• No results found

van Samuel Ampzing, 1616, 1621 en

2.6 Isaac Bullart: ​Academie des sciences des Arts ​ ,

Isaac Bullart schreef in zijn ​Academie des sciences des Arts​ uit 1682 een waarderend stuk over Vroom gebaseerd op Van Mander, maar met gedetailleerde toevoegingen. 81

Over de schrijver Isaac Bullart (1599-1672) is weinig bekend. De meeste informatie is te raadplegen in A.J. van der Aa’s (1792-1857) Biographisch woordenboek der

Nederlanden. 82

Bullart werd in Rotterdam geboren. Kort nadat zijn vader stierf werd Bullart op elfjarige leeftijd door zijn moeder naar de Jezuïeten in Bordeaux gestuurd om hem niet te laten beïnvloeden door de hervormingen in Holland. In 1629 werd hij ‘Bestuurder der Bank van Leening’ in Atrecht. Bullart werd voor zijn financiële werkzaamheden gerespecteerd

81​Isaac Bullart, ​Academie Des Sciences Et Des Arts: Contenant les Vies, & les Eloges Historiques des

Hommes Illustres, Qui ont excellé en ces Professions depuis environ quatre Siécles parmy diverses Nations de l’Europe​ (Parijs: Bilaine, 1682).

82 Biographisch woordenboek der Nederlanden, “BULLART (Izaak),” geraadpleegd 22 mei 2019.

http://resources.huygens.knaw.nl/retroboeken/vdaa/#page=0&accessor=accessor_index&view=homePan e.

door de hoge adel in de Zuidelijke Nederlanden. Hij was getrouwd met hofschilder Anna Francisca de Bruyns (1604- ca. 1675). Ze kregen samen twaalf kinderen. 83

Bullart had naast zijn ambtsfunctie interesse in kunst en letterkunde. Hij

verzamelde dertig jaar lang informatie over levens van mannen die beroemd waren in zijn tijd vanwege de staatsvorming of kunsten. Hij onderhield hiervoor contacten met geleerden en kunstenaars. Voor illustraties en portretten van zijn beroemde mannen had hij twee etsers in dienst. ​Academie des sciences des Arts​ werd pas tien jaar na Bullarts dood voltooid en uitgegeven door zijn zoon. Van der Aa merkt op dat de Academie des sciences des Arts ​in een slechte stijl is geschreven.

De auteur beschrijft in het hoofdstuk over beroemde schilders in de Nederlanden zevenenveertig, overwegend Zuid-Nederlandse schilders. Het leven en werk van iedere schilder staat in een aparte paragraaf. Vroom wordt eerst vermeld in de biografie van Paul Bril. Hierin reproduceert hij Van Manders visie dat Bril een belangrijke onderwijzer is geweest voor Vroom tijdens zijn verblijf in Italië bij De 'Medici in Rome. Bullart zet deze visie kracht bij door op te merken dat Bril hierdoor de arme onbekende Vroom tot een van de meest gewaardeerde schilders van de Nederlanden heeft gemaakt. 84

De biografie over Vroom beslaat drie bladzijden. Zoals iedere biografie in dit hoofdstuk is eerst het portret van de schilder afgebeeld (Fig. 31). Het is een gravure gesigneerd door parijzenaar Edme de Boulonois (werkzame periode 1645-1682), de maker van portretprenten voor Bullarts ​Academie des sciences des Arts​. De Boulonois 85

heeft Vroom in spiegelbeeld afgebeeld naar de gravure (Fig. 30) uit circa 1610 van de Nederlander Hendrik Hondius (1573-1650). De schilder kijkt de beschouwer aan. Zijn

83Later trad Bullart in dienst als rentmeester van Maximiliaan van Bourgondië, Abt van St. Vaast.Over

deze abt zijn echter geen andere bronnen te vinden waardoor het onduidelijk is om wie het precies gaat. Het zou om Maximiliaan II van Bourgondië (1514 - 1558), markies van Veere en heer van Beveren, kunnen gaan, maar deze was in 1629 reeds overleden. Door Koningin Anna van Oostenrijk (1601-1666) werd Bullart in 1647 onderscheiden met de Ridderorde van St. Michiel. Om opgenomen te worden in deze Franse orde moest de begunstigde van adel afkomstig zijn. Daarom werden de gedecoreerden indien nodig gelijktijdig in de adelstand verheven, ook al werd deze statusverhoging in de Republiek

feitelijk niet erkend. Biographisch woordenboek der Nederlanden, “BULLART (Izaak),” geraadpleegd 22

mei 2019.

http://resources.huygens.knaw.nl/retroboeken/vdaa/#page=0&accessor=accessor_index&view=homePan e.

84 Bullart, ​Academie des sciences, band 2, 450. 85 Zie ook figuur 27 in de bijlage.

elleboog steekt uit doordat hij zijn rechterhand in zijn zij houdt. Deze houding is sinds de renaissance toegepast en verbeeldt de zelfverzekerdheid en de hoge sociale status. 86

Op de achtergrond is een schilderij met schepen en veel wolkenpartijen te ontdekken. Bullart begint de biografie met een compliment over schilders in de Lage Landen. Hij vindt ze de beste landschapsschilders, waarvan de Hollanders uitblinken in het goed verbeelden van de zee omdat ze langs de kust wonen. Ze observeren, beter dan wie ook, het gedrag van de zee tijdens stormen, details van scheepsuitrustingen en zeeslagen. Bullart noemt Vroom als grondlegger van dit genre. Het vervolg van de biografie is sterk gebaseerd op Van Manders beschrijving: de reden van vertrek uit zijn ouderlijk huis en de gemaakte reizen. Ook Bullart geeft aan dat Vroom veel van Bril geleerd heeft, maar dit wordt niet benadrukt als bij Sandrart. Bullart heeft de anekdote van de schipbreuk uit Van Manders werk overgenomen en vermeldt dat Vroom de meest humane persoon was door de overige schipbreukelingen te weerhouden van kannibalisme. Evenals bij Van Mander beschrijft het tweede gedeelte van de biografie de opdrachten die Vroom bij terugkeer in Haarlem kreeg, waar hij de beste zeeschilder was. Over het tapijtenontwerp voor de Engelse admiraal Lord Charles Howard treed Bullart meer in detail dan Van Mander. Vroom deelde de ontwerptekeningen op in tien stukken, overeenkomstig met de tiendaagse strijd. Vervolgens schrijft Bullart op

dramatische toon dat Vroom wist hoe hij het overweldigende maar ook schrijnende en memorabele gevecht moest verbeelden. In plaats van 100 florijnen beloning die 87

Vroom zou hebben opgehaald bij Howard vermeldt Bullart dat het om een beloning van mille florins, dus 1000 florijnen ging. Een vertaalfout? Een andere toevoeging is dat door de bewondering van het schilderij ​Zevende dag van de zeeslag met de Armada door graaf Maurits en admiraal Justinus, zij Vroom in dienst namen om de reis naar en de Slag bij Nieuwpoort te schilderen. Onder deze Franstalige tekst is een Latijnse graftekst geschreven, vol lof over zijn werkzaamheden als schilder.

86​Rudolf E.O. Ekkart et.al., red., ​Hollanders in beeld: portretten uit de Gouden Eeuw (Den Haag: Koninklijk Kabinet van Schilderijen Mauritshuis, 2007), ​114.

87 Bullart schrijft over het laten de bulderen van de kanonnen, het breken van de masten, zinkende brandende schepen en ontredderde militairen.

Bullart heeft ​Het schilder-boeck​ van Van Mander als bron gebruikt, maar door gedetailleerde beschrijvingen van schilderijen toe te voegen, moet hij de werken

hebben gezien of contact hebben gehad met Vroom zelf. Bullarts katholieke opvoeding in Bordeaux heeft wellicht, naast artistieke bewondering, geleid tot interesse in de ‘vrome’ Vroom.

2.7 ​Entretiens sur les vies et sur les ouvrages des plus excellens

peintres anciens et modernes door André Félibien, 1685

De Franse academicus André Félibien (1619-1695) publiceerde tussen 1666 en 1688 zijn beroe​mdste werk ​Entretiens sur les vies et les ouvrages des plus excellens peintres anciens et modernes​. Het tiendelige werk, in de achttiende eeuw vertaald in het Engels, Duits en Italiaans, beschrijft Vroom kort in het zevende deel gewijd aan Vlaamse en Hollandse schilders. 88

De in Chartres geboren Félibien behoorde tot de kleine provinciale adel. Hij werd in 1647 naar Rome gestuurd om als secretaris op de ambassade van markies de Fontenay-Mareuil (1594-1665) te werken. In zijn vrije tijd bestudeerde Félibien monumenten en kunstwerken en ontmoette hij classicistische kunstenaars. Na zijn terugkeer in Frankrijk trad Félibien eerst in 1660 in dienst van Nicolas Fouquet (1615-1680), minister van Financiën. In 1666 werkte hij voor Fouquets opvolger, Jean-Baptiste Colbert (1619-1683). Vanaf het moment dat Félibien historicus werd 89

van de Bâtiments du Roi namen zijn werkzaamheden snel toe. Hij werd Conseiller Honoraire aan de Académie Royale de Peinture et de Sculpture, was mede-oprichter

88​Félibien, André. ​Entretiens sur les vies et sur les ouvrages des plus excellens peintres anciens et

modernes.Tome premier -Tome second. Seconde edition​. A Paris, chez Sebastien Mabre-Cramoisy, imprimeur du Roy, ruë Saint Jacques, aux Cigognes. M. DC.LXXXV [-M. DC. LXXXVIII]. Avec privilege du Roy, 1685. http://ark.bnf.fr/ark:/12148/bpt6k853938h.

89 In 1660 droeg Félibien De l'origine de la peinture et des plus excellens peintres de l'antiquité: dialogue aan de minister op. Het is het eerste deel over de geschiedenis van de schilderkunst, geschreven om Vasari's beroemde werk te vervangen. Toen Fouquet het jaar erop werd onteerd, vertrok Félibien naar Chartres, maar werd door Fouquets opvolger Jean-Baptiste Colbert (1619-1683) teruggeroepen naar Parijs.

van de Académie des Inscriptions et Belles-lettres in 1663, werd secretaris van de Académie Royale d'Architecture en de beheerde de antiquiteiten van de koning in het Palais Brion. 90

Entretiens​ verscheen tussen 1666 en 1688 en bevat biografieën van de beroemdste Europese kunstenaars van de oudheid tot de zeventiende-eeuw met observaties van kunstwerken. De​ Entretiens​, oftewel dialogen, zijn fictieve gesprekken tussen Félibien en zijn naïeve gesprekspartner 'Pymandre'. Deze fictieve vorm van schrijven was destijds populair en is gebaseerd op de ​platonische dialoog, het

humanistische "colloquium" en sociale conversaties. Het werk werpt een licht op de 91

vragen die kunstenaars en critici in Frankrijk bezighielden tegen het einde van de zeventiende eeuw. Vanwege 92 ​Entretiens​ wordt Félibien beschouwd als de grondlegger

van kunstkritiek en kunstgeschiedenis in Frankrijk. Het werk is nog altijd een bron van grote kunsthistorische waarde. 93

De zevende ​Entretien​, voornamelijk gewijd aan Vlaamse en Hollandse schilderkunst, speelt zich af in de tuinen van Versailles. Félibien noemt hier de

suprematie van Italiaanse kunst tegenover de Vlaamse smaak. De ‘Flamans’ bezitten volgens hem een tragere geest dan de Italianen, waardoor ze minder goed zijn in buitengewone handelingen te schilderen en er slechts in slaagden ‘des actions ordinaires’, oftewel doodgewone handelingen op het doek te zetten. Vroom staat 94

vermeld onder de Vlaamse kunstenaars. Vanuit Frankrijk werden de Zuidelijke en Noordelijke Nederlanden in de zeventiende eeuw vaak als Vlaams gebied aangeduid. Félibien vermeldt in twee zinnen dat Vroom in Haarlem in 1566 geboren is en graag havengezichten en schepen schildert. Hij studeerde in Spanje bij een middelmatige

90​Alexandra Skliar-Piguet, “Félibien, André.” ​Grove Art Online. Oxford University Press (1996). http://www.oxfordartonline.com/subscriber/article/grove/art/T027796.

91 Ugo Dionne, "Félibien Dialoguiste: Les Entretiens Sur Les Vies Des Peintres," ​Dix-septième Siècle 210, no. 1 (2001): 49.

92 Claire Pace, “‘Dessein’ and ‘Coloris’: The Growth of Felibien Entretiens,” ​Journal of European Studies, 10, no. 37 (1980): 48.

93​Alexandra Skliar-Piguet, “Félibien, André.” ​Grove Art Online. Oxford University Press (1996). http://www.oxfordartonline.com/subscriber/article/grove/art/T027796.

94​Frans Grijzenhout en Henk van Veen, et al., red, ​De Gouden Eeuw in Perspectief: Het Beeld Van De

schilder en werkte in Italië voor kardinaal de ‘Medici, alwaar hij vriendschap sloot met Paul Bril. Deze informatie bevat geen waardeoordeel en is gebaseerd op Van Manders Schilderboeck​.

Vroom staat kort beschreven in Felibiens ​Entretiens​, waaruit blijkt dat de auteur Vroom beroemd genoeg vond om te worden opgenomen in het werk over de

beroemdste Europese kunstenaars van de oudheid tot de zeventiende-eeuw. In de korte biografie staat geen waardeoordeel. Wel was Felibien van mening dat Vlaamse en Hollandse kunstenaars, waar Vroom ook toe behoorde, kwalitatief minder goede

schilderijen maakten ten opzichte van de superieure Italianen.

Conclusie bij de receptie van Vroom door Karel van Mander en andere