• No results found

interview gemeente Hoorn

In document Duurzaam samenwerken aan duurzaamheid (pagina 95-102)

Organisatie Gemeente Hoorn

Functies Programmamanager Duurzame Stad + Accountmanager bedrijventerreinen

Datum Maandag 19 november 2018

Introductie

- Bedanken voor het vrijmaken van tijd voor het interview - Scriptie Master Management van de Publieke Sector - Interview wordt opgenomen

- Tijdschema interview

Centraal

Voor mijn masterscriptie onderzoek ik samenwerkingsverbanden die gesloten zijn tussen gemeenten en het lokale midden- en kleinbedrijf voor het thema duurzaamheid. Deze samenwerkingsverbanden beschouw ik in mijn onderzoek als cross-sectorale samenwerkingsverbanden. In de wetenschappelijke theorie wordt een cross-sectoraal samenwerkingsverband aangeduid als “een samenwerkingsverband waarin twee of meer autonome organisaties, vrijwillig samenwerken aan een gemeenschappelijk doel waarbij zij gebruik maken van elkaars kennis, materialen en relaties”.

Doelstelling interview

Het doel van dit onderzoek is te verklaren welke factoren bijdragen aan succesvolle cross- sectorale partnerschappen. In de wetenschappelijke theorie heeft Van Vught (2015) acht succesfactoren beschreven voor interorganisationele samenwerkingsverbanden. Getoetst wordt of deze succesfactoren ook van toepassing zijn op cross-sectorale samenwerkingsverbanden. De vraagstelling van dit onderzoek luidt: “Welke factoren dragen in welke mate bij aan een verwachte, succesvolle cross-sectorale samenwerking en in hoeverre kan dit worden verklaard door de theorie van Van Vught?”

Wetenschappelijk kader

Van Vught (2015) concludeert in haar onderzoek dat er acht succesfactoren van invloed zijn op interorganisationele samenwerking. De aanwezigheid van de succesfactoren hebben een positieve invloed op de samenwerking.

Van Vught (2015) beschrijft in haar theorie de volgende acht succesfactoren: 1. Wederzijdse afhankelijkheidsbesef;

2. Concretisering;

3. Onderlinge verhoudingen; 4. Coördinatie/ bestuurlijke kracht; 5. Stabiliteit,

6. Continuïteit,

7. Externe druk/dwang 8. Randvoorwaarden.

Het interview is afgenomen bij twee medewerkers van de gemeente Hoorn.

Algemene vragen

1. Voor welke organisatie bent u werkzaam en wat is uw functie binnen deze organisatie? Ik werk als programmamanager Duurzame Stad bij de gemeente Hoorn. Het programma Duurzame Stad bestaat uit drie thema’s: de energietransitie, de circulaire economie en klimaatadaptatie/biodiversiteit. Het programma wordt binnenkort ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad. Onder het programma vallen circa zestig projecten die zich richten op het verduurzamen van de gemeente Hoorn. Voorheen heette het programma Puur Hoorn. Deze naam hanteren we nog wel in onze communicatie naar de bedrijven en burgers.

Ik werk als accountmanager-bedrijventerreinen bij de afdeling Economie van de gemeente Hoorn. Vanuit deze rol beantwoord ik alle vragen die bedrijven aan gemeente Hoorn stellen. Vanuit deze functie ben ik ook betrokken bij de Energie Coöperatie West-Friesland (ECWF) en de parkmanagementverenigingen op de verschillende bedrijventerreinen in Hoorn.

2. Op welke wijze werkt uw organisatie samen met het mkb in Hoorn op het gebied van duurzaamheid?

Het thema duurzaamheid behelst een brede opgave waar zowel het bedrijfsleven en de (semi)overheidsinstellingen hun steentje aan moeten bijdragen. Vanuit de gemeente Hoorn zijn verschillende routekaarten opgesteld voor het thema duurzaamheid. Een van die routekaarten

is de routekaart Energieneutraal 2040. We hebben verschillende samenwerkingspartners gevraagd om met ons mee te denken over hoe we deze doelstelling de komende decennia gezamenlijk kunnen gaan bereiken.

3. Welke positie of functie heeft u in dit samenwerkingsverband?

De gemeente Hoorn heeft in deze samenwerking een aanjagende en faciliterende rol. Het doel is om zowel het bedrijfsleven, de burger en andere maatschappelijke instellingen mee te krijgen in het thema. We onderzoeken bijvoorbeeld of we voor het thema duurzaamheid een West- Friese kennis- en innovatieregio kunnen opzetten. Er is namelijk veel kennis in de regio aanwezig. Die kennis en innovatie kunnen we benaderen vanuit de driehoek: samenwerking tussen het onderwijs, bedrijfsleven en de maatschappelijke instellingen. In de regio zijn een aantal pioniers aanwezig die we graag bij deze samenwerking willen betrekken. Zo werken we bijvoorbeeld samen met de ECWF. De kracht van dit initiatief is dat er geen winstoogmerk aanwezig is en dat het een vaste trekker/contactpersoon heeft die inhoudelijke vragen van bedrijven kan beantwoorden. Bedrijven die zich bij de gemeente melden voor de coöperatie verwijzen wij dan ook direct door naar de ECWF.

De gemeente beschikt zelf niet over specialistische en technische kennis. Daarom is innovatie en samenwerking met het bedrijfsleven zo belangrijk. We proberen bedrijven wel te ondersteunen met kennis over provinciale subsidies. Op bedrijventerrein Hoorn80 is ECWF begonnen met het stimuleren van kleine duurzaamheidsmaatregelen. Door klein te beginnen hopen we dat bedrijven steeds verder gaan in het verduurzamen van hun bedrijfspand en/of productieproces.

De gemeente Hoorn heeft voor 2019 een bedrag van 1,9 miljoen euro begroot voor het programma Duurzame stad.

4. Wat vormde de aanleiding om samen te gaan werken tussen uw organisatie en de samenwerkingspartner?

Vanuit het bedrijfsleven zijn een aantal initiatieven opgestart voor verduurzaming. De oorsprong ligt vooral bij een aantal initiatiefnemers met een zogenaamd ‘groen hart’. Vanuit de gemeente zijn er ook al ruim drie jaar initiatieven om een klimaatneutraal Hoorn te realiseren. We zijn nog zoekende hoe we deze initiatieven meer met elkaar kunnen verbinden. Vanuit de komende duurzaamheidsagenda gaan we meer bedrijven benaderen om stappen te zetten in verduurzaming. Het is voor ons als gemeente soms lastig te ontdekken waar wij het bedrijfsleven in kunnen faciliteren. Het is namelijk niet zo dat wij een zak met geld beschikbaar hebben en deze kunnen overdragen aan het bedrijfsleven. We proberen daarom in gezamenlijkheid initiatieven op te starten. Zo ook Duurzaam Ondernemend West-Friesland

waarin we onderzoeken met welke partij(en) wij kunnen inzetten om bedrijven meer te stimuleren. Wij vinden dat de bedrijven nog te beperkt initiatief tonen in het verduurzamen van hun bedrijfspanden en hun productieprocessen. We zijn nu in overleg met de Rabobank, de Regionale Uitvoeringsdienst Noord-Holland Noord (RUD) en het ontwikkelingsbedrijf Noord- Holland hoe we gezamenlijk deze stappen gaan zetten. Er is onlangs een eerste ontbijtsessie georganiseerd. Bij het vervolg zullen we ook actief de ondernemersverenigingen/ parkmanagementverenigingen betrekken. Bedrijventerreinen die verenigd zijn, zijn dus essentieel in de samenwerking.

Topiclijst

• Wederzijds afhankelijkheidsbesef

Wij zien duurzaamheid als een gezamenlijke opgave waarbij gemeente en het bedrijfsleven elkaar echt nodig hebben. Niets gaat vanzelf, dus er is zeker noodzaak om samen te werken. We moeten zowel investeren in de samenwerking met het bedrijfsleven, als met de burger in de bebouwde omgeving. In deze fase voelt het nog wel als pionieren waarbij de overheid en het bedrijfsleven elkaar nog meer zullen moeten vinden om tot resultaten te komen. Kortom we hebben het bedrijfsleven hard nodig om onze eigen doelstellingen te behalen.

• Concretisering

We hebben nog geen gezamenlijke doelstellingen of een rol- en taakverdeling vastgesteld in de samenwerking met het bedrijfsleven. Deze concretisering zullen we de komende tijd moeten gaan organiseren. Maar dat komt ook, omdat het programma Duurzame Stad nog niet is vastgesteld door de gemeenteraad. In het programma staan meerdere ambitieuze doelstellingen waarbij we het bedrijfsleven hard nodig zullen hebben om deze te bereiken. Een van die doestellingen is meer zonnepanelen op daken. Omdat we beperkt ruimte beschikbaar hebben, zullen we deze panelen met name op de daken van grotere bedrijfspanden moeten gaan realiseren. Als gemeente willen we hierin gaan faciliteren en regisseren, maar we kunnen het niet verplichten of zelf gaan uitvoeren. Daarom zijn we de eerdergenoemde samenwerking gestart, zodat we meer draagvlak hebben en vanuit verschillende invalshoeken de samenwerking kunnen optimaliseren. Het is mogelijk dat de gemeente procesgeld voor deze projecten beschikbaar stelt. Bij projecten die procesgeld ontvangen wordt er periodiek overleg gevoerd en is er sprake van evaluatie. Een van deze projecten is ECWF waarbij wij onderdeel uitmaken van de werkgroep.

• Onderlinge verhoudingen

De onderlinge verhoudingen tussen de gemeente en ECWF zijn positief te noemen. Ondanks alle inspanningen is het soms jammer als een bedrijf toch besluit om niet mee te doen aan de coöperatie. Dit kan de sfeer negatief beïnvloeden. Bedrijven kunnen zelf besluiten of zij willen mee doen aan de coöperatie of dat zij het liever zelf (met een andere partij) willen regelen. Wij vinden dat ECWF een betrouwbare en transparante samenwerkingspartner is. Zij komen hun afspraken na en wij krijgen inzicht in de financiën. Wel ontstaat er soms wat frictie, omdat ECWF graag de bedrijven op alle terreinen in Hoorn wil benaderen. Als gemeente kunnen we niet een partij voortrekken en wij vinden dat bedrijven een keuze moeten hebben met wie zij afspraken willen maken. Hier proberen wij ook transparant in te zijn naar ECWF. ECWF is als zelfstandige entiteit dan ook verantwoordelijk voor hun eigen communicatie. Daar hebben wij geen bemoeienis mee. Onze communicatie verloopt via Puur Hoorn.

• Coördinatie/bestuurlijke kracht

In onze ogen versterken ECWF en de gemeente elkaar en is er geen sprake van een ongelijke machtsverhouding of dominante partner. Nogmaals, ik blijf het herhalen: het is een gezamenlijke opgave van overheid en het bedrijfsleven. We moeten kijken hoe we elkaar kunnen versterken en kunnen helpen en elkaar niet de tent uitvechten. Zeker niet als je hetzelfde doel voor ogen hebt. Dat is waarover de samenwerking zou moeten gaan. Wij denken dat we in een overgangsfase zitten waarbij er langzaam meer urgentie komt voor het thema duurzaamheid. Bij bedrijven leeft nu nog vaak de vraag “wie gaat dat betalen?”. Bedrijven willen niet investeren, als zij niet zien wat het hun oplevert. Schijnbaar is de druk nog niet hoog genoeg. Vanuit de gemeente richten wij ons de komende periode dus op het creëren van bewustwording, het faciliteren en mensen informeren en meenemen.

• Stabiliteit

De aanwezigheid van een vaste vertegenwoordiging is zeer belangrijk in de samenwerking met het bedrijfsleven. Als er continu een nieuw gezicht vanuit de gemeente aan tafel, zit is dat geen goed teken. Daar zijn wij ons van bewust. Het is namelijk belangrijk om een band op te bouwen in een samenwerking. Deze band heeft tijd nodig om te groeien. Daarom proberen we als gemeente vaste accountmanagers aan te stellen die aanspreekpunt zijn voor de bedrijven. Dat werkt.

• Continuïteit

De continuïteit is gebaat bij de betrouwbaarheid die wordt opgebouwd in een netwerk. Op het moment dat er te veel poppetjes wegvallen wordt de relatie in zekere zin minder. We zoeken het dus voornamelijk in het opbouwen van een betrouwbare relatie met het bedrijfsleven. Om de continuïteit te waarborgen is het ook belangrijk dat we een eenduidige boodschap richting het bedrijfsleven hebben. Onze informatievoorziening moet compleet en up to date zijn. Het is een voordeel dat wij als gemeente niet te klein, maar ook zeker niet te groot zijn. Daardoor zijn de lijnen met het bestuur kort en kunnen bedrijven ook met het bestuur in gesprek. Dat ervaren wij ook als een succesfactor voor de samenwerking.

• Externe druk/dwang

Onze samenwerking met het bedrijfsleven is geheel vrijwillig. Deze samenwerking is met het ene bedrijventerrein groter dan met het andere terrein. In sommige gebieden moet de samenwerking nog groeien of staat deze nog in de startblokken. We hebben als gemeente natuurlijk ook geluk met een terrein zoals Hoorn80 waarbij het bedrijfsleven het thema duurzaamheid zelf zo voortvarend heeft opgepakt.

De RUD (Omgevingsdienst) voert vooralsnog niet direct druk uit op bedrijven die niet investeren. Er is bij deze instantie nu meer aandacht voor preventie dan voor repressie. Meer repressie kan zowel een positief als negatief effect hebben op onze samenwerking met het bedrijfsleven. Ik verwacht dat er de komende jaren meer repressie zal komen vanuit de RUD. Als gemeente moeten we daarop voorbereid zijn door onze informatievoorziening voor de bedrijven goed te organiseren. Zo weten bedrijven aan welke verplichtingen zij moeten voldoen. Handhaving door de RUD kan een negatief effect hebben als het als pressiemiddel wordt gebruikt en de overheid haar bedrijven niet goed voorziet van informatie.

• Randvoorwaarden

Vanuit de gemeente wordt er veel geïnvesteerd in het programma Duurzame Stad. Het komende jaar worden er nog eens vijf extra vacatures opengesteld voor het programma. In onze ogen investeert de gemeente Hoorn dus voldoende in het thema duurzaamheid. Afgezien van de initiatiefnemers en lopende projecten, denken wij dat een groot deel van de bedrijven helaas nog niet het gezamenlijke belang van duurzaamheid ziet. Ik denk dat de meeste bedrijven nog niet eens weten welke opgave er voor de deur staat, laat staan dat ze beseffen dat ze daar een rol in hebben. Dat klinkt misschien kort door de bocht, maar dat is wel wat wij ervaren. Duurzaamheid leeft erg bij de mensen die daar (dagelijks) mee bezig zijn, maar lang nog niet bij alle bedrijven en burgers in de gemeente Hoorn.

Afronding

Wij hebben zojuist acht succesfactoren van samenwerking besproken. Dit zijn: wederzijds afhankelijkheidsbesef, concretisering, onderlinge verhoudingen, coördinatie/bestuurlijke kracht, stabiliteit, continuïteit, externe druk/dwang en randvoorwaarden.

5. Mist u nog factoren die van belang zijn voor een succesvolle samenwerking? En zo ja welke?

Een succesvolle samenwerking betekent ook dat er sprake is van een evenredig urgentiebesef. Het thema duurzaamheid vraagt om pionieren, waarbij het een uitdaging is om een grote groep te bereiken die nog niet met dit thema bezig is.

6. Heeft u nog aanvullingen of kanttekeningen op de inhoud van dit interview? Nee.

Bijlage 6: interview mkb Zaanstad

In document Duurzaam samenwerken aan duurzaamheid (pagina 95-102)