• No results found

Landgoed De Gelder

In document IJskelders in Salland 2010-2011 (pagina 57-61)

4. Inventarisatie van 10 ijskelders

4.8 Landgoed De Gelder

Onder de klokkeslag van het dorp Wijhe lag de havezate De Gelder, een oorspronkelijk vijftiende eeuwse havezate, die in 1683 werd verkocht aan Coenraad Willem van Dedem (1644-1744), waarna in 1715 door zijn zoon Gijsbert van Dedem, heer van de Gelder en Windesheim (1686-1738) verfraaiing van het bestaande huis volgde.

Het huis, ten oosten van Wijhe, lag ingeklemd tussen de Zandwetering en het dorp. Door de aanleg van de spoorlijn van Deventer naar Zwolle in 1866 raakte het huis van het dorp gescheiden. Huis De Gelder kreeg onder het J. P. H. von Knobelsdorff- van Dedem (1772-1860) zijn neogotisch aanzien (Wijck, Van der, 1982 p.101).

In 1906 volgde verkoop aan W.L. baron de Vos van Steenwijk tot de Gelder en Hagevoerde (1859-1947), die het huis na een grote brand in 1913 liet afbreken. Wat over is

116

Mededeling/ informatie van de heer K. Schuurhuis d.d. 20.06.2011

(k.schuurhuis@museumdefundatie.nl<k.schuurhuis@museumdefundatie.nl). Onderzoek/veldwerk ter plaatse door auteur: 10.06.2010, 7.06.2011, 16.06.2011, 20.06.2011.

117

58 gebleven, is een toegangshek, twee koetshuizen, twee stenen leeuwen en kanonnen, een ijskelder en een brug over de slotgracht. In 1601 komt de naam De Gelder al voor op een verpondingscohier: ‘De Gelder met den Schivenberch: daer woont Johan van der Beecke und

wortt durch hemelsver bewonndtt’ (Gevers et al, 2005 p. 347-356).

De parkaanleg uit 1911 is van de hand van L. A. Springer (1855-1940). Op het terrein van 210 ha staat het vrijstaande woonhuis Boschlust, gebouwd in 1910 in opdracht van A. J. H. von Knobelsdorff- barones van Pallandt (1838-1912)118. Het landgoed is eigendom van de familie De Vos van Steenwijk. Voor de dagelijkse gang van zaken op het landgoed is

rentmeester de heer P. Pol verantwoordelijk (Stenvert et al,1998 p. 275).

Afb.60 Huize De Gelder 19.11.1941. Kastelen in Overijssel in ansichten, toen de meeste ijskelders nog in werking waren (bron: http://ansichten.kasteleninoverijssel.nl/

De ijskelder van De Gelder

De ijskelder is onderdeel van het landgoed De Gelder en is gelegen op een paar honderd meter afstand van de voormalige slotplaats van Huis De Gelder, met adres; Onder de Gelder 1, 8131 SG Wijhe. De coördinaten zijn: 52°23'06"NB, 6°08'61"OL.

118

Nederlands Adelsboek, Den Haag 1907, deel 1907 pag. 144-145, deel 1971-1972, pag. 265-266, deel 1921, pag. 330.

59 De ijskelder bestaat uit een gang met frontmuur en de cirkelvormige ringmuur met

koepelgewelf van de ijsput. De ijskelder is mogelijk in de negentiende eeuw voorzien van de huidige toegangssluis met bijzonder afdekking. De ijskelder is niet gerangschikt als

rijksmonument noch als gemeentelijk monument.

Bouwgeschiedenis en huidig gebruik

Gegevens met betrekking tot de bouwkundige geschiedenis, zoals bouwtekeningen en archiefstukken, ontbreken. Volgens overlevering zou de kelder 200 tot 250 jaar oud zijn, dat betekent dat de ijskelder van oorsprong uit de periode 1750-1800 stamt.

De ijskelder is in 2006 gerestaureerd door Aannemingsbedrijf Journée- Dokman uit

Broekland119. De kelder wordt op dit moment gebruikt als onderkomen voor vleermuizen, die na de restauratie weer bezit hebben genomen van de ijskelder.

Beschrijving; typologie, afmetingen en gebruikte materialen

Het grondplan van de ijskelder van De Gelder bestaat uit een portaal op basis van een

rechthoek met een noordelijke frontmuur. De ijskelder valt onder type 3. Bij dit type heeft de bakstenen hoofdruimte een bakstenen koepelgewelf.120 De ringmuur van de ijsput van De Gelder sluit aan op het koepelgewelf. De kunstmatig opgeworpen aarden heuvel heeft een steile helling. De steile helling van de aarden dekking doet vermoeden dat een deel van de oorspronkelijke dekking niet meer aanwezig is. De ingangspartij is op het noorden gericht en voorzien van een doorstekende frontmuur ten opzichte van het achterliggende flauw hellende zadeldak van de gang, welke deels in het zicht ligt en deels onder de aarde dekking van de

ijskelder.

Het grijs bepleisterde deels dubbelsteens frontmuur bestaat uit een staande rechthoek (215 x 240 cm) welke bekroond wordt door een flauw hellende top van (285 cm) en wordt afgedekt door een aan de voorzijde overkragende halfsteens hoge bepleisterde afdekking. Deze zijn nabij de hoeken voorzien van een knik, waardoor aan beide zijden korte horizontale beëindigingen ontstaan. Centraal in de frontmuur is in een brede anderhalfsteens diepe nis met segmentboog (hoog 180 cm, breed 140 cm, diep 37 cm) een rechthoekig houten kozijn met een houten toegangsdeur (118 x 143 cm) aangebracht. Hierboven bevindt zich een op de segmentboog van de nis aansluitend bepleisterd veld. De opgeklampte deur heeft groen

119

De Stentor; IJskelder in oude luister hersteld 12.04.2006 door A. Kleinwassink.

120

60 geschilderde staande kraaldelen, is afgehangen met gesmede hengen in op het kozijn

aangebrachte gegalvaniseerde duimen en voorzien van twee grendels met hangsloten. Haaks op de frontmuur, direct naast en met de hoogte van de toegangsdeur, zijn twee bakstenen steunberen geplaatst die naar het maaiveld aflopen in steens rode machinale Waalformaat. Deze steunberen fungeren tevens als keermuren voor de daarachter opgeworpen aarden dekking van de ijskelder.

De segmentboog boven de nis heeft een iets ten opzichte van de bepleistering uitkragende halfsteens rol in schoonmetselwerk, de steunberen zijn voorzien van een halfsteens rollaag als afdekking. Iets terugliggend ten opzichte van de zijden van de frontmuur sluit het staande metselwerk van de gangmuren aan op de achterzijde van de frontmuur. Deze is in het zicht slechts anderhalf steens (30 cm) dik. De gang is binnen voorzien van gewelf met segmentboog, waarop achter de doorstekende frontmuur een flauwhellend zadeldak van twee forse schijnzerken ligt. Deze schijnzerken blijken

geconstrueerd te zijn van bepleisterde holle terra cotta buizen van 40 cm lang x 8 x 8 cm met een wanddikte van 1 cm.Nabij de frontmuur zijn de gangmuren ter hoogte van de dekking gekoppeld met een fors smeedijzeren trekanker met zware moeren. De sluis of gang achter de toegangsdeur is 220 cm lang, 138 cm breed, met wanden van 170 cm hoog, terwijl de top van het gewelfvlak op 210 cm reikt.

De zandbodem van de gang ligt ca. 20 cm. lager ten opzichte van het buiten aanwezige maaiveld, onder het zand ligt een cementen vloer. Een tweede doorgang aan het einde van de gang (ca. 80 x 80 cm) die het vulgat vormt, bevindt zich ongeveer 6 steenlagen (ca. 30 cm) van het zand van de gangbodem.

De boogbeëindiging van het vulgat heeft een steens rollaag en het vulgat zelf is hieronder voorzien van een halfsteens, terugliggende bakstenen sponning terwijl het beschadigde staande, anderhalfsteens brede metselwerk schuin naar binnen is aangebracht. Deze overgang wijst op ouder werk dat hier met nieuw, mogelijk met werk uit de negentiende eeuw samengaat. De ringmuur van de ijsput die hier tevens de dorpel van het vulgat vormt, is hier dubbelsteens. Het vulgat is ten opzichte van de ijsputbodem hoog geplaatst, de maat van de vulgatonderdorpel tot de ijsputbodem is ca.220 cm. De koepel heeft een diameter van ca. 280 cm, de hoogte van de ijsputbodem tot de top van het gewelfvlak bedraagt ca. 480 cm, de gewelftop is geheel gesloten, een vulgat in de gewelfkruin is niet aanwezig.

Boven de ringmuur van de ijsput bevinden zich enkele haken, die mogelijk dienden om gereedschappen op te hangen, of waar balken in geschoven werden om wild op te

61 hangen. In het metselwerk van de putwand zijn twee naar binnen springende ringen

aangebracht, de eerste steensbrede ring is vanaf de ijsputbodem gemeten 30 cm. hoog en de tweede ring is 100 cm. hoger aangebracht. De bredeonderste ring kan gediend hebben voor het plaatsen van een houten ijsrooster, zodat smeltwater eronder kon weglopen. Op het rooster werd het ijs gelegd, dan wat stro en daarop weer ijs enzovoort tot het hoogste niveau was bereikt. De hoger gelegen ring kan wijzen op een halfsteens uitkragende versnijding van het metselwerk. Het is denkbaar, dat hier de ringmuur van de put extra verstevigd is om het water van de naast gelegen wetering buiten de ijsput te houden. In de Tweede Wereldoorlog is een oude defecte koperen kleppomp uit de kelder verwijderd. Waarschijnlijk werd de pomp gebruikt voor het wegpompen van smeltwater dat door de hoge waterstand buiten de kelder niet kon wegvloeien. Het ijs werd uit de naast gelegen poel gehaald. Er loopt een wetering op een paar meter afstand van de ijskelder en de poel. In het verleden stond de wetering via een kleine inlaat in verbinding met de poel (Reinink et al, 1981, pag. 247-248).121

Opmerkingen

De algemene staat van de huidige ijskelder is goed. Er is enige scheurvorming boven het vulgat en onder nabij de rol van de keermuren van het exterieur. Het verwijderen van zand en andere materialen, die niet tot de kelder behoren, kan een aandachtpunt zijn. Het luik van het vulgat dat toegang tot het koepelgewelf geeft, ontbreekt. De huidige deur volgt

vermoedelijk niet de vormgeving van de oorspronkelijke toegangsdeur, ook niet met betrekking tot de oorspronkelijke hoogtemaat. Het is een oude ijskelder met een zadeldak. Algemene conclusie: goed.122

4.9 Landgoed Nieuw Rande

In document IJskelders in Salland 2010-2011 (pagina 57-61)