• No results found

2.1..1

Het verlof voor pleegzorgen

TABEL 2.1.XXIII

Verschil Verschil

2009 2009 - 2008 2009 - 2008 in %

107 / /

Het betreft een verlof dat de werknemer die in dienst is met een arbeidsovereenkomst en die aangesteld wordt als pleeg-ouder, de mogelijkheid biedt om afwezig te blijven van het werk gedurende een bepaald aantal dagen per jaar, om zich bezig te houden met de personen die door een bevoegde in-stelling in zijn gezin zijn geplaatst. Voor elke afwezigheidsdag betaalt de RVA een forfaitaire uitkering aan de pleegouder.

De startbonus en stagebonus

TABEL 2.1.XXIV

Aantal betaalopdrachten

Verschil Verschil

2009 2009 - 2008 2009 - 2008 in %

Startbonus 9 581 1 297 15,66 %

Stagebonus 11 117 1 672 17,70 %

De startbonus is een premie die de RVA onder bepaalde voor-waarden betaalt aan de jongere die nog geen 18 jaar is en die, tijdens de leerplicht en in het kader van een alternerende oplei-ding, een praktijkopleiding volgt of beroepservaring opdoet bij een werkgever.

De stagebonus is een premie betaald door de RVA aan de werkgever die, in het kader van een alternerende opleiding een jongere tijdens de leerplicht opleidt of tewerkstelt, onder de vorm van een opleidings- of arbeidsovereenkomst met een voorziene duur van minstens 4 maanden.

2.1..

De inschakelingsvergoeding

TABEL 2.1.XXV

Verschil Verschil

2009 2009 - 2008 2009 - 2008 in %

Aantal

betaalopdrachten 49 6 13,95 %

Uitgaven (in EUR) 28 082 004,59 9 023 520,92 47,35 %

De inschakelingsvergoeding is een vergoeding die de werkge-ver betaalt aan de werknemers die na 30 maart 2006 ontsla-gen worden in het kader van een collectief ontslag, die op het ogenblik van de aankondiging van het collectief ontslag min-stens 45 jaar oud zijn en minmin-stens één jaar dienstanciënniteit hebben in de onderneming en die ingeschreven zijn in een te-werkstellingscel. Deze vergoeding moet aan de werknemers betaald worden voor elke maand tijdens dewelke zij in de te-werkstellingscel ingeschreven zijn en gedurende maximum 6 maanden. Wanneer het brutobedrag van de inschakelings-vergoeding van een arbeider hoger is dan het brutobedrag van de verbrekingsvergoeding, kan de werkgever de terugbetaling van het verschil bekomen bij de RVA.

2.1..

Verminderingskaarten herstructureringen

In geval van collectief ontslag als gevolg van een herstructurering, moet de werkgever een tewerkstellingscel oprichten. Deze te-werkstellingscel organiseert het outplacement voor de ontslagen werknemers. De werkhervatting wordt aangemoedigd door de toekenning van RSZ-voordelen door middel van een verminde-ringskaart die de RVA aflevert aan de betrokken werknemers.

De tewerkstellingscel deelt aan het hoofdbestuur van de RVA mee welke werknemers zich hebben ingeschreven in de te-werkstellingscel. Het hoofdbestuur maakt de lijsten over aan de werkloosheidsbureaus. Deze controleren per werknemer of de voorwaarden vervuld zijn. In dat geval levert het werkloos-heidsbureau een verminderingskaart af aan de werknemer.

De opdrachten van de RVA

De werknemers die ingeschreven zijn in een tewerkstellingscel krijgen een outplacementaanbod. De vroegere werkgever be-taalt de kosten. Onder bepaalde omstandigheden bebe-taalt de RVA deze kosten terug. De werkloosheidsbureaus controleren welke werknemers het recht op een terugbetaling openen. Het bureau informeert de vroegere werkgever dat hij recht heeft op een terugbetaling. De werkgever vraagt de terugbetaling van de outplacementkosten aan het hoofdbestuur, dat de be-taling verricht ten belope van een begrensd bedrag.

TABEL 2.1.XXVII

Het is mogelijk dat een werknemer recht heeft op outplace-ment maar er geen heeft gekregen van zijn werkgever, omdat deze in gebreke blijft. Deze werknemer kan dan onder bepaal-de voorwaarbepaal-den een outplacement genieten ten laste van bepaal-de RVA.

De werknemer vraagt de outplacementbegeleiding aan het be-voegde werkloosheidsbureau, met het formulier C230. Het bureau gaat na of hij er recht op heeft. Zo ja, dan geeft het bureau hem een outplacementcheque. De werknemer kan zich met deze cheque naar een outplacementbureau begeven, dat de cheque indient bij het werkloosheidsbureau om de betaling te ontvangen. Het werkloosheidsbureau maakt de factuur van het outplacementbureau over aan het hoofdbestuur, dat over-gaat tot de betaling.

De ex-werkgever die zijn verplichtingen niet heeft nageleefd, moet een bijdrage betalen aan de RVA en kan strafrechtelijk vervolgd worden, zelfs indien de werknemer geen outplace-mentcheque heeft aangevraagd.

TABEL 2.1.XXVIII

Aantal ontvangen Aantal betaal- Uitgaven

Jaar dossiers opdrachten in EUR

2006 19 16 23 799,53

2007 37 10 14 867,70

2008 42 33 48 995,30

2009 60 27 39 996,28

2.1..

Inhoudingen pseudo-brugpensioenen

De maatregel is bestemd voor de werklozen die een aanvul-lende vergoeding ontvangen bovenop hun werkloosheidsuit-keringen (of uitwerkloosheidsuit-keringen tijdskrediet). Deze aanvullende ver-goeding wordt betaald door een werkgever of door een sectoraal fonds.

Sedert 2006 zijn er bijdragen en inhoudingen verschuldigd op een aantal van deze aanvullende vergoedingen. De doelstelling van de overheid was dus om dit soort eindeloopbaanstelsel minder aantrekkelijk te maken. Bij een uitkeringsaanvraag gaat het werkloosheidsbureau na of het stelsel inzake de bijdragen en inhoudingen van toepassing is.

De uitbetalingsinstelling verricht een RVA-inhouding op de werkloosheidsuitkering, die berekend wordt op de som van de werkloosheidsuitkering en de aanvullende vergoeding.

TABEL 2.1.XXIX

Loopbaanonderbreking met

Pseudo-brugpensioen een aanvullende vergoeding

2 028 4 122

2.1..

De maatregelen voor de grensarbeiders

TABEL 2.1.XXX

Verschil Verschil

2009 2009 - 2008 2009 - 2008 in %

Grensarbeiders

in Nederland 107 -18 -14

Grensarbeiders

in Frankrijk 1 065 -150 -12

Grensarbeiders in Frankrijk - wisselkoers-

schommelingen 603 -114 -16

De RVA staat in voor de betaling van een compensatievergoe-ding aan Belgische grensarbeiders in Nederland en Frankrijk. De grensarbeiders tewerkgesteld in Frankrijk, die een verlies aan koopkracht hebben geleden te wijten aan wisselkoersschomme-lingen (vóór de invoering van de EURO), ontvangen eveneens compensatievergoedingen. Het gaat om een uitdovend stelsel.

2.1..9

De bijzondere bijdrage voor sociale zekerheid

TABEL 2.1.XXXI

Overzicht van de activiteiten

Verschil Verschil

2009 2009 - 2008 2009 - 2008 in %

Afgesloten dossiers 77 24 45 %

Lopende dossiers 476 77 -14 %

Ontvangsten

(in miljoenen EUR) 0,228 -0,042 -6,4 %

Uitgaven

(in miljoenen EUR) 0 0 0

Netto-ontvangsten

(in miljoenen EUR) 0,228 -0,042 -6,4 %

Het systeem van de bijzondere bijdrage op de hoge inkomens is niet meer van kracht sedert 1988, maar de RVA is wel nog belast met het voortzetten van de afhandeling van de lopende dossiers.

jaarverslag 2009



De reglementaire evoluties

jaarverslag 2009



jaarverslag 2009



2.1..10

De financiering van de jaarlijkse vakantie van de arbeiders De RVA neemt een gedeelte van de financiering van het vakan-tiegeld voor zijn rekening voor de gelijkgestelde dagen werk-loosheid wegens economische redenen. Hiertoe verricht de RVA een financiële overdracht naar de RJV, gelijk aan 6 % van de uitgaven voor de tijdelijke werkloosheid. In 2009 bedroeg die overdracht 23,831miljoen EUR.

2.1..11

De maatregelen voor het opstarten van een zelfstandi-ge activiteit

TABEL 2.1.XXXII

Leningen toegekend door het Participatiefonds

Verschil Verschil

2009 2009 - 2008 2009 - 2008 in %

Aantal aanvragen 1 112 221 24,80 %

Aantal toegekende

leningen 669 62 10,21 %

Aanvaardingspercentage 67 % -1 %

Gemiddeld bedrag

(in EUR) 21 174 -1,845 -0,008 %

Totaalbedrag van de toegekende leningen

(in EUR) 14 165 134,75 192 650,75 1,38 %

De werkloze mag zijn vestiging als zelfstandige voorbereiden met behoud van het recht op werkloosheidsuitkeringen.

Bovendien bestaat de mogelijkheid om tegen interessante voorwaarden een startlening aan te gaan ten laste van het Par-ticipatiefonds.

2.1..12

De vergoedingen toegekend in het kader van de slui-ting van een onderneming

In geval van sluiting van een onderneming waarborgt het Fonds voor Sluiting van Ondernemingen een tussenkomst aan de ontslagen werknemers die niet werden vergoed door hun vroegere werkgever of door de curator of de vereffenaar.

Het Fonds kent verschillende vergoedingen toe:

- de sluitingsvergoeding: forfaitaire premie op basis van de an-ciënniteit en de leeftijd voor de werknemers van ondernemin-gen die minstens 20 werknemers tewerkstellen. Vanaf 1 april 2007 werd de gemiddelde tewerkstellingsdrempel om deze vergoeding te genieten verlaagd tot 5 werknemers, op voor-waarde dat de onderneming het voorwerp heeft gevormd van een faillissement en de wettelijke sluitingsdatum na de datum van het faillissement ligt;

- de contractuele vergoedingen: vergoedingen zoals de loonach-terstallen, de verbrekingsvergoeding en het vakantiegeld, waar-op een werknemer nog aanspraak kan maken na een sluiting;

- de overbruggingsvergoeding: de vergoeding die de periode dekt tussen het ontslag en de wedertewerkstelling bij een overnemer;

- de aanvullende vergoeding brugpensioen: een aanvulling op de werkloosheidsuitkering van bruggepensioneerde werkne-mers, wanneer de werkgever in gebreke blijft.

Sinds 1 oktober 2007 komt het Fonds ook tussen voor de werknemers tewerkgesteld in een onderneming zonder han-dels- of industriële finaliteit (bv.: vereniging zonder winstoog-merk) en voor de beoefenaars van vrije beroepen. Het Fonds kent voor deze werknemers de contractuele vergoedingen en de aanvullende vergoeding brugpensioen toe.

Het aantal personen die een tegemoetkoming hebben gekre-gen van het Fonds voor Sluiting van Ondernemingekre-gen, staat vermeld in hoofdstuk 8.

2.

1

In 2009 woedde de economische crisis volop in ons land en kwamen er een hele reeks maatregelen, op basis van het Her-stelplan dat de federale regering in december 2008 had goed-gekeurd.

Deze maatregelen hebben een impact gehad op de activiteiten van de RVA, zo onder meer de maatregelen om de werkloos-heidsuitkeringen te verhogen, de vergoeding van de tijdelijk werklozen te verbeteren en de werknemers die hun baan ver-liezen als gevolg van een herstructurering een betere bescher-ming te bieden.

Daarnaast waren er ook bijkomende “anticrisismaatregelen”, zoals het crisistijdskrediet en de “crisisschorsing voor bedien-den”, met de bedoeling om zoveel mogelijk structurele ontsla-gen te vermijden in de sectoren die getroffen worden door de crisis.

Het uitwerken van deze nieuwe maatregelen, telkens weer op zeer korte termijn, heeft van de RVA veel inspanningen geëist, onder meer om de noodzakelijke nieuwe onderrichtingen, nieuwe formulieren en nieuwe informaticatoepassingen aan te maken.

Al sinds verschillende jaren vestigt de RVA de aandacht op de gevaren van deze steeds groeiende complexiteit.

De voortdurende wijzigingen van de reglementering getuigen zeker van de legitieme bekommernis van de beleidsverant-woordelijken om in te spelen op nieuwe of wijzigende behoef-ten van de maatschappij of, zoals dat het geval was in 2009, om dringende maatregelen te nemen om het hoofd te bieden aan de crisis. Dit proces, dat leidt tot aanpassingen van de be-staande reglementering of wetgeving op nieuwe terreinen, schept echter ook een steeds complexere juridische en admini-stratieve omgeving. In deze context moet de RVA steeds gro-tere inspanningen leveren (in de vorm van formulieren, onder-richtingen, nota’s, syllabi en opleidingen) om een correcte toepassing van de reglementering te verzekeren. De complexi-teit van de reglementering bemoeilijkt ook steeds meer het analyse-, programmeer- en onderhoudswerk in verband met de informaticatoepassingen die de RVA blijft ontwikkelen om een efficiënte en doeltreffende toepassing en een snelle en correcte uitbetaling van de sociaal verzekerden te garanderen, en om de administratieve stappen die zij moeten zetten zo veel mogelijk te beperken. De RVA moet ook steeds meer inspan-ningen leveren om de - toenemende en rechtmatige - behoefte aan informatie van sociaal verzekerden en werkgevers in te los-sen en daarbij, ondanks de complexiteit van de reglemente-ring, te zorgen voor een optimale leesbaarheid van formulie-ren, beslissingen en informatiedocumenten en -brochures.

Maar deze complexiteit heeft niet alleen gevolgen voor de ac-tiviteiten van de RVA, ze houdt ook risico’s in voor de sociaal verzekerden zelf.

Binnen een steeds complexer reglementair kader groeit het ri-sico dat de reglementering niet meer correct en eenvormig

De wet van 19 juni 2009 houdende diverse bepalingen over tewerkstelling in tijden van crisis, bepaalt drie soor-ten uitzonderlijke en specifieke crisismaatregelen die het mogelijk maken de arbeidsprestaties te verminderen om tijdens deze crisisperiode zoveel mogelijk ontslagen te vermijden. De eerste maatregel, de tijdelijke crisisaanpas-sing van de arbeidsduur, valt onder de bevoegdheid van de RSZ en heeft niet onmiddellijk betrekking op de RVA.

De twee andere maatregelen, gegroepeerd onder de titel

“tijdelijke crisismaatregelen tot aanpassing van het ar-beidsvolume” hebben rechtstreeks betrekking op de RVA en maken het mogelijk om in de privésector het arbeids-volume van de werknemers die tewerkgesteld zijn in een onderneming in moeilijkheden, aan te passen, door mid-del van het “crisistijdskrediet” en/of de “crisisschorsing voor bedienden”. Deze tijdelijke wetgeving is in werking getreden op 25 juni 2009.

Om de tijdelijke crisismaatregelen te kunnen toepassen, moet de onderneming via een specifiek formulier bewij-zen dat zij voldoet aan de voorafgaande voorwaarden.

De onderneming moet verbonden zijn door een collec-tieve arbeidsovereenkomst of een goedgekeurd onderne-mingsplan waarin het gebruik van deze maatregelen is vastgelegd en zij moet beschouwd worden als een on-derneming in moeilijkheden:

- hetzij, omdat zij een substantiële daling van minstens 20 % van haar omzet kent;

- hetzij, omdat zij een substantiële daling van minstens 20 % van haar productie kent;

- hetzij, omdat zij een substantiële daling van minstens 20 % van haar bestellingen kent;

- hetzij omdat zij voor haar arbeiders een tijdelijke werk-loosheid wegens economische redenen kent van min-stens 20 % van het totale aantal dagen aangegeven bij de RSZ.