• No results found

Be 'Resident van Jogjakarta

In document POLITIEBEPALINGEN VERZAMELING (pagina 67-72)

(Voor het Land.) Overwegende, dat liet wenschelijk is geble-ken de vigeerendë keur op de broodbakkerijen te herzien en onder meer de strafbepalingen in overeenstemming te brengen met liet bepaalde bij Staatsblad 1874 N o . 2 5 1 juncto 1898 N o . 50 ;

Overwegende, dat het verder aanbeveling verdient, om, ter voorkoming van verwarring, de geheele gewijzigde keur opnieuw af te kondigen met intrekking van de tegenwoordige verouderde keur ;

Gelet op artikel 72 van het Règlement op het beleid der Regeering van Nederlandsch-Indiö en op Staatsblad 1858 No. 17 ;,

N o g gelet op Staatsblad 1836 N o . 10, zooals het is aange-vuld bij Staatsblad 1866 No. 27 ;

Maakt aan de ingezetenen van dat gewest bekend : Dat door hem is vastgesteld de navolgende verordening : KEUR op de broodbakkerijen in de residentie Jogjakarta.

Artikel 1.

Niemand mag het beroep van broodbakker uitoefenen zonder daartoe van het Hoofd van Gewestelijk Bestuur eene schriftelijke vergunning gevraagd en verkregen te hebben.

Deze vergunning wordt niet geweigerd dan om redenen, ont-leend aan de openbare orde of liet algemeen belang.

De redenen der weigering worden den aanvrager medegedeeld.

Artikel 2.

De broodbakkers zijn verplicht hunne ovens in steenen met pannen gedekte huizen te plaatsen en hunne bakkerijen steeds in goeden en zindelijken staat te houden.

Artikel 3.

Zij mogen niets anders bakken en verkoopen dan goed wit en bruin, smakelijk en goed riekend brood, van een bepaald gewicht en van eenen bepaalden prijs uit meel van goede, zui-vere tarwe of rogge, zonder vermenging met rijst, turksche tar-we, boonen en andere vreemde bestanddeelen, voorts tweebakof beschuit en ander klein gebak evenzeer van goede hoedanigheid.

De broodbakkers zijn verplicht een onderteekende prijscourant,

56 v—.

liet gewicht eu den prijs van hun brood en gebak vermeldende, ten residentie-kantore in te leveren.

Artikel 4.

De broodbakkerijen worden door bet Hoofd van Gewestelijk Bestuur of door iemand van zijueutwege, zoo dikwijls als dit noodig wordt geoordeeld en zonder voorafgaande keimisgave, bezocht, ten einde zich te overtuigen van den staat der bakke-rijen en ovens en van het meel, het gewicht eu van het ver-kocht wordend brood en ander gebak.

Artikel 5.

De broodbakkers zijn gehouden, de gebreken, welke aan h u n -ne ovens en bakkerijen worden aangewezen, terstond te doen herstellen.

Artikel 6.

Bij bevinding van slecht of bedorven tarwe- of roggemeel, van slecht brood of ander gebak dau wel brood, dat het opge-geven gewicht niet heeft, wordt dit inbeslag genomen.

Zoo het Hoofd van Gewestelijk Bestuur het noodig oordeelt, wordt de geneesheer belast met den civiel-geneeskundigen dienst ter zake gehoord.

Artikel 7.

(1) Overtreding van bepalingen der verordening wordt ge-straft :

van artikel 1 met eene geldboete van hoogstens ƒ 100, in-dien de overtreder is een Europeaan of met dezen gelijkgestelde en met geldboete van hoogstens ƒ 25, indien hij is Inlander of met dezen gelijkgestelde. Tevens'kan de bakkerij gesloten wor-den.

(2) Van artt. 2 en 5 zoomede het weigeren van toegang aan den in art. 4 bedoelden door het Hoofd van Gewestelijk" Be-stuur aangewezen persoon, met geldboete van hoogstens ƒ 2 5 , bij herhaling van hoogstens ƒ 60.

Tevens kan de bij art. 1 bedoelde vergunning worden inge-trokken.

(3) Van artt. 3 en 6 met geldboete van hoogstens / 25 ; bij herhaling van hoogstens ƒ 60 en voor de derde maal van hoog-stens ƒ 100 en intrekking van de bij art. 1 bedoelde vergun-ning m alle gevallen met verbeurdverklaring van het afgekeurde meel, brood of ander gebak.

Artikel 8.

Deze verordening treedt in werking op den datum harer af-kondiging m het officieele nieuwsblad.

— 57 —

Op dien datum vervalt de keur op de broodbakkerijen in de residentie, Jogjakarta van December 1877, afgekondigd in de Javasehe Courant van 28 . December 1877 no. 104.

En opdat niemand, wien zulks aangaat, hiervan onwetendheid voorwende, zal deze in het officieel nieuwsblad worden geplaatst en, voor zooveel noodig, in de Inlandsche en Chiueesche talen worden aangeplakt.

Gedaan te JOGJAKARTA, den 24en November 1 9 0 1 . De Resident van Jogjakarta,

J . A. A M E N T . Ve Gewestelijk Secretaris,

H . D E B I E .

(Afgekondigd in de Javasche-Courant van 10 December 1901 No. 98).

— 58 —

No. 6. Oendang-oendaug bab pembekinan roti dalem karesidenan Jogjakarta.

FATSAL 1,

Tida kelilan mendjadie toekang roti djikalau blom mendapet soerat idih dari Kandjeng toewan Resident.

Soerat idin itoe tida boleh ditollak kalau tida ada sabab njang perloe.

Djikalau ditollak perloe sababnja misti ditoelis dalem soerat tollakan itoe.

T ATS AL 2 .

Toekang-toekang roti misti bekiu dia poenja tempat bakaran roti (oven) dalam roemah batoe tertoetoep gendeng dan salamanja tempat bekinan roti itoe misti dipijara dengen baik dan bersih.

FATSAL S.

Dia-orang tjoemah boleli bekin dan djoewal roti jang baik, poetih atawa itam manis, njang rasa dan baoe baik, jang bratnja soedah tamtoe dan harganja soedah tetntoe; maka njang tepake boeat bekin roti itoe misti djadi tepoeng gandoem, tida boleh ditjampoer dengen beras, djagoeng, katjang afawa lain dari pada i t o e ; djoega dia orang boleh bekin beschuit dan lain koewee koewee jang baik roepanja.

Toekang toekang roti misti mengatoerken kapada kantor Ka-risidenan satoe tarief menerangken bratnja, harganja dan roepa-nja dia poeroepa-nja roti dan koewee, beschuit, maka tarief itoe misti dia-orang taroeh teken.

FATSAL 4.

Tempat bekinan roti boleh asring dipriksa oleh Kandjeng toewan Resident atawa oleh ambtenaar lain jang dikoewasaken pepriksaän itoe dan tida perloe menbri kabar lebih dahoeloe ; maka peprik-saän itoe perloenja aken melihat apa roepanja roemah dan tem-pat bakaran roti ada baik dan bersih, apa tepoeng baik, apa, roti betoel bratnja dan lain dari pada itoe.

FATSAL 5.

Toekang toekang roti lantas misti membetoelken diapoenja roe-mah dan tempat bakaran roti sabagimana soedah diprentahi oleh jang koewasa priksa.

FATSAL 6.

Djikalau terdapet tepoeng gandoem jang boesoek atawa tida baik atawa roti dan kowee-kowee jang tida baik, atawa roti jang koerang bratnja dari jang soedah katemtoewau, lantas tepoeng, roti, koewee itoe di tahan oleh politie.

Djikalau Kandjeng Toewan Resident merasa perloe, djoega toewan Dokter disoeroeh priksa roepanja barang jang ditahan itoe.

— 59 —

F A T S AL 7.

Pelanggaran oendang-oeiidang ini hendak dihoekoem saperti : Dari fatsal 1 : di denda sahingga paling besar f 100 djikalau njang melanggar toeroet bangsa blanda atawa sasaman ja dan didenda sahingga paling b e s a r / ' 25 djikalau jang melanggar toeroet bang-sa djawa atawa bang-sabang-samanja, djoega tempat bekinan roti boleh di toetoep.

dari fatsal 2 dan 5, apa lagi djikalau orang tollak masoknja ambtenaar jang terseboet fatsal 4 soedah dapet koewasa aken.

priksa, di denda sagingga paling besar f 25 dan kadoewakalinja sahingga f 60 ; djoega idinja bekin roti terseboet fatsal 1 boleh ditjaboet.

dari jatsal 3 dan 6 : didenda sahingga paling besar f 25 ; kadoewakalinja sahingga / ' 6 0 , katigakalinja sahingga f 100 dengen idinja terseboet fatsal 1 djoega toeroet ditjaboet, apa lagi salamanja tepoeng, roti, kowee, beschuit jang boesoek itoe misti dirampas.

PATSAL 8.

Oendang oendang ini moelaï didjalanken pada tanggalnja dioen-dangken dalem soerat kabar Javasehe-Courant.

Pada wektoe itoe oendang oendang lama tangal December 1877 tertjaboet.

Terbikin Jogjakarta, 24 November 1 9 0 1 . Kandjeng Toewan Resident

J . A. A M E N T .

— 60 —

No. 7. Gemeentediensten Vreemde Oosterlingen.

Ver-ordening op het presteeren van gemeentediensten door Vreemde Oosterlingen in de residentie Jogjakarta.

De Resident van Jogjakarta.

(Voor het Land.) Overwegende, dat het noodig is gebleken,

de vigeerende verordening op het presteeren van gemeentediens-ten door Vreerade Oosterlingen te herzien en meer in overeen-stemming te brengen met de verordeningen betreffende het loo-pen met licht langs de oloo-penbare wegen eu betreffende het houden van wachten door Inlanders in dit gewest :

Gelet op artikel 72 van liet Reglement op het beleid der Ilegeeriug. vau Nederlandsch-Indië en op Staatsblad 1858 n°. 17;

Maakt aan de ingezetenen vau dat gewest bekend :

In document POLITIEBEPALINGEN VERZAMELING (pagina 67-72)