• No results found

Cartoonrellen Midden-Oosten (2006)

Op 30 september 2005 worden in de Deense krant Jyllands-Posten een aantal spotprenten geplaatst, waarin de profeet Mohammed belachelijk gemaakt wordt. De reactie is zeer mild, zelfs wanneer de prenten in een Egyptische krant verschijnen. Bijna een half jaar later, nadat een groep Deense moslims met nog drie niet afgebeelde spotprenten langs de Arabische elite is getrokken, ontstaat grote beroering in deze landen. Massaal trekken moslims de straat op, woedend over de beledigingen aan het adres van hun profeet. De gebeurtenissen begin februari 2006, krijgen wereldwijd bekendheid als „de

cartoonrellen‟. Veel West- Europese kranten plaatsen de spotprenten daarna als protest tegen de ongeregeldheden en beroepen zich op de vrijheid van meningsuiting zoals zij die kennen.

69 Het ND en het RD zullen zich naar alle waarschijnlijkheid scharen achter de groep

die opkomt voor vrijheid van meningsuiting. Ook de protestants-christelijke kranten hebben dat hoog in het vaandel. Maar waar de meeste kranten onvoorwaardelijk voor de vrijheid van meningsuiting staan, daar zal zowel het RD als het ND een kritische

kanttekening bij dit grondrecht maken. Want maar al te vaak wordt dit grondrecht gebruikt als vrijbrief om godsdiensten te beledigen. En hoewel het christelijk geloof niet veel op heeft met de Islam, herkennen zij iets van zichzelf in hun positie. Daarom zullen de kranten waarschijnlijk benadrukken dat, hoewel zij zich niet kunnen vinden in de gewelddadigheden in het Midden-Oosten, zij ook niet voor een onbeperkte vrijheid van meningsuiting zijn.

Inderdaad hebben beide kranten een iets andere inslag dan de meeste andere Europese dagbladen. Ze sluiten zich aan bij de mening dat vrijheid van meningsuiting een groot goed is dat met zorgvuldigheid behandeld dient te worden. Maar de keerzijde is dat ook met het christelijk geloof de spot gedreven wordt. Spotprenten moeten kunnen, zo vinden de kranten, maar nodeloos kwetsen niet. Het meest opvallende is dat er in de kranten soms met bewondering wordt gekeken naar de houding van de moslims. Zo schrijft het RD in het hoofdredactioneel commentaar onverholen dat „christenen nog wat

kunnen leren van moslims. Hoewel de manier waarop zij hun verontwaardiging tonen volgens de krant onjuist en angstaanjagend is‟.206

Het ND sluit zich daar volmondig bij aan. „Wanneer men tornt aan de vrijheid van meningsuiting dan komt al snel de vrijheid van de godsdienst op de tocht. Wie in vrijheid over Jezus Christus als Heiland der wereld wil blijven spreken, moet anderen de ruimte gunnen om hun goden en godjes aan te prijzen. Zelfs als dat betekent: smaad lijden om Christus‟ wil.‟207

Andere kranten spreken niet snel hun bewondering uit over de antiwesterse ongeregeldheden. Wel is er ook in een krant als NRC Handelsblad een

discussie over godslastering en vrijheid van meningsuiting, maar dan wordt er meer analyserend gekeken naar de redenen waarom christenen en moslims elkaar op dat gebied kunnen vinden.

206 Reformatorisch Dagblad 4 februari 2006.

70 De onrust in het Midden-Oosten is voor iedere krant voorpaginanieuws. Voor de onderzochte dagbladen geldt dat in het bijzonder, omdat zij de discussie rond de vrijheid van meningsuiting verbindt aan de vrijheid om ook het christelijk geloof te beledigen. Het ND richt zich daarom drie keer binnen een week in het hoofdredactioneel commentaar op de discussie. In dat commentaar stelt de krant dat zij zich niet kan vinden in de

gewelddadige protesten, maar evenmin in het plaatsen van de cartoons. „Toch zou deze krant de cartoons niet hebben gepubliceerd. En wel omdat wij godsdienstige gevoelens van gelovigen van welke religie dan ook niet wensen te krenken.‟208

De kritiek van het Nederlands Dagblad richt zich vooral op de columnisten, juist diegenen die in de andere kranten worden toegejuicht als voorvechters van de vrijheid van meningsuiting. Maar het ND ziet dat anders. Het dagblad verwijt de columnisten een laffe houding in te nemen. „Alles moet kunnen en o wee als men iets roept over grenzen. Is niet het vrije woord in geding? Kennelijk niet dus als de vrijblijvendheid voorbij is en er enig risico in zicht komt. Het is één groot demasqué.‟209 Die kritiek is gemakkelijk te verklaren. In een aantal interviews in de krant geven deze voorvechters van de vrije meningsuiting aan dat zij liever met het christelijk geloof de spot drijven dan met de islam, omdat christenen minder fel reageren. „Hoe ongeloofwaardig is hun optreden eigenlijk als ze met hun woorden of tekeningen alleen maar mensen aanvallen van wie ze de zekerheid hebben dat ze toch niet terugslaan? “Bij God en Jezus ligt het

gemakkelijker”. Flinke jongens.‟210

Het ND reageert in een van de commentaren op een ingezonden stuk van Marcel van Dam in de Volkskrant waarin hij het Westen bekritiseert, omdat zij zichzelf tot de maat van alles heeft verheven, waaraan de rest van de wereld zich maar moet spiegelen. Het ND is het daar roerend mee eens. „Het was deze geest die uit de actie van de Deense krant sprak en die ook de hautaine reactie van de centrumrechtse Deense regering op de aanvankelijk tamelijk ingehouden protesten van Deense moslims bepaalde.‟211 Net als het RD heeft het ND dus nogal wat aanmerkingen bij het gedrag van de westerse kranten en journalisten. Waar in andere kranten juist de opvatting dat alles gezegd moet kunnen

208

Ibidem.

209 Nederlands Dagblad 7 februari 2006.

210 Ibidem.

71 worden veelvuldig wordt gehuldigd, daar hebben de beide christelijke kranten toch harde kritiek op deze mening.

Evenals in het Reformatorisch Dagblad gaan er ook in het Nederlands Dagblad stemmen op die de moslims – los van de gewelddadigheden - een soort voorbeeldfunctie toebedelen. Christenen zouden minder met zich moeten laten sollen en eerder in actie komen wanneer God beledigd wordt, zoals in de Islamitische landen massaal gebeurd. In het ND roept kardinaal Simonis op tot een „actievere houding‟ van christenen wanneer het christelijk geloof onheus bejegend wordt. Opvallend is niet zo zeer dat hij er toe oproept, als wel dat het hier om een katholieke geestelijke gaat. Een aantal decennia daar voor was dit nog ondenkbaar in een krant als het ND.

Hoewel er zekere sympathie bestaat ten opzichte van de moslims die voor hun geloof opkomen, is het niet zo dat de kranten zich alleen lovend uit laten over deze groep. Naast het feit dat ze de gewelddadige rellen veroordelen, zijn ze ook niet blind voor de hypocrisie in de Islamitische landen. Waar vrijwel dagelijks het Joodse ras en geloof belachelijk wordt gemaakt in cartoons en ook christenen aan de lopende band beledigd worden.

In andere kranten is bewondering voor de opstelling van de moslimgemeenschap absoluut niet aan de orde. Niet-christelijke kranten pleitten eerder voor een grotere vrijheid van meningsuiting en verschillende Europese kranten plaatsen om die reden ook de spotprenten in hun krant. Zij nemen het standpunt in dat wanneer het belijden van een geloof vrij is, datzelfde geldt voor kritiek daarop. In tegenstelling tot het ND en het RD kunnen zij weinig begrip opbrengen voor de rellen.