• No results found

Methodologisch

In document MASTERSCRIPTIE FLEUR OFFENBERG (pagina 75-80)

7. Discussie

7.2 Methodologisch

Kwalitatief onderzoek is interpretatief van aard (Wester & Hak, 2003: 7-17). De belevingen van de onderzoeker zijn in deze scriptie centraal gesteld, maar kunnen dus verschillen met die van een ander. Dit zal vaak het onderwerp van de discussie zijn binnen een kwalitatief onderzoek. In dit onderzoek heb ik geprobeerd een hoge betrouwbaarheid te waarborgen door mijn analyses goed uit te leggen.

Bij het interpreteren van de uitkomsten van dit onderzoek moet rekening worden gehouden met de volgende gegevens:

Het corpus bestaat uit fragmenten verzameld bij drie verschillende organisaties. Gezien bedrijfsgevoelige informatie en anonimiteit, had ik niet de ruimte om de hoeveelheid fragmenten te bepalen. Het bereiken van saturatie (verzadiging in fragmenten) staat hiermee ter discussie. Ook zijn de organisaties verschillend van aard. Dit heb ik in hoofdstuk 3 aangekaart, maar deze verschillen zijn in dit onderzoek niet gekoppeld aan de uitkomsten van de analyses. Hierdoor zou het in dit onderzoek zo kunnen zijn dat de organisaties niet representatief genoeg zijn voor alle organisaties die SharePoint gebruiken. Voor vervolgonderzoek zou dit erg interessant kunnen zijn. Er zou dan op grotere schaal onderzoek gedaan kunnen worden, waarbij ook tevens naar de aard van de organisatie en andere verschillen wordt gekeken. Wanneer

meerdere organisaties (profit/non-profit en groot/klein) worden onderzocht, zal er tevens vanuit een andere wetenschap (organisatiewetenschappen bijvoorbeeld) naar SharePoint gekeken kunnen worden, om hier eerlijkere uitspraken over te kunnen doen.

De interviews zijn bij verschillende organisaties afgenomen, maar doordat je te maken hebt met werknemers die weinig tijd hebben in organisaties als FrieslandCampina en Arcadis, is hier slechts gesproken met twee gebruikers. In een organisatie als het UMC Utrecht en het Zeeuws Archief gesproken met een aantal gebruikers, maar bleek al snel dat niet alle gebruikers SharePoint evenveel gebruikten voor hun werkzaamheden, en/of dat het portaal nog niet helemaal daar was als waar het had moeten zijn. Op deze manier krijg je niet het beste beeld van bijvoorbeeld de samenwerkingsruimtes. Om dit deels tegemoet te komen is in dit onderzoek gekozen om ook met ‘gewone’ medewerkers van ETTU te praten, zoals de HR-medewerker en de communicatiemedewerker, om op die manier toch te zien en te ervaren hoe wordt gecommuniceerd en samengewerkt in een organisatie die volop SharePoint gebruikt.

SharePoint wordt steeds vaker door organisaties ingezet voor de interne communicatie en samenwerking. De technologieën blijven zich ontwikkelen en er is steeds meer mogelijk op communicatievlak. Naast de mogelijkheid om over enkele jaren dit onderzoek opnieuw te doen, vanwege het alsmaar groeien van (de opties van) SharePoint, zijn er ook veel andere mogelijkheden om onderzoek naar te doen (bijvoorbeeld het kijken naar het type organisaties). Daarnaast zijn er vaak vormen van CMC die niet onderzocht zijn op conversatie-analytisch gebied. Denk bijvoorbeeld aan de social media-karakteriseringen als het taggen van mensen, een unieke beurttoewijzingstechiek van o.a. Facebook. Dit is een vakgebied waarin altijd vernieuwend onderzoek nodig is en vergelijkend onderzoek kan worden toegepast.

Bibliografie

Baxter, L. & E. Babbie (2004). The basics of communication research. Thompson: Wadsworth, 306.

Barelds, A.R. (2011). Beurtwisseling en sequentieorganisatie in Facebookinteracties. Een onderzoek naar de organisatie van de beurtwisseling en de sequentieorganisatie in interacties op Facebook die ontstaan naar aanleiding van een statusupdate. (Masterscriptie) Rijksuniversiteit Groningen, Groningen.

Boyd, D. & N.B. Ellison (2007). Social network sites: Definition, history, and scholarship. Journal of Computer-Mediated Communication, 13(1), article 11.

Clark, H.H. (1996). Using Language. Cambridge: Cambridge University Press

Dresner, E., & S. C. Herring (2010). Functions of the non-verbal in CMC: Emoticons and illocutionary force. Communication Theory (20): 249-268

Garcia, A.C. en J.B. Jacobs (1999). The eyes of the beholder: Understanding the turn-taking system in quasi-synchronous computer-mediated communication. Research on Language and Social Interaction, 32: 337:367

Greenfield, P.& K. Subrahmanyam (2003).Online discourse in a teen chatroom: New codes and new modes of coherence in a visual medium. Applied Developmental Psychology (24): 713 -738. Hardy, C., T.B. Lawrence & D. Grant (2005). Discourse and Collaboration: the role of

conversations and collective identity. Academy of management review, 30 (1), 58-77.

Heritage, J. (2004). Conversation Analysis and Institutional Talk. 103-140. In: R. Sanders en K. Fitch (eds.) Handbook of Language and Social Interaction 103-147 Mahwah: Erlbaum

Herring, S. (1999). Interactional Coherence in CMC. Journal of Computer-Mediated Communication (4), 1-23.

Herring, S. C. (2001). Computer-mediated discourse. In Schiffrin, D., Tannen, D., Hamilton, H. (Eds.), The Handbook of Discourse Analysis (p. 612-634). Oxford: Blackwell Publishers.

Herring, S. C. (2010b). Who’s got the floor in computer-mediated conversation? Edelsky’s gender patterns revisited. Language@Internet 7, artikel 8.

http://www.languageatinternet.org/articles/2010/2857 (bezocht: 11-11-2013)

Honeycutt, C. & S. C. Herring (2009). Beyond microblogging: Conversation and collaboration via Twitter. Proceedings of the Forty-Second Hawaii International Conference on System Sciences. Los Alamitos, CA: IEEE Press

Houtkoop, H. en T. Koole (2000). Taal in actie. Hoe mensen communiceren met taal. Uitgeverij Coutinho

Hulsebosch, J. & S. Wagenaar (2010). En nu online... Bohn Stafleu van Loghem.

Koeleman, H. (2009). Twitteren op je werk : en andere mogelijkheden van social media voor interne communicatie. Deventer: Kluwer, 54

Linell, P. (1998) Approaching Dialogue: Talk, Interaction and Contexts in Dialogical Perspectives. Philadelphia, PA: John Benjamin

Majchrzak, R., R. Rice, N. King, A. Malhotra & S. Ba (2000).Technology adaptation: The case of a computer-supported inter-organizational virtual team.” MIS Quarterly. 24(4): 569-600.

Markman, K.M. (2006). Computer-Mediated Conversation: The Organization of Talk in Chat-Based Virtual Team Meetings. Unpublished doctoral dissertation, University of Texas, Austin, USA

Mazeland, H. (2003). Inleiding in de Conversatieanalyse. Uitgeverij Coutinho Olaniran, B. A. (1994). Group performance in computer-mediated and face-to-face

communication media. Management Communication Quarterly, 7, 256-281

Panyametheekul, S., & S. C. Herring (2003). Gender and turn allocation in a Thai chat room.

Journal of Computer-Mediated Communication, 9 (1).

http://jcmc.indiana.edu/vol9/issue1/panya_herring.html(bezocht: 18-10-2013)

Pauleen, D., & P. Yoong (2001). Facilitating virtual team relationships via Internet and

conventional communication channels. Internet research: Electronic networking applications and policies, 11(3), 190-202

Sacks, H. (1995) Lectures on Conversation. Oxford: Oxford University Press

Sacks, H., E. A. Schegloff & G. Jefferson (1974). A simplest systematics for the organization of turn-taking in conversation. Language 5: 696–735

Schat, T. (2011). Overleggen en samenwerken. Pearson Benelux.

Schlegloff, E. A. en H. Sacks (1973). Opening up closings. Semiotica 8: 324-326

Stake, R.E. (1994). Case Studies. In N.K. Denzin & Y.S. Linclon, Handbook of qualitative research. Thousands Oaks etc.: Sage, 236-247.

Thousand, S., R. Villa. & A. Nevin (2006). The Many Faces of Collaborative Planning and Teaching. Theory into practice, 45 (3): 239-248.

Walther, Joseph B (December 2005). "The Rules of Virtual Groups: Trust, Liking, and Performance in Computer-Mediated Communication". Journal of Communication 55 (4): 828– 846.

Warschauer, M. (1997). Computer-mediated collaborative learning: Theory and practice. Modern Language Journal, 81(3), p. 470-481.

Ter Wee, B. (2012). Writings on the wall. Een analyse van prikbordgesprekken. (Masterscriptie) Rijksuniversiteit Groningen, Groningen.

Werry, C (1996). Linguistic and interactional features of Internet Relay Chat. In S. C. Herring, computer-mediated communication: Linguistic, social and cross-cultural perspectives (pp.47-63). Amsterdam: John Benjamins.

Wester, F & T. Hak (2004). De methodologie van kwalitatief onderzoek. Huisarts en Wetenschap, 11, 502 – 508.

Wood, D. J., and B. Gray (1991). “Towards a Comprehensive Theory of Collaboration.” Journal of Applied Behavioral Science 27 (2): 139–62.

Woude, van der, P. (2011). Handboek SharePoint 2010. Duuren Media.

Zelenkauskaite, A., & S. C. Herring (2008). Television-mediated conversation: Coherence in Italian iTV SMS chat. Proceedings of the Forty-First Hawaii International Conference on System Sciences. Los Alamitos, CA: IEEE Press.

Zhu, E. (2006). Interaction and Cognitive Engagement: An Analysis of Four Asynchronous Online Discussions. Instructional Science: An International Journal of the Learning Sciences, 34(6), 451-480.

Zitzen, M. & D. Stein (2004). Chat and Conversation: A Case of Transmedial Stability? Linguistics

Bijlage I: Corpus

In document MASTERSCRIPTIE FLEUR OFFENBERG (pagina 75-80)