• No results found

De uitkeringstrekkers ten laste van de RVA in hun geheel

24 % 50 jaar en meer

Vergoede werklozen

Werknemers ondersteund door de RVA Werknemers die hun arbeidstijd aanpassen

Evolutie van de sociale uitkeringen

jaarverslag 2009

11

jaarverslag 2009

10

Evolutie van de sociale uitkeringen

jaarverslag 2009

11

jaarverslag 2009

10

..2

In detail: de vergoede werklozen

Groep 1

Vergoede werklozen

in 2009 2008-2009

685 125 + 4,0 % + 26 535

Werkzoekenden

464 032 + 7,3 % + 31 533 waarvan:

Toegelaten op basis van:

- voltijdse arbeid 324 177 + 9,7 %

+ 28 735 - vrijwillig deeltijdse arbeid 27 935 + 1,7 %

+ 479

- bruggepensioneerden 1 976 + 65,2 %

+ 780 Toegelaten op basis van

studies

109 942 + 1,4 % + 1 540

niet-werkzoekenden

221 093 - 2,2 %

- 4 998 waarvan:

Vrijgestelden om sociale en familiale redenen

10 740 - 3,2 % - 357 Vrijgestelde oudere werklozen 94 801 - 6,0 %

- 6 043 Voltijds bruggepensioneerden 115 552 + 1,2 %

+ 1 401

EVOLUTIE 2008-2009

Tussen 2008 en 2009 is het aantal vergoede werklozen met 26 535 eenheden of 4,0 % toegenomen. Dat stemt overeen met een stijging van 31 533 uitkeringstrekkers in de groep van de werkzoekenden (+ 7,3 %) en een daling van 4 998 eenhe-den in de groep van de niet-werkzoekeneenhe-den (- 2,2 %).

VERDELING IN 2009 VOLGENS GESLACHT

GRAFIEK ..VI

In 2009 bestaat de groep van de vergoede werklozen uit 45,4 % vrouwen (310 802) en 54,6 % mannen (374 322). Bij de vrouwen zijn de werkzoekenden (73 %) bijna drie keer zo talrijk als de niet-werkzoekenden, want die laatsten maken slechts 27 % uit van de vrouwelijke vergoede werklozen. Bij de mannen ligt het aandeel niet-werkzoekenden hoger (37 %).

235 777 138 546

Werkzoekenden Niet-werkzoekenden

Mannen

63 % 37 %

228 255 82 548

Vrouwen 27 %

73 %

Evolutie van de sociale uitkeringen werkzoekenden overal toegenomen. De grootste stijging deed zich voor in het Vlaams Gewest (14,6 %). In het Waals Gewest kan worden vastgesteld dat het aantal werkzoekenden in de Duitstalige Gemeenschap er met 9,3 % op vooruit is gegaan.

Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest laat een groei optekenen van 5,3 %, gevolgd door het Waals Gewest met een verhoging van 2,6 % van het aantal werkzoekenden.

Het aantal niet-werkzoekenden blijft in alle gewesten teruglo-pen. Enkel de Duitstalige Gemeenschap vertoont een - zeer lichte - stijging van 0,2 %. De grootste daling komt op reke-ning van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (- 4 %), gevolgd door het Vlaams Gewest met - 2,3 % en het Waals Gewest

In absolute cijfers is het aantal werkzoekenden in het Vlaams Gewest gestegen met 22 260 eenheden, in het Waals Gewest met 5 380 en in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met 3 893 eenheden.

Op één jaar tijd is het aantal niet-werkzoekenden in alle ge-westen gedaald. In absolute cijfers voert het Vlaams Gewest de rangschikking aan met een verlies van 3 194 eenheden ten op-zichte van 2008, terwijl er in het Waals en het Brussels Hoofd-stedelijk Gewest respectievelijk 1 163 en 641 niet-werkzoeken-den minder zijn.

Evolutie van de sociale uitkeringen

jaarverslag 2009

1

jaarverslag 2009

12

Evolutie van de sociale uitkeringen

jaarverslag 2009

1

jaarverslag 2009

12

VERDELING IN 2009 VOLGENS GEWEST

GRAFIEK ..IX

175 185 137 122

Vlaams Gewest 44 %

56 %

77 647 15 239

Brussels Hoofdstedelijk Gewest 16 %

84 %

211 199 68 732

Werkzoekenden Niet-werkzoekenden

Waals Gewest 25 %

75 %

2 117 963

waarvan Duitstalige Gemeenschap 31 %

69 %

Het grootste aandeel niet-werkzoekenden binnen de groep van de vergoede werklozen wordt geregistreerd in het Vlaams Gewest, waar het nochtans als gevolg van de crisis is verkleind van 48 % in 2008 tot 44 % in 2009. In Wallonië is er nog steeds één niet-werkzoekende voor drie werkzoekenden. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bedroeg het percentage niet-werkzoekenden in 2008 amper 18 % van het aantal ver-goede werklozen en dat aandeel is in 2009 verder gekrompen tot 16 %. In de Duitstalige Gemeenschap zijn er 31 niet-werk-zoekenden per 100 vergoede werklozen.

Met andere woorden: in het Vlaams Gewest is bijna één ver-goede werkloze op twee vrijgesteld van het zoeken naar werk en in de Duitstalige Gemeenschap één op drie. In Wallonië gaat het om één werkloze op vier en in Brussel om één werk-loze op zes.

Evolutie van de sociale uitkeringen

jaarverslag 2009

1

jaarverslag 2009

12

Evolutie van de sociale uitkeringen

jaarverslag 2009

1

jaarverslag 2009

12

Groep 1

..2.1

Zoom op

de werkzoekenden

De subgroep "werkzoekenden" van de vergoede werklozen omvat degenen die werden toegelaten tot het recht op uitke-ringen op basis van arbeidsprestaties, en dit zowel voltijds als vrijwillig deeltijds of als bruggepensioneerde, evenals de perso-nen toegelaten op basis van studies.

Wij herinneren eraan dat sommige voltijds bruggepensioneer-den sedert 2006 geen vrijstelling van inschrijving als werkzoe-kende genieten; het gaat nl. om de personen die hun brugpen-sioen hebben bekomen op basis van de erkenning van de werkgever als zijnde in herstructurering of in moeilijkheden, in het kader van een collectief ontslag dat werd aangekondigd na 30 maart 2006 en die gedurende minstens 6 maanden waren ingeschreven in een tewerkstellingscel. In 2009 worden er 1 976 bruggepensioneerden geteld, hetzij 780 meer dan in 2008.

In 2009 telt de subgroep van de werkzoekenden 464 032 gerechtigden op uitkeringen en vertegenwoordigt daarmee 67,7 % van de groep van de vergoede werklozen, d.i. een stij-ging van 2 procentpunten t.o.v. 2008.

Groep 1

Vergoede werklozen

in 2009 2008-2009

685 125 + 4,0 % + 26 535

Werkzoekenden

464 032 + 7,3 % + 31 533 waarvan:

Toegelaten op basis van:

- voltijdse arbeid 324 177 + 9,7 %

+ 28 735 - vrijwillig deeltijdse arbeid 27 935 + 1,7 %

+ 479 - bruggepensioneerden 1 976 + 65,2 %

+ 780 Toegelaten op basis van

studies

109 942 + 1,4 % + 1 540

Evolutie van de sociale uitkeringen

jaarverslag 2009

1

jaarverslag 2009

1

Evolutie van de sociale uitkeringen

jaarverslag 2009

1

jaarverslag 2009

1

EVOLUTIE 2008-2009

VOLGENS TOELAATBAARHEIDSBASIS

TABEL ..II

Werkzoekenden Toegelaten op basis van arbeid

Vrijwillig Bruggepen- Totaal Toegelaten op Totaal

Jaar Voltijds deeltijds sioneerde WZ basis arbeid basis van studies werkzoekenden

2008 295 443 27 456 1 196 324 096 108 403 432 498

2009 324 177 27 935 1 976 354 089 109 942 464 032

200-2009 2  9 0 29 99 1 0 1 

9, % 1, % ,2 % 9, % 1, % , %

Terwijl voor het geheel van de groep van de vergoede werklo-zen een verhoging wordt vastgesteld van 4 %, laat de sub-groep van de werkzoekenden een groei noteren van 7,3 %, wat een toename van 31 533 werklozen betekent. Die toena-me is voornatoena-melijk toe te schrijven aan de mannen, want hun aantal stijgt met 27 910 eenheden of met 13,4 %, terwijl de groei bij de vrouwelijke werkzoekenden beperkt blijft tot 1,6 % of 3 624 eenheden.

De mannen zijn verantwoordelijk voor 82,6 % van de toename van het aantal werklozen toegelaten op basis van arbeid (24 767 op een totaal van 29 993) en voor de volledige stijging van het aantal werklozen toegelaten op basis van studies, aan-gezien de vrouwen hier zelfs een daling van 1 603 eenheden (2,5 %) laten optekenen.

Het toenemend aantal werkzoekende werklozen is vooral merkbaar bij de werklozen toegelaten op basis van arbeid; hun aantal ging er met 9,3 % op vooruit en bij de werklozen toe-gelaten op basis van studies bleef de toename beperkt tot 1,4 %.

Bijgevolg is er bij de werkzoekende vergoede werklozen sprake van een groter aandeel van de uitkeringstrekkers toegelaten op basis van arbeid (van 74,9 % naar 76,3 %), terwijl het aandeel van de werklozen toegelaten op basis van studies is gekrom-pen van 25,1 % tot 23,7 %.

De werklozen toegelaten op basis van voltijdse arbeidspresta-ties ondervinden de grootste impact, want hun aandeel stijgt met bijna 10 % (+ 9,7 % of + 28 735 eenheden). Bij de vrijwil-lig deeltijdse werklozen bedraagt de stijging amper 1,7 %.

Evolutie van de sociale uitkeringen

jaarverslag 2009

1

jaarverslag 2009

1

Evolutie van de sociale uitkeringen

jaarverslag 2009

1

jaarverslag 2009

1

Groep 1

VERDELING IN 2009 VOLGENS GESLACHT

GRAFIEK ..X

189 385 46 392

Op basis van arbeid Op basis van studies

Mannen 20 %

80 %

164 704 63 551

Vrouwen 28 %

72 %

Bij de werkzoekende vergoede werklozen zijn er meer mannen dan vrouwen toegelaten op basis van arbeidsprestaties: 80 % mannen tegen 72 % vrouwen zijn op die basis toegelaten tot het recht op werkloosheidsuitkeringen. Omgekeerd blijven bij-na 3 vrouwen op 10 en 1 man op 5 uitkeringen ontvangen op basis van studies.

VERDELING IN 2009 VOLGENS GEWEST

GRAFIEK ..XI

151 726 23 459 Vlaams Gewest 13 %

87 %

60 082 17 565

Brussels Hoofdst. Gewest 23 %

77 %

142 281 68 918

Op basis van arbeid

Op basis van studies Waals Gewest 33 %

67 %

1 844 273

waarvan Duitstalige Gemeenschap 13 %

87 %

Het Vlaams Gewest heeft het grootste aandeel werkzoekende vergoede werklozen toegelaten op basis van arbeid (87 %);

omgekeerd vertegenwoordigen de werkzoekenden toegelaten op basis van arbeid amper 67 % van alle Waalse werkzoeken-den. Bijgevolg telt het Waals Gewest verhoudingsgewijs 2,5 keer meer werkzoekenden toegelaten op basis van studies (33 % tegen 13 % in Vlaanderen).

Evolutie van de sociale uitkeringen

De volgende grafieken geven de verdeling weer van de werk-zoekende vergoede werklozen volgens leeftijdsklasse en ge-west en voor het hele land. De onderste curve in elk van de grafieken staat voor de evolutie die werd vastgesteld tussen het maandgemiddelde 2008 en het maandgemiddelde 2009.

GRAFIEK ..XII

Evolutie van de sociale uitkeringen

jaarverslag 2009

1

jaarverslag 2009

1

Evolutie van de sociale uitkeringen

jaarverslag 2009

1

jaarverslag 2009

1

Groep 1

In 2008 lieten alle grafieken eenzelfde evolutie zien: een daling in alle leeftijdsklassen, met uitzondering van de klasse van 55 tot –60 jaar, die procentueel een aanzienlijke groei kende: + 20,8 % in het Waals Gewest, + 15,1 % in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en + 13,6 % in het Vlaams Gewest. In 2009 zijn alle leeftijdsklassen getroffen door de toename van de werkloos-heid, maar nog het meest in de leeftijdscategorie van 55 tot - 60 jaar. Voor het land bedraagt de stijging in die leeftijdsklasse 20 %, in Wallonië en Brussel 22,5 % en in Vlaanderen 17,1 %.

Naast die algemene tendens tot een toenemende werkloos-heid bij de 55-60-jarigen, waarbij kan worden gedacht dat de oudere werknemers sneller uit de arbeidsmarkt worden gedre-ven in deze crisisperiode, kan worden vastgesteld dat de evolu-tie sterk verschillend is naargelang van het gewest.

De grafiek van het Vlaams Gewest toont dat de werkloosheids-stijging zich vooral concentreert binnen de jongste leeftijds-klassen: de -25-jarigen groeien aan met 29,1 %, de 25- tot -30-jarigen kennen een stijging van 22,6 % en in de

leeftijds-klasse van 30 tot –35 jaar bedraagt de toename 22,2 %. Dat maakt dat het beeld van de werkzoekende vergoede werklo-zen in Vlaanderen neigt naar de situatie in het Waals Gewest, dat wordt gekenmerkt door een hoge werkloosheid bij de jon-geren en bij de 50-plussers. Het meer structurele karakter van de Waalse werkloosheid zorgt echter niet voor grote verschil-len tussen de toestand in 2008 en die in 2009, met uitzonde-ring van de aanzienlijke verslechteuitzonde-ring in de klasse van 55 tot –60 jaar.

Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt getypeerd door heel veel jonge werkzoekende werklozen en werklozen die volop in de beroepsleeftijd zitten. Bijzonder onrustwekkend is het feit dat 46 % van de Brusselse werkzoekenden behoort tot de leeftijds-groep van 25 tot –40 jaar, terwijl dat percentage in Vlaanderen maar op 34,7 % ligt en in Wallonië op 38,2 %. Zoals dat ook in de andere gewesten het geval is, laat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in 2009 een niet te verwaarlozen werkloosheidsstijging noteren in de leeftijdsklasse van 55 tot –60 jaar.

TABEL ..III

< 20 20 tot 2 tot 0 tot  tot 0 tot  tot 0 tot  tot 0 jaar

jaar -2 jaar -0 jaar - jaar -0 jaar - jaar -0 jaar - jaar -0 jaar en meer Totaal Land

2008 5 246 53 996 61 404 51 992 50 934 49 847 48 956 63 752 39 263 7 109 432 498

2009 5 907 60 597 67 042 56 578 53 767 52 067 50 270 63 071 47 067 7 665 464 032

2008-2009 (in abs. cijfers) 661 6 601 5 639 4 587 2 833 2 219 1 314 -681 7 805 556 31 533

2008-2009 (in %) 12,6 12,2 9,2 8,8 5,6 4,5 2,7 -1,1 19,9 7,8 7,3

Vlaams Gewest

2008 1 783 16 209 18 822 15 786 15 989 17 033 18 033 27 075 19 064 3 129 152 925

2009 2 361 20 862 23 080 19 283 18 391 19 210 19 549 26 723 22 318 3 408 175 185

2008-2009 (in abs. cijfers) 579 4 652 4 258 3 498 2 401 2 176 1 516 -353 3 254 279 22 260

2008-2009 (in %) 32,4 28,7 22,6 22,2 15,0 12,8 8,4 -1,3 17,1 8,9 14,6

Waals Gewest

2008 2 980 30 334 30 311 24 912 24 465 23 688 22 716 28 039 15 336 3 037 205 819

2009 3 039 31 945 31 155 25 150 24 471 23 232 22 450 27 661 18 791 3 306 211 199

2008-2009 (in abs. cijfers) 59 1 611 844 237 6 -456 -266 -378 3 455 269 5 380

2008-2009 (in %) 2,0 5,3 2,8 1,0 0,0 -1,9 -1,2 -1,3 22,5 8,9 2,6

Brussels Hoofdstedelijk Gewest

2008 484 7 452 12 270 11 293 10 479 9 126 8 207 8 637 4 862 943 73 754

2009 507 7 790 12 807 12 145 10 905 9 625 8 271 8 687 5 959 951 77 647

2008-2009 (in abs. cijfers) 24 338 537 852 427 499 64 50 1 096 8 3 893

2008-2009 (in %) 4,9 4,5 4,4 7,5 4,1 5,5 0,8 0,6 22,5 0,8 5,3

Evolutie van de sociale uitkeringen De leeftijdscurven van de subgroep van de werkzoekenden la-ten een totaal verschillend beeld zien naargelang van de toe-laatbaarheidsbasis van de uitkeringstrekkers.

GRAFIEK ..XIII op basis van arbeid Vrouwen toegelaten op basis van studies

Mannen toegelaten op basis van arbeid Mannen toegelaten op basis van studies De personen die zijn toegelaten op basis van studies zijn hoofd-zakelijk jonge mensen - de top van de curve ligt ter hoogte van de 20- tot –25-jarigen -, terwijl de curven van de uitkerings-trekkers toegelaten op basis van arbeidsprestaties hun top pas later bereiken en wel tussen 50 en –55 jaar, en dat zowel bij de mannen als bij de vrouwen.

< 2 jaar 2 jaar

Toegelaten op basis van arbeid in %

Toegelaten op basis van studies in %

Onder invloed van de slechte conjunctuur die nieuwe werklozen deed instromen, gaat het aandeel van de mannen die zijn toege-laten op basis van arbeidsprestaties en die een werkloosheids-duur hebben van minder dan 2 jaar, van 49 % in 2008 naar 56 % in 2009. Bij de vrouwelijke tegenhangers met minder dan 2 jaar werkloosheid klimt het aandeel van 43 % naar 48 %.

Bij de personen toegelaten op basis van studies liggen de per-centages nog hoger als wordt gekeken naar de kortdurig werklozen: 58 % vrouwen en 64 % mannen is minder dan 2 jaar werkloos. In de klassen met een langere werkloosheids-duur worden licht hogere percentages gemeten voor de perso-nen die zijn toegelaten op basis van arbeidsprestaties dan voor de personen toegelaten op basis van studies.

Er wordt een significante daling vastgesteld van het aandeel van de personen met meer dan 2 jaar werkloosheid, en dat ongeacht het geslacht. Zo loopt het aandeel van de vrouwelijke werkzoekenden toegelaten op basis van studies met een werk-loosheidsduur van 2 jaar en meer terug van 46 % tot 42 % en van 57 % tot 52 % voor de vrouwelijke werkzoekenden toe-gelaten op basis van arbeidsprestaties. Hetzelfde geldt voor de mannelijke werkzoekenden toegelaten op basis van studies (36 % tegen 41 %) en op basis van arbeid (44 % tegen 51 %).

Evolutie van de sociale uitkeringen

jaarverslag 2009

19

jaarverslag 2009

1

Evolutie van de sociale uitkeringen

jaarverslag 2009

19

jaarverslag 2009

1

Groep 1

VERDELING IN 2009

VOLGENS STUDIENIVEAU (IN %)

TABEL ..IV

Toegelaten op basis van arbeid Toegelaten op basis van studies Totaal

Studies Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal

Basisonderwijs: lager & 1ste graad secundair 28 24 26 16 12 14 25 21 23

Secundair onderwijs: 2de graad 23 21 22 34 34 34 25 25 25

Secundair onderwijs: 3de graad 25 30 27 33 38 36 26 32 29

Secundair onderwijs: 4de graad 0 0 0 0 0 0 0 0 0

Hoger onderwijs: 1ste cyclus bachelor 5 9 7 5 6 6 5 8 7

Hoger onderwijs: 2de cyclus master 4 4 4 3 3 3 4 4 4

Hoger onderwijs: 3de cyclus doctoraat 0 0 0 0 0 0 0 0 0

Leercontract 4 2 3 3 3 3 4 2 3

Brevetten en getuigschriften 0 0 0 0 0 0 0 0 0

Andere studies 7 6 6 0 0 0 6 4 5

Onbekend 4 3 4 5 4 5 5 3 4

Totaal 100 100 100 100 100 100 100 100 100

Er is weinig verandering te melden wat de verdeling betreft volgens het studieniveau van de werkzoekende vergoede werklozen, tenzij een lichte daling van het aandeel van de werklozen uit het "basisonderwijs: lager & 1ste graad secundair onderwijs"; die afname is te verklaren door het meer structu-rele dan conjunctustructu-rele karakter van de werkloosheid bij men-sen met dit studieniveau.

Eerste vaststelling: de werklozen toegelaten op basis van stu-dies hebben een hoger studieniveau dan de werklozen toege-laten op basis van arbeidsprestaties. Amper 14 % onder hen heeft slechts het niveau gehaald van het "basisonderwijs: lager

& 1ste graad secundair" tegen 26 % van de uitkeringstrekkers toegelaten op basis van arbeid. Zo heeft 36 % van de personen toegelaten op basis van studies een studieniveau van het hoger secundair onderwijs (3de graad) tegen amper 26 % voor de personen toegelaten op basis van arbeidsprestaties.

Tweede vaststelling: de vrouwen hebben over het algemeen een studieniveau dat hoger ligt dan dat van de mannen en dit ongeacht de toelaatbaarheidsbasis.

Evolutie van de sociale uitkeringen

jaarverslag 2009

11

jaarverslag 2009

10

Evolutie van de sociale uitkeringen

jaarverslag 2009

11

jaarverslag 2009

10

..2.2

Zoom op

de niet-werkzoekenden

Het tweede luik van de groep van de vergoede werklozen heeft betrekking op de niet-werkzoekende vergoede werklozen en omvat drie verschillende statuten van personen die zijn vrijge-steld van inschrijving als werkzoekende:

• de vrijgestelden wegens moeilijkheden op sociaal of familiaal vlak;

• de vrijgestelde oudere werklozen;

• de voltijds bruggepensioneerden.

Groep 1

Vergoede werklozen

in 2009 2008-2009

685 125 + 4,0 % + 26 535

niet-werkzoekenden

221 093 - 2,2 %

- 4 998 waarvan:

Vrijgestelden om sociale en familiale redenen

10 740 - 3,2 % - 357 Vrijgestelde oudere werklozen 94 801 - 6,0 %

- 6 043 Voltijds bruggepensioneerden 115 552 + 1,2 %

+ 1 401

EVOLUTIE 2008-2009

Tussen 2008 en 2009 laat de subgroep van de niet-werkzoe-kenden een daling noteren van 4 998 eenheden of 2,2 %. Het aandeel van de niet-werkzoekenden in de groep van de ver-goede werklozen gaat van 34,3 % in 2008 naar 33,6 % in 2009.

Evolutie van de sociale uitkeringen

jaarverslag 2009

11

jaarverslag 2009

10

Evolutie van de sociale uitkeringen

jaarverslag 2009

11

jaarverslag 2009

10

Groep 1

VERDELING IN 2009 VOLGENS GESLACHT

GRAFIEK ..XV

82 548

138 546

Vrouwen Mannen

63 %

37 %

Grafiek XV toont heel duidelijk dat de maatregelen inzake vrij-stelling van inschrijving als werkzoekende niet dezelfde impact hebben op de beide geslachten en vooral ten goede komen van de mannelijke vergoede werklozen: 63 % - bijna twee-derde dus - van de vrijgestelden van inschrijving als werkzoe-kende is een man.

VERDELING IN 2009 VOLGENS GEWEST

GRAFIEK ..XVI

137 122 68 732

15 239 Brussels Hoofdstedelijk

Gewest 7 %

Vlaams Gewest

62 % Waals

Gewest 31 %

Er wordt geen echte evolutie vastgesteld m.b.t. de respectieve aandelen van de werklozen vrijgesteld van inschrijving als werkzoekende. Die aandelen blijven zeer verschillend van ge-west tot gege-west. Het Vlaams Gege-west geniet met 62 % van de niet-werkzoekenden - d.i. bijna twee uitkeringstrekkers op drie - veruit het meest van de maatregelen inzake terugtrekking uit de arbeidsmarkt. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest laat met 7 % een lager percentage noteren dan zijn gewicht binnen de bevolking op beroepsactieve leeftijd.

Evolutie van de sociale uitkeringen

jaarverslag 2009

1

jaarverslag 2009

12

Evolutie van de sociale uitkeringen

jaarverslag 2009

1

jaarverslag 2009

12

..2.2.1

De vrijgestelden om sociale en familiale redenen

Groep 1

Vergoede werklozen

in 2009 2008-2009

685 125 + 4,0 % + 26 535

niet-werkzoekenden

221 093 - 2,2 %

- 4 998 waarvan:

Vrijgestelden om sociale en familiale redenen

10 740 - 3,2 % - 357

Sedert 2005 was het aantal personen met een vrijstelling om sociale en familiale redenen ieder jaar gestegen.

2009 zorgt echter voor een breuk in die evolutie want het aan-tal personen met een vrijstelling om sociale en familiale rede-nen is ten opzichte van 2008 met 3,2 % (-357 eenheden) te-ruggelopen. Hierbij moet wel worden vermeld dat er enkel bij de vrouwen een afname kon worden vastgesteld (- 3,5 %), want de mannen laten een toename noteren van 3,2 %. Toch wordt dat statuut nog steeds quasi uitsluitend bevolkt door vrouwen (96 % vrouwen), aangezien er in 2009 amper 422 mannelijke werklozen in dat statuut werden geteld.

DE VRIJGESTELDEN OM SOCIALE EN FAMILIALE REDE-NEN VOLGENS GEWEST

GRAFIEK ..XVII

Brussels Hoofdstedelijk Gewest

9 %

Vlaams Gewest

54 % Waals

Gewest 37 %

In 2009 woont 54 % van de gerechtigden op dergelijke vrij-stelling in het Vlaams Gewest, 37 % in het Waals Gewest en 9 % in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Na de status-quo in 2008 laat het Vlaams Gewest in 2009 een relatief grote daling (- 7,9 % of - 498 eenheden) optekenen van het aantal werklo-zen die zijn vrijgesteld om sociale en familiale redenen.

Het Waals en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zien beide hun aantal vrijgestelden om sociale en familiale redenen aangroeien met 68 eenheden, wat voor Wallonië neerkomt op een toename van 1,7 % en voor Brussel op een stijging van 7,5 %.

Evolutie van de sociale uitkeringen

jaarverslag 2009

1

jaarverslag 2009

12

Evolutie van de sociale uitkeringen

jaarverslag 2009

1

jaarverslag 2009

12

Groep 1

DE VROUWELIJKE VRIJGESTELDEN OM SOCIALE EN FAMILIALE REDENEN VOLGENS STUDIENIVEAU EN TOELAATBAARHEIDSBASIS

GRAFIEK ..XVIII

Lager & 1ste graad sec. Sec. ond.: 2de graad Sec. ond.: 3de graad Sec. ond.: 4de graad Hoger ond.: 1ste cyclus bachelor Hoger ond.: 2de cyclus master Leer- contract

0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50

13 13 27 28 36 23 44 40 33 1 0 0 8 6 10 3 3 5 3 3 2

Vrouwelijke vrijgestelden om soc. en fam. redenen Vrouwen op basis van studies

Vrouwen op basis van arbeid in %

Wanneer het studieniveau van de vrouwelijke werklozen met een vrijstelling om sociale en familiale redenen wordt vergele-ken met dat van de vrouwelijke vergoede werklozen toegela-ten op basis van studies en met dat van de vrouwelijke ver-goede werklozen toegelaten op basis van arbeidsprestaties, stelt men vast dat de vrouwelijke vrijgestelden om sociale en familiale redenen over het algemeen een hoger studieniveau hebben.

Bijna 60 % van de vrouwelijke werklozen die zijn vrijgesteld om sociale en familiale redenen (59 %) heeft minstens een di-ploma van het secundair onderwijs van de 3de graad tegen 51 % voor de vrouwelijke vergoede werklozen toegelaten op basis van studies en 50 % voor zij die zijn toegelaten op basis van arbeid.

Bij de vrouwelijke werklozen toegelaten op basis van arbeid wordt niet enkel het hoogste percentage "basisonderwijs: la-ger en 1ste graad secundair" (27 %) opgetekend, maar ook het hoogste percentage gediplomeerden van het universitair en niet-universitair hoger onderwijs (15 %).

Evolutie van de sociale uitkeringen

Vrijgestelde oudere werklozen 94 806 - 6,0 % - 6 043 Voltijds bruggepensioneerden 115 552 + 1,2 %

+ 1 401

In de loop der jaren is gebleken dat de evolutie van de vrij-stelling voor oudere werklozen en die van het brugpensioen onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. De aanzienlijke groei van de vrijstellingen voor oudere werklozen hing nauw samen met het strenger worden van de toekenningsvoorwaarden van het brugpensioen voor mensen jonger dan 58 jaar (KB van 07.12.1992). Er wordt hierbij aan herinnerd dat het conventio-neel brugpensioen een stelsel is dat sommige oudere werkne-mers, in geval van ontslag, de mogelijkheid biedt een aanvul-lende vergoeding te genieten ten laste van de werkgever of van een in de plaats tredend fonds. Het conventioneel brug-pensioen is dus geen vervroegd brug-pensioen, maar een stelsel van volledige werkloosheid, gepaard gaande met een aanvullende vergoeding.

Het statuut van vrijgestelde oudere werkloze kent een forse groei als gevolg van de versoepeling van de toekenningsvoor-waarden op 1 december 1995. Maar sedert 1 juli 2002 wordt dat statuut echter serieus afgeremd aangezien de werklozen die nog geen 58 jaar zijn, in principe ingeschreven moeten blij-ven als werkzoekende. In de loop van 2009 wordt de daling van het aantal vrijgestelde oudere werklozen, die in 2003 werd ingezet, voortgezet. In 2009 bedraagt de afname 6 043 een-heden of 6,0 % in vergelijking met 2008.

Het aantal bruggepensioneerden, dat sedert 1992 terugliep, maar in 2003 opnieuw is gaan stijgen, heeft zijn groei in 2009 voortgezet met een lichte verhoging van 1,2 % of 1 401

Het aantal bruggepensioneerden, dat sedert 1992 terugliep, maar in 2003 opnieuw is gaan stijgen, heeft zijn groei in 2009 voortgezet met een lichte verhoging van 1,2 % of 1 401