Kleinschalig kampeerterrein - De beperking dat een kleinschalig kampeerterrein alleen in het toeristisch seizoen open mag, is in strijd met de provinciale ambities in de Omgevingsvisie en Gastvrij Fryslan: door vast te houden aan het achterhaalde principe van een toeristisch seizoen, zet de verordening een rem op innovatie van de toeristische logiesmarkt. Inspreker verzoekt om het verwijderen van de beperking ‘toeristisch seizoen’.
Reactie
De voorwaarde dat een kleinschalig kampeerterrein alleen in het toeristisch seizoen open mag is geschrapt. Wij gaan er vanuit dat gemeenten hierin zelf de goede keuze kunnen maken. Wij stellen wel als randvoorwaarde dat alleen kampeermiddelen aanwezig mogen zijn op het terrein als deze ook daadwerkelijk op dat moment in gebruik zijn. Het is niet de bedoeling dat caravans en tenthuisjes en dergelijke jaarrond op het kampeerterrein blijven staan.
Conclusie
Verordening aanpassen: de begripsbepaling voor ‘kleinschalig kampeerterrein’ is aangepast.
Er is een begripsbepaling voor ‘mobiele kampeermiddelen’ toegevoegd.
71. Inspreker: recreatieschap Marrekrite Kern van de zienswijze
Kleinschalig kampeerterrein - Inspreker constateert dat de verordening in tegenspraak is met de provinciale Beleidsnota Gastvrij Fryslân 2028. Een van de hoofddoelen van de
Beleidsnota Gastvrij Fryslân is ‘Slimme Groei’, waarbij de provincie inzet op het verhogen van jaarrond toerisme in de provincie. Daarnaast zet de provincie ook voor
logiesaccommodaties in op spreiding in tijd (seizoensverlenging) en plaats. In de verordening wordt echter in de definitie van kleinschalige kampeerterreinen het gebruik beperkt tot
slechts het toeristisch seizoen.
Inspreker merkt op dat steeds meer vaar- en kampeermiddelen zelfvoorzienend zijn, waardoor ze jaarrond gebruikt kunnen worden. Marrekrite merkt dit aan het gebruik van de ligplaatsen. Maar ook campers zijn over het algemeen zelfvoorzienend, waardoor ze jaarrond gebruikt worden.
Reactie
De voorwaarde dat een kleinschalig kampeerterrein alleen in het toeristisch seizoen open mag is geschrapt. Wij gaan er vanuit dat gemeenten hierin zelf de goede keuze kunnen maken. Wij stellen wel als randvoorwaarde dat alleen kampeermiddelen aanwezig mogen zijn op het terrein als deze ook daadwerkelijk op dat moment in gebruik zijn. Het is niet de
bedoeling dat caravans en tenthuisjes en dergelijke jaarrond op het kampeerterrein blijven staan.
Conclusie
Verordening aanpassen: de begripsbepaling voor ‘kleinschalig kampeerterrein’ is aangepast.
Er is een begripsbepaling voor ‘mobiele kampeermiddelen’ toegevoegd.
72. Inspreker: gemeente Waadhoeke Kern van de zienswijze
Landbouw - waarom is in de begripsomschrijving pluimveehouderij apart genoemd?
Reactie
Pluimveehouderij kan inderdaad worden geschrapt. Een pluimveehouderij valt al onder de noemer veehouderij.
Conclusie
Verordening aanpassen: pluimveehouderij is geschrapt uit de begripsomschrijving van
‘landbouw’.
73. Inspreker: gemeente Waadhoeke Kern van de zienswijze
Landschappelijke en cultuurhistorische kernkwaliteiten – De provincie noemt hier de structuurvisie Grutsk op ’e Romte. Is dat na 1 januari 2022 nog een actuele benaming, aangezien het instrument structuurvisie uit de wet verdwijnt?
Reactie
Het document ‘Structuurvisie 2014 Grutsk op ‘e Romte!’ is nog actueel. Het document is ooit als structuurvisie vastgesteld en heeft ook deze naam meegekregen. Dat het instrument structuurvisie niet meer bestaat na de inwerkingtreding van de Omgevingswet wil niet zeggen dat er geen gebruik meer gemaakt kan worden van de beleidsinhoud van het document.
Conclusie
Zienswijze leidt niet tot aanpassing van de verordening.
74. Inspreker: gemeente Noard-East Fryslân, Dantumadiel Kern van de zienswijze
Melder - In de definitie voor ‘melder’ staat: ‘degene die de melding als bedoeld in artikel 4.2, eerste lid, van de wet doet’. Het begrip ‘wet’ is gedefinieerd als: ‘de Omgevingswet’. Artikel 4.2 van de Omgevingswet is het artikel met betrekking tot ‘toedeling van functies aan locaties’. Hierin komt het begrip ‘melder’ niet voor.
Reactie
De zienswijze van de gemeente is juist. De juiste verwijzing moet zijn naar artikel 4.4, eerste lid van de Omgevingswet.
Conclusie
Verordening aanpassen: begripsbepaling is hoofdstuk 1 is aangepast.
75. Inspreker: gemeente Noard-East Fryslân, Dantumadiel Kern van de zienswijze
Nazorgvoorziening - Begrip ‘nazorgvoorziening’ is gedefinieerd als: ‘de voorziening ter bescherming van het milieu, als bedoeld in artikel 8.49, eerste en tweede lid, van de Wet milieubeheer’. De gemeente vraagt zich af of deze verwijzing juist is.
Reactie
Wij zijn van mening dat de verwijzing naar artikel 8.49 Wet milieubeheer juist is.
Conclusie
Zienswijze leidt niet tot aanpassing van de verordening.
76. Inspreker: gemeente Waadhoeke Kern van de zienswijze
Niet agrarische bedrijven in het landelijk gebied – de gemeente vraagt zich af waarom hier ook horecagelegenheden en maatschappelijke voorzieningen worden genoemd, terwijl deze niet vallen onder de begripsomschrijving van bedrijf?
Reactie
Wij begrijpen de verwarring. Er is inderdaad geen logische omschrijving van het begrip ‘niet-agrarische bedrijven in het landelijk gebied’ gegeven. In de regels wordt het begrip alleen gebruikt in de titel van artikel 2.9. Wij hebben besloten de begripsbepaling te schrappen en de titel van 2.9 te wijzigen.
Conclusie
Verordening aanpassen: het begrip ‘niet agrarische bedrijven in het landelijk gebied’ is geschrapt. In de aanhef van 2.9 staat ‘niet agrarische functies buiten het bestaand stedelijk gebied’.
77. Inspreker: gemeente Waadhoeke Kern van de zienswijze
Omgevingskwaliteit – De gemeente wil aan het begrip ‘Omgevingskwaliteit’ ook milieukwaliteiten als bodem, luchtkwaliteit en licht (donkerte) toevoegen.
Reactie
Wij vinden dit een terechte suggestie. In de toelichting is milieuhygiëne wel als voorbeeld van een omgevingskwaliteit benoemd. Deze staat niet in de begripsomschrijving. Dit zal worden toegevoegd.
Conclusie
Verordening aanpassen: het begrip ‘Omgevingskwaliteit’ is aangevuld.
78. Inspreker: gemeente Noard-East Fryslân, Dantumadiel Kern van de zienswijze
Opstelling voor zonne-energie - De gemeente vraagt zich af waarom de begripsomschrijving
‘opstelling voor zonne-energie’ is gewijzigd ten opzichte van de Verordening Romte Fryslan 2014 in die zin dat ‘op maaiveld of op water’ is vervangen door ‘op maaiveld’? Het begrip
‘maaiveld’ is als volgt gedefinieerd: ‘de gemiddelde hoogteligging van de gronden ter plaatse
van en direct grenzend aan een voorgenomen ontgronding’. De gemeente gaat er vanuit dat de Ontwerp Wijziging Verordening Romte Fryslan 2014 (zon) niet in de weg aan het plaatsen van een opstelling van zonne-energie op water. De gemeente vraagt zich af of dit nog steeds mogelijk is.
Reactie
Per abuis is een verouderde begripsomschrijving opgenomen. Dit is aangepast. Er is nu weer opgenomen ‘op maaiveld of op water’.
De mogelijkheid voor het plaatsen van opstellingen voor zonne-energie op water zijn conform de regeling in de Wijziging Verordening Romte Fryslân 2014 (zon) in de omgevingsverordening opgenomen.
Conclusie
Verordening aanpassen: de begripsomschrijving voor ‘opstelling voor zonne-energie’ is aangepast.
79. Inspreker: gemeente Waadhoeke
Kern van de zienswijze
Perifere detailhandel - ook detailhandel in plant- en dierbenodigdheden, fietsen en
autoaccessoires en supermarkten zijn hierin opgenomen. Het is onduidelijk waarom de lijst is uitgebreid met juist deze vormen van detailhandel. De gemeente Waadhoeke heeft
vestigingsbeleid voor detailhandel, waarbij er van uitgaan wordt gegaan dat supermarkten juist bij voorkeur binnen het kernwinkelgebied worden gevestigd. De gemeente meent dat dit op onacceptabele wijze inbreuk maakt op het vestigingsbeleid van de gemeente, dat voldoet aan de Europese Dienstenrichtlijn.
Overigens mist de gemeente bij de toelichting op de begrippen een uitleg voor de passendheid van deze branchebeperking binnen de Europese Dienstenrichtlijn.
Reactie
De definitie is beleidsneutraal overgenomen uit de Verordening Romte Fryslân 2014. Dit laat onverlet dat wij goed begrijpen dat gemeenten supermarkten bij voorkeur in het
kernwinkelgebied willen vestigen. Dit heeft uiteraard ook onze voorkeur. Daarom is in artikel 2.11, lid 2 als voorwaarde opgenomen dat een perifere locatie alleen aan de orde kan zijn als is verantwoord dat vestiging in het kernwinkelgebied of het gebied direct daarop aansluitend redelijkerwijs niet mogelijk is.
In de Algemene Toelichting op afdeling 2.5 detailhandel is ingegaan op de branchebeperkingen binnen de Europese Dienstenrichtlijn.
Conclusie
Zienswijze leidt niet tot aanpassing van de verordening.
80. Inspreker: gemeente Waadhoeke Kern van de zienswijze
Reconstrueren - door de redactie van dit artikel lijkt het of de provincie wil zeggen dat het alleen gaat om wijzigingen die verandering brengen in de bestaande of te verwachten risico’s voor de grondwaterkwaliteit. Andere wijzigingen zouden dan niet vallen onder het begrip reconstrueren?