• No results found

3.1 Onderzoeksvragen

Dit onderzoek is een deels conversatieanalystische benadering van de interviewtechniek van presentator Matthijs van Nieuwkerk bij het programma DWDD. Het onderzoek richt zich specifiek op de techniek tijdens politieke interviews, waarmee de hoofdvraag luidt: Op welke manier worden vraagstellingen bij

politieke interviews in DWDD vormgegeven?. Om tot beantwoording van deze hoofdvraag te kunnen komen

worden enkele deelvragen beantwoord. Zo wordt antwoord gegeven op de vraag (1) hoe de gesprekken sequentieel georganiseerd zijn, (2) van welke grammaticale vraagvormen de presentator gebruik maakt en (3) welke conversatie-analytische technieken gebruikt worden voor het succesvol doorlopen van het vraag-antwoord-proces. Na beantwoording van deze deelvragen kan uiteindelijk antwoord gegeven worden op de vraag wat de interviewtechniek van Van Nieuwkerk is tijdens de politieke interviews tijdens DWDD.

3.2 Data

De dataset binnen dit onderzoek bestaat uit 9 politieke nieuwsinterviews die plaats hebben gevonden bij DWDD. De interviews hebben allen plaatsgevonden tussen 2009 en 2012. Gekozen is voor een zo smal mogelijke tijdspanne, zodat een uitspraak gedaan kan worden over de interviewtechniek van nu. Het is immers niet ondenkbaar dat interviewtechnieken of tv-formats door de jaren heen onderhevig zijn aan verandering. Alle interviews hebben een duur van 8 tot 13 minuten en vonden telkens plaats met een andere tafelheer of –dame; ook zijn of haar aanwezigheid kan immers het gespreksverloop beïnvloeden. Ook is ervoor gekozen om zowel interviews met linkse partijen, als ook met centrum- en rechtse partijen te betrekken in dit onderzoek. Hiervoor is gekozen om een uitspraak te kunnen doen over de interviewtechniek in DWDD in het algemeen. Zoals eerder aangehaald wordt het programma nogal eens beticht van politieke voorkeuren en dit zou dus van invloed kunnen zijn op de gehanteerde interviewtechniek. Ook is rekening gehouden met de plaats van de politici binnen de partijen. Alle politici hebben een prominente rol in de partij en kunnen dus daadwerkelijk inhoudelijk vertellen over diverse (partij)onderwerpen. Tot slot is uiteraard bij alle interviews Van Nieuwkerk de interviewer. Uiteindelijk zijn er 9 interviews gebruikt met 8 verschillende politieke partijen en 9 verschillende tafelheren en – dames. In onderstaande figuur is een overzicht van de gebruikte interviews te zien.

Nr. Datum van

uitzenden

Politicus Partij Functie Tafelheer/

-dame Onderwerp 1 22-02-2012 Martijn Van Dam PvdA Kandidaat-lijsttrekker

Fidan Ekiz Race om het lijsttrekkerschap

2 03-02-2012 Alexander Pechtold

D’66 Fractievoorzitter Beau van Erven Dorens

Presentatie boek Henk, Ingrid & Alexander.

3 08-03-2012 Ronald Plasterk PvdA Kandidaat-lijsttrekker Claudia de Breij Race om het lijsttrekkerschap 4 15-02-2012 Emile Roemer

SP Fractievoorzitter Yvon Jaspers Hoge notering SP in tussenpeilingen

5 06-05-2011 Henk Bleker CDA Staatssecretaris Landbouw, Milieu & Innovatie Marc-Marie Huijbrechts Gelekte documenten natuurbeleid Bleker (Blekerleaks)

6 02-02-2010 Femke Halsema

GroenLinks Fractievoorzitter Halina Reijn Nieuwe termijn als fractievoorzitter 7 12-01-2009 André Rouvoet Christen Unie Vice-premier; Minister Jeugd & Gezin

Aaf Brandt Corstius

Terugdringing

kindermishandeling als speerpunt beleid Rouvoet

8 05-10-2009 Sietse Fritsma

PVV Tweede Kamerlid Jan Mulder Website Wat kost een allochtoon?

9 19-03-2009 Mark Rutte VVD Fractievoorzitter Jort Kelder Presentatie maatregelen economische crisis VVD

Figuur 4 Overzicht politieke interviews DWDD

Dit onderzoek richt zich specifiek op de interviewtechniek bij politieke interviews van DWDD. Het gaat hierbij dus om de strategie die gevolgd wordt bij het afnemen van interviews, de rol die (mogelijk vijandige) vraagstellingen daarbij innemen en om het aanwijzen van typische fenomenen. Omdat de onderzoeker een uitspraak wil kunnen doen over DWDD en Matthijs van Nieuwkerk is het zaak om de vragen die door hem gesteld worden aan de politici te filteren. Dat betekent automatisch dat vragen afkomstig van andere gespreksdeelnemers, zoals tafelheren- en dames, maar ook vragen gericht aan niet-politici buiten dit onderzoek vallen. De onderzoeksdata worden daarmee beperkt tot enkel vragen van de interviewer die gericht zijn aan de politicus. De omvang van de onderzoeksdata kwam neer op 263 vragen die in 225 sequenties gesteld zijn. Een gedetailleerd overzicht van deze onderzoeksdata is opgenomen in bijlage I.

De interviews zijn deels gevonden via live-uitzendingen van DWDD. Andere interviews zijn gevonden door gebruikmaking van de website uitzendinggemist.nl en dewerelddraaitdoor.vara.nl. Omdat alle uitzendingen logischerwijs videomateriaal betroffen, was het zaak de video’s te kunnen downloaden en ze vervolgens om te zetten in audiofragmenten. Voor het downloaden van de video’s is gebruik gemaakt van GemistDownloader. Vervolgens zijn de (gehele) uitzendingen omgezet in audio en is het specifieke interview uit de gehele uitzending geknipt met het programma Audacity. De fragmenten zijn p CD bijgevoegd in bijlage III. Deze verkorte audiofragmenten zijn uiteindelijk getranscribeerd met gebruikmaking van het programma SoundScriber. De transcripten zijn in Word uitgeschreven volgens de conventies van Mazeland (2003).

3.3. Analyseprocedure

Zoals aangegeven in de vorige paragraaf zijn de 9 interviews uit DWDD in het geheel getranscribeerd. Deze gehele transcripten zijn bij dit onderzoek toegevoegd als bijlage IV. Omdat het onderzoek gericht is op vraagstellingen van Matthijs van Nieuwkerk, zijn vervolgens al deze vraagstellingen gemarkeerd. Hierbij is tevens aangegeven in welke sequentie deze vragen voorkwamen. Een overzicht van alle vraagstellingen inclusief sequentiële aanduiding is te vinden in bijlage II. De data kwam neer op 263 vragen en 225 sequenties. Dat betekent dat overige vragen in de interviews achterwege zijn gelaten; immers, het onderzoek richt zich op vragen van Van Nieuwkerk aan de politicus.

De eerste analyse betrof de kwantitatieve analyse naar vraagvormen. Hiervoor is van alle 263 vragen aangegeven van welke vraagvorm gebruik is gemaakt in termen van Englert (2010). Wanneer er sprake was van meerdere vragen in één beurt, zijn alle vragen afzonderlijk geanalyseerd op vraagvorm. Dat is dan ook de reden van het verschil in aantallen tussen de sequenties (225) en vragen (263). De resultaten van deze analyse is tevens opgenomen in bijlage II. In deze analyse is ook gekeken naar het gebruik van sequenties. Dit betekent dat bij iedere vraag bekeken is in welke sequentie de vraag gesteld werd. Hierbij werd de literatuur van Mazeland (2003) gevolgd, zoals behandeld in § 2.3.6. In bijlage II is bij iedere vraag genoteerd of deze vraag voorkwam in een presequentie, een basissequentie of een postsequentie.

Nadat inzicht was gekregen in de vraagvorm en sequentie van iedere vraag, is berekend hoe vaak Van Nieuwkerk gebruik maakt van deze vraagvormen en sequenties. Deze resultaten zijn bijgevoegd als bijlage I. In bijlage Ia is per interview te zien hoe vaak iedere vraagvorm voorkomt. Daarin is ook berekend hoe vaak iedere vraagvorm in totaal voorkomt (zowel in absolute getallen als ook in percentages). Vervolgens is het aantal sequenties berekend. In bijlage Ib zijn deze aantallen te zien. Ook hier is berekend hoe vaak iedere sequentie voorkomt, zowel in absolute als relatieve getallen. Ook is daarbij berekend hoeveel procent iedere sequentie inneemt bij ieder interview.

Tot slot is in bijlage I te zien hoe de vraagvormen en sequenties samenhangen (Ic). Hierbij is van ieder interview uitgewerkt van welke vraagvorm sprake was binnen welke sequenties. Hierdoor is inzicht verkregen in het gebruik van vraagvormen op de verschillende momenten in het gesprek. Dat betekent dat uit deze berekening duidelijk wordt op welke momenten Van Nieuwkerk gebruik maakt van de verschillende vraagvormen. De resultaten zijn genoteerd in bijlage Ic en vervolgens in het onderzoek gevisualiseerd aan de hand van diagrammen. Uit het onderzoek zijn vervolgens een aantal opvallendheden naar voren gekomen, die vragen om een kwalitatieve analyse.

Deze kwalitatieve analyse moet meer inzicht geven in de interactionele totstandkoming van de vragen; daarover heeft de kwantitatieve analyse immers geen uitsluitsel gegeven. Omdat de politieke interviews in DWDD opgebouwd bleken te zijn uit drie delen, te weten de opening van het gesprek, vragen en antwoorden, is deze driedeling teruggekomen in de analyse. Per onderdeel is bekeken op welke wijze Van Nieuwkerk zijn vragen vormgeeft. Om opvallende fenomenen te kunnen duiden, is de literatuur van Clayman & Heritage (2002a, 2002b, 2007) en Heritage & Clayman (2010) gebruikt, zoals deze reeds is behandeld. Dit betekent dat opvallendheden beschreven werden in termen van de zojuist genoemde literatuur en dat nadrukkelijk niet getracht is de vijandigheid van Van Nieuwkerk te meten. De literatuur heeft daarentegen gediend ter verkrijging van houvast bij het benoemen en beschrijven van technieken die gebruikt worden op de positie van gespreksopening, vraagstelling en antwoordreactie en het beschrijven van de effecten van deze technieken op de vijandigheid in de vraagstelling.Alle opvallende technieken zijn beschreven in het licht van sturing en vijandigheid. Telkens werd dus gekeken naar de effecten van de vraagtechniek op de vrijheid die de politicus behoudt bij het beantwoorden van de vraag. Het gaat dan bijvoorbeeld om de effecten die de vraag heeft op de antwoordvrijheid of om het aannemen van vooronderstellingen als vertrekpunt van de komende vraag. Bij iedere techniek is dus bekeken op welke wijze Van Nieuwkerk sturing geeft aan het antwoord en hoe hij hierbij neutraliteit waarborgt. De bevindingen zijn per gespreksonderdeel (opening, vraag en antwoordreactie) beschreven en geïllustreerd aan de hand van korte fragmenten. Na ieder onderdeel is een tussenconclusie uitgeschreven waarin de resultaten nogmaals overzichtelijk beschreven worden.

In hoofdstuk 5 is uiteindelijk de conclusie geschreven van zowel de kwantitatieve als de kwalitatieve analyse.

4. Analyse & resultaten