• No results found

Facebook Vind-ik-leuks Mei

2.2 Oog & Blik

Adres: Van Miereveldstraat 1 1071 DW Amsterdam

Website: www.oogenblik.nl

E-mail: info@debezigebij.nl

Als imprint van de Bezige Bij (sinds 2010) zou je Oog & Blik de meest vooraanstaande uitgever van literaire stripboeken/grafische romans in Nederland kunnen noemen. In Strips! 200 jaar Nederlands beeldverhaal noemt Joost Pollmann Oog & Blik de onbetwiste ‘marktleider in het segment grafische roman’ (Pollmann 173) maar hij schrijft ook dat voor ‘het overgrote deel van de grafische romans die bij Oog & Blik verschenen één druk volstond.’ (Pollmann 173) De marktleider op het gebied van de grafische roman zijn staat dus niet gelijk aan daverend commercieel succes. Naast vertalingen van internationaal bekende canontitels als Maus van Art Spiegelman bestaat het fonds ook uit enkele van de meest prominente Nederlandse striptekenaars als Erik Kriek, Joost Swarte en Gerrit de Jager. Volgens bibliotheekcatalogus Picarta, die gebaseerd is op wat er in de Nederlandse bibliotheken in de collecties is opgenomen, gaf Oog & Blik in 201232 titels uit.30 Van deze 32 moesten 13 titels vertaald worden naar het Nederlands vanuit het Engels, Frans en Duits (specifieker: zes vanuit het Engels, zes vanuit het Frans en een enkele titel vanuit het Duits) Het merendeel van de vertalingen werd gedaan door schrijver Pieter van Oudheusden die in November 2013 is komen te overlijden31Ook diens broer Arend Jan van Oudheusden, Ernst van den Hemel en Peter de Raaf namen in 2012 vertalingsplichten voor Oog & Blik op zich.

30 zie bijlage 1.

31 Overlijdensbericht Pieter van Oudheusden op michaelminneboo.nl: http://www.michaelminneboo.nl/2013/11/pieter-van-oudheusden-overleden/

Hoe zouden de 32 titels uit 2012 gecategoriseerd worden volgens de indeling die in het voorgaande hoofdstuk is samengesteld? Het eerste dat opvalt is hoe de genres die gewoonlijk met stripverhalen geassocieerd worden bij Oog & Blik de uitzondering zijn. Onder de 32 titels vinden we één sciencefiction verhaal (Landmeter van Moebius), één fantasy/horror verhaal (De Kolf van Charles Burns) en één crime/mystery verhaal (Gek op moorden van Tardi), alle drie titels van buitenlandse auteurs met een hoogstaande reputatie. De enige Nederlander uit de lijst die in zijn werk een gooi naar het fantastische doet is Erik Kriek met Het Onzienbare, een bundel verhalen van H.P. Lovecraft, een bekende Amerikaanse horror- en sciencefictionschrijver, die door Kriek in Nederlandse

stripverhalen zijn veranderd.

Verreweg het grootste deel van de Oog & Blik titels uit 2012 (17 van de 32) zijn of een zelfstandige grafische roman met biografische inhoud of een zelfstandige grafische roman met algemene inhoud. In dit tweede geval moet men denken aan serieuze en realistische fictie zoals De maagd en de neger van Judith Vanistendael of De dagelijkse worsteling van Manu Larcenet. Larcenet en Vanistendael zijn allebei buitenlandse auteurs (respectievelijk Frans en Belgisch) en dat geldt ook voor de auteurs van iedere andere serieuze fictietitel van Oog & Blik uit 2012. Het kan toeval zijn of misschien was 2012 uitzonderlijk voor wat betreft dit aspect, maar de auteurs van Nederlandse bodem op de lijst lijken enkel thuis in biografische (zowel auto- als historische) of humoristische werken. Onder humor vallen de verschillende bundels van de krantenstrip over Heinz, de oranje kater, maar ook het werk van Gerrit de Jager en Joost Swarte valt hieronder. Dit wil niet zeggen dat het werk van Joost Swarte als platte humor gezien moet worden, maar er is in ieder geval geen sprake van een langer narratief.

Dit leidt tot één van de meest opvallende aspecten van deze lijst: bijna iedere grafische roman van een langere narratieve aard van een Nederlandse auteur die is uitgegeven door Oog & Blik in 2012 had non-fictie als basis. Ik doel op de volgende titels:

- Dansen op de vulkaan van Floor de Goede

- Vincent van Gogh: de vroege jaren van Teun Berserik - Scherpschutters van Michiel van de Pol

- De foto & de mandarijn van Mark Retera

De foto & de mandarijn is eigenlijk meer semi-autobiografisch, maar dat neemt niet weg dat het, net zoals de vorige titels een verhaal is dat direct gebaseerd op het leven van de auteur/kunstenaar zelf, of in het geval van Berserik gebaseerd is op het leven van een andere non-fictieve kunstenaar. De enige echte uitzondering is Gasten van Guido van Driel, een grafische roman over twee Britse voetbalsupporters die naar Amsterdam komen. De andere overgebleven titel is Filmfanfare : de

geschiedenis van de Nederlandse film verbeeld in 51 strips. Alle titels met Nederlandse auteurs worden verbonden door het gegeven dat ze allemaal geloofwaardigheid en/of bestaansrecht kunnen halen uit een vooraf bestaande factor die als selling point gebruikt kan worden: de reputatie van de auteur (alles van Joost Swarte), de populariteit van een krantenstrip (de Heinz bundels), gebaseerd zijn op ware gebeurtenissen (de bovenstaande biografische titels). Zelfs de uitzondering Gasten kan verkocht worden op basis van het gegeven dat het zich in Amsterdam afspeelt, iets dat ook benadrukt wordt in de samenvatting op website bol.com: ‘Gasten is een indrukwekkend verhaal over

broedertwist, vriendschap en paddogebruik dat zich afspeelt tegen het decor van onze fraaie hoofdstad.’32

Wat zou deze voorkeur voor non-fictie van Nederlandse stripauteurs binnen het fonds van Oog & Blik 2012 kunnen beduiden met betrekking tot het imago van de uitgeverij? Om hier meer inzicht in te krijgen moet wellicht gekeken worden naar hoe Oog & Blik staat ten opzichte van De Bezige Bij. Oog & Blik werd in 2010 door De Bezige Bij opgekocht voor, zo zegt oprichter Hans Joustra in een persbericht in het financieel dagblad van 14 April 201033: een bedrag ‘lager dan een ton’. Deze overname kwam een jaar nadat Oog & Blik begon samen te werken met De Bezige Bij, deze

samenwerking betrof vooral distributie aan de kant van De Bezige Bij waardoor de boeken

makkelijker in de reguliere boekwinkels te krijgen waren. Volgens het persbericht steeg de verkoop door de samenwerking met ruim 20% waardoor de omzet van Oog & Blik in 2009 circa. 500.000. euro betrof. De overname in 2010 diende vooral om dit eerste succes nog verder uit te breiden, als imprint van de Bezige Bij zou Oog & Blik meer mogelijkheden krijgen ‘om bijvoorbeeld de rechten van buitenlandse strips te kopen’. Volgens Joustra is het verkrijgen van buitenlandse rechten aanzienlijk moeilijker geworden dan toen hij (ruim 25 jaar geleden) begon door de groei in populariteit van strips voor een groter publiek in recente jaren.

32 Samenvatting Gasten op bol.com: http://www.bol.com/nl/p/gasten/9200000000038033/

Covers van Scherpschutters van Michiel van de Pol en Dansen op de vulkaan van Floor de Goede

Al voor de overname in 2010 waren stripboeken geen volkomen onbekend gebied voor de Bezige Bij. Ze was immers de hoofduitgeverij voor de klassieke Olivier B. Bommel strips van Marten Toonder, hoewel deze qua inhoud ver verwijderd zijn van het soort titels binnen het fonds van Oog & Blik. De samenwerking met Oog & Blik maakte deel uit van een grotere actie binnen het bedrijf die in gang was gezet door Robbert Ammerlaan die in 1999 bij De Bezige Bij als directeur aantrad. Volgens een artikel in Het Parool van 16 Juni 201034was ‘het ooit roemruchte fonds een schim van het verleden’ toen Ammerlaan bij de uitgeverij kwam werken. Naast het aangaan van een samenwerking met Oog & Blik lanceerde Ammerlaan ‘het imprint Cargo voor literaire thrillers en populaire fictie, Zoem voor luisterboeken’ en De Bezige Bijtjes voor kinderboeken, ook kreeg hij uitgeverij Thomas Rap en kunstboekenuitgever Ludion toegeschoven. Het artikel vat de prestaties van Ammerlaan samen als volgt: ‘Ammerlaan heeft het fonds verbreed en nieuwe initiatieven genomen zonder het literaire imago van de Bij te corrumperen.’ En dit is wellicht ook de beste manier om Oog & Blik samen te vatten: een manier om nieuwe dingen uit te proberen, maar toch met genoeg

voorzichtigheid zodat de reputatie van de Bezige Bij niet in gevaar komt. Deze voorzichtigheid zou wellicht ook een verklaring voor het gebrek aan originele fictietitels van Nederlandse auteurs in 2012 kunnen zijn.

Om het bovenstaande verder toe te lichten: in 2009, een jaar voordat De Bezige Bij 100% aandeelhouder werd, gaf Oog & Blik 24 titels uit. Buitenlandse auteurs die terug te vinden zijn op zowel de lijst uit 2009 als die van 2012 zijn Guy Delisle, Charles Burns, Judith Vanistendael en Art Spiegelman terwijl grafische romans van Nederlandse auteurs geheel afwezig zijn. Dit terwijl de auteurs wier werk door Oog & Blik in 2012 is uitgegeven wel al actief waren in 2009. Floor de Goede bracht bijvoorbeeld met regelmaat bundels uit van zijn dagelijkse webcomic bij uitgeverij Bries,35 Oog & Blik kreeg dus blijkbaar pas bij een langer autobiografisch boek van hem interesse in deze auteur. Het is wel van belang om te erkennen dat de grafische roman van De Goede in veel aspecten van een hogere kwaliteit is dan zijn dagelijkse strips. Joost Pollmann gebruikt Dansen op de vulkaan als

34 ‘Een boekanier die maar doorgaat’ Het Parool, 16 juni 2010 woensdag, PS KUNST; Blz. 7, Ron Kaal

35 De webcomic van De Goede wordt nog steeds dagelijks bijgewerkt en is te vinden op:

http://www.doyouknowflo.nl/ Eén van de bundels is bijvoorbeeld: De Goede, Floor. Flo, de dagelijkse beslommeringen. Bries, 2005.

voorbeeld om aan te tonen dat het wel degelijk een feit is ‘dat de grafische roman tekenaars uitdaagt om alle registers van hun talent open te trekken.’ (Pollmann 174) Significant zou kunnen zijn dat Oog & Blik in 2009 de Nederlandse vertaling van Maus door Art Spiegelman uitgaf, een titel waarvan het historisch belang al uitvoerig besproken is in voorgaande hoofdstukken. Spiegelman begon met Maus eigenhandig de trend van autobiografische ‘graphic novels’ als bestsellers. Zou het dus kunnen dat Oog & Blik in 2009 zulk aanzienlijk succes boekte met Maus en wellicht met andere autobiografische titels zoals Waarom Pierre dood moest van Olivier Ka dat er besloten werd om soortgelijke projecten door Nederlandse auteurs op te zoeken? En als dit het geval is, zou het dan kunnen dat de overname door De Bezige Bij iets te maken had met het succes van de uitgave van de Nederlandse Maus? Vanuit een zakelijk perspectief profiteert Oog & Blik van het succes van een eerder bewezen formule. Vanuit een cultureel perspectief zou Oog & Blik deze formule kunnen gebruiken om het Nederlands publiek klaar te stomen voor andere variaties op de grafische roman.

Het is recent (30 Mei 2014) bekend geworden dat een groot aantal auteurs van Oog & Blik overstappen naar een nieuwe uitgever, Scratch genaamd.36 Scratch is opgericht door Wiebe Mokken en Hansje Joustra. Volgens berichtgeving van, onder andere, het NRC Handelsblad werd Joustra ontslagen bij Oog & Blik ‘uit oogpunt van kostenbesparing.’37Dit wordt echter tegengesproken door directeur van De Bezige Bij Henk Pröpper in een artikel op boekblad.nl waarin hij zegt dat Joustra in goed overleg is vertrokken. In het artikel op boekblad.nl zegt Pröpper ook:

De ironie wil nu juist dat alle diensten voor Oog & Blik, als het gaat om productie, promotie, marketing en verkoop door De Bij om niet zijn verricht, uit liefde voor het prachtwerk dat werd geschapen.’38

In het persbericht op de website wordt Mokken geciteerd: ‘Het gaat in de branche te vaak over geld. We moeten terug naar de basis: prachtig werk subliem bezorgen.’39 Zowel het kamp van De Bezige Bij als dat van Scratch Books benadrukt dus dat kunst voor commercie komt en dat het uitgeven van graphic novels in Nederland gemotiveerd wordt door een liefde en passie voor het medium. In hoeverre dit waar is valt te bezien, auteur Erik Kriek zegt in het artikel van het NRC Handelsblad

36 Vermij, Lucie Th. ‘Striptekenaars De Bezige Bij stappen over naar nieuwe uitgeverij.’ Boekblad.nl. 30 mei 2014

37 ‘Stripauteurs Bezige Bij beginnen voor zichzelf’ NRC Handelsblad, 30 Mei 2014 Vrijdag, Cultuur. Hanneke Chin-A-Fo & Toef Jaeger.

38 Vermij, Lucie Th. ‘Henk Pröpper: “Oog & Blik blijft toonaangevende uitgeverij van graphic novels”’ Boekblad.nl. 4 juni 2014

bijvoorbeeld: ‘Maar wat mij betreft is Oog & Blik te veel uit op winst. Dat is ook logisch als je binnen een groot concern zit.’40 Maar dit is wel de boodschap is die beide uitgevers naar hun publiek willen sturen en is dus van belang voor het gewenste imago van de uitgeverij. Peter van der Zwaag, hoofdredacteur vertaalde fictie bij De Bezige Bij, heeft nu de verantwoordelijkheid over Oog &Blik. Volgens Hek Pröpper blijft Oog & Blik:

‘binnen De Bezige Bij de toonaangevende uitgeverij van graphic novels blijven die het altijd al was, waar het beste zal verschijnen dat het medium nationaal en internationaal te bieden heeft.’41

Promotie

Als we naar het promotiemateriaal kijken, dan zien we dat Oog & Blik daarmee haar imago van hoge kwaliteit en literaire waarde onderstreept. Eerst kijk ik naar de titels Scherpschutters van Michiel van de Pol (waarvan de coverafbeelding hierboven te zien is) en Het onzienbare en andere verhalen van Erik Kriek. Hierna kijk ik naar de aanbiedingscatalogi van het voor- en najaar 2011. Als laatste analyseer ik de online activiteit van Oog & Blik door te kijken naar haar website en aanwezigheid op sociale media.

Titels: In dit segment zal ik kijken naar de uitgave en promotie van twee specifieke titels. Het visuele aspect van een uitgave speelt bij het beeldverhaal een belangrijkere rol dan bij proza, zozeer zelfs dat sommige uitgeverijen de kwaliteit van hun uitgaven als belangrijkste selling point gebruiken. Zowel de tekeningen als het verhaal dat ze vertellen moeten verkocht worden. Welke aspecten van een titel worden benadrukt in de promotie voor die titel? Hoe ziet het boek er als fysiek exemplaar uit? Hoe groot is het? Hoe dik is het papier? Hoe duur is het? Hoe worden de auteur en het verhaal beschreven op de kaft of de website? De antwoorden op deze vragen zijn allemaal keuzes die bewust zijn gemaakt door de uitgever en zeggen iets over hoe de uitgever die titel wil presenteren aan het publiek.

40 ‘Stripauteurs Bezige Bij beginnen voor zichzelf’ NRC Handelsblad, 30 Mei 2014 Vrijdag, Cultuur. Hanneke Chin-A-Fo & Toef Jaeger.

41 Vermij, Lucie Th. ‘Henk Pröpper: “Oog & Blik blijft toonaangevende uitgeverij van graphic novels”’ Boekblad.nl. 4 juni 2014

Scherpschutters is een autobiografisch verhaal waarin Van de Pol vertelt over de relatie met zijn vader in de maanden voordat deze stierf aan hartklachten. Het onzienbare is een stripbewerking door Erik Kriek van vijf verhalen van de Amerikaanse science fiction/horror auteur H.P. Lovecraft. Ik heb deze twee titels gekozen omdat ze zowel qua inhoud als vormgeving sterk in contrast staan met elkaar. Beide titels zijn van Nederlandse oorsprong. Scherpschutters is 24 centimeter in de lengte en 17 centimeter in de breedte, aanzienlijk groter dan de meeste proza romans maar ook kleiner dan het gemiddelde stripalbum(titels van de meer traditionele stripuitgevers zoals Silvester en Dark Dragon zijn meestal op zijn minst 29 cm in de lengte en 22 cm in de breedte.) Er zijn geen hardcover-uitgaven van Scherpschutters. Op de achterkant staan lovende citaten over het eerdere werk van Van de Pol door de jury van de Willy Vandersteenprijs en Paulien Cornelisse. Omdat van de Pol wordt

afgeschilderd als iemand met inzicht en talent maken deze citaten de lezer nieuwsgierig naar zijn persoonlijke relaas. De kartonnen kaft en het ietwat gelige papier, gecombineerd met de tekeningen geven de uitgave iets zelfgemaakts, bijna alsof het in de huiselijke sfeer in elkaar is gezet om later door de auteur zelf naar de stripwinkels te worden gebracht. Dit alles completeert de persoonlijke en ‘kleine’ aard van het verhaal.

De vormgeving van Het onzienbare is in veel aspecten het tegenovergestelde van Scherpschutters. De hardcover is 25 centimeter lang en 18 centimeter breed met op de voorkant ingekaderd een gedetailleerde kleurentekening van het silhouet van Lovecraft, omringd door

planeten, sterrenstelsels, tentakels en verscheidene andere figuren die geassocieerd worden met zijn verhalen. De rest van de omslag is zwart met donkergroene tinten en ziet er, net zoals de rest van de uitgave, gelikt uit. Het papier is ook van hoge kwaliteit, volkomen wit waardoor de zwart/wit/grijze tekeningen van Kriek mooi uitkomen. De nadruk van deze uitgave ligt in het zo mooi mogelijk weergeven van de tekeningen van Kriek, en dat is logisch. Als men enkel in de verhalen was

geïnteresseerd dan zouden ze immers de originele proza versies voor een fractie van de prijs in huis kunnen halen. Nee, iemand koopt een boek als dit om te zien hoe een getalenteerd tekenaar als Kriek vorm geeft aan het universum van Lovecraft en deze uitgave speelt daar op in. En omdat de

doelgroep al bestaat uit liefhebbers van Lovecraft wordt het hele boek één grote liefdesbrief aan de Amerikaanse schrijver, met name ook door de begeleidende teksten van Soeteman en Hulsing die allebei zowel kenners als liefhebbers van Lovecraft lijken te zijn. Het verschil in de kwaliteit van de twee uitgaven leidt er ook toe dat Het onzienbare met 24,90 euro zes euro duurder is dan

Scherpschutters, die voor 18,90 verkrijgbaar is.

Bij beide uitgaven is er dus sprake van dat Oog & Blik inspeelt op de sterkste punten van de inhoud. Bij Scherpschutters is dit de persoonlijke aard van het verhaal en bij Het onzienbare de kwaliteit van de tekeningen. Het is wellicht opmerkelijk dat van de twee auteurs alleen Kriek op de

website van Oog & Blik nadrukkelijk ‘striptekenaar en illustrator’ wordt genoemd terwijl de tekst over Van de Pol meer de nadruk legt op zijn werk als cartoonist voor ‘het Brabants Dagblad, Algemeen Dagblad, Flair, Zone 5300, Myx, Eisner, NRC Handelsblad en nrc.next.’ noot Het zou ook kunnen dat de pagina over Van de Pol op de website van Oog & Blik slecht geredigeerd is aangezien in het kopje staat dat de tekst gaat over Michiel van der Pol.

Aanbiedingscatalogus: De aanbiedingscatalogi van Oog & Blik proberen klasse en kwaliteit uit te stralen door middel van een minimalistische en nuchtere lay-out. Ter illustratie kijk ik naar de aanbiedingscatalogi van het voorjaar en najaar 2011.42 De catalogi zijn gedrukt op glad, dik papier waardoor ze zwaarder zijn dan nodig is. Dit is standaard voor de aanbiedingscatalogus van een literaire uitgeverij, maar niet zozeer voor de catalogus van een stripuitgeverij (zoals blijkt uit andere catalogi die ik zal bespreken.) Iedere besproken titel krijgt twee pagina’s. Op één pagina staan twee voorbeeldpagina’s uit de titel als afbeeldingen en lovende citaten van andere auteurs en uit

recensies. Als het om een vertaling gaat komen de citaten uit buitenlandse bladen. Op de andere pagina staat een afbeelding van de cover, een pakkende slagzin zoals ‘Spaanse grootmeester overtreft zichzelf met meeslepend liefdesverhaal’ en een korte beschrijving van het verhaal en de auteur(s).

De beschrijving van de auteurs legt de nadruk op hun vorige werk en prestaties. Het succes