• No results found

Inspreker: Groepen Friesland Kern van de zienswijze

In document PROCES. 1. Inspreker: FMF (pagina 39-44)

Trekkershut - In het begrip trekkershut staat expliciet opgenomen: ‘met beperkte

voorzieningen’. Trekkershutten zijn er net zoals andere verblijfsaccommodaties in talrijke verschillende vormen en voorzieningenniveau. De gemeente is van mening dat het aan de recreatieondernemer is om te bepalen op welke doelgroep hij zich wil richten.

Ook de bepaling met betrekking tot de ‘lichte constructie’ kan vragen oproepen.

Daarnaast vraagt de gemeente zich af wat de reikwijdte is van de ‘beperkte voorzieningen’ in het geval de provincie er voor kiest dit te laten staan in de Omgevingsverordening Fryslan.

Reactie

Wij hebben aansluiting gezocht bij de Richtlijnen Trekkershutten van Stichting De Groene Koepel uit 2019. Dit betekent dat sprake moet zijn van een enkel-laags constructie zonder verdiepingen met een oppervlakte van maximaal 40 m². Sanitair (wc/douche) moet in de hut zelf of op redelijke loopafstand aanwezig zijn. Er mag een mogelijkheid zijn om eten te koken.

Wij zijn van mening dat het niet gewenst is om op grote schaal bij elk (voormalig) agrarisch bouwperceel recreatieverblijven te realiseren. Vooralsnog zijn de mogelijkheden daarom beperkt tot alleen het plaatsen van trekkershutten. Door de omvang te beperken tot 40 m² blijft er een duidelijk verschil tussen een trekkershut en een recreatiewoning.

Conclusie

Verordening aanpassen: wij hebben de begripsbepaling voor trekkershut aangepast waardoor er meer ruimte is om alle voorzieningen in de hut zelf aan te bieden. De

begripsbepaling voor trekkershutten wordt: ‘een gebouw met een enkellaags constructie voor recreatief verblijf, met een maximum oppervlakte van 40 m²’.

91. Inspreker: Groepen Friesland Kern van de zienswijze

Trekkershut - Bij het begrip trekkershut is nu de maatvoering van 40 m² opgenomen in de Ontwerp omgevingsverordening. Waarop is die maatvoering gebaseerd?

Reactie

De maatvoering van de trekkershut is gebaseerd op het document ‘Richtlijnen

trekkershutten’ (2019) van De Groene Koepel. Daar wordt uitgegaan van een oppervlakte van 38 m² voor een trekkershut. Conform de uitgangspunten in dit document hebben wij besloten de eis dat alleen sprake mag zijn van beperkte voorzieningen laten vervallen. Een trekkershut mag dus zowel een toilet, douche als keuken bevatten.

Conclusie

Verordening aanpassen: de begripsbepaling voor ‘trekkershut’ is aangepast. De eis dat alleen sprake mag zijn van beperkte voorzieningen is geschrapt.

92. Inspreker: gemeente Waadhoeke Kern van de zienswijze

Trekkershut - wat verstaat u onder 'beperkte voorzieningen’?

Reactie

Wij hebben besloten aansluiting te zoeken bij de Richtlijnen Trekkershutten van Stichting De Groene Koepel uit 2019. Dit betekent dat sprake moet zijn van een enkel-laags constructie zonder verdiepingen met een oppervlakte van maximaal 40 m². Sanitair (wc/douche) moet in de hut zelf of op redelijke loopafstand aanwezig zijn. Er mag een mogelijkheid zijn om

koffie/thee te zetten of een eenvoudig potje te koken.

Conclusie

Verordening aanpassen: wij hebben de begripsbepaling voor trekkershut aangepast.

93. Inspreker: gemeente Leeuwarden, SWF, Achtkarspelen, Tytsjerksteradiel Kern van de zienswijze

Trekkershut - Toevoegen wat ‘beperkte voorzieningen’ zijn; de gemeente gaat er vanuit dat deze betrekking hebben op het al dan niet hebben van verwarming, sanitair en keukentje.

Gastvrij Fryslan (p. 19) stelt dat het logiesaanbod zal moeten aansluiten bij de veranderende eisen en verwachtingen van toeristen. Het provinciaal Vitaliteitsonderzoek naar

logiesaccommodaties Fryslan (2020) maakt duidelijk dat er vooral vraag is naar luxere verhuureenheden. Door de Coronamaatregelen is er vraag naar privé-sanitair. Volgens het ja, mits-principe en bij vernieuwend ondernemerschap (Omgevingsvisie, p.50) staan overheden open voor aanvaarbare oplossingen van ondernemers, voor de invulling van verwarming, sanitair en keukentje in trekkershutten, ecolodges, tiny houses, enz.

Reactie

Wij hebben besloten aansluiting te zoeken bij de Richtlijnen Trekkershutten van Stichting De Groene Koepel uit 2019. Dit betekent dat sprake moet zijn van een enkel-laags constructie zonder verdiepingen met een oppervlakte van maximaal 40 m². Sanitair (wc/douche) moet in de hut zelf of op redelijke loopafstand aanwezig zijn. Er mag een mogelijkheid zijn om

koffie/thee te zetten of een eenvoudig potje te koken.

Conclusie

Verordening aanpassen: wij hebben de begripsbepaling voor trekkershut aangepast waardoor er meer ruimte is om alle voorzieningen in de hut zelf aan te bieden.

94. Inspreker: gemeente Waadhoeke Kern van de zienswijze

Verruimde perifere detailhandel - de begripsomschrijving heeft overlap met het begrip perifere detailhandel, bijvoorbeeld als het gaat om plant- en dierbenodigdheden.

Reactie

Het benoemen van detailhandel in plant- en dierbenodigdheden in de begripsbepaling voor verruimde perifere detailhandel is inderdaad overbodig. Dit valt al onder perifere

detailhandel. Dit geldt overigens ook voor tuincentra. Ook die hebben wij geschrapt.

Conclusie

Verordening aanpassen: plant- en dierbenodigdheden en tuincentra zijn geschrapt uit de begripsomschrijving ‘verruimde perifere detailhandel’.

95. Inspreker: gemeente Noard-East Fryslân, Dantumadiel Kern van de zienswijze

Weidevogels - In de Verordening Romte Fryslan 2014 staat in de toelichting bij hoofdstuk 7 de volgende passage met betrekking tot weidevogelbeleid: “In de Weidevogelnota 2014-2020 staat het nieuwe provinciale weidevogelbeleid. Het nieuwe beleid is selectiever en concentreert de inspanningen voor weidevogels in de meest kansrijke gebieden:

• De weidevogelkansgebieden

• De weidevogelkerngebieden

• Enkele zelfstandige 'parels' buiten de weidevogelkansgebieden met een hoge weidevogeldichtheid.”

Om te voorkomen dat straks heel Fryslan weidevogelkansgebied wordt, zou het begrip weidevogel moeten worden gekoppeld aan weidevogelkansgebieden en ‘parels’ en er moet daarom ook een ruimtelijke dimensie worden toegevoegd aan het begrip ‘weidevogel’: 'alle op de grond broedende vogelsoorten die voor hun broedsucces in hoofdzaak afhankelijk zijn van ruime en open gebieden (zichtafstand > 400 m) zoals grootschalig grasland en

akkerland’.

Reactie

Er zijn in hoofdstuk 2 van de omgevingsverordening ruimtelijke regels opgenomen die ervoor zorgen dat de openheid en rust gehandhaafd blijft in ‘gebieden’ die geschikt zijn voor

weidevogels. In hoofdstuk 5 Natuur zijn regels gesteld die de weidevogels (en hun

nesten/eieren) zelf beschermen. Deze regels vloeien voort uit de Wet natuurbescherming.

Ook weidevogels die zich buiten de weidevogelkans-gebieden bevinden moeten worden beschermd. Het toevoegen van een ruimtelijke dimensie is niet aan de orde.

Conclusie

Zienswijze leidt niet tot aanpassing van de verordening.

96. Inspreker: gemeente Waadhoeke Kern van de zienswijze

Weidevogels - hier wordt verwezen naar de Weidevogelnota 2014-2020. Wat is de status van dit stuk na 1 januari 2022?

Reactie

We hebben de begripsbepaling voor weidevogels aangevuld met een omschrijving voor boerenlandvogels. De verwijzing is daarmee vervallen.

Conclusie

Verordening aanpassen: begripsbepaling voor weidevogels is aangevuld.

97. Inspreker: gemeente Waadhoeke Kern van de zienswijze

Woonplan – de gemeente vraagt zich af of deze begripsomschrijving Omgevingswet-proof is.

Het is niet uit te sluiten dat het Wonen wordt opgenomen in de gemeentelijke Omgevingsvisie.

Reactie

Het begrip Woonplan hebben wij geschrapt. Als regel is nu opgenomen dat woningbouw moet passen binnen regionale woningbouwafspraken. De gemeente mag zelf bepalen in welke vorm woonbeleid wordt opgesteld.

Conclusie

Verordening aanpassen: de begripsbepaling voor Woonplan is geschrapt.

98. Inspreker: gemeente Noard-East Fryslân, Dantumadiel Kern van de zienswijze

Wrakingsverzoek - Er is een begripsbepaling voor ‘wrakingsverzoek’ opgenomen. De gemeente geeft aan dat met name het begrip wraking een omschrijving vraagt.

Reactie

Wraking is de verklaring dat een rechter (of arbiter) onbevoegd of ongeschikt is om over een bepaalde zaak te oordelen.

Wij hebben dit ter verduidelijking aan de begripsbepaling toegevoegd.

Conclusie

Verordening aanpassen: de begripsbepalingen zijn aangepast.

Overige opmerkingen over begripsbepalingen

99. Inspreker: gemeente Leeuwarden Kern van de zienswijze

Van de begrippen ‘landschapsversterking’, ‘landschappelijke waarden’ en ‘landschappelijke beleving’ ontbreken definities. Een definitie kan helpen om duidelijk te maken wat de

verschillen tussen deze voorwaarden zijn.

Reactie

Er is een begripsbepaling voor landschapsversterking opgenomen. De ‘landschappelijke waarden’ en ‘landschappelijke beleving’ zijn gewijzigd in ‘landschappelijke kernkwaliteiten’.

Deze zijn omschreven in de begripsbepaling ‘landschappelijke en cultuurhistorische kernkwaliteiten’.

Conclusie

Verordening aanpassen: er is een begripsbepaling voor landschapsversterking toegevoegd.

De begrippen ‘landschappelijke waarden’ en ‘landschappelijke beleving’ zijn vervangen door

‘landschappelijke kernkwaliteiten’.

100. Inspreker: gemeente Noard-East Fryslân, Dantumadiel Kern van de zienswijze

De gemeente vraagt zich af waarom de begrippen ‘cultuurhistorische waarden’ en

‘landschappelijke waarden’ niet zijn opgenomen.

Reactie

Wij hebben een begripsbepaling opgenomen voor ‘landschappelijke en cultuurhistorische kernkwaliteiten’. In de rest van de regels gebruiken we nu dit begrip in plaats van

cultuurhistorische en landschappelijke waarden.

Conclusie

Verordening aanpassen: in de regels wordt nu consequent gebruik gemaakt van het begrip

‘landschappelijke en cultuurhistorische kernkwaliteiten’.

101. Inspreker: Milieudefensie Kern zienswijze

Niet omschreven is wat onder ‘natuur-inclusieve landbouw’ moet worden verstaan. De omschrijving uit de brief van de staatssecretaris van economische zaken van juli 2017 luidt:

Een adaptief systeem, waarbij kringlopen geoptimaliseerd zijn en de geteelde gewassen en gehouden veerassen passen bij de kenmerken en (on)mogelijkheden van de omgeving.

Aanleg en onderhoud van landschapselementen en maatregelen voor specifieke soorten zijn integraal onderdeel van de bedrijfsvoering. Het bedrijf vormt een systeem met het

omringende landschap en bedrijven in de buurt.

Reactie

In de omgevingsverordening zijn geen regels voor natuur-inclusieve landbouw opgenomen.

Een begripsbepaling is dus ook niet nodig.

Conclusie

Zienswijze leidt niet tot aanpassing van de verordening.

102. Inspreker: Grauwe Kiekendief - Kenniscentrum Akkervogels (GKA) Kern van de zienswijze

Kenniscentrum Akkervogels geeft aan dat de volgende aanpassingen nodig zijn om vollediger te zijn als het om zorgplicht voor weide- en akkervogels gaat.

In Hoofdstuk 1 bij de Begripsbepalingen mist de bepaling over de grond-broedende akkervogels waarvan meerdere soorten ook doelsoort zijn voor provincie Friesland.

Bij weidevogels wordt al snel alleen aan de bekende graslandsoorten gedacht. Bij het noemen van soorten zou ons inziens daarom ook grondbroeders als velduil en blauwe, bruine en grauwe kiekendief genoemd moeten worden.

GKA stelt voor om of zowel akkervogels en weidevogels als apart begrip op te nemen of deze beide samen te voegen onder: Boerenlandvogels.

Reactie

Begripsbepaling zal worden toegevoegd.

Conclusie:

Verordening aanpassen: begrip weidevogels wordt vervangen door het begrip boerenlandvogels.

In document PROCES. 1. Inspreker: FMF (pagina 39-44)