• No results found

4. Paragrafen

4.6 Onderhoud kapitaalgoederen

4.6.1 Algemeen

Deze paragraaf omvat in hoofdlijnen de inhoud van de onderhoud– en beheerplannen op het gebied van de gemeentelijke kapitaalgoederen. Het begrip kapitaalgoederen wordt in brede zin opgevat. Het gaat zowel om de gemeentelijke wegen, riolering en gebouwen, als om het groen en het water. Het grootste deel van de werkzaamheden aan kapitaalgoederen vloeit voort uit de verantwoordelijkheden van de gemeente als eige-naar en beheerder van de publieke ruimte en van een aantal eigendommen.

De gemeente Bladel heeft een groot vermogen geïnvesteerd in kapitaalgoederen in de vorm van wegen, groen, water, riolering en gebouwen. De kwaliteit van deze kapitaalgoederen en het onderhoud hiervan zijn mede bepalend voor het voorzieningenniveau binnen onze gemeente, maar bepalen uiteraard ook de lasten

4.6.2 Wegen, straten en pleinen

De gemeente is als wegbeheerder op grond van de Wegenwet verantwoordelijk voor onderhoud en beheer van gemeentelijke wegen, welke op de wegenlegger als openbare weg zijn aangegeven. Onder de weg worden in dit kader ook verstaan de aanliggende bermen, sloten, zandwegen en kunstwerken zoals bruggen en viaducten.

Voor onderhoud van wegen, straten en pleinen is een beheerplan wegen vastgesteld. Uitgangspunt van het beheerplan wegen is een planmatig beheer van de infrastructurele voorzieningen op een adequaat niveau.

Op basis van de opgestelde meerjarenplanning en overige kosten wegen, zoals gladheidbestrijding, werken voor derden, stortrechten en landmeetkundige werkzaamheden worden in deze werkzaamheden uitgevoerd.

Door middel van rationeel wegbeheer vinden de nodige reparaties van de bestaande verhardingen plaats om verdere schade te voorkomen. In de meerjarenraming is een structureel budget beschikbaar van € 387.000,-.

Omdat het wegbeheer erg afhankelijk is van fysieke invloeden van buitenaf (herinrichtingen, omleidingen, vorstschade, verkeersbelasting etc.) wordt de benodigde storting voor het meerjarig onderhoud telkens be-rekend voor een periode van vijf jaar. Na elke begrotingscyclus wordt de volgende geactualiseerde jaarschijf uit het beheerplan wegen toegevoegd en de nieuwe gemiddelde storting voor de komende vijf jaren (her)berekend. Op deze wijze wordt het wegbeheer jaarlijks geactualiseerd. Ook kan beter worden inge-sprongen op tussentijdse invloeden van buitenaf en combinaties met andere werkzaamheden (riolering, her-inrichtingen e.d.). In de werkplannen voor de komende jaren wordt telkens kritisch bezien welke groot on-derhoud maatregelen noodzakelijk/gewenst zijn. In de meerjarenbegroting 2015-2019 is een structureel budget beschikbaar van € 369.000,- (o.b.v. geactualiseerd wegbeheerplan) voor het groot onderhoud van wegen, straten en pleinen. Dit budget is toereikend ter voorkoming van achterstallig onderhoud.

Met gepland groot onderhoud (GGO) wordt een stap verder gegaan. Wanneer wegen “op” zijn en er met re-paraties weinig eer meer valt te behalen, wordt de weg uit de (reparatie) planning gehaald en ingedeeld bij gepland groot onderhoud. Er wordt in zo’n geval bekeken of de weg in zijn geheel kan worden aangepakt.

De oorzaak dat de weg in een dergelijke situatie terecht is gekomen, ligt vaak in een slechte ondergrond waardoor er verzakkingen of diepe sleuven optreden. Door de weg er in zijn geheel uit te nemen en de on-derliggende constructie te verbeteren (verzwaren) kan de weg er weer jaren (zonder reparaties) tegen. Ook biedt het gelegenheid om bijvoorbeeld kleine inrichtingen en aanpassingen mogelijk te maken of verkeers-maatregelen in te passen. Uiteraard vindt ook afstemming plaats met beheerverkeers-maatregelen op gebied van verkeer, groen, water en riolering. Voor gepland groot onderhoud zijn in het meerjarenprogramma middelen beschikbaar. Voor gepland groot onderhoud is in het meerjareninvesteringsprogramma 2015-2019 een jaar-lijks investeringskrediet van € 1.000.000,- beschikbaar. In deze periode zijn eveneens jaarjaar-lijkse kredieten opgenomen van gemiddeld € 167.000,- voor het actieplan GVVP en uitvoeringsmaatregelen GVVP. Deze kredieten worden zoveel als mogelijk in combinatie met het gepland groot onderhoud aangewend.

Voor het onderhoud aan waterlossingen en sloten is een berm- en slootbeheerplan vastgesteld. De op basis van dit plan benodigde onderhoudskosten zijn opgenomen in de meerjarenraming.

4.6.3 Water en riolering

De aanleg en beheer van riolering is een gemeentelijke taak die zijn wettelijke basis vindt in de Wet Milieu-beheer (Wm). Op grond van artikel 4.22 van de Wm is een gemeente verplicht een GRP (een beleidsmatig en strategisch plan voor de aanleg en het beheer van de gemeentelijke riolering) op te stellen. In verband met de nieuwe wetgeving voor de gemeentelijke watertaken is het GRP volledig omgevormd tot het verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan voor 2010 - 2014 (vGRP 2010 – 2014).

Met het wetsvoorstel, ook wel de Wet gemeentelijke watertaken genoemd, zijn de drie volgende gemeente-lijke watertaken wettelijk verankerd:

1. De zorg voor doelmatige inzameling en het doelmatig transport van stedelijk afvalwater;

2. De zorg voor doelmatig beheer van het afvloeiende hemelwater in stedelijk gebied;

3. De zorg voor een doelmatige verwerking van het overtollige grondwater in stedelijk gebied.

In het vGRP is het beleid voor de planperiode 2010-2014 weergegeven voor bovengenoemde zorgtaken. In het daarbij behorende uitvoeringsplan tot en met 2018 worden de maatregelen genoemd om deze doelen te bereiken.

De prioriteit voor de komende jaren ligt bij het invulling geven aan de grondwater- en de hemelwaterzorg-plicht. Rekening houdend met het klimaatscenario 2050 zijn voor de grondwaterzorgplicht preventief een aantal acties in gang gezet om inzicht in het grondwaterbeheer binnen de gemeente te vergroten. Daarbij komt de nadruk te liggen op onderzoek en verbreden van kennis. Samen met het Waterschap is daartoe een grondwatermeetnet ingericht op potentiële locaties waar wateroverlast kan optreden om inzicht te krijgen in

voor de hele gemeente inzichtelijk te hebben waar eventueel af te koppelen regenwater naar toe kan worden afgevoerd (infiltreren, nieuwe regenwaterriolering, etc). In het plan is tevens aandacht voor eventuele knel-punten en risico’s bij afkoppelen. Zodoende wordt een robuust hemelwatersysteem ontworpen om in de toe-komst hemelwater vanaf verharde oppervlakken af te voeren.

De dekking van de rioleringszorg verloopt via de rioolheffing, waarbij het beleidsuitgangspunt geldt van vol-ledige kostendekkendheid.

4.6.4 Openbaar groen

Op basis van de vastgestelde Groenvisie en het groenbeheerplan wordt onderscheid gemaakt in:

Kosten van regulier (jaarlijks) onderhoud en structurele vervangingen/ombouw van openbaar groen: hier-voor zijn in de meerjarenraming exploitatiebudgetten opgenomen tot een bedrag van circa € 860.000,-;

Kosten van eenmalige vervangingen: hiervoor wordt in het meerjarenprogramma om de twee jaar een budget van afgerond € 84.000,- opgenomen.

Onderhoud van openbaar groen geschiedt op basis van een zichtbestek. Daarbij zijn WVK-groep en de ge-meente een samenwerkingsovereenkomst 2014 - 2018 (op basis van alleenrecht) overeengekomen. Onder deze samenwerkingsovereenkomst valt ook de uitvoering van de groenvoorzieningen gedurende een perio-de van vijf jaar. De ervaringen van zowel van gemeente als bewoners met perio-deze onperio-derhoudsmethoperio-de wor-den als positief ervaren.

4.6.5 Openbare verlichting

De uitvoering t.a.v. de openbare verlichting is erop gericht om efficiënte invulling te geven aan de uitkomsten vanuit de evaluatie van het beleidsplan openbare verlichting. Op basis van deze evaluatie zijn in 2014 on-derstaande beleidspunten gehanteerd:

Instandhouden huidige openbare verlichting op basis van de gehanteerde technische levensduur van 40 jaar voor masten en 20 jaar voor armaturen. Daarbij worden de resterende lichtmasten, geplaatst vóór 1973 vervangen indien deze in slechte staat verkeren. Masten en armaturen die de technische levensduur hebben bereikt maar nog in goede staat verkeren, worden niet vervangen;

In het kader van het energiebeleid vervangen van de resterende niet-energiezuinige lampen en armaturen en/of armaturen met slechte licht technische eigenschappen door energiezuinigere lampen;

Aanpassen van de openbare verlichting conform NPR 13201-1 richtlijn;

Bij plaatsing van nieuwe masten en bij vervanging van armaturen zal zeer nadrukkelijk worden afgewogen of LED verlichting kan worden toegepast. Daar waar zich kansen voordoen zal de gemeente zeker de mo-gelijkheid aangrijpen om binnen de voorgestelde investeringen LED verlichting toe te passen op daarvoor in aanmerking komende locaties;

Inrichten van de openbare ruimte en een veilige woonomgeving waar het plezierig wonen is;

Het vaststellen van de verlichtingskwaliteit, het niveau van de verlichting, de kleur van de lichtbronnen en de toe te passen materialen;

Aanpassen van het verlichtingsniveau en de lichtkleur van de lichtbronnen aan de geldende wegcategori-sering;

Aandacht voor verkeersveiligheid, sociale veiligheid en kleine criminaliteit;

Rekening houden met energie- en milieuaspecten.

Deze gestelde normen worden -mede in relatie tot het milieueffect (meer verlichting)- niet leidend maar meer als toetsinstrument beschouwd. Gestreefd wordt naar vergroting van het veiligheidsgevoel waarbij interactief met buurtpreventie en burgers wordt gecommuniceerd. Bij uitvoering wordt per situatie maatwerk geleverd.

Voor het in stand houden van de huidige openbare verlichtingsinstallatie zijn er jaarlijks investeringen opge-nomen van afgerond € 136.000,-. Dit bestaat uit een bedrag van € 91.000,- voor de reguliere vervangingsin-vesteringen van verlichtingsarmaturen en € 45.000,- voor masten.

4.6.6 Gemeentelijke gebouwen

Elk jaar wordt preventief onderhoud gepleegd aan de gemeentelijke gebouwen. Preventieve onderhouds-werken voor het planjaar worden vanuit het mjp (meerjarenonderhoudsplan) gegenereerd en uiteindelijk na een schouw in werkprogramma’s vastgelegd. Het werkprogramma 2015 is uitgevoerd en geeft geen verdere opmerkingen.

van VV Hapert. Totale bijkomende kosten voor voornoemde calamiteiten bedragen ca. € 40.000,-. Tot slot werd eind 2015 de herinrichting van de raadszaal opgepakt.

Het beheerplan gemeentelijke gebouwen wordt jaarlijks geactualiseerd en aangepast aan de laatste ontwik-kelingen. Ook wordt het uitgevoerd onderhoud gemuteerd. Uitgangspunt van het beheer van de gebouwen en de daarbij behorende buitenruimten zijn/blijven soberheid en doelmatigheid. Op basis van een voort-schrijdende onderhoudscyclus zijn daarbij de financiële consequenties voor de periode 2015-2024 in beeld gebracht. In de jaarrekening 2015 is € 244.000,- gedoteerd aan de voorziening onderhoud gemeentelijke gebouwen.

In de najaarsnota 2015 werd melding gemaakt voor kosten t.b.v. een herinspectie (0-meting) gemeentelijke gebouwen. In afwachting van nader overleg tussen Kempengemeenten (SBK-team) op het gebied van een mogelijke samenwerking voor vastgoedbeheer, zal de opdracht / uitvoering van deze herinspectie eerst in 2016 worden opgepakt. Vanwege deze vertraging zullen de voorziene kosten ad. € 48.000,- overgeheveld worden naar 2016.