• No results found

De Resident van Jogjakarta

In document POLITIEBEPALINGEN VERZAMELING (pagina 41-48)

(Voor het Land.) Overwegende, dat het, ten einde de verdel-ging van kleinere vogels, waaronder vele inseeteneters en za'ng-vogels, tegen te gaan, wensclielijk voorkomt, een verbodsbepa-ling vast te stellen tegen liet gebruik van blaasroeren en

blaas-pijpen ; _ Overwegende, dat terzake de instemming is verkregen van

Zijne Hoogheid den Sultan van Jogjakarta en van den Pangeran Adipati PaJcoe Alam;

Maakt aan de ingezetenen van dat gewest bekend : Dat door hein is vastgesteld de navolgende

VERORDENING.

Artikel 1.

Het is verboden op openbare plaatsen met een blaasroer of blaaspijp te schieten.

Artikel 2.

Overtreding van dit verbod wordt gestraft :

indien de overtreder behoort tot de Europeesche of met deze gelijkgestelde bevolking met eene geldboete van één tot vijftien gulden of gevangenisstraf van een tot twee dagen;

indien de overtreder behoort tot de Inlandsche of met deze gelijkgestelde bevolking met eene geldboete van één tot vijftien gulden of tenarbeidstelling aan de publieke werken voor den kost zonder loon van een tot zes dagen.

Het gebezigde wapen kan worden verbenrdverklaard en vernietigd.

Artikel 3.

Deze verordening treedt in werking op den dertigsten dag na dien harer afkondiging in de Javasohe Courant, waarin zij voor de eerste maal is opgenomen.

En opdat niemand, wien zalks aangaat, hiervan onwetendheid voorwende, zal deze in het officieel nieuwsblad worden geplaatst en, voor zooveel noodig, in de Inlandsche en Chineesche talen worden aangeplakt.

Gedaan te JOGJAKAIITA, den Ssten October 1 8 9 8 . De Resident, •

J. A. A M E N T . De Secretaris,

B O S M A N .

^Afgekondigd in deJavasche Couranten dd. 18 en 21 October 1898 nos. 83 en 84.)

— 30 —

Mo. 4. Oendang-oendang bab soetnpitan (toeloepan) da-lam karesidenan Jogjakarta.

FATSAL 1.

Dilarang menembak dengan soempitan (toeloepan) pada dja-lan-djalan atawa pasar, aloen-aloen di loewarnja pekarangan.

FATSAL 2.

Pelanggaran fatsal 1 itoe hendak dilioekoem saperti:

djikalau jang melanggar toeroet bangsa blanda atawa sasa-manja didenda dari / 1 sahingga ƒ 15 atawa ditoetoep boewi dari satoe saliingga doea ari;

djikalau jang melanggar toeroet bangsa djawa atawa sasamanja didenda dari ƒ 1 saliingga / 15 atawa dikrakal dari satoe sahing-ga anem hari.

FATSAL 3.

Oendang-oendang ini moelaï didjalanken 30 hari sahabisnja tanggalnja dioendaugken dalam soerat kabar Javasche-Courant.

Tertoelis Jogjakarta 8 October 1898 Kandjeng toewan Resident

J. A. A M E N T .

31 —

No. 4.

trui nnfin inn nnnn annarmti asiri aan u -Ji KID

j) tei im T I aan astern o m irnaw,« (Ultima o (M _rin i n en ifn OJI run mui « to Km tu m cro m a KI -tin o naji ia fKj Km

O C > Q CI _ _ „ 0 \ „ . / n o r , r , , m A

inn rm (i K I taTtwi nan | ruin K a K I asm o -Ji (M | ( O at] uui 3 onn (öl a-n O / c o.

Tirurn ririmo?(umtn»fln'ournminasm «1^2 m n t i c i i s i j i i i u j w o an _JI im nm in n m im \

* a c a .. cr^ o.

n (umaaantixiariaa o (asm (HKiTiiKinawnrinno (Kias(Wi(^ »fl| mm

/ t ^ o a o

an m nui 2 um n Km asm \ (KmnriTnaKmfiK(inj(i^u,miriTniKi~mriao>(yi o , Kv 6-AiriJi rai | i-i ( u -Jm s i u Km CT mm (ÜUÖI K I i n e mm >

a . - Q- - Q

-(öi (Ki i n rum rci annnari miin inatioan OTi(M«iKm?tuin(ir|02(umoi o . o / o ? K I tinrnn m Km m K I \ an UJI aa rm T I aum nminn o » tum m van tui tum ram

\ I I l ÜC7 GJ>*> I

o a. a / a a T I K I (UJI asm Km Km IKJI O I ism -Jin n n w 2 turn Kin \

KL J \

. CV n tu tum om T I am D

. o i o m i K

tui ari rui n ? rum m o 2 «i rum 2 T I amn K I mm IKI iruj ru ari onn 2 o i arui tu a.

a-n _m,aan -Ji KI am arm m KI mm Kl mm tu m rain 2 aa am ru m arirm KI tum tu J

a ^ I d • I a^ \ ot- w\

mm(it)tin2(iritKm?\ a .

— 82 — Il 0 1 0 1 | * \

il rui tui (Si'w Til Kin -Ji (uil m m i n MI -ra MÏI im (u (ara U I -JI tui <uin mn

B 1 M 1 | | \

9 4

Ti mi M I o wi KTTJI ui Kin 2 o tioon 2 IKIOJI ara J (UI U U I K I U ara Kin p

an M I (S M mim 9J1 Mn (ui mui » KUI o Min LUI U I aan BJJ M IJUI ? \ ara Kin

ld CJ "5 w !) > ^

n • Û O . Û o «xi K Ï I anno i n aan o on :wi J W i a MI asin O MÏI an i n 2 axi m \

n ( u a f l O M M T T f i a n i i f f l î f i s o o J i ' K i n - j i o M an MI OJI ira Kin t i l an MI \ a° M nnnn M Kin Si u u ? % asm ' M nun ami tn anji rui u i IJUI » \ imn ira ui ara

ormn o osn on ui (DÎMUI _ * K I ~s\ m «1 MI MI om i n \ « i o u i m (u (in M I

êaninnaTJiaxiOJiTniaoi IJUI i n M I | aan o an OJI -*(UI (ixi an \ ism EJI

Mïi Ml O Ml \

Ti tui i n a?i anroKin axi ara «101112 M I aan u Jïiwiiiimn(EJi-Ji9Ji.»o"n

r

tui M Ï I o \

Q

(Ol 0 1 | ° >

0 / 0 0 „ .— »ST.*,

ji mi uin om i n MI J Ï I mi ara s i u i ari Min n ara aftjj un i n j ^axi MI M ira on

n Q O o 0(]M-Axa(ut(wiKin-raaa(ijvniaji(uiJi9KO(}JianMTn2TiMi| (UJOTJIOJI

a. o

19

rui (wi ara ~nn a Ji (ui (M an MI \

D ara M o ajui (mi as um K I a i an i n ara Jin an KÏJ ara inn un um 2 i n w

a o

O / Q Q » . o / 0 0

o -in u -Jin wan aa o o ó cum Min N nan aim M urn arm m Ml ~nn Mm tan

— 33 —

»ai nan u soi Km ~nn (Klu h i ï u i u Ù J t ï i a n i a i n m ' a m K I a-n (ïnmi \ acw <UW

> 19'

o c^ a o_ Q. o- ._ S \ Q

w ^ M ^ o - o j T O x a w A M J i i E i n ^ O N ö - n n ^ a n ^ M i N Q- ..

n M o? ajijinjiKiTfiw? nSiüinuunmn|Kn«snSï: 8 a j «JKW: (Kin 2 CV IRQ«

Ol l o t , c ,\

H (Km(iflu™(uin(M(rà^^O(ii]Mi(yim[iai(i<i| 6_*

«JBI IKTJ

— 34 —

No. 5. Brandspuiten. Reglement op den dienst der brandspuiten ter hoofdplaats Jogjakarta.

Be Resident van Jogjakarta.

{Voor let land) Overwegende, dat na de intrekking bij de publicatie van 1 Julij 1873 (Staatsblad No. I l l ) van bet bij besluit van 21 Januari 1350, No. 24, vastgestelde Règlement op de dienst der brandspuit te Jogjakarta, "die aangelegenheid noodzakelijk op nieuw behoort geregeld te worden;

Gelet op Staatsblad 1858, Nos. 17 en 1 8 ;

Maakt aan de ingezetenen der residentie Jogjakarta bekend, dat door hem is vastgesteld het navolgend Règlement op de dienst der brandspuiten te Jogjakarta, (!)

Organisatie en verplichtingen van het Brandspuit-personeel in het algemeen.

A. Brandofficieren.

Artikel 1.

Onder oppertoezicbt en leiding van den Resident staat liet brandspuitwezen m allen dcele onder de bevelen en bewakin«-van eenen algemeenen brandmeester.

De algemeene brandmeester wordt door den Resident be-noemd. (2)

Artikel 2.

Den algemeenen brandmeester strekken de brandspuitmeesters tot helpers, en bij belet of 'ontstentenis tot vervangers, naar de orde door den Resident bepaald.

Artikel 3.

Op voordracht van den algemeenen brandmeester, benoemt de Resident voor elke brandspuit in het bijzonder:

a. eenen Europeeschen brandspuitmeester ; 'b. twee of meer adjunct-branspuitmeesters.

Zij worden bij voorkeur gekozen uit de. Europeësche bouw-meesters, timmerlieden en smeden, die in de nabijheid der brand-spuithuisjes wonen.

Onder brandofEcieren worden in dit reglement verstaan de al-gemeene brandmeester, de brandspuitmeesters en de adjunct-brandspuitmeesters. (3J

(1) Dit reglement is gewijzigd bij verordening van 12 October 1901, Javasche Courant dd. 25 October 1901 No. 85.

(2) Zooals deze alinea is gewijzigd bij verordening vau 12 October 1901.

(3) N i e u w e alinea bij verordening van 12 October 1901.

35

Artikel 4.

De brandspuitmeester is belast met het toezicht over, en de leiding van de brandspuit, voor welke hij is aangesteld, en het daarbij bescheiden personeel. Hij is voor het materieel verantwoordelijk.

Hem strekken de adjunct-brandspuitmeesters tot helpers en bij belet of ontsteltenis tot vervangers, naar de orde door den Resident bepaald.

B. Pompiers en gasten.

Artikel 5.

Op voordracht van of na overleg niet den algemeenen brand-meester, benoemt de Resident voor elke brandspuit in het bij-zonder een door hem bepaald aantal :

I e . pompiers :

Voorloopig is het getal tien. Zij worden gekozen uit de Euro-peesche en daarmede gelijkgestelde bevolking of uit de gegoede Inlanders en daarmede gelijkgestelde personen;

SJe_ spuit- en laddergasten :

Voorloopig is het aantal spuitgasten vijftig, en dat der lad-dergasten hein lig. Zij worden gekozen uit de Inlanders en daar-mede gelijkgestelde personen.

Artikel 6.

Op gelijke voordracht bepaalt de Resident het aantal man-schappen en aanvoerders, hetwelk onder de onmiddellijke be-velen van den Tijksbestierder of een der hoofd regenten eene ba-risan vormt, bestemd voor de dienst van het brandspuitwezen.

Artikel 7.

De pompiers : I e . zijn pijpgasten;

2e, houden toezicht over de spuit- en laddergasten ;

3e. beijveren zich om de gebreken, die tijdens het gebruik der spuit ontstaan, te verhelpen ;

4e. bieden bijstand tot het omver halen van gebouwen.

Artikel 8.

De spuitgasten zorgen :

I e . voor liet vervoer van de brandspuit;

2e. ieder gast voor dat van eeneu brandemmer ; 3e. voor den aanvoer en de opstuwing van het water.

Artikel 9.

De laddergasten zorgen :

I e . voor het vervoer en de aanwending van brandladders, haken en emmers;

36 —

2e. voor de beklimming, omverhaling of wegruiming van wat

hun gelast wordt te beklimmen, omver te halen ot weg te

ruimen.

In document POLITIEBEPALINGEN VERZAMELING (pagina 41-48)