• No results found

Voor dit onderzoek is er een vragenlijst opgesteld. Participanten zijn geworven door middel van een (hyper)link naar deze vragenlijst met een begeleidende tekst. Deze werd verstuurd en verspreid via WhatsApp, Facebook, LinkIn en e-mail. Deze tekst bevatte de voorwaarde dat er louter een beroep werd gedaan op respondenten met loon, een uitkering of pensioen uit een (vroegere) dienstbetrekking.

Zodoende is de steekproef tot stand gekomen op een gecombineerde wijze van random (willekeurig) en purposive (doelgericht) selecteren.

Doordat participanten zijn geworven in de periode van 12 juli tot en met 14 augustus 2020 en zij niet gevraagd zijn om de vragenlijst later nog eens in te vullen, betreft het onderzoek een cross-sectioneel design.

De vragenlijst was louter digitaal in te vullen via het platform Qualtrics. De vragenlijst was dusdanig vormgegeven dat participanten niet de mogelijkheid hadden om vragen over te slaan. Naar schatting duurde het invullen van de vragenlijst gemiddeld drie tot vijf minuten.

Metingen

De eigenhandig opgestelde vragenlijst bevatte naast het bevragen van een aantal demografische

kenmerken, zes items. Omdat een aantal van de genoemde termen hierin arbitrair of onbekend (konden) zijn, verscheen waar nodig een voorbehoud. Participanten moesten bij de eerste vijf items aangeven in welke mate zij het eens waren met de stelling of in welke mate hun situatie overeenkomt met de stelling.

Dit gebeurde op vijf-punts schalen waarbij 1 betekende ‘Helemaal niet mee eens / van toepassing’ en

246 In dit hoofdstuk wordt gesproken over toeslag-ontvangers, omdat participanten mogelijkerwijs toeslag ontvangen, maar niet toeslaggerechtigd zijn.

58 waarbij 5 betekende ‘Helemaal mee eens / van toepassing’. Derhalve was er sprake van een ordinaal meetniveau bij deze items. Omdat de items ieder poogden verschillende onderwerpen (zie analyses) te meten, is er geen maat aan de interne consistentie (betrouwbaarheid) van de vragenlijst gegeven.

1. Voor de toepassing van deze vragenlijst is een progressieve belasting, een belasting waarbij het gemiddelde belastingtarief stijgt naarmate het inkomen toeneemt.

‘Het Nederlandse stelsel van inkomstenbelasting en toeslagen is progressief.’

2. ‘Ik heb vertrouwen dat het Nederlandse stelsel van inkomstenbelasting en toeslagen een eerlijk stelsel is.’

3. ‘Ik heb voldoende kennis van het Nederlandse stelsel van inkomstenbelasting en toeslagen om zelfstandig voor mijn fiscale- en toeslagafhankelijke zaken zorg te dragen.’

4. ‘Ik heb voldoende kennis van het Nederlandse stelsel van inkomstenbelasting en toeslagen om over mijn positie binnen dit stelsel te oordelen.’

N.B. met het oordelen over de positie wordt bedoeld dat u op de hoogte bent van de belasting(en) waaraan uw inkomen onderhevig is, het inkomen dat betrokken wordt in deze belasting(en) en wat de relevante gegevens zijn om uw (recht op) toeslagen te bepalen.

5. Voor de toepassing van deze vragenlijst is een complex stelsel, een stelsel van

inkomstenbelasting en toeslagen waarbij u bij een inkomensverandering niet eenvoudig kunt stellen wat u daar netto op voor- of achteruit gaat.

‘Het Nederlandse stelsel van inkomstenbelasting en toeslagen is complex.’

6. Op uw bruto inkomen worden loonheffingen ingehouden. Bovendien kan een inkomensverandering invloed hebben op uw (recht op) toeslagen.

Stel, u ontvangt een bruto inkomensstijging van € 100 per maand. Dit heeft invloed op uw inkomen. In welke mate, uit te drukken in een positief of negatief bedrag, denkt u dat uw netto-maandinkomen verandert als gevolg van deze bruto inkomensstijging?

N.B. voor een inkomensdaling kunt u een minteken plaatsen.

59 Voorafgaand aan de vragenlijst werd een check uitgevoerd of de (potentiele) participant inderdaad loon, een uitkering of pensioen uit een (vroegere) dienstbetrekking ontving. Bij het negatief beantwoorden van deze vraag werd de vragenlijst meteen afgesloten, zodat deze persoon ook niet verder deel kon nemen aan het onderzoek.

Tezamen met de demografische kenmerken pogen de vragenlijst items, de hypothesen te bevestigen.

Hierbij geldt dat hypothese 1 wordt onderzocht met het al dan niet zijn van toeslag-ontvanger en items 1 en 5. Hypothese 2 zal worden onderzocht door items 1, 2 en 5, waar hypothese 3 door items 1, 3, 4 en 5 wordt bestudeerd. Hypothese 4 zal op basis van item 6 worden geanalyseerd.

Analyses

Versie 25 van SPSS (IBM) is gebruikt om de data te analyseren. Deze items representeerden ieder een variabele, welke achtereenvolgens genoemd werden (1) oordeel progressiviteit, (2) gevoel eerlijkheid, (3) kennis om zorg te dragen, (4) kennis om te oordelen, (5) oordeel complexiteit en (6) inschatting

inkomensverandering. Met name de variabelen oordeel progressiviteit en oordeel complexiteit zijn enigszins abstract. Hiermee wordt gedoeld op het beeld dat participanten hebben over de progressiviteit en de complexiteit van het stelsel.

De items van de variabelen kennis om zorg te dragen en kennis om te oordelen, zouden beoordeeld kunnen worden als nagenoeg hetzelfde (gezichtsvaliditeit). De correlatie tussen deze twee was bovendien sterk (r= 0,784; p = 0,00; N= 109). Om deze reden zijn deze twee samengevoegd tot één variabele genaamd ‘kennis’. Een gecombineerde score van 2 betekende ‘Helemaal niet van toepassing’ en een 10 betekende ‘Helemaal van toepassing’.

De inschatting inkomensverandering betrof een absolute schatting, is afhankelijk van persoonlijke situaties en zegt bovendien weinig over iemands perceptie. De variabele zal naast een weergave van het gemiddelde, het minimum- en maximum, de modus en een standaarddeviatie, dan ook niet verder geanalyseerd worden.

Tussen de overige variabelen zal de Pearson’s correlatiecoëfficiënt worden weergeven. Deze wordt geïnterpreteerd aan de hand van Cohens richtsnoeren.247 Independent-samples T-testen zullen moeten uitwijzen of het gemiddelde in het oordeel over de progressiviteit en over de complexiteit verschilt tussen toeslagontvangers en niet-toeslagontvangers. Om de directe effecten van gevoel eerlijkheid en kennis op oordeel progressiviteit en op oordeel complexiteit te onderzoeken, zullen er twee meervoudige, lineaire regressieanalyses uitgevoerd worden. Hierbij zullen oordeel progressiviteit en oordeel complexiteit als

247 Cohen 1988.

60 afhankelijke variabelen worden behandeld. Het Alpha-niveau voor de analyses zal in beginsel 0,05 betreffen, tenzij anders vermeld.

Paragraaf 5.3 Resultaten en discussie