• No results found

1895 1925 1955 1985 Vlissingen - Hansweert 7170 63 56

XI. CONCEPTUEEL MODEL

XII.14. Dijle-Zenne-Nete

De gebiedsbespreking blijft beperkt tot het confluentiegebied van Dijle, Zenne en Nete: het Battenbroek, de Battelaer en het Zennegat. De Sigmawerken en aanverwante infrastructuurwerken worden voor de ganse getijdenzone (tot aan de stuwen) vermeld. Infrastructuurwerken drukken en zware stempel op deze streek. Het gebied tussen de Zenne en de Dijle werd in twee gesplitst door de Leuvense vaart. De E19 en de zandwinningputten die ervoor aangelegd werden (de Grote vijver en de Kleine vijver) versnipperen het gebied tussen Dijle en Nete. De rechteroever van de Nete en de Rupel is bijna volledig ingenomen door woon- en industriegebied.

Beschermde gebieden:

Het gebied rond het Zennegat is beschermd landschap. In de onmiddellijke omgeving zijn de Oude Nete-arm in Rumst, het domein Rozendaal en de Battelaer in beheer bij de Wielewaal. De oude Dijle-arm en een deel van het Battenbroek worden door natuurreservaten beheerd. Het aankoopbeleid is gericht op het bekomen van een zoveel mogelijk aaneengesloten groengebied.

Slikken en schorren

De 8 ha schorren in dit gebied liggen tussen de Dijle tussen de confluentie met de Nete en het Zennegat.

Ecologische structuurkwaliteit van de oever

De Ecologische structuurkwaliteit van de oever werd niet in kaart gebracht.

VEN-waardige gebieden

Het gebied tussen Dijle en Nete (het Battenbroek ) is bosgebied en groengebied, Het Battenbroek kasteel is parkgebied. De Grote Vijver is recreatiegebied en wordt privé uitgebaat voor watersport. Het gebied tussen Walem en de E19 is bosgebied, met de uitzondering van de Kleine vijver die openbaar hengelwater is. Het reservaat de Oude Dijle-arm is groengebied en het overige gedeelte van het gebied tussen Dijle en Zenne is bosgebied. Het gebied tussen de dorpskern van Rumst en de Nete (inclusief de Oude Nete arm) op rechteroever is aangeduid als groengebied.

BWK-waardering (naar HEIRMAN et al., 1989):

Biologisch zeer waardevol zijn uiteraard de zoetwaterschorren die nog resten, voor het overgrote deel wilgenstruweel. Ook in het gebied van de Oude Nete arm op de rechteroever zijn er nog zeer waardevolle wilgenstruwelen. Het gebied ten Oosten van Heindonk en het aansluitende deel van de Zenne-vallei is een slotenrijk weilandengebied met verspreide akkers, kleine en grote populieraanplanten en plaatselijk met bomenrijen (Hp,Hpr, Hfc Bu, Bl, Bs Lhb, Lhi,). Eutrofe slibrijke waters (Aev) in het samenvloeiingsgebied zijn de Oude Dijle arm met bijhorende moerasvegetatie en enkele wielen langs de Zenne en de Nete. De rest van het landschap wordt grotendeels bepaald door de grote zandwinningputten (app) en populieraanplanten. In de oudere populierenbossen is een moerassige ondergroei aanwezig (Lhi, Lhb).

Sigmawerken

In de onmiddellijke omgeving van het samenvloeiingsgebied zijn er geen geplande Sigmawerken meer, wel nog meer bovenstrooms op Zenne, Dijle en Grote Nete.

Werken van categorie I:

− Bouwen van uitwateringssluizen op de Grote Nete (AMIS 71) Werken van categorie II

− Dijkverzwaring afwaarts de brug in Rijmenam op linker en rechteroever van de Boven Dijle (AMIS 68) Er werd voorgesteld om de dijk verder landinwaarts te leggen zodat de rivier terug een winterbedding krijgt.

− Dijkverzwaring tussen de Boektbrug en de Hellebrug op de Grote Nete (Berlaar) aan linker en rechteroever (AMIS 69) Er werd voorgesteld om de dijk verder landinwaarts te leggen zodat de rivier terug een winterbedding krijgt.

− Dijkwerken tussen de Marylbrug en de Zammelbrug op de Grote Nete (AMIS 70) Er werd voorgesteld om de dijk verder landinwaarts te leggen zodat de rivier terug een winterbedding krijgt.

Werken van categorie III

− Dijkverzwaring op linker en rechteroever van de Zenne tussen de spoorwegbrug van Hombeek en de baanbrug te Zemst. (AMIS 72 en 73).

Percelen in onteigening voor het Vlaams natuurreservaat: geen Ontpolderingen en overstromingsgebieden:

De polder van Lier en Anderstadt I en II zijn gecontroleerde overstromingsgebieden op de Nete (opp. ongeveer 54 ha samen).

Het Battenbroek met inbegrip van de Grote Vijver en het gebied tussen de Leuvense vaart en de Dijle werden ooit aangeduid als potentieel overstromingsgebied en werden ook nu weer opgenomen in de voorstudie voor de bijsturing van het Sigmaplan als potentieel gecontroleerd overstromingsgebied en

Troeven:

Het confluentiegebied heeft bijna integraal een groene bestemming en is vrijwel onbewoond. Ook op de rechter oever van de Nete is er nog een waardevol groen lint door de aanwezigheid van de Oude Nete arm tussen de rivier en Rumst.

Knelpunten:

Het gebied is sterk versnipperd door infrastructuurwerken. Een aantal van de vochtige graslanden zijn sterk verruigd en haast ondoordringbaar geworden.

De waterkwaliteit van het water dat door de Zenne aangevoerd wordt is zeer slecht doordat het afvalwater van Brussel er ongezuiverd in geloosd wordt.

Mogelijkheden:

Mits een gericht aankoopbeleid is er in dit gebied de potentie aanwezig voor de ontwikkeling van een groot aaneengesloten geheel van vochtige en waterrijke natuurgebieden. Er moet dan wel toegezien worden op inrichting van leefbare oevers en bermen langs de rivieren, kanalen, plassen en wegen.

XIII. HERSTELMAATREGELEN

Bij het beschouwen van de troeven, knelpunten en mogelijkheden in de verschillende Omes segmenten dringen maatregelen binnen het huidig buitendijks gebied zich min of meer op vanuit de geformuleerde structurele en functionele streefdoelen. Voor de uitbreiding van het estuarium en de inrichting van het huidig binnendijks gebied bieden zich verschillende mogelijkheden aan. Deze mogelijkheden worden hier theoretisch behandeld, de uiteindelijke keuze voor de inrichting van een bepaald gebied moet dan gemaakt worden bij het formuleren van de gebiedsvisie. In hoofdstuk XIV zullen drie inrichtingsvarianten voorgesteld worden.