werknemers en zzp’ers
| 161 Zo kan eenvoudig solliciteren tot meer sollicitaties en mogelijk meer sollicitatie
gesprekken leiden, maar hoeft het noodzakelijkerwijs niet tot een betere match te leiden. Ook kunnen het gemak en de hoeveelheid informatie ervoor zorgen dat werknemers langer blijven zoeken naar de ideale werkgever. Dit betekent dat werknemers met behoorlijk wat competenties na enkele transities waarschijnlijk ook niet meer verder zoeken. Dit roept de vraag op of een skillspaspoort in een krappe arbeidsmarkt iets verandert aan de situatie van werknemers en roept de vraag op of werknemers met een minder goed skillspaspoort in een ruime arbeidsmarkt veroordeeld zijn tot slechte banen en/of werkloosheid.
Het onderzoek laat zien dat werknemers het skillspaspoort niet beschikbaar willen stellen aan alle werkgevers omdat zij niet voor alle werkgevers willen werken en niet alle functies willen uitvoeren waarop zij inhoudelijk matchen.
Uit onderzoek weten we dat sociale en culturele aspecten een belangrijke voorwaarde zijn voor een goeie match (Cable & Judge, 1996). Daarnaast zijn competenties en functies contextgebonden en is het skillspaspoort voorname
lijk gericht op een beroepmatch wat algemener is dan een functiematch, waarin werkgevers meer sociale en culturele organisatieaspecten verdisconteren.
De betaalbereidheid onder werknemers is afhankelijk van de veronderstelde baten, hun arbeidsmarktpositie en de verplichtstelling. Deze aspecten vormen een basis voor een kostenverdeelsleutel. Zowel in de kosten als het beheer zien werknemers een duidelijke rol voor de overheid. Vanwege privacyoverwe
gingen verdienen commerciële partijen niet de voorkeur.
De meest belangrijke randvoorwaarde is de privacy. Werknemers maken zich het meest zorgen over het verliezen van controle over het delen, corrigeren en verwij
deren van hun informatie: ze willen hun impressies kunnen managen. Ze willen hun imago kunnen managen richting werkgevers, gebaseerd op beelden die zij over zichzelf hebben. Uitgaande van Goffmans (1959) impressiemanagement kunnen we concluderen dat ze dit doen om het eigen zelfbeeld te evenaren en om te voldoen aan de verwachtingen en voorkeuren van werkgevers. Zij hebben een redelijke angst voor negatieve informatie in het skillspaspoort. Daarom is de behoefte onder hen groot om het paspoort zelf in te vullen, te beheren en upto
date te houden. Deze behoefte duidt op subjectieve selectie van informatie en een subjectieve validatie, terwijl ze ook behoefte hebben aan objectieve validatie.
We concluderen dat de onvoorwaardelijke controle over het skillspaspoort vraagt om gebruiksvoorwaarden die toetsbaar zijn door een onafhankelijk instituut.
Onderwijs experts aan het woord
Anja Wolsky, Su-Anne van Waes, Christiane de Lange, Jos Sanders
| 163
6.1. Inleiding
Dit verslag betreft deelonderzoek 4: een kwalitatief onderzoek onder onder
wijsexperts naar de (rand)voorwaarden voor een succesvolle introductie van het skillspaspoort, met als hoofdvraag: ‘Welke gevolgen heeft het invoeren van een skillspaspoort voor het onderwijs?’ Om tot een antwoord te komen op deze vraag is op een tweetal manieren onderzoek gedaan: (1) semigestructureerde interviews, en (2) een online dialoog.
In dit hoofdstuk beschrijven we de resultaten uit de interviews en de online dialoog. Daartoe gaan we allereerst in op de methode van onderzoek, daarna beschrijven we de belangrijkste resultaten en we eindigen met een conclusie.
6.2. Methode
Deze paragraaf geeft inzicht in de onderwerpen en totstandkoming van de vragenlijsten voor het interview en de stellingen in de online dialoog. Ook bespreken we kort de selectie van geïnterviewden en de bereikte respons.
De semigestructureerde interviews
In het onderzoek is ervoor gekozen om semigestructureerde interviews te houden met nationale onderwijsprofessionals uit het netwerk van het onder
zoeksconsortium (HvA, HAN, Saxion, TNO). De hoofdvraag in de interviews is de vraag wat de randvoorwaarden zijn waaraan volgens onderwijsexperts voldaan moet worden om een skillspaspoort succesvol te kunnen hanteren. Deze hoofd
vraag is opgesplitst in meerdere deelvragen. We startten de interviews met vragen naar de voor en nadelen van het invoeren van een skillspaspoort voor het onderwijs, waarbij we doorvroegen op de voor en nadelen voor het onder
wijs (inhoud en bijvoorbeeld curriculum), de student, en het werkveld (de onder
wijsprofessionals). In de interviews kwam vervolgens een drietal deelvragen aan de orde betreffende: 1) de randvoorwaarden, 2) de rol van het onderwijs bij validering van skills en 3) de mate waarin onderwijsexperts zich herkenden in de belangrijkste resultaten uit deelproject 1: de ontwerpeisen voor een skillspas
poort op basis van literatuur en nationale en internationale praktijken.
164 |
Binnen de eerste deelvraag, naar randvoorwaarden, zijn dertien interview
vragen gesteld. Ze betroffen de randvoorwaarden in het geval het onderwijs zijn leerlingen/studenten (voltijd/deeltijd/duaal) in de toekomst naast, of in plaats van, een diploma (ook) een skillspaspoort mee zou geven, dat in het initiële onderwijs verstrekt zou worden. Daarbij ging het om de gevolgen van de introductie van een skillspaspoort voor bijvoorbeeld de structuur van het (beroeps)onderwijs, de waarde van diploma’s, curricula, kansen(on)gelijkheid, de financiering/bekostiging van het onderwijs en het eigenaarschap.
De tweede deelvraag richtte zich op de rol die het onderwijs zou kunnen/willen spelen bij de validering van skills van anderen dan de eigen (toekomstige) studenten. Het gaat dan om de rol van het bekostigd onderwijs als assessor van skills die bijvoorbeeld werknemers of werkzoekenden ontwikkelen gedurende de beroepsloopbaan, in vrijwilligerswerk of elders: de erkenning van elders of eerder verworven competenties, zoals dat bij EVCtrajecten gebeurt.
De derde deelvraag betrof reflectie op de aanbevelingen uit het eerste deelrap
port van dit onderzoek. Deze vraag kon niet in alle interviews worden gesteld en is daarom ook weer meegenomen in de tweede fase van ons onderzoek, de online dialoog.
Vanwege de covid19 restricties in januari en februari 2021 zijn alle inter
views online afgenomen via MS Teams. Het merendeel van de interviews is opgenomen, met toestemming van de geïnterviewden. Waar nodig zijn deze opnames gebruikt om de interviews uit te werken. Sommige interviews zijn niet opgenomen. Er is altijd samenvattend genotuleerd, grotendeels al tijdens de interviews. Deze notulen zijn naderhand bekeken, waarbij de antwoorden op de losse interviewvragen zijn vergeleken om tot een beantwoording van de deelvragen en hoofdvraag te komen.
De interviews startten altijd met een korte uitleg van het onderzoek en met een introductie op 1) wat de onderzoekers verstaan onder een skillspaspoort, 2) het doel van een skillspaspoort en 3) de te bespreken onderwerpen. De geïn
terviewden werden vooraf geïnformeerd over wat het skillspaspoort is en wat het doel ervan is.
| 165