• No results found

I: Interviewer

R1: Respondent 1, beleidsambtenaar cultuur van de gemeente Rotterdam Maandag 5 juni 2018, 11:30, Rotterdam

Duur: 48 minuten

(Een korte inleiding door I over het onderzoek, en het doel van het interview.) I: Wat doe jij hier in de gemeente?

R1: De gemeente is verdeeld in verschillende clusters. En dan werk ik bij het cluster maatschappelijke ontwikkeling. Daar heb je de directie sport en cultuur. Daar werk ik op de cultuurafdeling en dan werk ik aan de creatieve industrie dat bestaat dan ook uit mediabeleid en architectuurbeleid en ik ben één van de drie medewerkers die aan CityLab010 meewerken.

I: Oja, daar heb ik ook iets over gelezen.

R1: CityLab010 is eigenlijk wel het bekendste en beste voorbeeld van de manier waarop de gemeente Rotterdam vernieuwing probeert aan te dragen en te ondersteunen. Voortgekomen, twee colleges terug. Op basis van een voorstel van D66. Die hebben gekeken: kunnen we niet een bepaald percentage van de gemeentebegroting vrij maken voor vernieuwing.

I: Wanneer was dat?

R1: Twee coalities geldeden. Dus dat is, rond 2000. Maar dat moet ik even nakijken. Maar wat ze toen hadden gezegd is, nou laten we 1 procent van de gemeentebegroting, gemeente breed, vrijmaken voor vernieuwing. Daar hebben ze het stadsinitiatief op gebaseerd. Dus dan is er een voorstel van burgers of professionals uit de stad wordt voorgedragen dat zo goed is wat dan volgens mij een bedrag van rond de 6,5 miljoen ontving. Dat heeft 3 à 4 keer plaatsgevonden. Daar is onder andere een ijsbaan uit voortgekomen, een watertje binnen in de stad waarin een surfgolf gemaakt kan worden.

I: Dus het kan van alles zijn?

R1: Ja, ja. Het moest wel iets heel groots zijn. Want dat voorstel kreeg dan het hele bedrag. Dat was ook de kritiek daarop, op het stadsinitiatief. De vorige coalitie heeft gezegd we willen doorgaan met het idee. Maar dan we willen niet meer dat 1 voorstel de hele pot krijgt, maar dat er verschillende projecten ondersteund worden. En dat is de opmaat van Citylab010 en daar zijn jaarlijkse subsidie rondes, waarin 13 tot 16 afdelingen betrokken zijn. Het gaat allemaal om een maatschappelijk relevant voorstel. Het moet innovatief zijn. En per cluster zijn er specifieke sub criteria. En daarmee wordt ook per jaar een enorm bedrag. Nog steeds 1 procent van de gemeentebegroting.

I: Echt van de gemeentebegroting en niet van de cultuurbegroting? R1: Nee van de gemeentebegroting. Ja.

I: En wat is innovatie dan in dat aspect?

R1: Nou op de cultuur afdeling is als sub criterium toegevoegd in hoeverre cultuur bijdraagt aan de innovatie bij andere domeinen, dus een soort innovatie motor.

I: Oké, dus niet innovatie zelf, maar…

R1: Nee innovatie binnen een ander domein. Dus ehm, bijvoorbeeld DanceForHealth, dus dat je met dans en beweging een bijdrage levert aan chronische ziektes, dat ze in beweging blijven. Ja dat zou vanuit zorg en welzijn ondersteund kunnen worden. Maar nu wordt vanuit de cultuur, de danssector, zo’n voorstel ingezonden. Hetzelfde is in Hoek van Holland: hoe je militair erfgoed, dus een bunker kan veranderen tot een toeristische bestemming. Dus op die manier zet je cultuur in als vernieuwer binnen zo’n sector. I: Oke, ja. Dus van CityLab is niet de culturele vernieuwing op zich niet het doel.

R1: Nee, nee.

I: Zijn er wel andere initiatieven die dat wel als doel hebben?

R1: Ja ja. Dus dit is het CityLab gedeelte. Dat is voortgekomen uit de vraag van de politiek die dan terecht komt binnen het ambtelijk systeem waar je dan een voorstel voor maakt en wat je dan vervolgens gaat

82

uitvoeren. Daarnaast werk ik aan creatieve industrie. Dat werkt enorm in de vernieuwing. Het is eigenlijk een economisch zelfredzame sector. Gaat over ontwerpers die 9 van de 10 een economische praktijk hebben, die verdienen hun geld met opdrachten. Maar het kan zijn dat ze daarnaast nog onderzoek doen en dat is innovatief. En het kan een publiek belang hebben en het kan zijn dat je daar dan een ondersteuning aan geeft. Dat beleid zijn we nu aan het ontwikkelen. Het gebeurt nu wel op ad hok basis dat ze wel voorstellen opzetten bijvoorbeeld over hoe je juist vrij jonge kinderen betrekt bij de digitale vaardigheden voor de toekomst. Niet razend innovatief maar het is wel als toevoeging op het onderwijs bijvoorbeeld. Het is een toevoeging en ook wel vernieuwend. En vorig jaar werd bijvoorbeeld een project ondersteund waarin verschillende soorten media ingezet werden om te kijken: ja wat kun je nu doen aan klimaatverandering. Dat loopt uiteen van documentaire tot videogame, quiz, debatavonden. Daar zit wel de vernieuwing in. En waar ik dit jaar mee bezig ben is mediabeleid, gevraagd vanuit de afdeling zelf om mediabeleid opnieuw te ontwikkelen. (7:55 R1 verteld over pilot mediabeleid)

Op een gegeven moment is de cultuursector, althans dat is mijn eigen mening, er was meer kwaliteit dan dat er geld was, toen is het teruggegaan naar de kern waardoor het soms moeilijk is om de vernieuwing juist aan te jagen. En die vernieuwing zit wat mij betreft in de nieuwe sectoren, nieuwe spelers, nieuwe doelgroepen en nieuwe onderwerpen. En binnen creatieve industrie en media heb ik het voordeel dat ik iedereen makkelijk in stelling kan brengen. Dat is bij podiumkunsten is dat misschien ook niet heel ingewikkeld, maar stel dat je een nieuwe voorstelling wil ontwikkelen ja dan moet je dat hele traject teruglopen om te kijken dat je aan het begin de vernieuwing pleegt zodat je aan het einde het een vernieuwend theaterstuk is.

I: Bovendien is het altijd niet zonder risico dat er dan voldoende publiek op af komt.

R1: Ja precies er zijn veel risico’s aan verbonden, terwijl binnen media kan het zijn dat er niet veel mensen naar kijken maar kan het alsnog van belang zijn voor de ontwikkeling van de mediasector. Ehm want ja ik ben ook niet bezig met het 8 uur journaal of GTST, dus juist de vernieuwing. En ook dat daar de ruimte voor is dat men wel snapt dat daar kwaliteit nodig is, maar dat de vernieuwing onderdeel van de kwaliteit is.

I: Waarom is vernieuwing, in de brede zin, zo belangrijk voor de gemeente Rotterdam. In het cultuurplan van 2017-2020 is dat echt als speerpunt genoemd ook, innovatie en vernieuwing. Waarom is dat zo belangrijk, waarom is dat een doel?

R1: Nou omdat je kan niet het bestaande al die tijd handhaven of conserveren, er zal altijd ontwikkeling nodig zijn. Minstens omdat de wereld of de samenleving verandert, dus er zijn andere vraagstukken, andere doelgroepen, andere vormen van cultuurgebruik en daar moet je in mee kunnen ontwikkelen. Anders ben je… zoals je vijf jaar geleden naar musea ging, dat doen we nu op een hele andere manier. De manier waarop we informatie krijgen of inzicht krijgen in andermans verhalen.

I: Ze moeten meebewegen, willen ze bij de tijd blijven. R1: Ja, dat was wel het lastige in de tijd van bezuiniging, I: En de tijd erna misschien.

R1: Ja want toen was opeens iedereen wel heel alert en streng op zichzelf. En was er eigenlijk onvoldoende geld om gewoon het normale te doen en mensen zien vaak vernieuwing als bijzonder. Terwijl wat mijn plan is, maar dat is vanuit mijzelf, dat bij het normale het bijzondere van vernieuwing hoort. Anders ben bezig met iets dat eindig is. Dat lijkt mij zonde. Dan ga je van cultuur, dan maak je iets dat je moet conserveren dan maak je daar alleen erfgoed van.

En wat ik ook wel vind, het moet niet om innovatie puur sang gaan. Het moet wel een doel hebben. I: Ja bijvoorbeeld om nieuw publiek te bereiken.

R1: Ja inderdaad.

I: En, ik las in een document van 2015, dat er nog te weinig ruimte was voor culturele vernieuwing. Waarom was er te weinig ruimte voor vernieuwing? Zou je dat kunnen uitleggen?

R1: Weet ik niet precies, maar wat ik wel zie is dat… Er is natuurlijk niet één cultuursector, maar over het algemeen gezien merk je dat het merendeel van de sector juist kwaliteit heeft omdat ze goed zijn in wat ze doen. Dat is vaak iets wat minder dynamisch is, dan dat je constant bezig bent met vernieuwing. En ehm,

83 het kan ook zijn dat als je nieuwe doelgroepen wilt aanspreken dat je nieuwe partnerschappen moet gaan sluiten omdat je andere vereisten hebt voor je personeel. En het kan zijn dat je dat arbeid technisch niet zo makkelijk kan veranderen. En dat ook de… af en toe zal de veerkracht in de cultuursector

gecomplimenteerd worden, maar uiteindelijk merk je ook wel dat als er minder geld komt, wel heel veel mensen heel veel dingetjes aan het doen waren waar ze ook wel echt heel veel op inleverden. Dat opeens van een hoop mensen heel veel werd verwacht. Dus ik snap ook wel dat vernieuwing iets gedaald is op de arbeidsmarkt.

I: Omdat er te weinig geld is? R1: Ja.

I: En dat er productiedruk is om toch geld binnen te halen.

R1: Ja, op dat moment was er wel een negatieve spiraal. En nu merk je dat die lijn opwaarts er wel weer inzit.

I: Want ehm, er is ook wel.. De Rotterdamse Raad van Cultuur heeft advies uitgebracht over Behoefte voor Alternatieve Financiering, april vorig jaar. En daar kwamen allemaal adviezen uit, daarvoor is ook al onderzoek gedaan door Rebel/Kwink over een Stadsfonds.

R1: Ja, ja.

I: Maar dat is allemaal niet doorgegaan, tenminste voor zover ik weet. Maar wat is er uiteindelijk gebeurd na dat advies? Wat is er zeg maar gedaan om meer vernieuwing te stimuleren? Weet je dat toevallig? R1: Ja nou ik zat destijds, toen werkte ik nog niet bij de gemeente, maar zat ik wel in die commissie die dat advies heeft geschreven. En ehm, destijds toen die vraag werd uitgezet was verondersteld dat er ook budget voor zou zijn. Namelijk als er vernieuwing is, en er is een bedrag van een half miljoen, maak dan een programma, dat is namelijk een ultieme vorm om vernieuwing aan te jagen want in een programma kunnen bijvoorbeeld twintig plannetjes zitten, waarbij niet alle twintig hoeven te lukken. Dus als daarvan de helft mislukt, kun je nog steeds zeggen dat het programma is geslaagd, want er zijn tien projecten mislukt en tien projecten geslaagd.

I: En mislukking is ook niet altijd erg.

R1: Ja. En als je één project maakt, dan wordt je constant aangesproken op hetgeen wat mislukt. Maar dat was toen vanuit de veronderstelling dat er budget voor zou zijn. En uiteindelijk bleek dat dat volgens mij helemaal niet zo te zijn. En ook niet de vraag waar een antwoord op gegeven moest worden. Dus dat was wel een beetje ongelukkig.

I: Ja, ja. Want die Pex Langeberg, ik weet niet of hij nog steeds wethouder is, want hij zei dat er een pilot zou worden ingezet voor drie jaar waarbij een deel van het budget voor subsidies realloceren om een werkwijze met kortlopende, laagrentende leningen en een ondersteuningsstructuur voor crowdfunding in te voeren. Is dat allebei gebeurd?

R1: Ja, ja.

I: Want ik kon wel iets over crowdfunding vinden maar niet is over die lage rente. R1: Ja dat is samen met Cultuur en Ondernemen. Dat is een lening stelsel met lage rente. I: Oke dus eigenlijk geeft de gemeente Rotterdam daar subsidie aan.

R1: Ja.

I: Zodat zij dat weer kunnen uitgeven voor lage rente.

R1: Ja. Waarbij het risico dan meer bij de gemeente ligt dan bij degene die de lening aangaat. Want wij betalen de rente dan in zo’n geval. En dat kan ook zijn dat dat een manier is om vernieuwing te stimuleren. I: Ja want zij ondersteunen kleinschalige projecten?

R1: Ja, ja. Met crowdfunding inderdaad gaat het over kleinschalige projecten waarbij er een grotere groep is van private financiers en wij betalen het laatste stukje.

I: Ohja.

R1: En wat we bijvoorbeeld ondersteund hebben is Operator Radio. Dat is een project waarbij digitale radio uitgezonden wordt. En eigenlijk hebben wij op dit moment geen regeling of een manier om daar geld aan te kunnen geven. Terwijl juist zo’n vorm van crowdfunding, want wij vinden het wel van belang, op zo’n manier kun je daar geld aan geven.

84

I: Ja, omdat ze ook al gesteund worden door meerdere particuliere geldgevers.

R1: Ja. En iets anders wat we hebben opgezet afgelopen jaar, ook met steun van de wethouder, zijn zogenaamde PitcherPerfect avonden.

I: Oke, daar heb ik nog niets over gehoord.

R1: Oke, nou dat is heel leuk. Op een avond pitchen dan ongeveer twintig voorstellen en aan het eind van de avond stemt het aanwezige publiek, dus ook de initiatiefnemers op andere voorstellen, wie dane en bijdrage krijgt uit de gezamenlijke pot.

I: En hoe groot is zo’n bijdrage dan?

R1: Volgens mij is er een totaalbedrag van 100 duizend per jaar. I: En dat is dan één avond in het jaar?

R1: Ehm het was vorig jaar aan het einde van het jaar. Volgens mij is het per kwartaal. I: En is dan initiatieven zeg maar, dat kan van alles zijn?

R1: Ja, waarbij wel ehm het mag dan niet bij iets anders… I: al aangesloten zijn, bij een instelling ofzo?

R1: Ja, want als het al bij een bestaande regeling kan dan moet je daar juist indienen. Maar nu het leuke is juist dat wij als gemeente ook wel zo nuchter zijn, wij zien dat er meer initiatieven in het veld zijn dan dat wij mensen onze regelingen kunnen bedienen. Dus op welke manier zouden we dat nu kunnen

ondersteunen. En daar hebben we nu eigenlijk een hele serie van dingetjes. I: Pitcherperfect?

R1: Ja, maar eigenlijk hebben we nu heel veel dingetjes, een aantal dingen, laat ik het zo zeggen. Waarbij ik ook nog niet weet wat het ultieme is, maar je probeert wel daarmee de ontwikkeling in het veld te kunnen volgen. En je bent ook als gemeente aan het uitproberen van goh maar hoe moeten wij ons systeem gaan veranderen als wij die vernieuwing mee kunnen nemen.

I: Want jullie zijn je ervan bewust dat het niet optimaal is, het subsidiesysteem.

R1: Volgens mij als de cultuur verandert, als de samenleving verandert dan moet je je systeem ook eens in de zoveel tijd veranderen. En ik denk dat het systeem moet zo goed zijn dat het altijd net iets achter loopt op de ontwikkelingen in het veld. Dus ja, het kan zijn dat je altijd iets te veel achter loopt dan wenselijk is. Ja en dan moet je weer een inhaalslag maken.

I: En jullie zitten nu nog in dat proces van.. ? R1: Ja, ja.

I: En dit is ook onderdeel van de pilot dan dat PitcherPerfect?

R1: Ja,ja dit is wel één van de, wat ook met de directeuren van de culturele instellingen in Rotterdam, die hebben het zogenaamde directeurenoverleg. Met hen is ook afgesproken, van ja hoe kunnen we nu vernieuwing aanjagen. Ja dus je doet het ook niet, wij bedenken het ook niet alleen vanuit dit gebouw. Je doet het juist wel met partijen uit het veld, die hier aankloppen en zeggen ja wat jullie doen is wel redelijk maar het kan beter. En dat is wel leuk hoor om te doen. /

I: Werken met het veld? R1: Ja.

I: Het gaat natuurlijk om hun, dus zij weten ook meer waarschijnlijk wat er speelt dan jullie. R1: Ja.

I: En hij zei ook dat hij (Langenberg) het huidige subsidiesysteem onder de loep zou nemen en waar wenselijk aanpassen aan de onder meer door uw Raad geconstateerde behoeften en ‘doel is te komen tot een subsidiesysteem waarin ruimte voor interdisciplinariteit, flexibiliteit, artistieke vernieuwing, innovatie en experiment, continuïteit door versterking van het lerend vermogen van de sector, en de makers centraal staan’. Wat is daar mee gedaan?

R1: Dat is nu nog gaande. Dus er zijn volgens mij, er is sowieso één onderzoeksbureau bezig met een voorstel hoe wij dat kunnen aanpassen. Want wat wij nu hebben is eigenlijk een vierjarige

cultuurplanondersteuning. En dan hebben we drie regelingen, voor drie disciplines. En die werken goed zoals ze werken, maar daarvoor is het wel tijd om die onder de loep te nemen.

85 R1: Ja.

I: Maar op de site staat dan ‘culturele feesten, jaarlijks amateurverenigingen, kunst en cultuur in de gebieden’, allemaal dat soort dingen. Maar dat zijn meer dan drie dingen.

R1: Ja, want we hebben dan drie disciplinaire. Dus visuele kunsten… I: Ohja, podiumkunsten. En letteren en erfgoed.

R1: Ja.

I: Oke, ja die drie dan. Want ik snapte het niet helemaal, die hebben incidentele project subsidies? R1: Ja.

I: Kunnen zij ook jaarlijkse subsidies aanvragen? R1: Ja.

I: En tweejaarlijkse subsidies? R1: Ja.

I: Oke, want ik las een beetje tegenstrijdige dingen. En die jaarlijkse subsidies komen uit het cultuurplan, of is dat.. ?

R1: Nee.

I: Dat zijn alleen de vierjarige?

R1: Ja. Het cultuurplan is echt voor vier jaar, dat zijn uhh, daar zitten ook relatief veel nieuwkomers bij. I: Ohja, 18 nieuwkomers de laatste keer.

R1: Ja, dat is best veel. Maar daarnaast is, ondersteunen we via projectsubsidies maar het kan ook weleens dat iemand een serie debatavonden in een jaar organiseert. Ja dan spreek je over een jaarprogramma. En die wordt in dezelfde commissie als de projectsubsidies behandeld.

I: Oke.

R1: maar naar dat hele stelsel zijn we aan het kijken. Want uhm, bijvoorbeeld als iemand een project doet tussen de visuele en de podiumkunsten in zit, dan wil je dat wel optimaal kunnen steunen.

I: Ja dat las ik inderdaad ook dat er nog te veel, dat er veel meer interdisciplinariteit ontstaat maar dat het systeem daar niet voor gemaakt is eigenlijk. Omdat het te veel onderscheid wordt gemaakt tussen verschillende disciplines.

R1: En wat ook meetelt, bij de cultuurplanondersteuning heeft de gemeenteraad, die gaat er uiteindelijk over, besloten om meer geld naar meer partijen te sturen waardoor er relatief weinig geld over is gebleven voor die incidentele subsidies.

I: Je bedoelt naar de grote instellingen?

R1: Ja. Naar de meerjarige subsidie daar is best veel geld naar toe gegaan, meer dan van te voren begroot was. En dat betekent dat je uiteindelijk om met je begroting uit te komen dat er minder geld over is gebleven.

I: Gewoon minder flexibel budget eigenlijk?

R1: Ja, terwijl in die sector zit juist de vernieuwing. I: Vooral.

R1: Ja dus in die incidentele subsidies, kan zijn dat daar juist een voorstel is van een doelgroep of discipline die nog niet extreem excellent is dat ze bij de cultuurplaninstellingen horen, maar juist wel die impuls nodig heeft.

I: Ehm, en dat snelloket, dat is ook toch vooral voor innovatieve… R1: Ja.

I: Hoe werkt dat precies? Is dat nieuw of is dat? Weet je dat toevallig?

R1: Weet ik niet ehm, maar daar gaat het om hele kleine bedragen en ook over kunst en cultuur in de gebieden. Dat gaat over kleine bedragen met een korte doorlooptijd.