• No results found

Activiteiten in de verzadigde bodem

In document PROCES. 1. Inspreker: FMF (pagina 162-167)

333. Inspreker: particuliere inspreker Kern van de zienswijze

Het lijkt insprekers van belang dat in afdeling 4.3 wordt opgenomen wat er gebeurt met het spoelwater uit de mijnbouw. Het water bevat chemicaliën en is deels radioactief. Het is daarom nodig dat in een omgevingsplan duidelijk wordt vastgelegd waar het water naartoe gaat en hoe het gesaneerd wordt.

Reactie

Voor spoelwater uit mijnbouw gelden Rijksregels. Deze regels zijn uitputtend bedoeld.

Uitputtend wil zeggen dat er voor decentrale overheden, zoals de provincie geen ruimte is om hiervoor ook regels in de omgevingsverordening op te nemen. De provincie heeft hiervoor geen bevoegdheid. De bevoegdheid hiervoor ligt geheel bij de minister van Economische Zaken.

Conclusie

Zienswijze leidt niet tot aanpassing van de verordening.

334. Inspreker: gemeente SWF Kern van de zienswijze

Niet duidelijk is wanneer er sprake is van een verzadigde bodem. De definitie hiervan graag opnemen in Hoofdstuk 1.

Reactie

De verzadigde bodem is dat deel van de bodem waarin de poriën geheel met water zijn gevuld, dus inclusief de capillaire zone. Boven de verzadigde zone ligt de onverzadigde zone, daarin zijn de poriën zowel met lucht als water gevuld. De verzadigde zone bestaat uit de grondwaterzone en de vol-capillaire zone. De vol-capillaire zone is de zone boven het grondwater waar water in de poriën van de bodem wordt vastgehouden.

Conclusie

Verordening aanpassen: de definitie is in hoofdstuk 1 opgenomen.

Afdeling 4.4 Stiltegebieden

335. Inspreker: FMF Kern van de zienswijze

GS kunnen zonder dat er sprake is van een noodzaak een ontheffing verlenen voor het voortbrengen van geluid in een stiltegebied. Dit kan zij jaarlijks doen (artikel 4.37 derde lid 3, p. 56). Voor een stiltegebied is het van belang dat er een zekere noodzaak moet bestaan alvorens deze beschermde waarde te schaden. Graag ziet inspreker dat de noodzaak onderbouwd moet worden alvorens dit toe te staan.

Reactie

In de afweging of voor het gebruik van een toestel binnen een stiltegebied een vergunning kan worden verleend zal worden getoetst aan het verbod uit artikel 4.37, eerst lid van de omgevingsverordening. Uitgangspunt is dat zonder noodzaak geen geluid mag worden gemaakt. De aanvrager zal moeten aantonen waarom in dat specifieke geval vergunning moet worden verleend voor het gebruiken van het verboden toestel. De afweging wordt gemaakt of het belang van het beperken van het voorkomen en beperken van stilte niet onevenredig wordt geschaad. Aan de vergunning kunnen voorwaarden worden gesteld over op welk tijdstip het toestel mag worden gebruikt en over de tijdsduur.

Conclusie

Zienswijze leidt niet tot aanpassing van de verordening.

336. Inspreker: gemeente Ooststellingwerf Kern van de zienswijze

De Delleboersterheide, noordoostelijk van Oldeberkoop, wordt een stiltegebied. We nemen aan dat deze aanduiding verband houdt met het schrappen van de laagvliegroute door Defensie. Klopt dat?

Reactie

Delleburen is wegens de status van beschermd natuurgebied in het verleden al aanwezen als stiltegebied. Maar de stilteregels golden binnen die gebied lange tijd niet. Dit inderdaad vanwege de militaire laagvliegroute 10A (linkroute 10A) die boven het gebied lag. Het gebruik van de laagvliegroute is in oktober 2002 opgeschort in afwachting van de resultaten van een evaluatie van de laagvliegbehoefte van de Koninklijke Luchtmacht, maar ook wegens geluidoverlast en een veiligheidsrisico bij vliegveld Drachten. Begin 2020 is

discussie ontstaan over het gebruik van de laagvliegroute. In een brief van 29 mei 2020 heeft de Staatssecretaris van Defensie aan de Tweede Kamer aangegeven dat laagvliegroute 10A zal worden opgeheven. De vervolgstappen die nodig zijn om de laagvliegroute te beëindigen

zijn in gang gezet. Dit betekent dat binnen het stiltegebied Delleburen de stilteregels weer onverkort kunnen gaan gelden.

Conclusie

Zienswijze leidt niet tot aanpassing van de verordening.

337. Inspreker: particuliere inspreker Kern van de zienswijze

Op 7 oktober heeft de gemeenteraad van Ooststellingwerf het bestemmingsplan Prikkedam vastgesteld. Dit bestemmingsplan is in werking getreden omdat een voorlopige voorziening is afgewezen. Het bestemmingsplan is nog niet onherroepelijk. Er is in dit bestemmingsplan niet onderzocht of de geluidsproductie van de inrichting van het motorcrossterrein invloed heeft op het stiltegebied Delleburen. In de stiltegebieden geldt voor niet natuurlijke

geluidsbronnen een richtwaarde van 35 dB(A) voor het Leq en 40 dB(A) voor het Lmax.

Zowel de Lmax als de Leq wordt door de inrichting regelmatig overschreden gezien de 10 dwangsommen die verbeurd zijn. Dit hadden er wel 50 kunnen zijn bij strikte handhaving. De commissie m.e.r. heeft aangegeven, omdat er met doelvoorschriften wordt gewerkt, dat strikte handhaving dient plaats te vinden. Regelmatig komen er waarden van de Lmax voor van boven de 80 dB(A), terwijl de gemeente Ooststellingwerf als kernwaarden heeft rust, stilte en natuur.

Reactie

De regels uit de omgevingsverordening gelden voor activiteiten binnen het stiltegebied.

Uitgezocht wordt of het ook mogelijk is om in de omgevingsverordening beperkingen op te leggen aan activiteiten in de nabijheid van het stiltegebied die een negatieve invloed hebben op de heersende natuurlijke rust in het stiltegebied. Daarbij moet worden gedacht aan het houden van een concert op een terrein gelegen naast een stiltegebied of het vliegen met vliegtuigen en MLA’s boven een stiltegebied. Het motorcrossterrein Prikkedam ligt niet binnen het stiltegebied en daarom gelden de regels die gelden binnen stiltegebieden niet voor dit terrein. Er wordt binnen de stiltegebieden ook niet gewerkt met een geluidsnorm uitgedrukt in dB(A), uitgangspunt is de heersende natuurlijke rust.

Conclusie

Zienswijze leidt niet tot aanpassing van de verordening.

338. Inspreker: Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging en Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging afdeling Fryslân

Kern van de zienswijze

In artikel 4.38, eerste lid onder f moet het volgende worden opgenomen:

1. Het is in een stiltegebied verboden zonder omgevingsvergunning een vuurwapen te gebruiken.

2. Het verbod geldt niet voor het gebruik van een vuurwapen:

a. door een persoon met een opsporingsbevoegdheid in de uitoefening van zijn functie; of in geval van nood; of

b. voor activiteiten als bedoeld in afdeling 11.2 van het Besluit activiteiten leefomgeving zijnde jachtgeweer-activiteiten bij de uitoefening van jacht, populatiebeheer en

schadebestrijding.

Reactie

De gebieden die zijn aangewezen als stiltegebied hebben die aanwijzing gekregen vanwege hun bijzondere status als natuurbeschermingsgebied, vanwege de status als Nationaal Park,

of vanwege de bijzondere functie als verblijfplaats voor watervogels. Het zijn gebieden waarbinnen de jacht niet is toegestaan. Een uitzondering van het verbod om binnen stiltebieden aan jacht, populatiebeheer en schadebestrijding te mogen doen binnen stiltegebieden kan daarom alleen indien GS hiervoor nadrukkelijk toestemming heeft gegeven in een omgevingsvergunning op grond van de omgevingsverordening. En zal per concreet geval en afweging worden gemaakt en niet worden gewerkt met een algemene vrijstelling zoals wordt voorgesteld.

Conclusie

Zienswijze leidt niet tot aanpassing van de verordening.

339. Inspreker: IJsselmeervereniging Kern van de zienswijze

De IJsselmeervereniging merkt op dat langs de Friese IJsselmeerkust zeven stiltegebieden zijn aangewezen. De IJsselmeervereniging stelt voor om deze stiltegebieden uit te breiden en meer op elkaar aan te laten sluiten. Volgens de vereniging zijn er geen redelijke

argumenten om bijvoorbeeld het Vrouwenzand of het gebied ten noorden van Stavoren hier geen deel van uit te laten maken. Ook dit zijn waardevolle gebieden, waar stilte ook aan de natuurontwikkeling een bijdrage kan leveren. Ook de drie stiltegebieden van de

Gaasterlandse kust zouden op elkaar kunnen aansluiten.

De IJsselmeervereniging stelt voor om in artikel 4.38 eerste lid, onderdeel l. te verduidelijken en te bepalen dat dit onderdeel geldt voor alle vaartuigen die sneller kunnen varen van 20 km/u en niet alleen vaartuigen die bekend staan als ‘speedboten’. Of in de lijst van definities

‘speedboten’ op te nemen met als definitie ‘vaartuigen die sneller kunnen varen dan 20 km/u’.

Ook stelt de IJsselmeervereniging voor om de lijst van verboden toestellen uit te breiden met vliegtuigen en vooral microlight aeroplanes (MLA), tenzij gevlogen wordt op een dusdanige hoogte of afstand dat de geluidsbelasting in het stiltegebied beneden de 40 dB blijft.

Reactie

In afdeling 4.4 zijn de regels die op grond van de Provinciale milieuverordening gelden binnen stiltegebieden beleidsneutraal overgenomen. Er worden dus geen andere

voorwaarden gesteld dan die die tot nu toe golden. Binnen de stiltegebieden is het verboden zonder noodzaak geluid voort te brengen zodat de heersende natuurlijke rust in het gebied wordt verstoord. Ook in de begrenzing van de gebieden is geen wijziging gekomen. Een eventuele samenvoeging van de stiltegebieden langs het IJsselmeer zoals door inspreker voorgesteld zal eerst beleidsmatig moeten worden onderzocht alvorens de verordening hiervoor kan worden aangepast.

Een speedboot is een snelle motorboot, korter dan 20 meter en vaart sneller dan 20 km per uur. Ook waterscooters vallen onder de definitie van speedboot.

De regels uit de omgevingsverordening gelden voor activiteiten binnen het stiltegebied.

Uitgezocht wordt of het ook mogelijk is om in de omgevingsverordening beperkingen op te leggen aan activiteiten in de nabijheid van het stiltegebied die een negatieve invloed hebben op de heersende natuurlijke rust in het stiltegebied. Daarbij moet worden gedacht aan het houden van een concert op een terrein gelegen naast een stiltegebied of het vliegen met vliegtuigen en MLA’s boven een stiltegebied. Er wordt niet gewerkt met een geluidsnorm uitgedrukt in dB(A), uitgangspunt is de heersende natuurlijke rust.

Conclusie

Verordening aanpassen: in de tekst van de toelichting is verduidelijkt wat wordt verstaan onder een speedboot.

340. Inspreker: Milieudefensie Kern van de zienswijze

Bij stiltegebieden dient binnen elke vijf jaar het aantal decibel met 3 te worden verlaagd op wegen totdat een nivo van 40dB is bereikt.

Reactie

In afdeling 4.4 zijn de regels die op grond van de Provinciale milieuverordening gelden binnen stiltegebieden beleidsneutraal overgenomen. Er worden dus geen andere

voorwaarden gesteld dan die die tot nu toe golden. Binnen de stiltegebieden is het verboden zonder noodzaak geluid voort te brengen zodat de heersende natuurlijke rust in het gebied wordt verstoord. De openbare weg die door een stiltegebied loopt mag gewoon worden gebruikt en hieraan worden verder geen bijzondere beperkingen gesteld. Er wordt niet gewerkt met een geluidsnorm uitgedrukt in dB(A), uitgangspunt is de heersende natuurlijke rust.

Conclusie

Zienswijze leidt niet tot aanpassing van de verordening.

341. Inspreker: gemeente Tytsjerksteradiel Kern van de zienswijze

De Alde Feanen binne beneamd as stiltegebiet fanwegen de status fan nasjonaal park. Hjir soe by foarkar oan taheakke wurde moatte dat wannear’t sa’n status ferfalle soe (dat soe it gefal wêze kinne foar de Alde Feanen) de status fan stiltegebied ek net sûnder mear yn stân bliuwt.’

De gemeente freeget sich ôf oft ôfdieling 4.4 ek goed besjoen is fanút it gebrûk fan de Alde Feanen. Ut de foarskriften docht bliken dat der nochal wat beheiningen steld wurde oan it (rekreative) gebrûk fan it gebiet, mar ek foar bygelyks it útfieren fan ûnderhâldswurk is aanst al in fergunning nedich. Wy fine dat de foarskriften dêryn te fier gean. Graach sjogge wy dêrfoar in wurkbere regeling yn de Feroardering opnommen.

Reactie

Wanneer in de toekomst wordt besloten dat de status van nationaal landschap voor de Alde Feanen komt te vervallen en in dat kader wordt ook besloten dat de status van stiltegebied komt te vervallen dan zal die wijziging in de omgevingsverordening worden doorgevoerd. De omgevingsverordening is niet de plaats om nu al op een dergelijke mogelijke wijziging vooruit te lopen.

Provinciale staten hebben op grond van de Omgevingswet de mogelijkheid om het

vaststellen van delen van de omgevingsverordening te delegeren aan gedeputeerde staten.

Artikel 2.8 van de Omgevingswet geeft deze bevoegdheid. De delegatiebepalingen mogen niet in de omgevingsverordening zelf worden opgenomen maar daarvoor moeten provinciale staten een apart delegatiebesluit vaststellen. Of provinciale staten gebruik willen maken van de delegatiemogelijkheid en voor welke delen van de omgevingsverordening is een politieke vraag. Het college van gedeputeerde staten zal in ieder geval aan provinciale staten

voorstellen om het aanpassen van begrenzingen van gebieden te delegeren.

In afdeling 4.4 zijn de regels die op grond van de Provinciale milieuverordening gelden binnen stiltegebieden beleidsneutraal overgenomen. Er worden dus geen nieuwe

voorwaarden gesteld aan het (recreatieve) gebruik van het gebied. De regels gelden nu ook al. In de “oude” situatie kon een keuze worden gemaakt tussen een melding, een ontheffing of een vergunning wanneer met een verbod werd gewerkt. Op grond van artikel 4.4 van de Omgevingswet is het niet meer mogelijk om met een ontheffing te werken. De keuze is of te werken met een melding of met een vergunning. Het is niet toegestaan om zonder noodzaak

geluid voort te brengen: in artikel 4.39 is een uitzondering op dit verbod opgenomen. Het geldt niet voor normale werkzaamheden. Het uitvoeren van normaal onderhoudswerk valt daarmee niet onder het verbod.

Conclusie

Zienswijze leidt niet tot aanpassing van de verordening.

Afdeling 4.5 Beschermingsgebieden vanwege winning voor menselijke consumptie

In document PROCES. 1. Inspreker: FMF (pagina 162-167)