• No results found

Landgoed Het Nijenhuis

In document IJskelders in Salland 2010-2011 (pagina 52-57)

4. Inventarisatie van 10 ijskelders

4.7 Landgoed Het Nijenhuis

Het Nijenhuis wordt al in het jaar 1382 vermeld als Otto van Bymmen door de bisschop van Utrecht beleend met het ‘goet ten Nijenhuys, geleghen in den kerspel van Wijhe’. Rond 1450 doet Evert van Wythmen zijn intrede op ‘Het Nienhuys’. Een generatie later, in 1487, komt het geslacht Van Ittersum op het Nijenhuis terecht. In 1687 zorgt Robert van Ittersum dat de havezate zijn huidige verschijningsvorm krijgt met onder andere twee vooruitspringende vleugels. Na de van Ittersums bewonen de Bentincks lange tijd Het Nijenhuis gevolgd door de families von Knobelsdorff en daarna Van Pallandt. In 1957 neemt dr. Dirk Hannema (1895-19840), oud-directeur van Museum Boymans-van Beuningen te Rotterdam, het Nijenhuis over van de familie Ankersmit uit Deventer en werd de Hannema- De Steurs Fundatie in Het Nijenhuis ondergebracht.

Later ging Het Nijenhuis over in handen van de provincie Overijssel. In tuin en park staan veel beeldhouwwerken van Ossip Zadkine (1890-1967), Charlotte van Pallandt (1898-1987), Ludwig Wenckebach (1860-1937) en Titus Leeser 1903-1996), maar ook beelden uit de zeventiende- , achttiende- en negentiende eeuw. Het Museum de Fundatie huurt Het Nijenhuis van de Provincie Overijssel (Goïnga, 2003 p. 68).

Het hoofdgebouw is in verschillende bouwfasen tot stand gekomen en bestaat uit een

112

Onderzoek/veldwerk ter plaatse. De kelder is door auteur uitvoerig geïnspecteerd 12.07.2010, 16.05.201, 10.06.2011 en 23.06.2011 d.m.v. meet en veldwerk. Hierna heeft i.s.m. ijskelderspecialist en bouwarcheoloog Th. J. Wit nogmaals veldonderzoek met metingen gedaan tussen 03.06.2011 en 23.06.2011.

113

53 hoofdvleugel met twee haaks naar voren springende zijvleugels. De linker (oost)vleugel en de hoofdvleugel zijn gedeeltelijk opgetrokken in rode baksteen, die, evenals het andere

voorkomende metselwerk, op een voor de zeventiende eeuwse stichtingsdatum wijzen (Ter Kuile,1974).

In 1870 verrees aan de achterkant de zeskantige toren, geïnspireerd op het torentje aan de Vijverberg te Den Haag (Olde Meierink et al, 1995 p.51).

Het landgoed omvat 45 ha en het bestaande lanenstelsel dateert uit omstreeks 1680. In de achttiende eeuw werd het Grand Canal in de as van het huis vergraven tot een slingerende waterloop. Aan het einde van de negentiende eeuw werd het huis opnieuw verbouwd tot het huidige kasteel. In de tuin werd omstreeks 1890 een berceau114 aangeplant en een druivenkas gebouwd. In 1988/1989 is door Frans Beune een herstelplan voor het landgoed gemaakt. Het

Grand Canal werd in ere hersteld en achter het huis ontstond een formele tuin met beelden. Behalve de formele tuin is er ook een parkachtige buitentuin aangelegd volgens het principe van de Engelse landschapstuin (Oldenburger-Ebbers, 1995).

In het kasteel en de beide bouwhuizen is een collectie moderne kunst te bezichtigen, die de laatste particulier bewoner Dr. D. Hannema verzamelde.

Afb.59 Het Nijenhuis 8.04.1911. Kastelen in Overijssel in ansichten, toen de meeste ijskelders nog in werking waren (bron: http://ansichten.kasteleninoverijssel.nl/

114

54

De ijskelder van Het Nijenhuis

Van de ijskelder van Het Nijenhuis is slechts een fundament overgebleven. In de jaren

negentig van de 20ste-eeuw werd de fundering blootgelegd. Onderzoek om te achterhalen hoe deze ijskelder er uit heeft gezien, heeft geen uitgangspunt voor reconstructie opgeleverd. Wel is door het onderzoek de wens ontstaan om iets te doen met deze fundering.

De provincie Overijssel, eigenaar van het landgoed en Museum de Fundatie, gebruiker van het kasteel, heeft het plan opgevat de fundering van de voormalige ijskelder te

conserveren en als aanleiding te gebruiken voor het op een educatieve wijze informeren van bezoekers over ijs door de tijd heen, ijskelders en het landgoed Nijenhuis.

De fundering van de ijskelder ligt aan Het Nijenhuis 10, 8131 RD Heino/Wijhe, gemeente Raalte. Het Nijenhuis, kasteel, westelijk- en oostelijk bouwhuis, tuin, park en landgoed zijn een Rijksmonument met Monumentnummers: 492703 t/m 492725. De fundamenten van de ijskelder vallen buiten de bescherming van rijkswege. De coördinaten van de locatie van de voormalige ijskelder zijn: 52°24'58"NB, 6°12'51"OL.

Bouwgeschiedenis en huidig gebruik

Gegevens met betrekking tot de bouwgeschiedenis, zoals bouwtekeningen en archiefstukken, ontbreken. In 1995 werd bij grondwerkzaamheden de fundering blootgelegd. De ijskelder is waarschijnlijk vanwege de hoge grondwaterstand vrijwel geheel bovengronds aangelegd geweest en afgedekt met een laag zand. Het hoenderhok, ca. 180 cm westelijk van de ijskelder, was vermoedelijk gelijktijdig met de ijskelder in gebruik. Dit gebouw in laat 19de-eeuwse chaletstijl werd bewust als schilderachtige stoffering gebouwd, zodat de heuvel en toegang van de puur functionele ijskelder aan het zicht werd onttrokken en niet

meer te ervaren was vanuit de kasteeltoren. De rechthoekige voorbouw of afdak, dat mogelijk voor de sluis van de ijskelder stond, zou ook die functie gehad kunnen hebben. De nog

overgebleven fundering van de ijskelder bestaat uit een fundament van fors rood bakstenen muurwerk. Het grondplan heeft een rechthoekige vorm. Aan de noordzijde, de

grachtkant, was een rechthoekige sluis aangebouwd, waarvan de rood bakstenen

vloerbasis nog bewaard was gebleven. Tegen de ijskelder aan de oostzijde was een aanbouw aanwezig met een rechthoekig grondplan. In 2007 zijn de fundamenten afgedekt met

betonplaten, die onderdeel zijn van een kunstwerk en om de fundamenten te conserveren. Het exacte bouwjaar van de ijskelder van Het Nijenhuis is niet bekend, maar op basis van

55 periode in het bezit van de familie Von Knobelsdorff - Van Pallandt. Deze niet onbemiddelde familie hield er een luxueuze huishouding op na. Zij zijn ook verantwoordelijk voor veel van de verbouwingen en wijzigingen aan zowel het kasteel als het omliggende landgoed. In de winter van 1927-1928 werd de ijskelder waarschijnlijk voor het laatst gevuld. Later werd het ijs van de melkfabriek in Heino gehaald. De ijskelder werd daarna tot op de fundamenten gesloopt, maar een exact jaar is onbekend.

In 2006 is architectenbureau De Leeuw van Zanten door de provincie Overijssel benaderd met de vraag om een presentatie van de ijskelder op het landgoed Het Nijenhuis te maken. Gekozen werd voor een ontwerp van de kunstenaar Martin Borchert, dat in 2007 werd uitgevoerd en heden nog is te zien.

Beschrijving; typologie, afmetingen, gebruikte materialen

Het grondplan van de ijskelder bestond uit drie bouwdelen; een noord- zuid georiënteerde rechthoek van ca. 602 cm x 540 cm met aan de noordzijde een rechthoekige basis van een aanbouw van ca. 256 cm breed en 180 cm diep, waarvoor een vermoedelijk open afdak van ca. 500 cm breed en 180 cm diep heeft gestaan. Aan de oostzijde was een andere rechthoekige aanbouw van ca. 430 cm breed (oost) x 560 cm (noord- en zuidzijde). De grote rechthoek vormde de ijskelder en de kleinere noordelijke rechthoek was de basis van een sluis of portaal. Met het oostelijk deel vormden deze drie bouwdelen mogelijk een bouwwerk. Het rood bakstenen kelderfundament, dat rond gaand 5 strekken

breed was, binnen de rechthoek van ca. 490 cm x 560 cm en verhief zich 2- 4 steenlagen boven het maaiveld. Hierboven zette 3 lagen hoog 4 strekken breed muurwerk zich voort, waardoor sprake was van een halfsteens versnijding aan beide zijden van het fundament. Het is mogelijk dat nogmaals sprake was van een versnijding van het fundament, waardoor het opgaande werk 3x-steens geweest kan zijn. Afgaande op de zware fundering is het mogelijk dat de kelder een tongewelf gehad heeft. Ter hoogte van ca. 80-100 cm van het 3x-steens brede muurwerk bevond zich dan de aanzet van het steens tongewelf, waarna dubbelsteens metselwerk zich uitgevuld tot het gewelf loodrecht voortzette en samen met de opgeworpen aarde dekking tegen de muren het tongewelf tegendruk gaven.

Het portaal was asymmetrisch geplaatst tegen de korte noordelijke zijde van de kelder; van oost naar west waren de maten circa 9 steenkoppen of 100 cm, portaal ca. 22 koppen of 240 cm en dan 12 koppen of 130 cm. Op de fundering van het portaal waren nog sporen en resten van 3 steenlagen hoog steens muurwerk zichtbaar. De opgaande muren van het portaal

56 waren vermoedelijk in steens metselwerk uitgevoerd en een dekking met een halfsteens

tongewelf is ook hier mogelijk geweest. De oostelijke aanbouw had een vertinde halfsteens fundering, die 2-3 steenlagen boven de kelderfundering uitstak. Het lijkt een later

toegevoegde voetmuur waarop mogelijk een houten constructie was geplaatst. De functie van dit oostelijk bouwdeel is niet duidelijk en ook is het de vraag hoe een en ander samen kon gaan met de ijskelder, die een aanzienlijke isolerende (aarden) dekking vergt.

De ijskelder wordt op grond van het voorgaande gerangschikt onder type 4, dat wil zeggen dat de hoofdruimte bestaat uit een rechthoekige vorm met tongewelf115.

Het kunstwerk van Het Nijenhuis

In 2007 is op plaats van de ijskelder een kunstwerk van de kunstenaar Martin Borchert gekomen. Uitgangspunt van dit kunstontwerp is een visuele reconstructie van gebruik en betekenis van de ijskelder. Deze reconstructie wordt in twee stappen getoond. Enerzijds is er een uitleg over de ijskelder, een enscenering van voorwerpen, die door de wijze van

presenteren betekenis krijgen. De nieuwsgierigheid van de aanschouwer wordt geprikkeld om het verband tussen voorwerpen en enscenering te duiden.

Anderzijds is er een verborgen uitleg over de ijskelder, welke zich bevindt in een aantal voorwerpen met bijzondere visuele aantrekkingskracht en een uitnodiging is tot een ‘nader onderzoek’. In tekst- en beeldmateriaal zijn voorbeelden over ijs en ijskelders te vinden. Op een laag cement, dat in de binnenruimte van de voormalige ijskelder is gestort, staat een bronzen slee met een (imitatie-)ijsblok erop en rond de slee liggen meerdere verse en niet verse ijsblokken. De slee staat aan het eind van het pad, het spoor suggereert dat de slee van het water naar zijn plek is geduwd. De betekenis van de elementen is dathet blootgelegde fundament de plek van handeling is. Het geeft inzicht in de ruimtelijke setting en duiding van de tijd. Het spoor en het ijsblok leggen het visuele verband tussen water en fundament. De bronzen slee met ijsblok duidt de status en het gebruik van ijs als luxe product aan en daarmee de status van de bewoners.

Verse en oude ijsblokken illustreren de functie van de kelder als opslagplaats van natuurijs. Het laat de inspanningen voelen die gedaan moeten worden om ijs gedurende een lange periode niet weg te laten smelten. De verborgen uitleg van de ijskelder betreft de tekst

en beeld onder de ‘oude’ transparante ijsblokken.

115

57 De ‘oude’ ijsblokken op de betonvloer zijn glad en transparant en stralen een ijsblauw licht uit. Hieronder is het mogelijk in tekst en beeld uitleg te geven over alles met betrekking tot ijskelders. Deze informatiedragers zijn bovendien goed beschermd tegen weersinvloeden en vandalisme. Voor de informatie overdracht zijn vier categorieën belangrijk in één of twee ijsblokken: IJs voor wie? Geeft een uitleg over de status van gebruiker. IJs waarvoor? Geeft uitleg over het gebruik van ijs. IJs waarvandaan? Geeft uitleg over de oogst ter plekke en de manieren van oogsten. En ijs waarin? Geeft uitleg over de opbouw en vorm van ijskelders.116

Opmerkingen

Het betreft hier de fundering van een ijskelder die ergens tussen 1864 en 1905 bij kasteel Het Nijenhuis gestaan heeft. De fundering is niet meer zichtbaar. Over de fundering is een plaat beton aangebracht. Een kunstwerk verschaft informatie over de historie van de ijskelder en alle aspecten van gebruik, transport en opslag van ijs. Algemene conclusie: een afdekking van het fundament met een plaat plexiglas geniet door voorkeur van de auteur. De wijze van presentatie van het kunstwerk is origineel en

educatief.117

4.8 Landgoed De Gelder

In document IJskelders in Salland 2010-2011 (pagina 52-57)