• No results found

GIDS VOOR DEN LEZER VAN HET GOEDE BOEK 175 cultuur, eveneens uit binnen en buitenland De populaire amusementslite-

Anthonie Donker als cultureel leider

4.2. GIDS VOOR DEN LEZER VAN HET GOEDE BOEK 175 cultuur, eveneens uit binnen en buitenland De populaire amusementslite-

ratuur ontbrak ook in Critisch Bulletin zo goed als volledig.

Opmerkelijk afwezig in het Critisch Bulletin is de poëzie. Dat is des te opvallender aangezien Donker zelf dichter was en buiten Critisch Bulle-

tin voornamelijk over poëzie schreef, als wetenschapper en als criticus. Zo

verzorgde hij sinds februari 1930 de ‘Kroniek van de poëzie’ in Den Gulden

Winckel.58 Donker had wel degelijk de bedoeling om in het Critisch Bulletin

ook aandacht te besteden aan poëzie. Het plan was om zijn rubriek in Den

Gulden Winckel op termijn in zijn eigen tijdschrift op te nemen, of in geval

van nood in De Stem. In een brief aan Van Tricht schreef Donker hierover: Wat de poëziekroniek betreft, ik ben tenvolle bereid die naar Stem of Bulletin over te brengen en bewust, dat dit ons belang is, maar mijn overtuiging is, dat dit alléén kan als er evenveel plaatsruimte voor beschikbaar zou zijn als in de Gulden Win- ckel; voor een principieele en systematische campagne als ik in de poeziekroniek begonnen ben, heb ik die plaatsruimte noodig, wil het werk tot zijn recht komen en essayistisch van meer dan journalistieke beteekenis zijn.59

Korte, incidentele recensies zouden dus onvoldoende recht doen aan het belangwekkende genre van de poëzie. Slechts een uitgebreide kroniek van een gezaghebbend criticus als Donker zou volstaan, maar daarvoor bood het

Critisch Bulletin onvoldoende ruimte. Toen het aantal pagina’s met ingang

van de tweede jaargang uitgebreid werd, kozen Donker en Van Tricht er echter voor om de aandacht van het tijdschrift te verbreden tot non-fictie. Donkers poëziekroniek werd in het voorjaar van 1931 overgebracht naar De

Stem, waarin meer plaats was voor langere rubrieken.60 De twee tijdschriften

naderden elkaar dus.

Naast recensies bevatte het Critisch Bulletin langere informerende ar- tikelen over literaire onderwerpen, waaronder bio- en bibliografische por- tretten van uiteenlopende levende en overleden schrijvers. Het betrof niet alleen grote internationale namen zoals de Nobelprijswinnaars Pearl Buck en Ivan Boenin, maar ook bekende Nederlandse auteurs als Israël Querido en Alie Smeding en dichters als Slauerhoff en Hélène Swarth. Gaandeweg werden verschillende kortere rubrieken in het Critisch Bulletin opgenomen

58Aanvankelijk benaderde hoofdredacteur Kramers hem voor de Kroniek van het proza, maar dat leek Donker moeilijk verenigbaar met zijn werk voor het Critisch Bulletin. Hij stelde voor de Kroniek van de poëzie op zich te nemen, waarmee Kramers akkoord ging. Donker werd gelijk met Houwink aangesteld. Zie brieven Wijnand Kramers aan Anthonie Donker, 16 en 26 december 1929 en brief Anthonie Donker aan Wijnand Kramers, 18 december 1929.

59Brief Anthonie Donker aan Jan van Tricht, 3 december 1930. 60

Vergelijk brieven Anthonie Donker aan Jan van Tricht, 29 januari 1931, Anthonie Donker aan Wijnand Kramers, 26 januari 1931, Wijnand Kramers aan Anthonie Donker 3 februari 1931.

521877-L-bw-Keltjens 521877-L-bw-Keltjens 521877-L-bw-Keltjens 521877-L-bw-Keltjens Processed on: 15-8-2018 Processed on: 15-8-2018 Processed on: 15-8-2018

Processed on: 15-8-2018 PDF page: 182PDF page: 182PDF page: 182PDF page: 182

die aandacht besteedden aan de literaire actualiteit, waarmee het tijdschrift een wat sterker journalistiek karakter kreeg. Enkele voorbeelden zijn de ru- briek ‘Critische Curiosa’ met nieuwtjes, citaten en korte opiniestukken van de hand van Donker zelf, de ‘Periscoop’ met boekaankondigingen en zeer korte recensies (soms slechts enkele regels) en ‘Uit de werkplaatsen’ met vooraankondigingen van nieuwe publicaties.61 Ook introduceerde het Cri-

tisch Bulletin in maart 1933 de ‘Tribune der lezers’ die door de redactie werd

opengesteld voor ‘meeningen van lezers over boeken, over litteraire verschijn- selen, stroomingen en toestanden, over den litterairen, den zakelijken en den menschelijken inhoud van boeken.’62De rubriek sloot aan bij het streven om lezers te stimuleren tot literaire oordeelsvorming. In de praktijk werd de ru- briek grotendeels gevuld met bijdragen van schrijvers of anderszins bij het boekenvak betrokkenen. Zo schreef de uitgever J. Tersteeg een artikel over de onverschilligheid van oudere lezers jegens de roman, publiceerde Jef Last een oproep namens het socialistische schrijverscollectief ‘Links Richten’, en verschenen er recensies en commentaren van de hand van bekende en minder bekende auteurs als W.L. Leclercq, V.E. van Uytvanck en H. Laman Trip-de Beaufort.63 Het tijdschrift werd klaarblijkelijk veel gelezen door schrijvers.

Met deze afwisseling van vrij korte informerende recensies en rubrieken en de brede blik op de literaire actualiteit in binnen- en buitenland beschikte het Critisch Bulletin over een modern-journalistiek profiel. Het compacte formaat, de eenvoudige, strakke opmaak van kaft en binnenwerk en het ontbreken van afbeeldingen droegen daaraan verder bij. Met dit profiel on- derscheidde het blad zich van de bestaande algemeen-culturele tijdschriften die zich bezighielden met literaire voorlichting. Alleen al het zakelijke ‘bulle- tin’ creëerde een totaal andere sfeer dan de gemoedelijke, negentiende-eeuwse huiselijkheid die titels als Eigen Haard, Elsevier’s Geïllustreerd Maandschrift en Den Gulden Winckel opriepen.

Tegelijkertijd waakte Donker ervoor de kwaliteit hoog te houden die het

Critisch Bulletin in zijn ogen juist onderscheidde van de dagbladjournalis-

tiek en de bestaande recensietijdschriften met een journalistiek karakter, zoals De Litteraire Gids (sinds 1927), Boekennieuws (sinds 1919) en Den

Gulden Winckel.64 In zijn brieven aan Van Tricht karakteriseerde hij dit

soort tijdschriften als veelomvattend, maar zonder enige diepgang: het kri- tisch oordeel in deze bladen was oppervlakkig en daarmee van onvoldoende niveau.65 De keuze voor een journalistiek profiel betekende dus een zeker

61‘Critische Curiosa’ verscheen vanaf februari 1930, ‘Periscoop’ verscheen vanaf septem- ber 1931 en ‘Uit de werkplaatsen’ vanaf maart 1932.

62Anthonie Donker: Tribune der lezers, in: Critisch Bulletin 1933, p. 94.

63Respectievelijk Critisch Bulletin 1937, p. 91-93; Critisch Bulletin 1933, p. 236-237;

Critisch Bulletin 1933, p. 124-125; Critisch Bulletin 1934, p. 136-138; Critisch Bulletin

1938, p. 301-303. 64

Vergelijk: Keltjens: ‘Evenknie van de buitenlandsche organen’ (zie v. 99, p. 51), p. 30- 31.

521877-L-bw-Keltjens 521877-L-bw-Keltjens 521877-L-bw-Keltjens 521877-L-bw-Keltjens Processed on: 15-8-2018 Processed on: 15-8-2018 Processed on: 15-8-2018

Processed on: 15-8-2018 PDF page: 183PDF page: 183PDF page: 183PDF page: 183

4.2. GIDS VOOR DEN LEZER VAN HET GOEDE BOEK 177

Outline

GERELATEERDE DOCUMENTEN