• No results found

Visions of the Sea: Hendrick C Vroom and the origins of Dutch marine painting

5.6 Herwaardering na Vrooms eerste monografie

In de laatste decennia van de twintigste eeuw ontstaat er een enorme verbreding binnen de zeventiende-eeuwse kunstreceptie door de grote hoeveelheid aan benaderingen en wetenschappelijke belangstelling in bepaalde schilders en

schildergroepen. Zo worden vroege ontwikkelingen van Hollandse zeventiende-eeuwse kunst niet meer als ‘noodzakelijk voorafje’ besproken. Exemplarisch is de 293

Rijksmuseum tentoonstelling ​De dageraad van de gouden eeuw, Noord Nederlandse kunst 1580-1620​. Visies van Bol en Russell over Vroom dringen door in de 294

Nederlandse kunstcanon en vinden hun weerklank in tentoonstellingscatalogi van het voorheen ondergewaardeerde marine genre, maar ook in een internationale

tentoonstelling van stadsgezichten.

5.6.1 Vrooms herwaardering dringt door in de Nederlandse

kunstcanon

Via de overzichtspublicatie van kunsthistoricus Bob Haak ​(1926-2005) ​over Hollandse zeventiende eeuwse schilderkunst dringt de herwaardering van Vroom door tot de Nederlandse kunstcanon. ​In zijn publicatie ​Hollandse schilders in de Gouden Eeuw ​merkt Haak op dat Vroom soms wordt onderschat omdat critici in het verleden constateerden dat hij de atmosfeer van Hollandse wateren te anekdotisch en te kleurrijk 292​Ibid.​, 166.

293​Frans Grijzenhout en Henk van Veen, et al., red, ​De Gouden Eeuw in Perspectief: Het Beeld Van De

Nederlandse Zeventiende-eeuwse Schilderkunst in Later Tijd​ (Nijmegen: SUN, 1992),​ 364-365. 294​Dawn of the Golden Age: Northern Netherlandish art: 1580 – 1620, red. Ger Luijten, (Amsterdam: Rijksmuseum, 1993), 100. Tentoonstellingscatalogus. Naast Vrooms ​De terugkomst in Amsterdam van

de tweede expeditie naar Oost-Indië, 19 juli 1599​ (Cat. 205) werden twee Delftse stadsgezichten (Cat. 200 en 201), het Zeeuwse tapijt Zierikzee (Cat. 80) en een tekening van de landing voor Philippine in Zeeuws-Vlaanderen in 1600 (Cat.206) tentoongesteld.

schilderde. Haak verdedigt dat Vroom dit deed, lang voordat er belangstelling ontstond voor het weergeven van atmosferen. Daarnaast bewondert Haak de havensteden in 295 Vrooms achtergronden als ‘knap en nauwkeurig gedetailleerd en vaak gevoelig van kleur’. Wellicht om deze reden prijkt op de stofomslag van Haaks publicatie een detail 296 van ​Gezicht op Hoorn​ (Fig. 20). Naast deze herwaardering in stijl stelt Haak ook

Vrooms aandeel bij binnen de cultuur- en kunsthistorische context. Vroom sloeg volgens Haak een nieuwe richting in door met grote exactheid scheepsportretten te schilderen. Hiervoor was grondige kennis van het onderwerp en een nauwkeurige observatie vereist, passend bij de zeventiende eeuw als ‘the age of observation’. 297 Tevens is Vroom een belangrijke voorloper van landschapschilders omdat hij in zijn schilderijen de weersgesteldheid weet te karakteriseren. Zo draagt Haaks publicatie bij aan Vrooms opname in de canon van de zeventiende eeuwse Hollandse schilderkunst, als ondergewaardeerde vernieuwende schilder.

5.6.2 Toevoegingen op Russells visie van Vroom als creatieve

vernieuwer en beïnvloeder

Russells idee van Vroom als beïnvloeder en vernieuwer dringt steeds meer door in recente publicaties. Kunsthistorici voegen hier weer nieuwe constateringen aan toe die Russells theorie kracht bijzetten.

Erlende de Groot stelt in 2008 dat Vroom grillige rotsformaties introduceerde in zijn vroege zeegezichten, die regelmatig terugkeerden in het werk van Pieter Mulier (c.1600-c.1660). Vrooms latere werk, 298 ​A Dutch ship and a Kaag in a Fresh Breeze​, bewijst volgens De Groot dat Vroom zijn stijl aanpaste aan de latere generatie marineschilders als Van Goyen en Porcellis. Als ervaren schilder past Vroom zijn

295 B. Haak, ​Hollandse schilders in de Gouden Eeuw (Zwolle: Waanders Uitgevers, 2003), 148-149. 296 Haak, ​Hollandse schilders, 180.

297​Ibid.​,179.

298​Turmoil and tranquillity: The sea through the eyes of Dutch and Flemish masters, 1550-1700, red. Jenny Gaschke, (London: National Maritime Museum, 2008), 102. Tentoonstellingscatalogus.

succesformule aan zonder traditionele picturale elementen als walvissen te verbannen.

299

Door de belangstelling in het genre stadsgezichten komen historici tot de conclusie dat Vroom ook een specialist was op dit gebied. Hij wordt gewaardeerd als bekendste en belangrijkste vroege schilder van het stadsprofiel. Met topografische exactheid wist hij stadsprofielen in marines te schilderen, wat waarschijnlijk leidde tot het vervaardigen van enkele zelfstandige stadsgezichten. Hij zette de werkelijkheid naar zijn hand door bepaalde kenmerkende gebouwen te draaien. Gedetailleerde

anekdotische tafereeltjes op de voorgrond hebben een inleidende functie. Zijn nieuwe status werd in 2009 internationaal erkend door de tentoonstelling ​Hollandse

stadsgezichten​. Vroom maakte twee gezichten op Delft die tot de vroegste 300 zelfstandige stadsgezichten van Nederland behoren. Ook was hij een pionier in het verbeelden van een klein gedeelte van een Nederlandse stad zoals ​De

Haarlemmerpoort in Amsterdam​, omstreeks 1615 (Fig. 24).301Vrooms reputatie als eerste specialist van stadsgezichten is een toevoeging op Vrooms plek binnen de kunsthistorische context.

Kunsthistorica Gerlinde de Beer stelt in 2019 dat Vroom de eerste kunstenaar was die duellerende schepen gebruikte als hoofdonderwerp met zijn schilderij ​Zevende dag van zeeslag met de Armada, 7 augustus 1588​ (Fig. 11). De Beer historiseert

Vrooms monografie door op te merken dat Vroom’s creatieve kracht duidelijk werd door Russell’s publicatie. 302

Deze constateringen leggen een steviger fundament op Russells beeld van Vroom. Hierdoor worden traditionele kritieken nog minder voor waar aangenomen.

299​Turmoil and tranquillity, 174-176.

300​Hollandse stadsgezichten uit de Gouden Eeuw, red. Ariane van Suchtelen en Arthur K. Wheelock Jr., (Den Haag: Koninklijk Kabinet van Schilderijen Mauritshuis en Washington: National Gallery of Art, 2008), 7-8. Tentoonstellingscatalogus. Een samenwerkingsverband tussen het Mauritshuis in Den Haag en de National Gallery of Art in Washington. Twee schilderijen van Vroom werden tentoongesteld: Gezicht op

Delft vanuit het zuidwesten​ (Fig. 23) en ​Gezicht op Hoorn​ (Fig. 20) 301 Zie figuur 24.

5.6.3 Toename van kunsthistorische belangstelling vanuit het

buitenland

In de laatste decennia van de twintigste eeuw wordt Vroom bekender in het buitenland. Er een toename in belangstelling en waardering voor het marine genre onder

kunsthistorici. Dit uit zich vooral in tentoonstellingen die tot stand zijn gekomen met een samenwerkingsverband van Nederlandse musea. Begeleidende catalogi analyseren Vrooms schilderijen nauwkeuriger en gebruiken voornamelijk Van Mander, Bol en Russell’s publicaties als bron.

Zo organiseert The Jane Voorhees Zimmerli Art Museum in New Jersey in 1983 een tentoonstelling over Haarlemse schilderkunst in de zeventiende eeuw. Twee

schilderijen en een pentekening zijn vertegenwoordigd van Vroom. 303​De tentoonstelling Mirror of Empire: Dutch marine art of the seventeenth century ​uit 1990 onder leiding van kunsthistoricus George S Keyes presenteerde zichzelf als eerste Engelstalige

onderzoek naar een van de meest belangrijke categorieën van de Nederlandse kunst.304 Keyes historiseert Bols herbeoordeling van Vroom als nestor van het marine genre

305

als eerste serieuze recente poging om Vroom te erkennen als chroniqueur van

belangrijke maritieme evenementen. Museum Boijmans van Beuningen Rotterdam en 306 het Gemäldegalerie Staatliche Museen in Berlijn ontwikkelden samen de tentoonstelling

303​Haarlem: The Seventeenth Century, red. Egbert Haverkamp-Begemann en J.J. Temminck, (New Jersey: The Jane Voorhees Zimmerli Art Museum, 1983). Tentoonstellingscatalogus.

Aan de hand van 150 schilderijen legt de tentoonstelling de relatie tussen kunstenaars onderling en de Haarlemse samenleving. Vrooms werk: Cat. 132: ​The Great Sea Storm, ​prive collectie Gr. Brit, cat. 133:

A Fleet At Sea​, 1614, Washington collector en cat. 134: ​Sailing boats in a storm,​ ca. 1620, pen en bruine inkt tekening, Yale University Art Gallery, New Haven, Library Transfer, gift van Mrs. Vanderbilt. De auteur prijst Vroom niet alleen als grondlegger van de marine schilderkunst, maar ook als invloedrijk schilder binnen een zeer diverse culturele omgeving dat fungeerde als katalysator voor artistieke veranderingen in het zeventiende eeuwse Nederland en de seculiere westerse kunst in het algemeen. 304​Mirror of empire: Dutch marine art of the seventeenth century, red. George S. Keyes, (Minneapolis: The Minneapolis Institute of Arts, 1990). Tentoonstellingscatalogus. Het Minneapolis Institute of Art organiseerde in 1990 de tentoonstelling ​Mirror of Empire: dutch marine art of the seventeenth century​. Vijfenvijftig schilderijen uit Europese en Noord-Amerikaanse collecties waren vertegenwoordigt. Het marine genre weerspiegelt de welvaart, ambities en waarden van de Hollandse zeventiende eeuw. 305 Aan de hand van iets minder dan twintig prominente Hollandse schilders. Vrooms oeuvre is vertegenwoordigd met vier schilderijen, drie tekeningen en een anonieme prent naar Vroom. ​Mirror of

empire,​ cat. 49-52, 90-92 en 122. 306​Mirror of empire, 426-427.

Lof der Zeevaart ​die per toerbeurt tussen 1996 en 1997 in beide musea te zien was.307 In 2008 toont het National Maritime Museum in Greenwich met de tentoonstelling Turmoil and Tranquillity​ haar ‘world-class collection’ zestiende en zeventiende eeuwse Hollandse en Vlaamse marine schilderijen, aangevuld met uitgeleende stukken. Het 308 meest recente overzichtswerk van de Hollandse marine schilderkunst werd in december 2019 gepubliceerd.​ The Golden Age of Dutch marine painting: the Inder Rieden

Collection​ is veel meer dan een catalogus over Anthony Inder Rieden’s privécollectie. 309

De vierdelige wetenschappelijke catalogus omvat bijna alle belangrijke meesters, waaronder Vroom, met representatieve werken en biedt zo een overzicht van de ontwikkeling van de Nederlandse zeeschilderkunst tussen het einde van de zestiende en het begin van de achttiende eeuw. 310

Deze tentoonstellingen bewijzen dat Vroom vrij recentelijk door kunsthistorici op internationaal niveau werd gewaardeerd. Hierbij gebruiken ze naast Van Mander ook Bol en Russell als bron en de expertise van samenwerkende Nederlandse kunsthistorici. Hierdoor raakt de voorheen

ondergewaardeerde Vroom bekend bij het buitenlandse publiek.

307​Lof der zeevaart, 5-6, 12.​ ​Het verschil met de tentoonstelling ​Mirror of an empire noemt Jeroen Giltaij, destijds senior conservator oude meesters in Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam, in de inleiding. Alle grote historiestukken zijn nu aanwezig zoals Vrooms ​De aankomst van Frederik van de

Palts en zijn gemalin Elisabeth Stuart te Vlissingen, 29 april 1613​. Ze fungeren als sleutelstukken op het gebied van zeeschilderkunst. Ook kleinere meesters zijn bijeengebracht om het marine genre zo goed en zo breed mogelijk te tonen. Dezelfde lofuitingen zoals reeds besproken bij Russell en Bol komen aan bod en worden laten de verschillende subgenres binnen de zeeschilderkunst zien, zie Cat. 1-6.

308​Turmoil and tranquillity: The sea through the eyes of Dutch and Flemish masters, 1550-1700, red. Jenny Gaschke, (London: National Maritime Museum, 2008). Tentoonstellingscatalogus. De titel refereert aan de gevarieerde gemoedstoestanden die de schilderijen verbeelden. De tentoonstelling toont de ontwikkeling van het zeegezicht. Meer dan dertig kunstenaars vertegenwoordigen het Hollandse marine genre. Drie van de vijfenzeventig tentoongestelde werken zijn afkomstig van Vroom.

309 De Beer, Van der Veen en Ossing, ​The Golden Age of Dutch marine painting.

310 Het duurde veertien jaar voordat Gerlinde de Beer alle schilderijen had beschreven en geanalyseerd. De collectie bevat één schilderij van Vroom, maar de kunstenaar wordt wel uitvoerig beschreven in The two major tendencies, the innovators, the followers and two influential masters of a related genre, het eerste hoofdstuk van het eerste deel. Het accent ligt hier op zes pioniers van de Hollandse

zeeschilderkunst. Vroom en Porcellis vestigde de twee belangrijkste tendensen in het genre. Simon de Vlieger, Willem van de Velde (de Jonge), Ludolf Backhuysen en Abraham Storck introduceerden belangrijke veranderingen in stijl. De Beer merkt op dat Vroom’s creatieve kracht duidelijk werd door Russell’s publicatie, maar de informatie verdient een update. ​Ibid.​, 27.