Overzicht luchtkwaliteit NO 2 (2004) Geen maatregelen
Actie 38 Verduurzamen strategie Compacte Stad in relatie tot de uitstoot van luchtverontreinigende stoffen
5.4 Overige maatregelen
5.4.1 Stadsverwarming
Stadsverwarming is in veel opzichten een goede zaak. Energiebesparing is een belangrijke doelstelling, en dat geldt ook voor het verbeteren van de luchtkwaliteit. Verdere uitbreiding van stadsverwarming tot een compleet stedelijk of zelfs regionaal warmtenet vergt veel onderzoek. Om een projectbureau een eerste haalbaarheidsstudie (inclusief technische haalbaarheid) te laten uitvoeren is in totaal een bedrag van
€ 250.000,- nodig.
Huishoudens dragen bij aan de verontreiniging van de lucht. De grootste factor is daarbij de verwarming van de woning. HR ketels stoten veel CO2 uit, maar ook NOx. Naast het
grote voordeel dat het gebruik van de restwarmte van de elektriciteitsproductie en de afvalverbranding heeft voor het klimaat (het verminderen van de CO2 uitstoot), komt nu
ook de verbetering van de lokale luchtkwaliteit in beeld. Het individueel verwarmen van woningen met aardgas levert lokaal per huishouden een uitstoot op van 0,5 tot 4 kg stikstofoxiden per jaar.
De grote variatie heeft te maken met het verschil in energieverbruik per huishouden en de gebruikte apparatuur. Stadsverwarming, centraal stoken voor duizenden woningen tegelijk, levert een aanzienlijke besparing op voor de reductie van NOx. In Amsterdam kan
voor stadsverwarming de restwarmte van afvalverwerking (AVI) worden gebruikt. Bij stadsverwarming is de uitstoot in alle gevallen nul! Daarmee wordt de stedelijke
achtergrondwaarde verlaagd en zullen de pieken van de drukke stadsstraten minder tot overschrijding van de norm leiden.
In potentie kunnen, met de huidige beschikbare hoeveelheid restwarmte in Amsterdam, circa 130.000 woningen worden aangesloten op het stadsverwarmingssysteem. Parkstad start met 15.000 woningen en in Zuidoost gaat het aansluiten voortvarend verder. Er is een gemeentelijk standpunt in voorbereiding dat streeft naar aansluiting van alle grootschalige nieuwbouw- en herstructureringsprojecten op stadsverwarming32. Ook IJburg fase II zal dus in beginsel op het warmtenet worden aangesloten. Om de mogelijkheden van stadsverwarming volledig te kunnen benutten moet het transportnet worden uitgebreid met een aftakking naar Noord en een verbinding tussen Zuid en Parkstad.
Grootschalige introductie van stadsverwarming zou een verbetering van de luchtkwaliteit van 1,5 µg /m3 NOx op leefniveau kunnen opleveren. Dit cijfer is afgeleid van een
berekening van het RIVM voor de situatie in Rotterdam.
32
Actie 40 Stadsverwarming
Doel Aansluiten 130.000 woningen op stadsverwarming
Resultaat Vermindering uitstoot van NOx met 1,5 µg /m3
Realiseerbaarheid Groot
Benodigde middelen en verantwoordelijkheden
Trekker Voor Parkstad: AEB (Westpoort Warmte)
Voor Transportnet: OGA
Betrokkenen Stadsdelen, woningcorporaties, projectontwikkelaars, beleggers in
woningbouw, producenten van restwarmte
Financiën Stadsverwarming is in principe kostenneutraal. Er moet wel (rendabel)
worden geïnvesteerd in het transportnet dat de warmte brengt van de plaats waar deze wordt opgewekt, naar de verschillende woonwijken. Kosten voor het eerste haalbaarheidsonderzoek voor het realiseren van stadsverwarming zijn begroot op € 250.000,-.
Capaciteit PM
Planning Resultaten van het haalbaarheidsonderzoek worden in 2006
gepresenteerd.
Monitoring
Indicator Aantal aangesloten woningen
5.4.2 Groen
Actie 41 Onderzoek bijdrage groen (inclusief bomen) aan verbeteren
luchtkwaliteit
Doel Komen tot inzicht of - en zo ja, hoe - groen de luchtkwaliteit kan
verbeteren en voorstellen doen om met groen de luchtkwaliteit in Amsterdam te verbeteren
Resultaat Er worden drie producten onderscheiden:
• Factsheet met berekening van het maximale ambitieniveau dat in Amsterdam met groen te bereiken is aan reductie van de
luchtverontreiniging.
• Voorstel voor een pilot voor het realiseren afschermend groen langs een hoofdverkeersader (in samenwerking met ministeries, indien mogelijk aansluiting op Innovatie Programma Luchtkwaliteit van V&W)
• Kansenkaart voor Amsterdam; in beeld brengen waar (her)inrichting van groen tot verbetering van luchtkwaliteit kan leiden
Benodigde middelen en verantwoordelijkheden
Trekker DRO (Openbare ruimte Groen en Stadsecologie)
Betrokkenen Stadsdelen, GGD, DIVV, Ministeries V&W, VROM en evt LNV,
ingenieursbureau
Financiën Er is een schatting gedaan voor de benodigde middelen:
Voor de vijf onderdelen is in totaal ca € 160.000,- nodig
Er is € 20.000,- nu gereserveerd in het jaarprogramma van DRO Overige dekking te vinden in subsidie van VROM of aanvullende
financiering vanuit Actieplan Luchtkwaliteit
Capaciteit (uren) DRO ca 250 - 350 uur per onderdeel, mits in relatie tot elkaar
uitgevoerd.
Planning Begin 2006 plan van aanpak en offertes/ subsidie aanvraag
Begin 2006 start opstellen factsheet
Medio 2006 publicatie factsheet en voorstel voor pilot Tweede helft 2006 start implementatie pilot
Tweede helft 2006 kansenkaart gereed om voor te leggen aan stadsdelen
Eind 2006 voorstellen op basis van kansenkaart opstellen
Monitoring
Indicator Metingen van de luchtkwaliteit (door GGD) nabij (her) in te richten groen Besluitvorming over de factsheet, kansenkaart en inrichtingsvoorstellen
Toelichting
Groen is nog een blinde vlek in de aanpak voor luchtkwaliteit, zowel in het actieplan van Amsterdam als elders in Nederland is nog weinig ervaring wat groen nu precies voor effect heeft. Aan de ene kant filtert groen schadelijke deeltjes uit de lucht, aan de andere kant vertraagt groen de luchtstromen in de stad en houdt het groen daarmee
luchtverontreiniging ‘vast’ in straten die daardoor een slechtere luchtkwaliteit krijgen. Het lijkt er op dat bomen wel zorgen voor de reductie van de totale hoeveelheid stofdeeltjes in de lucht, maar wel kunnen zorgen voor een concentratie van die deeltjes op één
specifieke locatie.
Om te voorzien in de kennis die nodig is om op een betere manier het groen te benutten voor een schonere lucht en om effectieve voorstellen te kunnen doen om het groen voor de luchtkwaliteit beter in te richten zijn verschillende onderdelen noodzakelijk die
hierboven staan aangegeven.
Waar mogelijk zal worden aangesloten op ervaringen die elders in Nederland worden opgedaan middels de samenwerkingsverbanden die het Rijk hiervoor heeft
georganiseerd. Naar de informatie van december 2005 zijn daar echter nog geen acties zoals hierboven beschreven in opgenomen, behalve de actie van het IPL die hierboven in het bewuste product is omschreven en waarmee intensiever contact wordt gezocht.
5.4.3 Afvaloverslag station
Actie 42 Afval overslagstation
Doel Door het instellen van een centraal verzamelpunt van afval voor vooral
de oostelijke stadsdelen worden een groot aantal ritten bespaard in de stad naar de AVI West. Het centraal verzamelde afval kan vervolgens geclusterd richting AVI West worden getransporteerd.
Resultaat Vermindering gereden kilometers door vuilniswagens.
Realiseerbaarheid Er bestaat bij stadsdelen zeer sterke interesse voor een dergelijk
verzamelpunt. Naast de luchtkwaliteitsverbetering biedt het punt ook bedrijfseconomische voordelen. De locatie van een overslagpunt is nog in onderzoek.
Benodigde middelen en verantwoordelijkheden
Trekker Stadsdelen Betrokkenen DMB Financiën PM Capaciteit PM Planning Planvoorbereiding in 2006 Monitoring
Indicator Realisatie plan voor centraal overslagpunt.
Toelichting
Het idee voor een overslagpunt is afkomstig van de stadsdelen. Het idee past uitstekend in de visie van dit Actieplan in het streven naar reductie van onnodige (vracht)kilometers.
5.4.4 Regulering dieselgeneratoren
Actie 43 Haalbaarheidsonderzoek regulering emissies dieselgeneratoren
Doel Verminderen uitstoot luchtverontreinigende stoffen
Resultaat Minder uitstoot van luchtverontreinigende stoffen
Realiseerbaarheid Hoog.
Benodigde middelen en verantwoordelijkheden
Trekker DMB Betrokkenen - Financiën € 25.000,- Capaciteit (uren) 100 Planning 2006 Monitoring
Indicator Verschijnen rapportage haalbaarheidsonderzoek
Toelichting
Dieselgeneratoren stoten luchtverontreinigende stoffen uit en veroorzaken overlast juist vaak in de directe leefomgeving van mensen. Voorschriften ten aanzien van de wijze
waarop werken in de stad worden uitgevoerd kunnen worden gekoppeld aan het aanbestedingstraject. De gevolgen hiervan zijn echter op dit moment niet inzichtelijk. Er zal bij het haalbaarheidsonderzoek ook aandacht worden besteed aan onvoorziene negatieve effecten.
5.4.5 Maatregelen van ondersteunende aard
Actie 44 Onderzoek naar juridische mogelijkheden APV artikel 8.10
Doel Artikel 8.10 lid 1 van de APV verbied vervoer indien niet voldoende
voorzieningen zijn getroffen om onder andere de lucht niet te
verontreinigen. Bij een brede opvatting van dit artikel kan het ontbreken van een roetfilter worden opgevat als ‘het niet treffen van voldoende maatregelen’. Juridisch onderzoek moet uitwijzen of een dergelijke interpretatie van dit artikel stand houdt.
Resultaat Het verplicht stellen van roetfilters op alle voertuigen leidt tot een
gemiddelde reductie van de fijn stof concentratie met circa 2 µg /m3.
Realiseerbaarheid Het onderzoek is uitvoerbaar. Uit dit onderzoek zal moeten blijken of de
maatregel (of het verbod) juridisch stand houdt. Vervolgens zal ook de mogelijkheid tot handhaving een rol moeten spelen bij de beoordeling van de realiseerbaarheid.
Benodigde middelen en verantwoordelijkheden
Trekker DIVV
Betrokkenen Stadsdelen (wegbeheerders), politie
Financiën De kosten van het onderzoek zijn € 20.000,- (inhuur juridische
deskundigheid)
Capaciteit 0,1 fte.
Planning Uit te voeren onderzoek in 2006
Monitoring