— 19 —
Zij kunnen echter met de commissie een schriftelijke overeen-komst aangaan, waarbij deze, tegen betaling van eene periodieke contributie aan de kas der begraafplaatsen, dat onderhoud op zich neemt.
Indien eigenaren of belanghebbenden aan hunne verplichting tot onderhoud niet voldoen, is de commissie bevoegd de op de graven geplaatste gedenkteekenen te doen sloopen en opruimen.
Alvorens daartoe over te gaan, worden de nalatigen door de commissie behoorlijk gesommeerd om binnen zekeren door haar te bepalen bekwamen termijn de rioodig geoordeelde herstellingen te doen.
Wanneer deze last binnen den door de commissie gestelden termijn niet nagekomen is, worden betrokkenen nogmaals door de commissie aan hunne verplichtingen en aan de gevolgen hunne nalatigheid herinnerd en wordt hun alsnog een uitstel van veertien dagen izv.iwwn, om het noodige te verriehten.
Bijaldien ook na verloop van dezen laatsten termijn aan den gegeven last geen gevolg gegeven is, en der commissie over-tuigend gebleken is, dat de belanghebbenden van de bovenbe-doelde sommation kennis hebben gekregen, wordt door haar tot de opruiming en slooping der verwaarloosde gedenkteekenen overgegaan.
Blijkt niet van de ontvangst van de sommatie door belang-hebbende of is de belangbelang-hebbende dan wel diens woonplaats niet bekend, dan geschiedt de sommatie door middel van eene advertentie in de Javasehe Courant,' daarin tweemaal, met tns-schenruimte van drie maanden, te plaatsen.
•Drie maanden na de laatste sommatie, heeft de commissie het recht tot opruimen en sloopen.
Artikel 18.
Alle gelden, overeenkomstig deze verordening geheven of op andere wijze ten behoeve der begraafplaatsen verkregen, staan onder het beheer der commissie.
Zij beschikt daarover ten nutte der begraafplaatsen en tot het aanschaffen der benoodigdheden voor de begrafenissen.
De ordonnantiën van betaling worden, voor zoover zij geene dagelijksehe uitgaven betreffen, evenals alle stukken, betrekking hebbende tot de correspondentie der commissie, geteekend door den voorzitter en den secretaris-thesaurier.
Artikel 19.
Met het dagelijksch toezicht over de begraafplaatsen is belast een opziener.
Deze wordt door de commissie benoemd en ontslagen.
— 20 —
Aan hem zijn toegevoegd een of meer wachters, die door de commissie worden aangesteld en ontslagen.
Artikel 20.
De bezoldiging van den opziener en de wachters wordt dooi-de commissie geregeld in verband met dooi-den stand van het fonds der begraafplaatsen.
Artikel 2 1 .
Bij elke begrafenis moet de opziener, of bij wettige verhin-dering van dezen door de commissieleden der maand t e beoor-deelen, een der wachters tegenwoordig zijn.
Artikel 22'.
De opziener houdt een register aan waarin bij elke teraarde-bestelling op de begraafplaats aanteekening wordt gehouden : a. van den naam, den ouderdom, de woonplaats en het beroep
van den overledene ;
b. van het nummer van het graf en vau het vak, waarin het graf is gelegen ;
e. van den dag der begrafenis.
Ook houdt hijaaneeneplattegrondteekeningder begraafplaatsen, waarop de graven nummersg-ewijze zijn aangeduid.
Artikel 2 3 .
De opziener zorgt, dat ieder graf' voorzien is van h e t ' overeen-stemmend nummer van het register.
Hij zorgt voor het schoonhouden der begraafplaatsen.
Hij waakt, dat door eigenaren of belanghebbende voldaan wordt aan hunne verplichting omschreven in artikel 17.
15ij nalatigheid dier eigenaren of belanghebbenden geeft hij daar-van kennis aan de twee Chineesche leden der commissie, belast met het dagelijksoh beheer.
Artikel 24.
De opziener en de wachters zijn overigens gehouden de be-velen van het in artikel 8 bedoeld lid der commissie op te volgen.
De opziener is verantwoordelijk voor hetgeen op de begraaf-plaatsen in strijd met deze verordening geschiedt.
Artikel 25.
Geschillen, die op de begraafplaatsen, de begrafenissen en wat daarmede in verband staat, betrekking hebben, worden door de commissie beslist.
— -21 —
Bezwaren tegen de beslissingen der commissie k a n n e n belang-hebbenden indienen bij het Hoofd van Gewestelijk Bestnur.
Artikel 26.
Deze verordening treedt in werking op den dag barer afkon-diging in bet officieele nieuwsblad.
Op genoemd tijdstip vervalt liet Reglement op de begraaf-plaats voor lijken van Chineezen te Jogjakarta van 6 December 1890, afgekondigd in de Javascbe Courant van 23 December
1 8 9 0 ' N O . 102.
En opdat niemand, wien zulks aangaat, hiervan onwetendheid, voorwende, zal deze iu liet officieel nieuwsblad worden geplaatst-en, voor zooveel noodig, in de Inlandsche en Cliineesche talen worden aangeplakt.
Gedaan te JOGJAKARTA, den 29en October 1 9 0 1 . De Resident van Jogjakarta,
J . A. A M E N T . De Gewestelijk Secretaris,
H. D E B I E.
(Afgekondigd in de Javascbe Courant van 13 December 1901 no 99).
— 2£ —
No. 3. Oendang-oendang bab pamijaraännja pakoeboeran tjina dan bab tanemnja bangkenja orang tjina dalam kota Jogjakarta.
FATSAL 1.
J a n g disediaken boewat pakoeboeran tjina jang baliaroe dalam kota Jogjakarta jaïtoe sepotong tanah dalam desa Badran dalam kota Jogjakarta, jang toeroet kabawah kapolisèn Sosrodipoeran, kapernahan sablah wetan kali Winongo serta sablali koelon slo-kan Sendololé.
Adapoen wates-watesnja tauah itoe jang soedah ditaroki andjir batoe saperti :
Sablali lor: oleh satoe baris meliwat andjir 1, 2, 3 dan 4 ; Sablah wetan : oleh satoe baris meliwat andjir 4, 5, 6, 7, 8,
9, 10, 1 1 , 12 dan 1 3 ;
Sablah Udoel: oleh baris-baris jang meliwat andjir 15 dan 16;
Sablah koelon : oleh satoe baris jang meliwat andjir 14 dan 15 dan meliwat andjir 16, 1 7 , 18, 19, 20, 21 dan 1.
FATSAL 2.
Pada pakoeboeran baharoe ini misti ditanam bangkenja orang tjina jang meninggal doenia dalam karesidenan Jogjakarta, sa-lainnja apa jang terseboet fatsal I I dan I V dari Staatsblad 1864 No. 196, saperti soedah berobah dengan Staatsblad 1896 No 185. (*)
FATSAL 3.
J a n g soedah dipasrahken pengrawatannja pekoeboeran baharoe ini dimana tjoemah boleh ditanam, apalagi pekoeboeran lama di Djetis, djoega dalam kota Jogjakarta, jaïtoe satoe kommissie jang ditetepken oleh kandjeng toewan Resident pakee satoe President, satoe Secretaris rangkep Thesaurier dan 4 lid.
Kommissie itoe saben 3 taoen sekali ditetepken.
J a n g djadi president jaïtoe kandjeng toewan Assistent-Resi-dent Jogjakarta.
Secretaris rangkep Thesaurier dan 4 lid dipilih pada orang bangsa tjina.
FATSAL 4.
President mengatoer samoea vergadering (pekoempoelan) dan bekin vergadering koerang-koerangnja satoe kali dalam saben setengah taoen.
(1) Ini Staatsblad bal) pakoeboeran partikulier, djadi tida tepakee boewat segala orang tjina ; melibat Atdeeling I I I Lt. A diblakang ini.
— 23 —
Djikalau tiga lid minta satoe vergadering, president misti djoega mitoeroet permintaan itoe.
F A T S A L 5.
Secretaris-Thesaurier misti menjatetti dengan ati-ati samoea jang dibitjara waktoe vergadering (pekoempoelan) dan djoega samoea lain perkara jang perloe, apa lagi dia tanggoeng samoea doewit kailmpoenjaännja pakoeboeran.
Masing-masing tiga boelan sekali dia misti kirim verantwoor-ding (pertelan ongkos) kapada kommissie akan dipriksa.
F A T S AL 6.
Pengrawatannja saliari-hari dipasraliken pada doea lid tjina kommissie itoe dan saben 3 boelan ganti lid itoe.
Itoe doea lid misti trima doewitnja dan membajar segala ong-kos saliari-hari dan pada toetoep masing-masing boelan kelebi-hannja doewit dia misti pasrah pada Secretaris-Thesaurier.
Waktoe vergadering lid-lid itoe misti lapor dari dia poenja pendapetan dan pakerdjaän bab pekoeboeran itoe.
E A T S A L 7.
Kommissie misti saben toetoep taoen dalam boelan Januari mengatoer satoe lapor kapada kandjeng toewan Resident diatas perboewatannja.
F A T S A L 8.
Pakoeboeran-pakoeboeran misti dipriksa koerang-koerangnja satoe kali saben boelan oleh satoe lid kommissie jang terseboet fatsal 6 soepaja mengatahoewi roepanja pakoeboeran itoe.
P A T S AL 9.
Tida kelilan meugoeboerken bangkee pada pakoeboeran baha-roe djikalaoe belom dapat idinnja kommissie.
Pada pakoeboeran di Djetis dalam kota Jogjakarta tida boleh tanam bangkee, djikalau blom dapat idin dari kandjeng toewan Resident.
F A T S A L 10.
Tida kelilan tanam sablomnja poekoel 6 pagi dan sahabisnja poekoel 6 soree.
Kandjeng toewan Assistent-Resident boleh beri idin akan tanam djoega antara poekoel 6 soree dan poekoel 6 pagi.
Djikalau" orang-orang minta pertoeioengannja kommissie akan tanam dengan obor sabab soedah malam, diaorang misti bajar ƒ 10.
Pembajaran ƒ 10 itoe tida oesa dihajar djikalau kommissie merasa ada sabab jang perloe dan djoega tida oesa dibajar kalau politie soeroeh tanam sahabisnja matahari soedah masok (soeroep).
— u —
FATSAL 1 1 .
Bangkee-bangkee inisti ditanam koerang-koerangnja l1/4 me-ter dibawah tanahuja. Kandjeng toewan Resident ada koewasa akan beri idiu berobahkeu atoeran ini djikalau orang-orang hendak tanam diatasnja tanah lapang menoeroet adat tjina, tapi senadjan begitoe diatas bangkee misti ada satoe toempoekan tanah tebelnja l1/^ meter saperti terseboet diatas ini.
FATSAL 12.
Djikalau orang soedah tanam satoe bangkee pada tempat jang telah disediaken boewat lain bangkee, kommissie boleh soe-roeh bongkar.
F A T S A L 1 3 .
Pakoebocran baharoe ada terbagi bagian pesagi (vak), jaïtoe A, B, C, Ü dan B.
Dalam masing-masing vak koeboer ada sama lebarnja.
Adapoen lebarnja (besarnja) masing-masing koeboer saperti : dalam vak A 160 meter pesagi
// // 13 80 // h // * C 40 n n n n D 24 n a
n / / E 1 0 't a
F A T S A L 14.
Koeboer-koeboer mendapat nommer teroesan.
Bolehnja rnengoeboer misti oeroet nommer itoe.
Djikalau orang hendak rnengoeboer tida oeroet nommer te-roesan itoe, dia orang misti bajar kapada kommissie ongkos sa-bagimana terseboet tarief dalam fatsal 1(5. •
FATSAL 15.
Batoe koeboer atawa bongbaai tida boleh meliwat oekoerannja jang soedah di tenitoeken boewat masing-masing koeboer.
FATSAL 10.
Boewat kas pakoeboeran orang-orang misti membajar ongkos saperti dibawah i n i :
§ 1 Boewat idinnja akan tanam dalem vak;
A / 64 B // 16 C „ i D ,/ 1
E tida bajar satoe apa.
— 25 —
§ 2 Boewat idinnja pasang bongbaai di atas koeboer dalem vak : A / 1 0 0 .
-33 n 50.—
Q // 25.—
j3 // 12. 50
E "
5-—
§ 3 Boewat pakee kareta tanam dan lain lain pekakas dan kommissie, djikalau ditanam dalam vak:
A / 4 0 .
-15 n 20.—