• No results found

4. Mediation in theorie en in praktijk: een vergelijking

4.2 Islamitische mediation: verschil in theorie en praktijk

In deze paragraaf worden de verschillen besproken die aan het licht zijn gekomen door mijn literatuur- en praktijkonderzoek.

4.2.1 Ṣulḥ vroeger en nu; in moslimlanden en in Nederland

221 M. Vansteenkiste & B. Neyrinck, ‘Optimaal motiveren van gedragsverandering’, Tijdschrift voor psychotherapie 2010, vol. 36(3), p. 171-189

222 E. Durkheim, Les formes élémentaires de la vie réligieuse: le système totémique en Australie, Paris: Alcan

1912

223 H. Smeets & S. te Riele, Religie aan het begin van de 21ste eeuw, Den Haag/Heerlen: CBS 2009, p. 8,

http://www.cbs.nl/NR/rdonlyres/953535E3-9D25-4C28-A70D-7A4AEEA76E27/0/2008e16pub.pdf, laatst gezien: 24 januari 2015

224 H. Smeets & S. te Riele, Religie aan het begin van de 21ste eeuw, Den Haag/Heerlen: CBS 2009, p. 7,

http://www.cbs.nl/NR/rdonlyres/953535E3-9D25-4C28-A70D-7A4AEEA76E27/0/2008e16pub.pdf, laatst gezien: 24 januari 2015

225 N. Huls & S. Stoter, ‘Welke rol spelen ambtenaren achter de schermen van het wetgevingsproces?’ in: M.

Hartog & H. Weyers (red.), Recht van onderop: antwoorden uit de rechtssociologie, Nijmegen: Ars Aequi Libri 2011, p. 40

57

Het belangrijkste verschil tussen de literatuur en de door mij onderzochte praktijk is dat in de literatuur wordt gezegd dat de familieleden-mediators geprefereerd worden boven imams als mediators. In de praktijk blijkt dit genuanceerder en gecompliceerder: De imams leggen uit dat er situaties zijn die men liever aan de familie voorlegt en dat er problemen zijn waarmee men liever bij de imam komt. Dit ‘voorleggen van het probleem’ kan niet het stempel ‘mediation’ krijgen; gedacht moet worden aan een bespreking van het probleem met een familielid aan de keukentafel. Van mediation met familieleden zoals heden ten dage in moslimlanden gehanteerd, vaak als verplicht onderdeel binnen een rechtszaak,226 wordt door de imams geen melding

gemaakt. Hoewel geen van de imams hier dieper op ingaat, kan uit het voorbeeld dat imam Onal geeft over het bij voorkeur met een onbekende taxi beschonken naar huis komen opgemaakt worden dat schaamte het verschil maakt tussen of de familie dan wel de imam (anoniem) benaderd wordt. Een verklaring die in de literatuur wordt gegeven, is dat men niet het gevaar wil lopen dat er binnen de familie of de leefomgeving waartoe men zich voelt behoren, geroddeld zou kunnen worden over zulke persoonlijke kwesties als overspel, een alcoholverslaving, depressiviteit, problemen met de (opvoeding van) de kinderen, onvruchtbaarheid, impotentie of te hoog opgelopen huwelijksproblematiek met geweld of verlating van de woning tot gevolg.227 Zoals in het vorige hoofdstuk naar voren kwam, lijkt de

theorie te zijn gebaseerd op de traditionele gang van zaken en lijkt het voornamelijk gericht op de praktijk in moslimlanden. In vroegere tijden werden familieleden wellicht als betere bemiddelaars gezien; zoals gezegd zijn de Koranverzen over alternatieve geschilbeslechting in veel moslimlanden omgezet in nationale wetgeving, waarbij de bemiddelaar geen familielid maar personeel van de rechtbank is.228 Er is echter ook bewijs dat de ‘mediation’ door

familieleden in moslimlanden nog steeds plaatsvindt.229 Het lijkt er dus op dat het een het ander

niet uitsluit en beide varianten van islamitische mediation heden ten dage in moslimlanden worden toegepast. Uit de interviews met de imams is gebleken dat een dergelijke formele toepassing van familielid-mediators in huwelijksgeschillen in Nederland niet plaatsvindt. Een hiervoor in de literatuur genoemde verklaring is dat vanwege de emigratie naar Nederland vanuit respectievelijk Turkije en Marokko de familienetwerken niet meer (kunnen)

226 Zie de documentaire ‘Divorce Iranian Style’ uit 1997 van Kim Longinotto en Ziba Mir-Hosseini, vanaf

minuut 27.35: https://www.youtube.com/watch?v=BBm8GqMNwXU, laatst gezien: 22 januari 2015; E. van Eijk, ‘Divorce practices in Muslim and Christian courts in Syria’ in: M. Voorhoeve (red.), Family law in

Islam, Londen: I.B. Tauris 2012, p. 159-160

227 E.A. Waldman, ‘Identifying the Role of Social Norms in Mediation: A Multiple Model Approach’, Hastings Law Journal 1997, vol. 48, p. 703-769; E. van Eijk, ‘Divorce practices in Muslim and Christian courts in

Syria’ in: M. Voorhoeve (red.), Family law in Islam, Londen: I.B. Tauris 2012, p. 159-160

228 Zie bijvoorbeeld art. 114 Mudawwana (de Marokkaanse familiewet) en de Syrische personen- en

familiewet, E. van Eijk, ‘Divorce practices in Muslim and Christian courts in Syria’ in: M. Voorhoeve (red.),

Family law in Islam, Londen: I.B. Tauris 2012, p. 147

229 Zie de documentaire ‘Divorce Iranian Style’ uit 1997 van Kim Longinotto en Ziba Mir-Hosseini, vanaf

58

functioneren; ten eerste zijn families vaak niet in zijn geheel geëmigreerd en ten tweede hebben er door het leven in Nederland verschuivingen plaatsgevonden in de betekenis van de rollen binnen een gezin; waar wellicht eerst een verantwoordelijkheidsgevoel voor de extended family heerste en veel interdependence was, voelt men zich nu voornamelijk verbonden met het eigen gezin.230 Het in het vorige hoofdstuk genoemde argument voor het bestaan van interdependence,

namelijk het ontbreken van sociale zekerheden, speelt bij geëmigreerde moslims in Nederland geen rol; zij kunnen – mits zij aan de voorwaarden voldoen – aanspraak maken op het sociale zekerheidsstelsel.231

4.2.2 Het gemeenschapsbelang prevaleert?

Een volgend punt dat hiermee samenhangt is dat in de literatuur over islamitische mediation de nadruk wordt gelegd op het voorkomen van echtscheiding niet alleen vanwege de schade die dit berokkent aan met name de kinderen, maar ook vanwege de gehele maatschappij; echtscheiding zou chaos veroorzaken en hiermee zou een van de kernwaardes van de islam, de familie, bedreigd worden.232 Het uiteindelijke gevolg hiervan zou zijn dat de moslimgemeenschap

uiteenvalt. In de praktijk van de ‘mediation’ bij de Amsterdamse imams blijkt echter niet van een dergelijk ver strekkend belang; de imams benadrukken meermaals dat het hen alleen om het gezinsbelang gaat, en dan met name om de bescherming van de kinderen.

4.2.3 Het juridische gehalte van ṣulḥ

Zoals in de vergelijking met de westerse mediation reeds gezegd is, mag, vanwege het ontbreken van een juridisch karakter in de islamitische mediation in de praktijk de potentiële bedreiging van de rule of law niet aangehaald worden. Ṣulḥ zoals opgevat in de theorie kent een dergelijk gevaar wél; bij formele, juridisch bindende mediation zou een vergelijking met de rechtsbescherming van een normaal juridisch proces op zijn plaats zijn. Hiervan is echter bij de drie imams geen sprake. Ṣulḥ bij de imams is noch een religieuze verplichting noch een morele plicht;233 het is niets méér dan een advies gevraagd aan iemand wiens oordeel men ertoe vindt

doen. In de theorie worden situaties geschetst waarin ṣulḥ onrechtvaardig en onwettig kan zijn. Ṣulḥ in de vorm zoals toegepast door de door mij geïnterviewde imams kan echter geen onrechtvaardige uitkomst kennen want er worden geen besluiten genomen. Wel kan het

230 I. Yerden, ‘Veranderingen in de zorg voor ouderen in de Nederlandse samenleving’, Gerōn 4/2014, vol.

16, p. 52-53

231 Voor het ontvangen van bijvoorbeeld de bijstandsuitkering is het bezit het Nederlanderschap geen

vereiste, zie http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/bijstand/vraag-en-antwoord/wanneer-heb-ik- recht-op-bijstand.html, laatst gezien: 23 januari 2015

232 N. Sonneveld, ‘Rethinking the difference between formal and informal marriages in Egypt’ in: M.

Voorhoeve (red.), Family law in Islam, Londen: I.B. Tauris 2012, p. 79

233

S. Bano, ‘Islamic Family Arbitration, Justice and Human Rights in Britain’, Law, Social Justice and Global

59

uiteraard zo zijn dat de imams de hulpzoekende(n) beïnvloeden met hun advisering, die mogelijk als onrechtvaardig aangemerkt zou kunnen worden. Op deze wijze kan de definitieve uitkomst van het probleem toch onrechtvaardig zijn. Van onwettigheid van ṣulḥ234 in de praktijk van de imams kan geen sprake zijn; onwettigheid speelt alleen in formele juridisch bindende echtscheidingsmediation. Het karakter van de gevallen die aan de imams voorgelegd worden, sluiten een dergelijke formele toepassing van mediation uit (het gaat om niet-juridisch gekleurde problematiek zoals discussies aangaande de omgangsvormen tussen man en vrouw of onenigheid over de opvoeding van de kinderen); de insteek van de echtgenoten is niet om een juridisch besluit te nemen en de imams vinden zelf ook niet dat zij zo’n rol mogen vervullen.

234

A. Othman, ‘ “And amicable Settlement is Best”: Ṣulḥ and Dispute Resolution in Islamic Law’, Arab Law

Quarterly 2007-21, p. 73; M. M. Keshavjee, ‘Family Mediation in the Shia Imami Ismaili Muslim Community

– Institutional Structures, Training and Practice’, The Institute of Ismaili Studies 2009, p. 4, 6 en 13; S. S. Shah, ‘Mediation in Marital Discord in Islamic Law: Legislative Foundation and Contemporary

60

5. Conclusie

De invloed van de islam in Nederland is een thema dat regelmatig terugkomt in de politiek en de media. Bij sommigen roept het angst en weerstand op. Naar aanleiding van de ophef in de Tweede Kamer in 2009 over de illegale shariarechtbanken in Groot-Brittannië verscheen om die redenen in opdracht van de minister van Justitie in 2010 het rapport Sharia in Nederland. Een studie naar islamitische advisering en geschilbeslechting bij moslims in Nederland. In het rapport wordt geconcludeerd dat er in moskeeën in Nederland geen echtscheidingen plaatsvinden, maar dat er wel sprake is van mediation in huwelijkszaken. In het rapport werd niet ingegaan op de aard van deze mediation toegepast door imams in huwelijksproblematiek; onduidelijk bleef of deze mediation dezelfde betekenis en waarde heeft als de mediation zoals veelvuldig toegepast in Nederlandse echtscheidingszaken. In deze scriptie heb ik onderzocht in hoeverre de probleemoplossingsmethode die de imams in de moskee gebruiken inderdaad aan te duiden is als mediation. Hoe ziet die mediation eruit? Wat wordt in de islam verstaan onder (huwelijks)mediation? Waar ligt de oorsprong van de islamitische mediation? Wat is de invloed van religie op de mediation, en wat de rol van Nederlands recht of Nederlandse normen? In hoeverre komt deze mediation overeen met de Nederlandse notie van mediation en mediation zoals toegepast bij echtscheidingen in Nederland? Ook heb ik de rol van de imam in het mediationproces onderzocht: Stelt hij zich op als de ‘rechter’ of de ‘neutrale derde’? Geeft hij advies, legt hij mensen iets op of ziet hij enkel toe op de voortgang van het proces? Geeft hij tijdens deze mediation adviezen die strijdig zijn met het Nederlandse recht? Al doende ben ik tot de volgende deel- en subdeelvragen gekomen:

1. Hoe ziet een mediationsessie bij de imam eruit?

a. Beschouwen de drie door mij geïnterviewde imams hetgeen zij doen als mediation, als advisering, bindend advies of als een juridisch vonnis?

b. Welke religieuze respectievelijk juridische aspecten spelen een rol bij de mediation?

c. Hebben de imams een klassieke visie op het huwelijk en de redenen voor echtscheiding, of laten zij andere normen prefereren?

2. Wat is de Nederlandse opvatting van mediation, zowel in de theorie als in de praktijk? 3. Wat is de theoretische islamitische opvatting van mediation?

4. Hoe verhoudt de islamitische mediation zich tot de Nederlandse perceptie hierop?

In de volgende paragrafen zal ik een overzicht geven van mijn onderzoeksresultaten naar aanleiding van bovenstaande vragen.