• No results found

4. Paragrafen

4.5 Financiering

4.5.1 Inleiding

Financiering gaat over de manier waarop de gemeente geld aantrekt die zij nodig heeft en geld (tijdelijk) be-legt wanneer er overtollig geld is. Dit noemen we de financieringsfunctie. De Wet Financiële Decentrale Overheden (Wet fido) en de Wet Verplicht schatkistbankieren geven het kader waarbinnen we de financie-ringsfunctie uitvoeren. In elk beleidsveld zijn verschillende doelen opgenomen. De financiefinancie-ringsfunctie zorgt ervoor dat het benodigde geld beschikbaar is om die doelen te realiseren.

Belangrijkste doelstelling bij de uitvoering van de financieringsfunctie is het beperken van risico´s. Voorko-men moet worden dat de financieringslasten van Bladel door wijzigingen van de marktrente te hoog oplopen.

Daarvoor is een aantal “spelregels”, kaders, opgesteld waaraan de uitvoering van de financieringsfunctie moet voldoen. Vastlegging daarvan heeft plaatsgevonden in het Treasurystatuut 2014. Dit statuut kenmerkt zich door het risicomijdende en dienende karakter.

4.5.2 Financieringsbeleid

Ons financieringsbeleid heeft de volgende doelstellingen:

beschikbaar hebben van voldoende liquiditeiten om de door de raad vastgestelde plannen te kunnen uit-voeren;

beheersen van de risico’s die zijn verbonden aan de financieringsfunctie, zoals de kasgeldlimiet en de renterisiconorm;

De situatie op de financiële markten leidt tot een ongekend lage rente op aan te trekken financieringsmidde-len. Dat geldt voor zowel de langlopende geldleningen als voor kortlopende geldleningen. Met behulp van prognoses van onze geldstromen proberen we continu onze behoefte aan geld of kapitaal zo slim mogelijk af te dekken, waardoor we zoveel mogelijk profiteren van de huidige, lage rentestand.

- Verwachtingen voor de korte rente

Voor de korte termijnrente zijn wij in de begroting uitgegaan van 0,75%. Deze rente daalde in 2015, als ge-volg van ontwikkelingen op de geldmarkt. De rente op de geldmarkt was in januari 0,08% en in december -/- 0,17%. Dit betekent dat we zelfs over de aangetrokken korte financieringen rentevergoedingen ontvangen.

- Verwachtingen voor de lange rente

Voor de lange termijnrente zijn wij uitgegaan van 2,50%. Deze rente daalde in 2015, als gevolg van ontwik-kelingen op de kapitaalmarkt. De rente op de kapitaalmarkt was in januari 0,81% en in december 1,15%.

De uitvoering van de treasuryfunctie heeft in het verslagjaar plaatsgevonden binnen de regelgeving van het treasurystatuut. Van de lage rente (zowel op de geld- als kapitaalmarkt) is optimaal gebruik gemaakt. Door middel van het aantrekken van kasgeldleningen en spreiding in de looptijden van langlopende geldleningen is de te betalen rente laag gehouden. Vanaf medio april 2015 was de rente over kasgeldleningen zelfs nega-tief. In onderstaande grafiek is het renteverloop over 2015 weergegeven.

In de jaarrekening is op basis van de financiële kaderstelling rekening gehouden met de navolgende ge-raamde rentepercentages.

2015

Rente reserves en voorzieningen 2,50%

Rente financieringstekort (tot kasgeldlimiet) 0,75%

Rente financieringstekort (boven kasgeldlimiet) 2,50%

Rente financieringsoverschot 0,50%

Rente kapitaallasten en dekkingsreserves 4,00%

Rente kapitaallasten grondexploitaties 4,00%

4.5.3 Risicobeheer

Het onderdeel risicobeheer is een weergave van het verwachte risicoprofiel van de gemeente Bladel. De ri-sico´s vallen in vijf soorten uiteen:

- renterisico´s op vlottende schuld;

- renterisico´s op vaste schuld;

- liquiditeitsrisico´s;

- risico’s op verstrekte gemeentegaranties en - debiteurenrisico’s.

-0,50 0,00 0,50 1,00 1,50 2,00 2,50 3,00

jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec

rentepercentages

maanden

Renteverloop 2015

rente consolidatie 10-jaars swap rente fin.tekort 3-mnd Euribor

- Renterisico op vlottende schuld (kasgeldlimiet)

Het renterisico op korte termijn financiering (leningen met een looptijd korter dan één jaar) wordt in beeld gebracht via de kasgeldlimiet. Deze stelt beperkingen aan financiering van uitgaven met korte termijn lenin-gen. Op basis van de Wet fido bedraagt de kasgeldlimiet voor 2015 8,5% over de omvang van de begroting en bedraagt € 3,815 miljoen.

Wij hebben de kasgeldlimiet zo optimaal mogelijk benut vanuit de situatie dat rente van kortlopend geld (bijv.

kasgeld) in 2015 lager was dan de rente op langlopende leningen. De gemiddelde netto vlottende schuld was per kwartaal als volgt:

Uit deze tabel blijkt dat de kasgeldlimiet in 2015 niet overschreden werd.

- Renterisico’s op vaste schuld (renterisiconorm)

De renterisiconorm heeft als doel om het renterisico bij herfinanciering te beheersen. Hoe meer de aflossing van de schuld in de tijd wordt verspreid, hoe minder gevoelig de begroting wordt voor renteschokken bij her-financiering. De renterisiconorm houdt in, dat de jaarlijkse verplichte aflossingen en de renteherzieningen niet meer mogen bedragen dan 20% van het begrotingstotaal. Spreiding van de looptijd van de leningen en/of leningen afsluiten waarbij jaarlijks wordt afgelost zijn mogelijkheden om de kans op overschrijding van de renterisiconorm te verkleinen.

Omschrijving (bedragen x € 1.000,-) Begroot Werkelijk Verschil 1 renteherzieningen

2 aflossingen 3 renterisico (1+2) 4 renterisiconorm

5a ruimte onder renterisiconorm (4 > 3) 5b overschrijding renterisicornorm (3 > 4) Berekening renterisiconorm

Het totaal van de renteherziening en aflossingen is lager dan de renterisiconorm en voldoet dus ruimschoots aan de renterisiconorm.

- Liquiditeitsrisico’s

De liquiditeitsrisico´s betreffen voornamelijk interne liquiditeitsrisico´s. Dit zijn risico´s ten aanzien van moge-lijke afwijkingen van de liquiditeitsplanning met reguliere exploitatie, de investeringen, de grondexploitatie en de leningen als gevolg waarvan financieringskosten hoger uit kunnen vallen. Het liquiditeitengebruik wordt beperkt door de fysieke geldstromen op gemeenteniveau op elkaar af te stemmen. Door een meerjarige li-quiditeitenplanning op te stellen ontstaat inzicht in de behoefte aan liquide middelen dan wel in het overschot aan liquide middelen. Daarnaast wordt periodiek de liquiditeitenstroom beoordeeld op tekorten en/of over-schotten.

Kasgeldlimiet (bedragen x € 1.000) 1e kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal

2015 2015 2015 2015

Toegestane kasgeldlimiet 3.815 3.815 3.815 3.815

Vlottende schuld 1) 4.833 4.767 2.700 4.667

Vlottende middelen 2) 1.118 2.299 1.484 1.360

Saldo (2) - (1) -3.716 -2.468 -1.216 -3.306

Overschrijding van de kasgeldlimiet

Onderschrijding van de kasgeldlimiet 99 1.347 2.599 509

- Risico’s op verstrekte gemeentegaranties

De gemeenteraad heeft vooral in het verleden garanties verstrekt voor leningen die onder meer door lokale woningbouwverenigingen, verzorgingstehuizen en dergelijke zijn aangegaan. Tegenwoordig opereren er waarborgfondsen voor woningbouw, zorg en dergelijke. Hiermee wordt een rechtstreeks beroep op de ge-meente om garant te staan voor leningen, aangegaan door deze instanties, steeds kleiner. Bij de woning-bouw is de gemeente nog steeds verplicht om als ‘achtervang’ garant te staan. De eerste garantstelling vindt plaats door het waarborgfonds sociale woningbouw. Onze gemeente staat voor het Bladelse deel indirect garant. Echter voor nieuw afgesloten hypotheken ná 31 december 2010 staat de gemeente niet meer garant, maar het rijk alleen.

De grootste post bij de rechtstreekse garantstelling betreft de Onderwijsstichting de Kempen. De specificatie van de verstrekte garantstellingen is opgenomen in de toelichting op de balans (blz 104).

- Debiteurenrisico

Dit betreft het risico dat vorderingen op debiteuren niet kunnen worden geïnd en afgeboekt. Ter afdekking van mogelijke oninbare vorderingen (belasting)debiteuren is de voorziening dubieuze debiteuren gevormd.

Deze voorziening bedraagt per 31 december € 521.000,-. Verder is er nog een voorziening gevormd ter af-dekking van de risico's met betrekking tot debiteuren sociale zaken/ISD voor een bedrag van € 334.000,-.

4.5.4 Financieringspositie / Leningenportefeuille

Financiering binnen de gemeente Bladel gaat volgens het systeem van totaalfinanciering. Dit houdt in dat er geen rechtstreeks verband bestaat tussen een bepaald actief (investering) en de aangetrokken financie-ringsmiddelen. De rente-ontwikkeling voor de korte en lange termijn, alsmede de ruimte ten opzichte van de kasgeldlimiet zijn belangrijke factoren die meespelen bij het consolideren van kort geld in lang geld. Beleid is om zo laat mogelijk te consolideren omdat de rente voor kort geld op dit moment vele malen lager is dan voor lang geld.

Om aan alle financiële verplichtingen te kunnen voldoen en om niet onder de kasgeldlimiet van ca. € 3,815 miljoen te komen was in de begroting voorzien, dat in 2015 tot een bedrag van € 1,6 miljoen geconsolideerd zou moeten worden (kort geld omzetten in lang geld). Door het achter blijven van uitvoering van investerin-gen is dit echter niet nodig gebleken. In 2015 is de rente van een in 1987 gesloten overeenkomst van geld-lening herzien. Deze geldgeld-lening is opnieuw vastgelegd tegen een herziene rentepercentage van 1,66% (was 3,35%).

Wij zien er overigens continue op toe dat de liquiditeitspositie voldoende is om steeds te garanderen dat wij onze financiële verplichtingen tijdig kunnen nakomen. Tussentijdse schommelingen in de financieringspositie vangen we middels de rekeningcourantovereenkomst en kasgeldleningen op.

In onderstaand overzicht wordt het verloop van de opgenomen geldleningen weergegeven:

Mutaties in leningenportefeuille o/g bedragen gemiddelde rente Stand per 1 januari 2015

Reguliere aflossingen Vervroegde aflossingen Renteherzieningen Nieuwe geldlening

Stand per 31 december 2015

32.303.000

De rentelasten worden toegerekend aan de producten met het rente-omslagpercentage. Dit percentage is voor 2015 vastgesteld op 4%. Het verschil tussen dit omslagpercentage en de betaalde rente wordt ten gun-ste van de financieringsfunctie verantwoord.

4.5.5 Uitzettingen / beleggingen en overig liquiditeitenbeheer

De gemeente verstrekt in beginsel geen leningen aan derden. Aanvragen van derden, die geen leningen kunnen aantrekken van financiële instellingen, zonder gemeentegarantie, worden afzonderlijk aan het be-stuur voorgelegd.

Voor het liquiditeitenbeheer is het volgende geregeld:

• Er is een actief debiteurenbeheer en incassobeleid (nalatigen tijdig aanmanen, daarna verzenden dwang-bevel dan wel invordering via een incassobureau voor civiele vorderingen).

• Het betalen van facturen circa 30 dagen na factuurdatum conform het inkoopbeleid. Voor grote bedragen wordt op de vervaldag betaald. Betalingen door de gemeente worden zoveel mogelijk gematched met verwachte ontvangsten.

• De debet- en creditstanden van de verschillende nevenrekeningen worden automatisch gesaldeerd.

Uitzettingen (leningen UG)

In de vergadering van 18 december 2014 heeft de gemeenteraad besloten om het instrument starterslening, ondanks de terugtrekking van het Rijk en Provincie Noord Brabant voor hun aandeel, te continueren. Ook is de “Verordening starterslening gemeente Bladel” aangepast. Als onderbouwing voor het voorstel om de star-terslening te continueren was bij het raadsvoorstel al een tussentijdse evaluatie van het instrument starters-lening (per 30 november 2014) opgemaakt.

In 2015 zijn daadwerkelijk 11 startersleningen afgehandeld en is door de SVn, namens de gemeente Bladel, een bedrag van € 181.000,- uitgeleend. Voor een totaal beeld wordt verwezen naar bijlage III.

Schatkistbankieren

Schatkistbankieren houdt in dat gemeenten overtollige middelen verplicht in de schatkist moeten onderbren-gen. Een beperkte hoeveelheid geld mag de gemeente op haar eigen bankrekeningen aanhouden. Dit be-drag wordt bepaald op basis van het begrotingstotaal van een gemeente in een jaar. 0,75% van dat begro-tingsbedrag mag gemiddeld buiten de schatkist blijven. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar § 6.7.

Financieringsresultaat

Het financieringsresultaat bestaat uit het verschil tussen het totaal van de werkelijk betaalde en berekende rente over onze financieringsmiddelen en het totaal van de renteontvangsten en de doorberekende rente over de vaste activa. Het financieringsresultaat voor 2015 is geraamd op € 388.000,- positief. Het gereali-seerde resultaat is € 94.000,- hoger, met name door de lagere renteniveaus.

4.5.6 Relatiebeheer / kasbeheer

De doelstelling van het kasbeheer is het zoveel mogelijk beperken van de dagelijkse kasoverschotten c.q. – tekorten, alsmede het minimaliseren van de rentekosten en het maximaliseren van de rentebaten van de saldi op de diverse gemeentelijke rekeningen.

Binnen de gemeente wordt nog slechts bij de centrale balie een kas met contant geld aangehouden. De voorraad contanten wordt steeds zo laag mogelijk gehouden. Overtollige kasmiddelen worden regelmatig bij de bank afgestort. Door gebruik te maken van electronisch bankieren worden de externe bankkosten gemi-nimaliseerd.

De gemeente Bladel onderhoudt met een tweetal banken een relatie. De Bank voor Nederlandse Gemeen-ten is huisbankier. Daarnaast wordt een rekening aangehouden bij de Rabobank.

Met de Bank Nederlandse Gemeenten is een overeenkomst tot financiële dienstverlening (rekening courant) gesloten met een kredietfaciliteit van ca. € 4.341.000,-.