• No results found

Hoofdstuk 8 Allochtoon ondernemerschap als economische impuls in Kanaleneiland

9.2 Beantwoording van de deelvragen

9.2.5 Lessen voor Kanaleneiland

De laatste deelvraag van dit onderzoek gaat in op de lessen die geleerd kunnen worden van de situatie in Den Haag.

Welke lessen zijn te leren uit het succes van het allochtoon ondernemerschap in de drie Haagse wijken voor de verbetering van de sociaal-economische positie van Kanaleneiland?

Welke succesfactoren uit de Haagse wijken zijn toe te passen op Kanaleneiland? Beide cases zijn geanalyseerd aan zowel de aanbod- als vraagzijde van de markt om een goed beeld te krijgen van de situatie. Hierbij is rekening gehouden met de verschillen tussen beide gebieden. De Haagse wijken zijn immers grotendeels vooroorlogs, terwijl Kanaleneiland naoorlogs is. Gebleken is dat dit de nodige invloed heeft op de economische bedrijvigheid in een gebied.

In het onderzoek is er voor gekozen om de aanwezige kansen in Kanaleneiland te koppelen aan de succesfactoren uit Den Haag. Zo ontstonden er tien kansen onder te verdelen in drie categorieën, namelijk vertrouwen en communicatie, vastgoed en faciliteiten en voorzieningen en evenementen. De eerste gaat in op het winnen van het vertrouwen van de ondernemer, het belang van persoonlijk contact en het tonen van aandacht en het bieden van kleine concrete verbeteringen voor de wijk. De tweede categorie speelt op eigendom van vastgoed, goedkope bedrijfsruimte met een

informatiesteunpunt, ruimtevragende initiatieven en de clustering van de detailhandel in. Nadat er aandacht is besteed aan het draagvlak voor de plannen moet er worden gezorgd voor voldoende ruimte en faciliteiten voor economische bedrijvigheid. Pas daarna kan men zich bezig gaan houden met de derde categorie voorzieningen en evenementen. De basis is dan gelegd om meer kapitaalkrachtige mensen in de wijk vast te houden en aan te trekken. Er kan een verbeteringsslag van bestaande voorzieningen gaan plaatsvinden en er kunnen nieuwe voorzieningen ontstaan. Van belang hierbij is dat ze aansluiten bij de wensen en behoeften van de bestaande, maar ook bij de eventuele nieuwe bewoners van Kanaleneiland. Grote evenementen kunnen inspelen op dé kans van de wijk, zijn multi-etniciteit. Samenwerking tussen de verschillende culturen schept een positief beeld van de wijk. Deze imagoverbetering is datgene waar de wijk zo behoefte aan heeft. Hiervoor zal de media moeten worden ingeschakeld. De succesfactoren in Den Haag en good practices elders in het land functioneren hierbij als voorbeelden voor concrete maatregelen die in de wijk moeten worden genomen. Hierbij is van groot belang dat de juiste personen en instanties worden ingezet voor de juiste taak. Helaas bestaat er geen blauwdruk van hoe projecten zeker tot succes gaan leiden. Met dit onderzoek is een eerste stap gezet, maar veel zaken moeten toch in de praktijk worden uitgevonden. Elke situatie is immers anders en verdient daarom maatwerk. 9.3 Doelstelling

De volgende vraag is of de gestelde doelen van dit onderzoek zijn behaald. De doelstelling luidt:

Kennis genereren over de manier waarop de positieve invloed van allochtoon ondernemerschap op de lokale economie kan worden gestimuleerd, teneinde een advies te kunnen geven over de beleidsvorming omtrent de versterking van de wijkeconomie in

Kanaleneiland.

Deze doelstelling is opgesplitst in drie delen, namelijk een theoretische, empirische en praktische doelstelling. In hoeverre zijn deze doelstellingen gehaald? De theoretische doelstelling heeft betrekking tot het boven tafel krijgen van succesfactoren voor allochtoon ondernemerschap door te kijken naar de vraag- en aanbodzijde van de markt. Deze doelstelling is behaald. Door het mixed embeddedness concept, en de nodige aanvullingen, in te zetten als analysekader heeft er zowel aan de aanbod- als vraagzijde van de markt een uitgebreide analyse plaatsgevonden. Zo is er duidelijkheid gekomen over wat er goed gaat en wat er beter kan. Hieruit zijn de succes- en leerfactoren gedestilleerd die tot het uiteindelijke advies voor Kanaleneiland hebben geleid.

De empirische doelstelling is door diepgaande analyse een duidelijk beeld krijgen van de situatie waarin de allochtone ondernemer zich in de drie Haagse wijken en in Kanaleneiland bevindt. Ook deze doelstelling is gehaald. Het analysekader van dit onderzoek heeft variabelen voortgebracht die een breed beeld hebben gegeven van de situatie van de ondernemer. Daarbij hebben de gesprekken met de instanties en de ondernemers geholpen om een diepgaander inzicht in de situatie te verkrijgen.

Tot slot de derde doelstelling, namelijk een advies uitbrengen over welke aspecten relevant zijn voor het stimuleren van allochtoon ondernemerschap in Kanaleneiland. Ook deze doelstelling is gehaald. Naar aanleiding van de analyse van beide cases en het destilleren van succesfactoren is er een advies tot stand gekomen. De kansen in Kanaleneiland zijn gekoppeld aan de succesfactoren en zo zijn er concrete maatregelen voor de wijk opgesteld.

9.4 Reflectie

In deze paragraaf zal er een reflectie worden gegeven op het gedane onderzoek. Deze reflectie heeft een inhoudelijke, methodologische en maatschappelijke invalshoek.

9.4.1 Inhoud

Het gedane onderzoek is erg breed. Dit is niet zo vreemd, aangezien er een totaalbeeld van de situatie van de allochtone ondernemer is geschetst. Allerlei aspecten aan de

vraag- en aanbodzijde van de markt zijn bekeken. Het mixed embeddedness concept heeft een breed palet aan variabelen geboden om het ondernemerschap zo goed mogelijk in beeld te brengen. Kijkende naar de bereikte doelstellingen dan valt te concluderen dat het mixed embeddedness concept het juiste analysekader voor dit onderzoek heeft geboden.

Er is een brede analyse gegeven van het allochtoon ondernemerschap en hoe deze te stimuleren. Hierbij zijn zowel ondernemers als instanties aan het woord gekomen om de nodige verdieping mogelijk te maken. Dit is goed gelukt, in die zin dat duidelijk is geworden waar knelpunten liggen en waar het goed gaat. De vraagstelling is naar behoren beantwoord en de doelstelling is behaald. Dit betekent niet dat het onderwerp hiermee afgesloten is. Duidelijk is geworden dat allochtoon ondernemerschap en zijn invloed op de wijkeconomie een complex onderwerp is. Daarbij verschilt de situatie per probleemwijk. Elke variabele van het analysekader zou diepgaander onderzocht kunnen worden. Vooral die variabelen die af zijn geweken van de verwachtingen voortkomend uit het literatuuronderzoek. Verder zijn er tijdens het onderzoek genoeg andere vragen gerezen die tot vervolgonderzoek zou kunnen leiden. Deze zullen in paragraaf 9.5 worden behandeld.

9.4.2 Methodologie

Voor dit onderzoek is er gebruik gemaakt van inhoudsanalyse, interviews en vragenlijsten. Alleen de gesprekken met de allochtone ondernemers hebben tot problemen geleid. De bereidheid om mee te werken was zeer gering. Bij voorbaat was hier al over nagedacht en zijn de vragenlijsten simpel en eenvoudig te beantwoorden gehouden. Ze waren zo opgesteld dat ze ter plekke konden worden afgenomen, maar achterlaten bij de ondernemer was ook een mogelijkheid. De begrijpelijkheid van de vragen was niet zozeer het probleem. Al waren er enkele ondernemers die teveel moeite hadden met de Nederlandse taal om een vragenlijst in te vullen of een gesprek aan te knopen. Het probleem zat hem vooral in het benaderen en de medewerking van de ondernemer. Ondernemers gaven vaak aan dat ze al zo vaak vragenlijsten hadden ingevuld, dat ze het nut er niet meer van in zagen. Ook werd er veel door de ondernemers beloofd en niet nagekomen. De achtergelaten vragenlijsten werden maar zeer sporadisch ingevuld. Opvallend was wel dat, als ondernemers geen zin hadden in een vragenlijst, een gewoon praatje wel aansloeg. Door interesse te tonen in de situatie en niet meteen met een vragenlijst te wapperen toonden de ondernemers veel meer bereidheid om te praten over hun situatie en de problematiek in de wijk. Dit werden vaak vrij persoonlijke, en soms ook emotionele, gesprekken. Hieruit blijkt dat het van groot belang is om stil te staan bij hoe een allochtone groep het beste kan worden benaderd. De problemen waar tegenaan is gelopen, bij het verzamelen van het empirisch materiaal, kan een praktische aanvulling betekenen op de manier waarop men etnografisch onderzoek uit zou kunnen voeren. Het biedt eveneens inzichten in hoe ondernemers benaderd dienen te worden voor het opzetten van toekomstig beleid.

Het kan dus zeker niet worden gezegd dat de gekozen methode de verkeerde was. Het blijkt immers dat grootschalige enquêtes helemaal geen respons op zouden hebben geleverd. Ook afspraken maken voor diepte-interviews zou geen goede oplossing zijn geweest, aangezien ondernemers druk zijn en geen zin hebben om ergens veel tijd in te steken terwijl ze er geen direct resultaat van zien. Het is gebleken dat regelmatig face-to-face contact zoeken en interesse tonen meer zoden aan de dijk zet. En hier is tijdens het verzamelen van het empirisch materiaal goed op geanticipeerd. Wel was het dus zeer moeilijk om een aantal vragenlijsten bijeen te krijgen. Als er meer mensen bereid waren geweest om mee te werken dan hadden er nog betrouwbaardere uitspraken in dit onderzoek opgenomen kunnen worden.

9.4.3 Maatschappelijk

Dit onderzoek is mede tot stand gekomen door Onderzoeksbureau Labyrinth. Bij dit bureau heb ik dit onderzoek vorm kunnen geven. Deze onderzoeksstage is dé manier geweest om het onderzoek niet in een lade te laten belanden. Bovendien heb ik zo de kans gekregen om het onderzoek in een nog breder kader te zetten. Zo heb ik mee

mogen werken aan een workshop met betrekking tot de stimulatie van allochtoon ondernemerschap voor de versterking van de wijkeconomie en heb ik deelgenomen aan congressen met onderwerpen als allochtoon ondernemerschap en microkrediet onder vrouwen. Op deze manier is het eenvoudiger om een goed beeld te vormen van hoe instanties en overheidsinstellingen werken en op welke manier zij zich inzetten voor het allochtoon ondernemerschap.

Natuurlijk staat het onderwerp nu behoorlijk hoog op de agenda sinds minister Vogelaar een lijst heeft opgezet met veertig probleemwijken in Nederland die extra aandacht en ondersteuning verdienen. Door deze actualiteit en contacten via mijn stage, met instanties en overheidsinstellingen, is er extra interesse ontstaan in dit onderzoek. Dit kan positieve gevolgen hebben voor de wijk Kanaleneiland. Er wordt immers aandacht gevestigd op de wijk en de aanwezige problematiek. Misschien dat verdere interesse wordt gewekt naar aanleiding van dit onderzoek en dat er daadwerkelijk meer op het allochtoon ondernemerschap wordt ingezet om de wijkeconomie in Kanaleneiland te stimuleren. Het is nu het juiste moment.

9.5 Vervolgonderzoek

Zoals hierboven vermeld biedt dit onderzoek een brede basis voor vervolgonderzoek. Verstandig is om dit vervolgonderzoek zo spoedig mogelijk plaats te laten vinden. De probleemwijken zijn actueel en de kritiek die is geweest op het tekort aan aandacht voor wijkeconomie in de wijkactieplannen heeft het nodige effect gehad. Het onderwerp allochtoon ondernemerschap is ’hot’. Als je wat wilt bereiken, of het nou om onderzoek en beleid gaat of iets anders, dan moet je het ijzer smeden wanneer het heet is.