• No results found

Bevestiging van de introductie

4. Analyse & resultaten

4.4 Interactionele realisatie van vragen

4.4.1 De toonzettende introductie

4.4.1.1 Bevestiging van de introductie

We hebben gezien dat de introductie altijd is opgebouwd uit enkele kenmerkende onderdelen. Na voltooiing van deze onderdelen (de contextscheppende inleiding en het welkom heten van de gast), wordt in DWDD de eerste vraag geponeerd. In een groot aantal gevallen betreft deze eerste vraag een bevestigingsverzoek van de introductie. Hoe dit verzoek gerealiseerd wordt, wordt op de komende pagina’s besproken.

Verzoek om bevestiging

Een relatief veelvoorkomende techniek bij de opening van een interview betreft het bevestigingsverzoek op de introductie. Dit was al even te zien in de vorige paragraaf. Het fragment met Emile Roemer onderstaand illustreert het gebruik van dergelijke bevestigingsverzoeken:

Interview 4 | Interviewer: Matthijs van Nieuwkerk (MvN) | Politicus: Emile Roemer

1 MvN ja de voorman van de espee is op dit moment virtueel aanvoerder van de 2 grootste partij van nederland, dan mag je drom↑en en dus zou hij kunnen 3 dromen, dat hij de volgende premier van nederland KAN worden. emile roemer, 4 zo is het toch?

5 ER hah ja jij zegt het.=

Fragment 2 Bevestiging van de introductie

Zoals bij ieder interview gebruikt Van Nieuwkerk de introductie om de relevantie en inhoud van het te komen gesprek te schetsen. In dit geval is de situatie dat Roemer virtueel de grootste partij van Nederland leidt en dat hij zou kunnen dromen over het premierschap. Ook hier vindt de beurtwisseling plaats na het stellen van de eerste vraag (evenals in fragment 1).

In het fragment is te zien dat gebruik gemaakt wordt van de toonzettende introductie (zie § 4.4.1.1.) en dat de eerste vraag gesteld wordt door middel van een tag question. Met deze vraag wordt om bevestiging van de informatie uit de introductie gevraagd. Hoewel de introductie ook hier weer toonzettend is – onder andere te zien aan de declaratieve vorm en framing door middel van woordkeus -, geeft de interviewer Roemer de mogelijkheid om de introductie te herzien. Het gebruik van de vooronderstelling als sturende strategie werd door Heritage & Clayman (2010) al beschreven als het gebruiken van opvattingen in vragen of inleidingen en deze beschouwen als vertrekpunt bij het stellen van de vraag (p. 139). In dit geval echter stelt Van Nieuwkerk de politicus in staat om juist de waarheid van de introductie te bediscussiëren. Daarmee lijkt hij enerzijds sturing te geven aan het gesprek door het gebruik van de toonzettende introductie; anderzijds krijgt de geïnterviewde de mogelijkheid om de inhoud van deze introductie te herstellen en is er dus in mindere mate sprake van een vorm van sturing.

Niet alleen echter vindt sturing plaats door het gebruiken van een toonzettende introductie, maar ook wordt sturing gegeven aan het antwoord van Roemer. De gebruikte vraagvorm stelt de interviewer namelijk in staat toe te werken naar een voorkeursantwoord, zoals dat beschreven werd in § 2.3.4.1. Deze

question preferences zijn van invloed op de polariteit van het te geven antwoord. Binnen het QAS kan dit

fenomeen aangeduid worden als de aanwezigheid van assertiviteit (Clayman & Heritage, 2002:766;2007:31). Sturing van polariteit van het antwoord kunnen interviewers doen door het gebruik van negatief geformuleerde vragen, polaire vragen of door het gebruik van polairity items (Heritage & Clayman, 2010:232-233). Van Nieuwkerk stuurt door middel van de tag toch aan op een bevestiging van

het gestelde en heeft dus invloed op de uitkomst van deze sequentie. Uit de analyse is gebleken dat bij bevestigingsverzoeken altijd sturing van het antwoord plaatsvindt door het gebruik van de tags toch en

he.

De bevestiging van Roemer is op zijn beurt weer van invloed op het verdere verloop van het gesprek, omdat hetgeen – hoe gekleurd en sturend ook – in de introductie gesteld is nu als waarheid bestempeld is. Opvallend hierbij is dat niet gekozen is voor een type-conforming antwoord van Roemer, want in plaats van polair te antwoorden op de (polaire) tag question, besluit de politicus het antwoord

non-type-conforming te formuleren. Hiermee wordt onderstreept dat de introductie weliswaar niet onjuist

is, maar vindt verschuiving plaats van de opvatting (footing shift), waardoor de uitspraken als zijnde van Van Nieuwkerk bestempeld worden en geen citaten zijn van Roemer. Blijkbaar vindt de politicus het nodig om dit onderscheid te maken in zijn bevestigende reactie. Hoewel de action agenda als onderdeel van agenda setting sturing geeft aan de antwoordvorm en politici verantwoordelijk worden gehouden wegens het niet opvolgen van deze agenda, wordt in dit fragment geen beroep gedaan op deze mogelijkheid van de interviewer. Van Nieuwkerk beschouwd het antwoord, ook al is deze non-type conforming als adequaat. Het gebruik van de toonzettende introductie is reeds in §4.4.1 schematisch weergegeven. Als vervolg daarop kan het bestigingsverzoek van deze introductie worden toegevoegd. De start van het gesprek ziet er dan in veel gevallen als volgt uit:

In deze schematische weergave komen echter niet de sturende effecten van de toonzettende introductie en het bevestigingsverzoek naar voren. Zoals we gezien hebben is de combinatie van deze zaken echter wel degelijk sturend: niet alleen wordt de context sterk gekleurd weergegeven, o.a. door het gebruik van declaratieve vormen en lexicale markeerders; ook het bevestigingsverzoek op deze gekleurde introductie is sterk sturend vanwege de grammaticale vorm van de vraag. De sturende strategie die hiermee gerealiseerd wordt, kan men als volgt weergeven:

Dit schema laat zien hoe Van Nieuwkerk sturing geeft aan het gesprek, door te starten met een toonzettende introductie en deze door middel van een vijandige vraagstelling te laten bevestigen. Door

Contextscheppende inleiding in 3e

persoon enkelvoud + declaratieven Naam van de gast + welkomheten

Bevestigingsverzoek introductie d.m.v. tag question

Introductie

Van Nieuwkerk: monologe, toonzettende introductie van de gast Politicus: -

Basisvraag

Van Nieuwkerk: Bevestigingsverzoek (tag question) Politicus: Bevestiging

Antwoordvrijheid politicus

gebruikmaking van de tag question, welke een sterk sturend effect heeft gezien de polaire vraagstelling en de sterke voorkeursformulering in de tag zelf, dient de introductie eigenlijk wel bevestigd te worden. De antwoordvrijheid van de politicus wordt dus versmald door de gebruikte vraagstelling.

Verzoek om partiële bevestiging

Niet alleen werden bevestigingsverzoeken gerealiseerd door het gebruik van een tag question, maar ook werd in een enkel geval ook door middel van een interrogatieve vraag om bevestiging gevraagd. In dat geval ging het echter niet om een bevestigingsverzoek met betrekking tot de introductie als geheel, maar als bevestigingsverzoek van een deel van de introductie. Dat ‘deel’ werd dan in de interrogatieve vraag zelf genoemd. Dit partiële bevestigingsverzoek werd onder andere gevonden in het gesprek dat Van Nieuwkerk voerde met Alexander Pechtold (fragment 3).

Interview 2 | Interviewer: Matthijs van Nieuwkerk (MvN) | Politicus: Alexander Pechtold

1 MvN het is zijn eerste >politieke boek< en een zeer opme:rkelijk boek. hij voerde 2 de afgelopen maanden in het gehei↑m gesprekken met de achterban van zijn 3 gro:te politieke tegenstander geert wilders. hij wilde weten wat

4 peeveeveestemmers bewee:gt, waarom ze op wilders ste:mme, wat zij van de 5 politiek verwachteh en deze soms verhitte gesprekken zijn terug te lezen in 6 het boek ↑henk, ingrid en alexander en alexander is alexander pechtold. (2.0) 7 in het geheim die gesprekken?

8 (.)

9 AP nah jah je moet ’t wel ergens doen ’t was of: op de tweede kamer of bij 10 mensen thuis, zelfs bij iemand op het werk (.hHH) eh maar tis geheim gebleven 11 daar ben ik wel blij [om ja

Fragment 3 Bevestiging van de introductie

Evenals de andere introducties, wordt de gast geïntroduceerd door een gekleurde introductie, wordt zijn naam genoemd en vindt een bevestigingsverzoek plaats (regel 7). Dit bevestigingsverzoek heeft echter een afwijkende grammaticale vorm: in plaats van een tag question is gekozen voor een interrogatieve vraag. Deze vraag slaat door de vorm niet meer op de introductie als geheel, maar enkel op de waarheid van de stelling dat de gesprekken die politicus Pechtold voerde in het geheim hebben plaatsgevonden. Dit wordt in de introductie zelf – evenals de rest van de introductie – als feitelijkheid weergegeven. In het bevestigingsverzoek krijgt Pechtold dus weliswaar net zoals in het vorige fragment de kans om de introductie te herzien; in dit geval kan slechts een deel herzien worden. De rest van de introductie wordt daarmee niet ter discussie gesteld door de interviewer. Clayman & Heritage (2002:766-767) omschrijven deze strategie als een onderdeel van de dimensie oppositie en stellen dat de interviewer de keuze heeft om ofwel de inleiding op de vraag ter discussie te stellen, ofwel om de inleiding als feitelijkheid te beschouwen en de vraag daarop te baseren. Van Nieuwkerk bedient zich, evenals in de andere bevestigingsverzoeken, dus weliswaar van die eerste strategie; toch wordt een groot deel van de introductie als feitelijkheid beschouwd en niet ter discussie gesteld. Deze strategie lijkt dan ook sturender van aard dan de overige bevestigingsverzoeken van de (gehele) introductie. De schematische weergave van het partiële bevestigingsverzoek is dan ook anders dan die van het algehele verzoek: de antwoordvrijheid wordt immers beperkt, omdat de politicus dient te reageren op slechts een deel van de introductie en niet de vrijheid heeft om de rest van de gegeven informatie ter discussie te stellen. In vergelijking met de algehele introductiebevestiging is de antwoordvrijheid dan ook smaller in het geval van de gedeeltelijke bevestiging. Dit geeft aan dat deze strategie sterk sturend is, omdat de introductie zelf grotendeels als waarheid aangenomen wordt. De sturende strategie is goed te zien op de volgende pagina; daarbij is tevens een vergelijking gemaakt met de sturende strategie van het algehele bevestigingsverzoek (lichtgrijs).

Afwijking van de action agenda

In het fragment met Emile Roemer (fragment 2) was te zien dat non-type conforming bevestigingen op de introductie als adequaat beschouwd kunnen worden. Toch zijn uit de analyse ook fragmenten naar voren gekomen, waarin Van Nieuwkerk wel degelijk de politicus ter verantwoording roept over de antwoordvorm. Dit is onder andere het geval geweest in het DWDD-interview met Ronald Plasterk. In dit fragment (3) is ten eerste te zien dat er problemen ontstaan met betrekking tot de beurtwisseling tussen het bevestigingsverzoek en de reactie van de politicus daarop. Ten tweede is te zien hoe Van Nieuwkerk zijn gast, in tegenstelling tot in fragment (2), ter verantwoording roept met betrekking tot het afwijken van de action agenda en dus de antwoordvorm. Ook in dit fragment wordt de politicus aangekondigd door een toonzettende introductie en wordt vervolgens door de zin Zo is het, he? om bevestiging gevraagd. Interview 3 | Interviewer: Matthijs van Nieuwkerk (MvN) | Politicus: Ronald Plasterk

1 MvN ja nog iets meer dan ↑week en dan weten we wie de nieuwe leider van de partij 2 van de arbeid ↑wordt. de polls worden op dit moment stevig aangevoerd door 3 diederik samsom, gevolgd op een tweede plaats door ronald plast↑erk. tussen 4 die twee zal het ook echt gaan. samsom versus plast↑erk. aan tafel ronald 5 plast↑erk. zo is het he? (.) de andere (.) drie doen niet meer mee.

6 RP ja vink- vink- vervelend om om zelf te beoordelen, maar d-daar lijkt het wel 7 een beetje op.

8 MvN ja [ja] toch 9 RP [ja] (1.0) ja

Fragment 3 Bevestiging van de introductie

Te zien is dat Van Nieuwkerk ook bij deze gespreksopening door middel van een tag question vraagt om bevestiging (regel 5). De voltooiing van deze vraag schept een transition relevant place voor beurtovername door Plasterk, maar hiervan wordt geen gebruik gemaakt. Van Nieuwkerk vervolgt zijn beurt en herstelt de vraag door aan te geven waarop de interviewer bevestiging verwacht. Het blijkt dat de subjectieve stelling dat de strijd tussen Samsom en Plasterk gaat, ter discussie wordt gesteld. Het ter discussie stellen van de inleiding is eerder al besproken in het kader van de introductie (fragment 2), maar in dit geval wordt dus niet de introductie als geheel ter discussie gesteld, maar slechts een deel van de introductie. Ook hier wordt de vraag om bevestiging polair gedaan en is wederom sprake van een assertieve opstelling van de interviewer. Immers, door de tag question stelt hij zichzelf in staat om sturing te geven aan de polariteit van het antwoord.

Introductie

Van Nieuwkerk: monologe, toonzettende introductie van de gast Politicus: -

Basisvraag

Van Nieuwkerk: Partiëlel bevestigingsverzoek Politicus: Bevestiging

Antwoordvrijheid politicus

Basisvraag Van Nieuwkerk: Bevestigingsverzoek (tag question) Politicus: Bevestiging In tr o d u ct ie d ee ls aan gen o men

Zoals beschreven in de paragraaf over polaire vragen, dienen deze vragen polair beantwoord te worden. Door de agenda setting in deze vraag wordt dus niet alleen bepaald over welke materie het antwoord moet gaan, maar ook welke vorm het antwoord moet hebben (type-conforming). Mocht de politicus zich niet aan de agenda houden, dan kan hij daarvoor verantwoordelijk gehouden worden. Hiervan is sprake in het onderhavige fragment, want de polaire vraag wordt non-type-conforming beantwoord. In regel 6-7 geeft Plasterk immers geen ja of nee als antwoord, maar wijdt de politicus uit en kapselt hij allerlei elementen in waardoor de bevestiging zeer voorzichtig weergegeven wordt. Dit doet hij door gebruik te maken van zekerheidsmodaliteiten (woorden die aangeven hoe zeker de spreker van de woorden is over een situatie), zoals lijkt en een beetje.

Omdat de politicus verantwoordelijk gehouden kan worden voor het niet opvolgen van de action agenda, kan Van Nieuwkerk op deze positie vragen om herziening van het antwoord. In dat geval is er sprake van persistentie in termen van Huls & Varwijk (2008) waardoor de interviewer een nieuwe mogelijkheid schept voor de politicus om antwoord te geven. Ook deze uitlokking van herziening gebeurt volgens de vorm van een tag question en stuurt aan op een bevestigende reactie. Ja is dan ook het voorkeursantwoord waar Van Nieuwkerk op aanstuurt. De type-conforming bevestiging van Plasterk volgt in regel 9.

De strategie die Van Nieuwkerk volgt bij het verkijgen van het bevestigingsverzoek, is schematisch weer te geven als de bovenstaande figuur. Daarin is te zien hoe het bevestigingsverzoek op de introductie de antwoordruimte van de politicus versmald en hoe deze bij een inadequaat antwoord verder versmald en gestuurd wordt door de interviewer.

Herstel van de introductie

In een aantal gevallen blijft bevestiging van de introductie in zijn geheel uit. Dit betekent dat het eerste paardeel (de vraag) niet gevolgd wordt door een adequaat tweede paardeel (het antwoord). In de analyse is gebleken dat dit het geval is, wanneer de politicus zijn beurt gebruikt om herstelwerkzaamheden rondom de introductie te doen. In fragment (4) wordt dit geïllustreerd. Hierbij wordt de opbouw van de introductie zoals deze tot nu toe steeds besproken is opgevolgd: een toonzettende inleiding, de naam van de politicus en een tag question als bevestigingsverzoek.

Interview 8 | Interviewer: Matthijs van Nieuwkerk (MvN) | Politicus: Sietse Fritsma

1 MvN de peeveevee opende vandaag de site (.) wat kost de massa-immigratie punt en 2 el waarop burgers kunnen aangeven wat er in hun buurt aan allochtonen wordt 3 besteed (.h) en ja dan nee terecht. deze site is een reactie op de eerdere 4 weigering van minister van der laan om volledig antwoord te geven op de vraag

Introductie

Van Nieuwkerk: monologe, toonzettende introductie van de gast Politicus: -

Antwoordvrijheid politicus

Basisvraag

Van Nieuwkerk: Bevestigingsverzoek (tag question) Politicus: Inadequaat antwoord

Reactie op antwoord

Van Nieuwkerk: Herzieningsverzoek Politicus: Antwoord

5 wat kost een allochtoon. (.h) bovendien, vanwege deze weigering door de 6 peeveevee gezien als een ambtsmisdrijf, wil de partij de minister nu voor de 7 hoge raad zien te krijgen. aan tafel peeveevee kamerlid sietse fritsma die 8 graa:g wil weten wat een allochtoon kost. zo is het toch?

9 SF eh wij willen de financiële gevolgen van de massaimmigratie weten, dus dat is 10 wat anders dan te vragen wat kost een allochtoon.

11 MvN [oke

12 SF [ook kijkend naar de categorie niet-westerse alloch↑toon en e:h daar gingen 13 mijn kamervragen ook over inderdaad. [en ] helaas weigert het kabinet om

14 MvN [oke]

15 SF inzicht te geven in die kosten van de voortgaande massa-immigratie.= 16 MvN =toen dachten jullie nou weet je wat, dan gaan we het zelf uitzoeken. we 17 openen een site die is vandaag de lucht inge↑gaan=

18 SF =ja

Fragment 4 Bevestiging van de introductie

In ieder nieuwsinterview zullen interviewer en geïnterviewde samenwerken om aan de institutionele kenmerken van het nieuwsinterview te werken en op die wijze een nieuwsinterview tot stand te brengen. Hiervoor, zo werd beschreven in § 2.3.1, zullen beide gesprekspartners zich richten op een eigen rol in het gesprek: de interviewer stelt de vragen die door de geïnterviewde beantwoord worden. In dit fragment echter wordt van die beurtwisselingsformule afgeweken, omdat de politicus herstelwerkzaamheden verricht met betrekking tot de introductie. De vraag is immers niet wat een allochtoon kost, maar wat de financiële gevolgen zijn van de massa-immigratie. De context die Van Nieuwkerk in de introductie geboden heeft, blijkt dus onjuist. Fritsma herstelt deze context, maar in plaats van dit type-conforming te doen en op de vraag Zo is het toch? een ontkennend antwoord te geven (nee, zo is het niet), maakt Fritsma van de beurt gebruik om het misverstand direct te herstellen. Gezien de afwezigheid van interrumpties door Van Nieuwkerk, krijgt Fritsma in regel 9-10 ook daadwerkelijk de ruimte tot herstel over te gaan. Volgens Huls & Varwijk (2008) had de interviewer ook tussentijds kunnen ingrijpen door de beurt wel te interrumperen, waarmee Van Nieuwkerk zich zou bedienen van een meer persistente houding in het kader van het QAS, maar hiervan is dus geen sprake gebleken.

Fritsma wijkt in zijn reactie (die vervolgd wordt in regel 12-13) echter af van de agenda die door het bevestigingsverzoek is neergelegd. In plaats daarvan weidt de politicus uit over de inhoudelijke discussie over de inzichten in de kosten van de massa-immigratie; het antwoord gaat niet langer over het al dan niet goed weergeven van de situatie, zoals neergelegd in de introductie. De beurt wordt door de interviewer dan ook teruggenomen op het eerste mogelijke transition relevant place (regel 14), al gebeurt dat niet succesvol. Een nieuwe poging daartoe in regel 16 heeft meer succes. Door de beurt terug te nemen, kan Van Nieuwkerk de grip op de topicale inhoud van het gesprek terugvorderen en een nieuwe

agenda neerleggen voor de volgende vraag.

De strategie die Van Nieuwkerk volgt bij herstelwerk rondom de introductie duidt op enerzijds op een weinig persistente houding: weliswaar laat de interviewer de politicus vrij om de antwoordbeurt te gebruiken voor herstelwerk; ook laat hij hem daarbij non-topicaal uitweiden over een inhoudelijke discussie. De beurt van Van Nieuwkerk wordt vervolgens echter wel weer declaratief gevormd en bevat presupposities, waardoor deze beurt wel van een meer vijandige houding getuigt. De strategie kan worden samengevat tot de volgende opbouw, waarin goed te zien is