• No results found

Jom Kippoeroorlog (1973)

HOOFDSTUK 3: Case study

3.1 Jom Kippoeroorlog (1973)

Van 6 oktober tot 24 oktober 1973 speelt zich de Jom Kippoeroorlog in het Midden-Oosten af. De Arabische landen hebben hun krachten gebundeld en vallen Israël aan op de nationale feestdag Jom Kippoer, de Grote Verzoendag. De oorlog is niet alleen voor het Midden-Oosten van belang, ook de supermachten Sovjet Unie en Verenigde Staten spelen een rol achter de schermen.

Gezien de nauwe banden die de protestants-christelijke gemeenschap heeft met het Joodse volk en de staat Israël, lijkt het vanzelfsprekend dat de berichtgeving vooral via bronnen van Israëlische zijde tot stand komt. Bij de kranten zal daardoor worden gekeken door een frame dat de Israëlische overwinningen luid bejubeld en dat Arabische triomfen en burgerslachtoffers verzwijgt.

Uit de onderzochte periode - de drie weken dat de oorlog zich afspeelt – blijkt een groot verschil tussen de berichtgeving in de twee dagbladen te bestaan. Het hierboven veronderstelde frame sluit perfect aan op de berichtgeving in het Nederlands Dagblad. Veel minder is dat het geval bij de berichtgeving in het Reformatorisch Dagblad. Wel besteden beide kranten veel aandacht aan de oorlog. Vrijwel alle dagen prijkt een artikel over de oorlog op de voorpagina‟s en is het onderwerp op de buitenlandpagina‟s alom vertegenwoordigd.

Het ND brengt consequent nieuws over de oorlog door de ogen van de Israëli‟s. Wanneer een aantal koppen op de voorpagina de revue passeren wordt dat duidelijk. „Generaal H. Herzog heeft vertrouwen in de toekomst‟ (9 oktober 1973), „Israël bombardeert Egypte en Syrië‟ (11 oktober), „Te land, ter zee en in de lucht groot offensief tegen Syrië‟ (12 oktober).67 Er zitten vaak Israëlische bronnen achter het nieuws, en vaak zijn zij het onderwerp dat een actieve handeling vervolbrengt, zoals ook bij de kop „Israël bombardeert‟ het geval is.

32 Arabische bronnen worden pas in tweede instantie aan het woord gelaten, of ontbreken in het geheel. Militaire operaties worden in het ND inderdaad vanuit Israëlisch perspectief bezien. Zo meldt het ND dat „Israëlische militairen vijftig Syrische tanks hebben vernietigd‟, dat „de luchtmacht bij een luchtgevecht zes Syrische vliegtuigen neerschoot‟ en dat „een Syrische militaire basis aangevallen werd‟.68

Nooit gaat het in de krant over Israëlische verliezen of over de slachtoffers aan Arabische zijde. Wanneer in een uitzonderlijk geval wel een keer wordt geschreven over deze Arabische slachtoffers, schrijft het ND zonder emotie over hoe zij door de aanval verrast werden en levend verbranden in de taxi‟s in de stad. 69

Op het Reformatorisch Dagblad is het hierboven opgestelde frame nauwelijks van toepassing. In tegenstelling tot het ND geeft het RD wel beide kanten van het verhaal en gebruikt het daarbij ook bronnen van beide zijden. Van belang lijkt ook dat het RD aangeeft niet geheel onbevooroordeeld te zijn. Zoals te verwachten liggen daar Bijbelse argumenten aan ten grondslag: „Naar Israël gaan ook onze sympathieën uit. Dat is niet alleen een kwestie van persoonlijke voorkeur, of sympathie met de kleinste. Het Joodse volk is voor ons ook het oude Bondsvolk. Het zijn immers beminden om der vaderen wil‟.70

Maar opvallend is juist dat, hoewel de krant dus zelf aangeeft niet

onbevooroordeeld te zijn, dat nergens in de berichtgeving duidelijk naar voren komt. Daarnaast wordt meerdere malen benadrukt dat „de berichten uit de diverse hoofdsteden, zoals gebruikelijk sterk van elkaar afwijken‟, maar ook dat gebeurt zonder daarbij een keuze voor een van beide partijen te maken.71

Ook in uitgebreidere artikelen is er een duidelijk verschil waarneembaar. Het ND spreekt over de Arabische agressie. Het RD is daarin voorzichtiger. Dat blijkt goed wanneer beide hoofdredactionele commentaren van 9 oktober 1973 tegenover elkaar worden gezet. Het ND schrijft: „De grote verzoendag wreed verstoord. Voor de vierde keer sedert de geboorte van de moderne staat Israël in 1948 hebben Arabische staten agressie gepleegd tegen het Joodse volk‟.72

De Arabische staten hebben agressie gepleegd, aldus het ND. De krant legt de schuld volledig bij hen. Terwijl het RD over

68 Nederlands Dagblad 17 oktober 1973.

69

Nederlands Dagblad 10 oktober 1973.

70 Reformatorisch Dagblad 9 oktober 1973.

71 Reformatorisch Dagblad 8 oktober 1973.

33 dezelfde gebeurtenis schrijft: „Voor de vierde maal is Israël thans in oorlog met de

Arabieren‟.73

Het RD geeft daarmee een meer objectieve beschouwing van de werkelijkheid.

Daarnaast schrijft het ND dat „het volstrekt duidelijk is wie er is begonnen, hoewel er nog geprobeerd werd, Israël de schuld in de schoenen te schuiven‟.74 Israël treft geen blaam, aldus het artikel. Met de Arabische landen kan niet rationeel onderhandeld worden; „er is nauwelijks een redelijke verklaring te vinden voor de Arabische agressie‟.75

De Zesdaagse Oorlog wordt aangeduid als „de Israël opgedrongen oorlog‟ en de krant geeft Israël groot gelijk. „Wie kan hen na de aanval van jongstleden zaterdag nog kwalijk nemen dat zij thans meer dan ooit over veilige grenzen spreken?‟76

In een hoofdredactioneel commentaar schrijft het ND over „het kleine Israël, dat in een strijd op leven en dood is geraakt‟, waarbij de sympathie duidelijk ligt bij de

underdog.77. Als wordt gekeken naar de oppervlakte klopt de bewering, maar voor het gemak wordt even vergeten dat het leger van Israël technisch superieur is aan zijn tegenstanders en dat ook Israël vaak genoeg zelf het geweld initieert.

Heel soms is er ook een kritische noot aan het adres van Israël te lezen. „Toen en later zijn ook van Joodse zijde wel dingen gebeurd die afkeurenswaardig en verwerpelijk zijn.‟78

Maar in het vervolg gaat het ND vrolijk verder op de eerder ingeslagen weg. Want deze afkeurenswaardige handelingen waren toch vooral een reactie op de eerder door de handelingen van de Arabische landen. „De Arabische terreur werd soms met tegenterreur beantwoord.‟79

Al eerder bleek uit het onderzoek dat ook het RD niet geheel onbevooroordeeld in de oorlog staat. Ook het ND geeft openlijk blijk van eenzelfde vooringenomenheid. Net als bij het RD baseert zij zich hierbij op de Bijbel. „Hun lot mag ons allerminst

onverschillig laten‟, maar het ND komt ook met een historische verklaring. Een verklaring die eigenlijk op het hele Westen van toepassing is. Het vreselijke lot van de joden en wellicht ook de eigen rol daarin, doet Europa de kant kiezen van de staat Israël. Het ND

73

Reformatorisch Dagblad 9 oktober 1973.

74 Ibidem.

75 Ibidem.

76

Nederlands Dagblad 11 oktober 1973.

77 Nederlands Dagblad 13 oktober 1973.

78 Nederlands Dagblad 18 oktober 1973.

34 zegt daarover; „Het Joodse volk is het enige volk dat sinds de oudheid is blijven bestaan. Het werd verstrooid onder de volken, gebeukt en geslagen, telkens weer, vervolgd door de Spaanse Inquisitie, slachtoffer van talloze pogroms, vernederd, vertrapt, vergruizeld; in de twintigste eeuw voor de helft uitgemoord met methoden die tot dan toe alleen op ongedierte werden toegepast. Toch bleef het voortbestaan‟.80

Het ND erkent dat op de plaats waar nu de staat Israël is, eerst andere volkeren woonden. „Maar de Joden hebben daar toch eerlijk voor betaald?‟81 En het was toch al niet zo dat de Arabieren veel aan de ontwikkeling van het land bijdroegen. „Sinds eeuwen verwaarloosde en schier tot woestenij vervallen gronden werden gekocht van de

Palestijnen en in bloeiende oasen herschapen. Aan het tot ontwikkeling brengen van het land hebben zij (de Palestijnen) weinig of niets gedaan.‟82

Alle voorspoed kan op het conto van Israël worden geschreven. Dat het minder gaat met de omringende landen hebben zij vooral aan zichzelf te wijten.

Het RD is neutraler gebleken in de berichtgeving rond de oorlog. Hoewel de krant wel - zoals hierboven te lezen viel - blijk geeft van een zekere verbondenheid met het Joodse volk, is het niet blind voor haar tekortkomingen en de moeilijke positie die de Palestijnen in het conflict innemen. „Tussen de verharde standpunten van de Arabieren en Israël in, zaten de Palestijnen, die door het oorlogsgeweld van huis en haard verdreven, reeds sedert jaren in vluchtelingenkampen op Arabisch grondgebied verblijven. De methoden die de Palestijnen gebruiken, zijn onmogelijk te verdedigen, maar het simpele feit dat ook zij rechten hebben, wordt al te vaak vergeten.‟83

In hetzelfde artikel schrijft het RD eerst nog over „onze bewondering en sympathie voor het zwaar beproefde volk Israël‟, om daarna harde kritiek aan haar adres te uiten. „Antisemitisme is een te

verwaarlozen factor in het Midden-Oosten, het gaat hier om Zionisme. De Israëli‟s zijn echter maar al te gauw bereid om iets dat hun niet zint in verband te brengen met antisemitisme.‟84

In het ND is voor zo‟n kritische kanttekening geen plaats.

Het RD maakt zowel gebruik van Israëlische als van Arabische bronnen. Zo kopt de krant de ene dag „Golda Meir rekent op overwinning‟, vanuit Israëlisch perspectief en

80 Ibidem.

81

Ibidem.

82 Ibidem.

83 Reformatorisch Dagblad 11 oktober 1973.