• No results found

Omes 18: van Schoonaarde tot Schellebelle

1895 1925 1955 1985 Vlissingen - Hansweert 7170 63 56

XI. CONCEPTUEEL MODEL

XII.10. Omes 18: van Schoonaarde tot Schellebelle

De trend die in het vorige traject gestart werd zet zich hier verder: de Zeeschelde wordt smaller, de oevers steiler en de slikken en schorren schaarser. De dijk vormt een zeer harde barrière tussen de rivier en haar vallei. Deze vallei is haast beperkt tot de linkeroever en bevat een aantal interessante elementen: voormalige vloeimeersen, veenputten en rivierduinen. De hogere steilrand op de rechteroever is over bijna de ganse lengte bebouwd en ingericht als woonzone.

Beschermde gebieden.

De Scheldeboorden, de Kalkense meersen, het Donkmeer en het Berlare Broek behoren tot het vogelrichtlijngebied ‘Durme en Middenloop van de Schelde’ (Nr. 3.5). De Kalkense meersen (Nr. 93) is een erkend natuurreservaat in beheer bij Natuurreservaten. Het is een uitgestrekte komgrond binnen een historische Scheldemeander met interessante overgangen naar hoger gelegen rivierduin- en dekzandgronden die het hele gebied omsluiten. De bodem in de vlakte bestaat uit veen, dat door overstromingen bedekt werd met een laagje klei. Het gebied is doorsneden met brede sloten en beken, wordt hoofdzakelijk gebruikt als hooiland en is een zeer belangrijk weidevogelgebied. Midden in het gebied bevindt zich een oude Schelde arm die verland is en beplant werd met populieren (VAN UYTVANCK &CLINCKSPOOR,1994). De waarde van het gebied werd de

laatste decennia sterk aangetast door de installatie van pompen die het gebied via de Kalkense vaart ontwateren, de omzetting van hooilanden naar maïsakker en het aanplanten van streekvreemde boomsoorten. Het Donkmeer Berlare (Nr. 104) is een erkend natuurreservaat in beheer bij de vzw Durme. Het is een complex van vochtige hooilanden, moerasvegetaties, rietlanden, elzenbroek, wilgenstruweel en vooral ondiepe vijvers die ontstonden door uitvening. De natuurwaarde van dit gebied onderging veel schade door oeverrecreatie, maar de potentiële kwaliteit wordt nog steeds hoog ingeschat (VZW DURME, 1995). Het reservaat grenst aan het Berlare Broek en is gelegen binnen een oude verveende Scheldemeander.

Slikken en schorren

Deze beperken zich in deze zone tot de slikplaat aan de Bergenmeersen.

Ecologische structuurkwaliteit van de oever

Deze is over 97% van de lengte slecht en matig voor de overige drie %.

VEN-waardige gebieden

Delen van de Paardenweide, de Weimeers, het Berlare Broek en rond het Donkmeer zijn aangeduid als groengebied. De populieraanplanten in de verveende Oude Schelde arm van het Berlare Broek zijn aangeduid als bosgebied met ecologisch belang. De Kruishoutput in Berlare en de zandwinningsput aan het Donkmeer zijn aangeduid als recreatiezone. In een recente aanpassing van het gewestplan werden ook de Molenmeers en het westelijk deel van de Oude Schelde arm in de Kalkense meersen aangeduid als reservaatgebied. De resterende delen van de Kalkense meersen en de Paardenweide, evenals de Bergenmeersen worden ingenomen door agrarisch gebied met ecologisch belang.

BWK waardering (naar Desmet & Demarest, 1985 & Van den Balck et al,. 1998)

Ondanks de algemene achteruitgang van de polders en meersen in dit gebied resten er nog veel biologisch waardevolle en zeer waardevolle gebieden.

De Paardenweide en de Bergenmeersen bestaan uit vochtig grasland en akker (Bu en Hpr) met schaarse aanplant van populieren. Ze stonden aanvankelijk als biologisch waardevol gekarteerd (Hpr+Hc, vochtige soortenrijke graslanden) maar de laatste jaren zijn deze gebieden aan verruiging onderhevig en is er een verschuiving naar biologisch minder waardevolle eenheden (Hx en Ha, droge graslanden en cultuurgraslanden). De overgang van de polder naar het rivierduin werd aan de Paardenweide verstoord door de aanleg van de ringdijk.

De Weimeers is een zeer open hooi- en weilandgebied met grazige vegetaties van Engels raaigras en Witte Klaver in de randen Dotterbloemgrasland (Hpr, Hc). Er is een geleidelijke overgang naar het zandig rivierduin van Uitbergen.

In het Berlare Broek werd de oude verveende Scheldemeander grotendeels met populier beplant waaronder zich een ondergroei van Els en eutroof wilgenstruweel ontwikkelde (Lhi+Sf+Vn). Langs de binnenbocht zijn er nog resten van Eikenbeukenbos en oude vijvers met watervegetaties rietkragen grote zeggenvelden en moerasspirearuigten (Mr+Mc+Hf). Op de binnenbocht bestond de oorspronkelijke vegetatie uit schrale

hooilanden en moerassen. Deze verdwenen door sterke bemaling en werden beplant met populier. In de nog overgebleven venige en vochtige bodems werden visvijvers uitgegraven. Het gebied rond het Donkmeer bestaat uit turfputten, vochtige hooilanden en moerasvegetaties met rietland elzenbroek en wilgenstruweel. Het zuidelijk deel wordt ingenomen door aangeplant bos van Populier met ruige ondergroei, Amerikaanse eik en Zomereik.

De oorspronkelijke vegetatie in de Kalkense meersen (vochtige hooilanden en moerassen) wordt eveneens bedreigd door verdroging, overschakeling op maïsteelt, aanleg van visvijvers en inplanting van weekend verblijven. Toch blijven er plaatselijk nog mooi ontwikkelde blauwgraslanden, dotterbloemgraslanden, moeras en watervegetaties.

Sigmawerken

Prioritaire projecten:

− P-17: Dijkverhoging en verbreding voor Wichelen dorp (R.O.) Werken van categorie I

− Bouw van een openbare aanlegkade ter hoogte van het enige maar zeer klein schorgebiedje voor dit traject (AMIS 49).

Werken van categorie II

− Dijkverzwaring tussen Schellebelle-veer tot de Oude Uitbergen brug (AMIS 54). De MER-procedure is in een eindfase. Er werd voorgesteld de alluviale vlakte terug bij de rivier te betrekken door de bestaande dijk gedeeltelijk af te graven en te doorsteken en een nieuwe dijk verder landinwaarts te leggen. Één van de andere voorgestelde inrichtingsvarianten stelden een bijkomend overstromingsgebied voor, ingericht als natuurgebied. De hogere rivierduinen konden zelfs in het dijklichaam opgenomen worden zodat de geleidelijke overgang naar de hoger gelegen gebieden hersteld werd. (HOFFMANN &MEIRE, 1999).

Werken van categorie III

− Tussen Wichelen en Wetteren zijn er nog dijkwerken uit te voeren over een totale oeverlengte van 10.400 m (AMIS 11, 12, 50, 52,53, 55, 56). Voor al deze werken werden uitvoeringsalternatieven met terrasbouw voorgesteld om de overgang rivier - land te verzachten (HOFFMANN &MEIRE, 1995a).

Percelen in onteigening voor het Vlaams natuurreservaat: geen Ontpolderingen en overstromingsgebieden

Een deel van de Weimeers zou volgens de plannen ontpolderd worden bij de afwerking van AMIS 54.

De Paardenweide (82 ha) en de Bergenmeersen (43 ha) zijn twee ingerichte gecontroleerde overstromingsgebieden.

Troeven:

Als troeven in dit gebied tellen de aaneensluitende zeer waardevolle binnendijkse gebieden op de linkeroever, gevormd binnen de bochten van twee historische

Scheldemeanders. Deze gebieden met een venige ondergrond vertonen een interessante variëteit aan overgangen en aan natuurlijke en halfnatuurlijke habitatten (turfputten, rivierduinen, moerasbossen,…).

Knelpunten:

De dijken zijn over de ganse lengte met breuksteen bestort zijn, deze vormen een abrupte overgang van het water naar de vallei.

De valleigebieden staan sterk onder druk door een ver doorgedreven bemaling, aanplant van exotische vegetatie en recreatie.

Mogelijkheden:

Dit gebied heeft veel potenties voor natuurontwikkeling en kan een zeer belangrijk baken worden in de ecologische infrastructuur. Wat er nog rest aan waardevolle graslanden en moerasvegetaties wordt in de mate van het mogelijke beheerd en beschermd door natuurverenigingen. Indien het waterbeheer aangepast wordt over grotere oppervlakten kunnen planten en dieren zich vanuit deze percelen weer verspreiden in het ganse gebied.

De dijken in dit gebied moeten nog over meer dan 80% van de oeverlengte versterkt en/of verhoogd worden. Indien dit gebeurt zoals voorgesteld in de AMIS-nota dan is er een grote kans dat de groene buitendijkse linten van slikken en schorren zich hier verder zetten en dat overgang van land naar water geleidelijker wordt.