• No results found

III.III Heden en de zware toekomst

3.1 De norm als hybride

Latour ontwaart met de zeventiende-eeuwse discussie tussen de wetenschapper Robert Boyle en de filosoof Thomas Hobbes, waar de scheiding tussen natuur en maatschappij vandaan komt. Boyle en Hobbes maakten onderdeel uit van de Engelse elite en waren op tal van punten vergelijkbaar. Ze hadden bovendien een gemeenschappelijke wens: een einde maken aan de politieke onrust die het land beheerste ten tijde van de Engelse Burgeroorlog. Maar over één onderwerp konden ze het niet eens worden: de kennis die voortvloeit uit het doen van experimenten.295

Hobbes zocht naar een politieke oplossing voor de Engelse Burgeroorlog en vond die in zijn beroemde sociale contract en de Leviathan: de menigte als één persoon. De Leviathan was gebaseerd op de eensgezindheid van het volk en als een sterfelijke god onder de ware God. Hobbes stelde vast dat het voor de vereniging van het volk belangrijk was dat het volk een echte God zou erkennen: er bestond maar één waarheid en alle kennis was zo terug te brengen tot één goddelijke bron. Boyle deed echter iets wat die enkele bron van kennis bestreed: hij toonde het bestaan van de natuurwetten aan door ze tentoon te stellen aan anderen. Zijn toeschouwers vormen zo de bevestiging van zijn experimenten en stelden binnen het ‘laboratorium’ de fysieke feiten vast. Feiten worden daarmee volgens Boyle geconstrueerd in het laboratorium, al zijn ze door God op de wereld gebracht. Voor Hobbes was dit ’construeren’ van de natuurwetten in een laboratorium natuurlijk ongewenst, het perkte de alomtegenwoordigheid van de Leviathan in.296

295 Bruno Latour, We have never been modern, (Cambridge 1993), 16-17. 296 Latour, We have never been modern, 18-20.

Afbeelding van de Hook-Boyle luchtpomp. Met de hendel wordt de lucht weggepompt, waardoor een bijna-vacuüm ontstaat. Door de glazen bol kan goed bekeken worden wat er gebeurt.297

Latour stelt dat hiermee een groot debat over de herleidbaarheid van kennis was geboren. De macht om kennis te produceren en valideren, behoorde volgens Hobbes aan God toe. Boyle en andere wetenschappers creëerden daarentegen natuurwetten en lieten zien hoe de mens die kon beheersen. Met deze twee ontwikkelingen ontstond de definitieve scheiding tussen maatschappij en natuur: natuur als onafhankelijk van en tegelijk ontdekt door de mens en de maatschappij als voortgebracht door de mens en tegelijkertijd onafhankelijk van de natuur. De moderne samenleving was geboren.

Het woord ‘modern’ speelt daarbij een sleutelrol voor Latour. ‘Modern zijn’ is volgens Latour afhankelijk van twee processen: ‘vertalen’ en ‘purificatie’. Het vertalen in de moderne samenleving en wetenschap staat voor de netwerken die de mens creëert als men over onderwerpen spreekt. Zoals het onderwerp luchtvervuiling te maken heeft met de uitstoot van auto’s en fabrieken, strategieën van bedrijven en overheden, chemie en de angst van ecologen. Het volgende proces, purificatie, deelt de wereld op in de natuurlijke wereld die er altijd is geweest en de maatschappelijke wereld met samenhangende en voorspelbare interesses en belangen.298 Door een onderscheid te maken tussen het vertalen, oftewel het blootleggen van de netwerken rond een onderwerp zoals de luchtpomp van Boyle, en de purificatie; de opdeling van de wereld in een gescheiden natuurwetenschappelijke en sociale wereld, houden deze twee wereldbeelden elkaar in stand.299 Deze status quo noemt Latour de Constitutie, waarin de twee wereldbeelden samenkomen terwijl ze tegelijkertijd strikt gescheiden blijven.

Eerste paradox

De natuur is niet onze constructie, maar transcendent en oneindig

De maatschappij is een menselijke vrije constructie, onderhevig aan onze daden

Tweede paradox

De natuur is een menselijke kunstmatige constructie in het laboratorium.

De maatschappij is niet onze constructie, maar transcendent en oneindig

De Constitutie

Eerste garantie: Ook al construeren we de natuur, de natuur is alsof wij haar niet construeren

Tweede garantie: Ook al construeren we de maatschappij niet, de maatschappij is alsof wij haar construeren.

Derde garantie: natuur en maatschappij moeten strikt gescheiden blijven: purificatie moet gescheiden blijven van vertaling.

Tabel naar Latour, waarin de paradoxen van natuur en maatschappij worden samengevat in verhouding tot de Constitutie.300

297 https://commons.wikimedia.org/wiki/File:ReplIca_of_the_Hooke-Boyle_Air_Pump.jpg, geraadpleegd op 24

juni 2015.

298 Latour, We have never been modern, 11. 299 Ibidem, 31.

Volgens Latour zitten we tot de dag van vandaag vast aan de Constitutie en is het haast onmogelijk eraan te ontkomen. Hoewel deze discussie en zelfs Latours weergave ervan veel uitgebreider is dan hier kan worden weergegeven, mag het resultaat duidelijk zijn: er ontstond een strikt onderscheid tussen de kennis over de natuur en de kennis over de samenleving. In de premoderne samenleving, die voor Latour (symbolisch) eindigt met de discussie tussen Boyle en Hobbes, bestond dit onderscheid tussen maatschappij en natuur nog niet. In de moderne samenleving is zij daarentegen onoverkomelijk geworden. Latour zal later betogen, zoals zijn titel al voorspelt, dat we echter nooit geheel modern zijn geweest.

Latour legt uit dat de Constitutie in staat is alle zaken te categoriseren: problemen vallen ofwel onder een natuurwetenschappelijke oplossing of zijn een product van de maatschappij. Aangezien de maatschappij en natuur zowel oneindig zijn als het product van de mens, verklaren beide categorieën alle kennis. Toch produceert de Constitutie een hoop halfproducten, zoals bijvoorbeeld het eerdere voorbeeld van de luchtverontreiniging: ook daar is eigenlijk sprake van een netwerk van instanties, mensen, machines en denkbeelden die allemaal zijn betrokken bij het onderwerp. In werkelijkheid zijn op die manier veel objecten, mensen of onderwerpen niet enkel maatschappelijk of natuurlijk gevormd, stelt Latour. Latour noemt deze onderwerpen de hybriden, of ook wel quasi-subjecten en

quasi-objecten. Hun bestaan verklaart uiteindelijk waarom de Constitutie volgens Latour niet werkt.

De oplossing voor dit probleem, namelijk het verklaren van de hybriden als onderdeel van een netwerk, biedt Latour aan met de Actor-Network Theorie (ANT).

Het is opmerkelijk in hoeverre er overeenstemming bestaat tussen Latours weergave van kennisontwikkeling en hoe die is terug te zien in de overstromingsrisico’s. Overstromingen zijn bij uitstek natuurlijke fenomenen die los van de interpretatie kunnen bestaan. Veel risico’s zijn daarentegen subjectieve waarnemingen, zoals Beck ze verwoordt, en enkel als dusdanig herkenbaar. Overstromingsrisico’s zijn daardoor geen van beide: ze bestaan letterlijk maar worden tegelijkertijd door de mens vastgesteld. In die zin is de normering van de waterstaat een hybride per uitstek. Het overstromingsrisico is zowel geconstrueerd als werkelijk waarneembaar, het is een menselijke combinatie van maatschappij en natuur. Maar zoals in de voorgaande hoofdstukken werd gedemonstreerd, is dit precies wat de risico’s tot zulke onmogelijke objecten heeft gemaakt: zowel vanaf de maatschappelijke als natuurwetenschappelijke kant valt er geen grip op te krijgen. Overigens sluit dit begrip ook goed aan op Morissons definitie van het model, als een hulpmiddel dat het mogelijk maakt zaken te verbinden die eigenlijk te onverenigbaar zijn, zoals een subjectivistische en objectivistische positie. Latours theorie verklaart dus precies de wetenschapsfilosofische discussies en problemen die ik heb aangehaald in dit onderzoek.

Latour liet in eerder werk al zien dat niet alleen objectivistische standpunten subjectief worden geïnterpreteerd, maar dat wetenschappers zoals Boyle en Hobbes ook door allerlei omstandigheden en randvoorwaarden worden beïnvloed. In zijn werk The Pasteurization of France demonstreerde Latour dit aan de hand van de wetenschappelijke ontdekkingen die de wetenschapper Louis Pasteur deed in het laboratorium.301 Die kennis wordt door Pasteur niet alleen geëxporteerd naar de buitenwereld, maar los van de wetenschappelijke handelingen moet er ook een sociaal spel worden gevoerd door Pasteur om zijn aannames en methoden geaccepteerd te laten worden. Het aannemelijk maken van de overstromingsrisico’s is voor verschillende waterstaatsfiguren eenzelfde proces geweest. De charmante Cornelis Lely heeft zijn ‘revolutionaire’ plannen altijd veel beter weten te verkopen dan de gesloten en sociaal onhandige Johan van Veen, die maar bleef zaniken over de

veiligheid van het Deltagebied. Met dergelijke verklaringen achter de totstandkoming van wetenschap is pas een complete weergave van wetenschappelijke ontwikkeling te geven, meent Latour. De Constitutie die aantoont hoe de mens als ‘modernen’ de wereld om zich heen aanschouwt, is om die reden een groot probleem. Ze laat zien dat de wetenschapper vast zit in een systeem dat de bestudering van hybriden, zoals de overstromingsrisico’s, grotendeels onmogelijk maakt. De diverse historische analyses in dit onderzoek maken dit eens te meer duidelijk. In de loop van de geschiedenis is de objectivistische kans op een overstroming steeds verder samengegaan met de maatschappelijke gevolgen, terwijl deze ontwikkeling door alle partijen is ontkend.