• No results found

| 113 De overgrote meerderheid van de responderende werknemers en zzp’ers geeft

In document Vrij reizen over de arbeidsmarkt (pagina 113-117)

werknemers en zzp’ers

| 113 De overgrote meerderheid van de responderende werknemers en zzp’ers geeft

aan te weten welke skills ze hebben en hoe ze deze kunnen verduidelijken aan anderen. Toch vinden de meesten dat de belangrijkste reden voor een skills­

paspoort is ‘om aan anderen duidelijk te kunnen maken wat ik allemaal kan’.

Kwalificatieveroudering lijkt een relatie te hebben met de behoefte bij werk­

nemers en zzp’ers aan een skillspaspoort. Het gaat dan om skills die niet vaak genoeg gebruikt worden waardoor men deze kwijtraakt, skills die gemist worden door veranderingen in het werk en het beschikken over skills die door verandering van baan niet meer nodig zijn. Ook het beschikken over minder skills dan nodig is voor het werk (ontwikkelbehoefte) lijkt samen te hangen met de behoefte aan een skillspaspoort (bij zzp’ers). Als er sprake is van een goede aansluiting tussen skills en het werk, lijkt er juist minder behoefte te bestaan aan zo’n paspoort (bij zzp’ers).

4.5.3. Voorwaarden

Uit het vragenlijstonderzoek blijkt dat het skillspaspoort volgens werkgevers, werknemers en zzp’ers zou moeten voldoen aan de volgende voorwaarden:

Het moet een overzicht bevatten van opleidingen en diploma’s/certificaten, werkervaring en een lijst van skills.

Er zou ruimte moeten zijn om naar eigen keuze elementen toe te voegen. Dit suggereert dat een skillspaspoort flexibel/op maat in te delen zou moeten zijn.

Werkgevers vinden het belangrijk dat het skillspaspoort beknopt is (maximaal 3­4 pagina’s). De vormgeving doet er voor hen minder toe.

Het moet gebaseerd worden op een algemene skillstaal, zodat iedereen die het bekijkt hetzelfde verstaat onder de skills die erin zijn opgenomen.

Het moet gemakkelijk te delen zijn met bedrijven, opdrachtgevers en aanbie­

ders van onderwijs en scholing.

De werknemer of zzp’er moet zelf eigenaar zijn, de toegang bepalen en het skillspaspoort beheren. Werkgevers zien wel een faciliterende rol voor zich­

zelf weggelegd in het bijhouden en beheren van het skillspaspoort.

Er worden verschillende meningen gegeven over wie het skillspaspoort zou moeten betalen. Veel werkgevers zijn van mening dat de werknemers en zzp’ers om een bijdrage gevraagd kan worden. Sommige werknemers en zzp’ers zijn het daarmee eens. Daarnaast vinden veel respondenten dat (ook) de werkgevers en de overheid financieel moeten bijdragen.

In gesprek met werkgevers en werknemers

Hafid Ballafkih29

29 Met dank aan Melissa Imansoeradi en Joop Zinsmeister

| 115

5.1. Inleiding

In dit hoofdstuk beschrijven we de resultaten van een kwalitatief onderzoek onder werkgevers en werknemers. Hoewel zij feitelijk de twee belangrijkste populaties zijn bij de totstandkoming en implementatie van een skillspaspoort, weten we nog nauwelijks welke randvoorwaarden zij stellen aan zo’n concept.

Enkele verkennende onderzoeken hebben belangrijke aspecten, mechanismen en voorwaarden over het concept aan het licht gebracht (Ballafkih et al., 2021;

Goede et al., 2018; Van Ulden, et al., 2020). Een van de aspecten waar de onder­

zoeken op wijzen, is het gebrek aan inzicht in de randvoorwaarden die betrok­

kenen aan een skillspaspoort stellen. Een beter beeld van hun opvattingen is wenselijk, te meer daar de discussie over en de ontwikkeling van het skillspas­

poort in volle gang is.

In die discussie hebben verschillende actoren aannames over het ontwerp en over de voorwaarden waaraan een skillspaspoort zou moeten voldoen. De meeste argumenten komen voort uit de gedachte dat er op de arbeidsmarkt vaak sprake is van een mismatch tussen vraag naar en aanbod van skills. Zoals beschreven in hoofdstuk 2, is een van de knelpunten daarbij de informatie­

asymmetrie tussen werkgevers en werknemers. In een skillspaspoort zou de informatie van beide zijden moeten samenkomen. Daarom is het belangrijk de opvattingen en beelden van werkgevers en werknemers te achterhalen die ten grondslag liggen aan de randvoorwaarden die zij aan zo’n document stellen. De vraag die wij willen beantwoorden, is daarom:

Onder welke voorwaarden zouden werkgevers en werknemers gebruik willen maken van het skillspaspoort?

5.2. Methode

In deze paragraaf lichten we toe hoe het onderzoek is aangepakt en welke keuzes daarin zijn gemaakt. Het betreft een kwalitatief onderzoek dat niet streeft naar generaliseerbaarheid, maar is gericht op het begrijpen van de randvoorwaarden die werkgevers en werknemers stellen aan een skillspaspoort en geeft een indruk van hun beelden en overwegingen. Deze bevindingen kunnen van pas komen bij het ontwerp­, ontwikkel­, en implementatieproces van een skillspaspoort.

116 |

Er is een breed scala aan benaderingen, modellen en methoden waarmee gereflecteerd kan worden op de toekomst (zie o.a. Gordon, 1992), waarbij de voorkeur voor een methode soms samenhangt met de betreffende sociaal­

wetenschappelijke discipline. Gezien de doelstellingen van dit onderzoek is gebruikgemaakt van interviews. De respondenten hebben in de interviews de mogelijkheid gekregen om een beeld te vormen van een skillspaspoort en te reflecteren op het idee ervan. Op deze wijze kunnen patronen, mechanismen en overwegingen achterhaald worden die spelen bij werkgevers en werknemers.

Onderzoek doen naar een fenomeen dat nog niet algemeen bekend is of waar in ieder geval nog niet alle respondenten kennis van hebben, roept enkele onderzoekstechnische dilemma’s op. Door gebruik te maken van bestaande initiatieven, definities en toelichtingen rond het skillspaspoort hebben wij werknemers en werkgevers kennis laten maken met het concept ervan. Hoewel deze aanpak enkele nadelen kent, is het een zinvolle manier om onderzoek te doen naar nog onbekende concepten en ideeën. Reflectie op niet­bestaande fenomenen levert informatie op die doorgaans buiten het zicht blijft van de wetenschappelijke en maatschappelijke discussie.

Ervaringen uit eerder onderzoek (Ballafkih et al., 2021) laten zien dat reflec­

ties van werkgevers en werknemers op het skillspaspoort inderdaad nuttig zijn.

Uit dit onderzoek hebben we lessen getrokken. Zo hebben we in het onder­

zoeksinstrument een definitie opgenomen die we hebben voorgelegd aan de respondenten en hebben we het gebruik van voorbeelden van skillspaspoorten achterwege gelaten. In het eerdere onderzoek bleek dat respondenten zich op de vormgeving van zulke voorbeelden bleven focussen. Het reflecteren op bestaande voorbeelden draagt in deze fase van ontwikkeling van het skillspas­

poort daarom niet veel bij aan het ontrafelen van randvoorwaarden die verder­

gaan dan de vormgeving ervan.

Onderzoekspopulaties

Een belangrijke stap in het doen van onderzoek is het vinden van respondenten die zoveel mogelijk de beoogde populatie representeren. Om een diversiteit aan meningen van werkgevers te realiseren, is gebruik gemaakt van de diverse netwerken van de onderzoekers. Niet elke aangezochte werkgever was in de gelegenheid om deel te nemen aan het onderzoek, soms was dit vanwege de coronacrisis. Uiteindelijk hebben wij 20 werkgevers geïnterviewd: 9 van een organisatie met meer dan 200 werknemers, 5 van een organisatie met 50 tot

| 117

In document Vrij reizen over de arbeidsmarkt (pagina 113-117)