• No results found

Hoofdstuk 3 Koninklijke foto’s

3.2 Drie casestudies

3.2.3 Marga Altena – Staatsieportretten van koningin Beatrix

Een laatste studie naar beeltenissen, en dan heel specifiek naar staatsieportretten van koningin Beatrix, is afkomstig van kunsthistorica Marga Altena.185 Altena merkt als staatsieportretten aan “de portretten die koningin Beatrix in functie weergeven”.186 Zij stelt zich de vragen wat de functie van staatsieportretten is in de huidige Nederlandse samenleving en of deze

portretten het resultaat zijn van de keuze van de koningin zelf.187

Nadat de geschiedenis van het staatsieportret is behandeld, komt Altena tot de conclusie dat de betrokkenheid van Beatrix bij de visuele verbeelding van haar koningschap moeilijk te identificeren blijft. Toch stelt Altena dat de portretten van Beatrix fungeren als een herkenbaar logo van het bedrijf dat de monarchie voor deze manager-koningin

vertegenwoordigt.188

Ook Altena maakt in haar onderzoek gebruikt van de iconografische en semiotische methode. Dit wordt voornamelijk duidelijk als Altena de paradox van het staatsieportret uitlegt: “er is een spanning tussen de verbeelding van de koningin als monarch en die als

individuele persoon”.189 Altena beschrijft deze spanning aan de hand van de betekenis die de

184

Ibidem. (Ruitenberg 1998), p. 47

185

Marga Altena, ‘De keuze van de koningin. Staatsieportretten en de verbeelding van de monarchie’, in: C.A. Tamse (red.), De stijl van Beatrix. De vrouw en het ambt, Amsterdam: Balans, 2005, p. 124

186 Idem. 187 Ibidem., p. 122 en 123 188 Ibidem., p. 147 189 Ibidem., p. 131

68 ‘lezers’ van een staatsieportret ervaren: “(…) een nadrukkelijk symbolische weergave van

Beatrix als monarch door het publiek niet als bevredigend wordt ervaren en dat deze de mensen prikkelt zich ervan te verzekeren dat het hier ook een mens van vlees en bloed betreft. De paradoxale combinatie van de verbeelding van Beatrix als icoon en als mens heeft

kunstenaars onvermijdelijk voor problemen gesteld”.190 Dit maakt duidelijk dat Altena niet alleen naar de daadwerkelijk, fysieke afbeelding kijkt, maar ook naar de betekenis er achter. Staatsieportretten die een ‘succesvolle uitwerking’ hebben op het publiek zijn dan ook de portretten die Beatrix als individu verbeelden en die haar tegelijkertijd als vorst herkenbaar laten. Volgens Altena zijn er nog altijd symbolen van de vorst in terug te vinden, maar zijn deze subtiel aangebracht.191 Altena maakt duidelijk dat ook hier weer de spanning tussen de privépersoon Beatrix en de vorstin Beatrix die in het openbaar moet verschijnen, hoog is.

De inzichten die Altena hier geeft, wekken de veronderstelling dat voor de

onderzochte krantenfoto’s hetzelfde zal gelden; er zullen subtiele symbolen van een vorst waarneembaar zijn. Daarbij verwacht ik dat -zeker in De Telegraaf- foto’s te zien zullen zijn die Beatrix als individu verbeelden. Dit zijn immers volgens Altena de foto’s met een

‘succesvolle uitwerking’ en het lijkt me dat De Telegraaf zich hier op richt en het menselijke aspect van Beatrix past ook erg goed bij het beleid van deze krant. De krant wil het nieuws een menselijk gezicht geven, zoals al uit het vorige hoofdstuk bleek. Wat betreft de

Volkskrant verwacht ik dat er wellicht een ‘switch’ zichtbaar zal zijn met betrekking tot de afbeelding van Beatrix als individu. In het vorige hoofdstuk werd duidelijk dat deze krant zich de laatste jaren steeds meer heeft gericht op de menselijke kant van het Koninklijk Huis, waar het zich eerst vooral op de constitutionele en politieke kant richtte. Ook hier geldt weer dat de

Volkskrant niet ongevoelig zal zijn voor de succesvolle uitwerking van foto’s zoals Altena die beschrijft.

In haar onderzoek laat Altena duidelijk zien hoe de semiotiek doorwerkt in de door haar onderzochte afbeeldingen van koningin Beatrix. Zo speelt de kleding van Beatrix een grote rol. De kleding is consequent zakelijk en elegant en verwordt hiermee tot een

‘koninklijk werktenue’. Beatrix’ kleding moet haar koninklijke status uitdrukken, passen bij officiële gelegenheden en haar als koningin herkenbaar maken in gezelschap. Dit is een verklaring voor het feit dat de koningin zich niet aan de gangbare mode conformeert om zich als zodanig van de andere Nederlandse vrouwen te onderscheiden. In de woorden van Altena: “Het zijn haar grote hoeden, hooggeschouderde japonnen en jassen die Beatrix als majesteit

190

Ibidem. (Altena 2005), p. 132

191

69

vormgeven”.192 Ook het karakteristieke kapsel van Beatrix draagt hieraan bij. Dit maakt dat Beatrix’ kapsel en kleding aangemerkt kunnen worden als signifiers in de semiotische theorie. Ze duiden niet alleen op kleding, maar op een grotere mythe, die van Beatrix als majesteit met de daarbij behorende macht. Interessant hierbij is ook om te onderzoeken of het kapsel en de kleding van Beatrix in de loop van haar regeerperiode min of meer gelijk zijn gebleven. Dit zou het beeld van een ‘werktenue’ bevestigen en in de richting van de mythe duiden.

Daarnaast signaleert Altena dat Beatrix zich graag met haar echtgenoot laat afbeelden, als ook met haar gezin. Voor de lezer betekent dit niet alleen een plaatje van een (gelukkig) gezinsleven, het duidt ook op “de verzekering van de stabiliteit van het staatsbestel en de

continuïteit van de monarchie door erfopvolging193”. Ook hier weer functioneert de foto van Beatrix als gezin als een Barthiaanse mythe; eerst is er de indruk van een gezin en deze staat vervolgens voor stabiliteit en continuïteit.

Het onderzoek van Altena laat zien hoe er een diepere betekenis gegeven kan worden aan afbeeldingen met Beatrix en daar zal dit onderzoek ook op ingaan. De rollen van Beatrix zijn niet simpelweg de rollen van Beatrix. Er schuilt meer achter en daar wordt naar op zoek gegaan. 192 Ibidem., p. 142 193 Ibidem., p. 143

71