een huwelijk zonder consummatie? Dat wil zeggen: Wat is een verstandshuwelijk waard, een huwelijk dat niet van harte wordt voltrokken en niet het elan uitstraalt dat zetelwinst moet gaan opleveren?‟184

Twee dagen later benadrukt het RD dat nog maar eens in een artikel op de voorpagina: „Het huwelijk dat

RPF en GPV vandaag in Ede voltrekken zal hun slechts een bescheiden winst aan stemmen

180 Ibidem.

181

Ibidem.

182 Nederlands Dagblad 25 januari 2000.

183 Ibidem.

61 opleveren‟.185

De nadruk wordt door het RD voortdurend gelegd op het negatieve aspect,

in dit geval het geringe aantal kiezers dat de partij zal winnen. Maar zelfs als het

nauwelijks stemmenwinst op zal leveren, is de positie door de bundeling van de krachten wel versterkt. Daar gaat het RD aan voorbij.

Het RD haast zich om te zeggen dat de mogelijk nieuwe stemmen die getrokken

worden door de unie, niet ten koste zullen gaan van de SGP. Om nog maar eens

vraagtekens bij de nieuwe partij te plaatsen, schrijft het RD ook dat de machtsstrijd binnen

de partijen nog wel eens voor een probleem zal kunnen zorgen, aangezien zowel de RPF

als het GPV geen rotsvast vertouwen heeft in Van Dijke. „Opmerkelijk is wel dat de RPF -stemmers Van Dijke niet massaal steunen. Van de GPV‟ers heeft slechts een derde vertrouwen in Van Dijke als nieuwe politieke leider van de unie.‟186

Door zich op dit soort dingen te richten en door voortdurend te benadrukken dat het om een

verstandshuwelijk gaat, framed het RD de berichtgeving over de nieuwe partij. Lezers van

de krant zullen in ieder geval een minder rooskleurig beeld van de toekomst van de ChristenUnie hebben dan de lezers van het ND.

Toch is het niet alleen kritiek dat uit het RD naar voren komt. In het commentaar

op 24 januari nuanceert het RD zichzelf, door te zeggen dat hoewel één zetel niet echt een

grote winst is, het toch mooi mee genomen is.187 Daarnaast heeft de krant in hetzelfde hoofdredactioneel commentaar het over de christelijke politiek – als was het een geheel – en de samenwerking tussen RPF, GPV enerzijds en SGP anderzijds. „Hopelijk blijft die samenwerking, waar alle partijen voordeel bij hebben gehad, in stand. Helaas zijn kleine niet-confessionele partijen voor velen (ook voor de media) relevanter dan partijen met een duidelijk christelijke signatuur.‟188

Al met al uit het RD twijfels over de noodzaak van

een nieuwe christelijke partij en benadrukt het de smalle basis die de ChristenUnie heeft. Uit het laatste commentaar – en zoals vooraf al verwacht werd - blijkt dat de krant het lastig vindt positie te kiezen. Enerzijds trekt het dagblad het draagvlak van de nieuwe partij in twijfel, anderzijds – zij het wel in mindere mate – maakt de krant wel duidelijk niet uitgesproken negatief tegenover die eenwording te staan.

185

Reformatorisch Dagblad 22 januari 2000.

186 Ibidem.

187 Reformatorisch Dagblad 24 januari 2000.

62 Zowel de Volkskrant als NRC Handelsblad berichten slechts op neutrale toon over

de eenwording. De Volkskrant besteedt nauwelijks aandacht aan de unie. NRC

Handelsblad schrijft een uitgebreider achtergrondartikel, maar onthoudt zich van

commentaar. Nergens blijkt dat de samenleving erop zit te wachten (zoals het ND stelt), maar evenzo blijkt ook nergens dat het slechts zou gaan om een verstandshuwelijk of dat er een machtsstrijd zou kunnen ontstaan binnen de partij.

3.9 Homohuwelijk (2001)

In de nacht van 31 maart op 1 april om precies 0:00 uur sluit burgemeester Job Cohen van Amsterdam het eerste huwelijk tussen twee mensen van hetzelfde geslacht. Het lijkt een uitgelezen mogelijkheid voor de kranten om te ageren tegen het progressieve paarse beleid, dat een aantal dagen later ook zal beslissen dat euthanasie niet langer strafbaar is. Maar waar de euthanasiekwestie de kranten dagenlang beheerst, daar gaat de legalisering van het homohuwelijk bijna ongemerkt voorbij. Dat kan verklaard worden doordat de partijen murw geslagen zijn in eerdere periodes, waarin de beslissing al is gevallen en de definitieve invoering zich slechts symbolisch op 1 april voltrekt.

Aan de andere kant kan het ook zo zijn dat de kranten hebben besloten er geen aandacht aan te besteden. De geluiden die uit de spaarzame artikelen worden gehoord, duiden daar wel op. In een artikel over Belgische homohuwelijken wordt en passent genoemd dat Cohen een dag eerder voor het eerst twee mensen van hetzelfde geslacht in het huwelijksbootje heeft laten stappen.189 Ruim een week daarvoor bericht het RD al over

Cohen die beëdigd is om huwelijken te sluiten, waarbij het woord „plechtigheid‟ tussen aanhalingstekens wordt geplaatst.190 Het heeft iets denigrerends, het is alsof de krant wil zeggen dat het met een echte huwelijksplechtigheid niets te maken heeft. Een bewering overigens, die het RD ongetwijfeld zou onderschrijven. Ook de aandacht in het ND is summier. Een kort artikel aan de vooravond van het te sluiten huwelijk, laat slechts de

SGP en het CDA aan het woord.191 Verder wordt er in de dagen daarna met geen woord gerept over het eerste gesloten homohuwelijk. Het ND en het RD lijken er zo min mogelijk

aandacht aan te willen besteden.

189 Reformatorisch Dagblad 2 april 2001.

190 Reformatorisch Dagblad 20 maart 2001.

63 NRC Handelsblad en de Volkskrant berichten wel over het eerste afgesloten

homohuwelijk, maar ook hier is geen plaats voor uitvoerige beschouwingen. Beide kranten volstaan met één groot artikel over de trouwerijen en de buitenlandse pers. Aan het woord komen onder andere burgemeester Job Cohen, Gaykrant-hoofdredacteur Henk Krol en getrouwde stellen. Dat is ondenkbaar in het ND en het RD. Benadrukt wordt ook vaak dat het om een wereldprimeur gaat. Wellicht zijn de kranten een klein beetje trots op het progressieve Nederland, waarin alle mensen gelijke rechten hebben.192