• No results found

Belangrijkste bevindingen

• Voor de implementatie van de mondiale en Europese biodiversiteitsstrategie heeft Nederland verschillende beleidsdocumenten opgesteld. De relatie tussen de CBD- EU en de Nederlandse biodiversiteitdoelen is in lijn met elkaar maar niet eenduidig. Om- dat de doelen niet eenduidig met elkaar overeenkomen en het merendeel niet con- creet geformuleerd is, is het moeilijk de bijdrage van het Nederlandse beleid aan de realisatie van internationale doelen inzichtelijk te maken.

• Er is winst te boeken wanneer synergie tussen natuurbeleid en beleid van andere sectoren wordt vergroot.

• Vrijwilligers in Nederland verzamelen essentiële gegevens over biodiversiteit. De kennis die dat oplevert in status en trends van individuele soorten en biodiversiteit, de waarden van biodiversiteit worden breed gedeeld en toegepast zoals in hoofdstuk 2 van dit rapport. In Nederland is daarmee de wetenschappelijke basis en technolo- gieën met betrekking tot biodiversiteit afgelopen jaren verbeterd, breed gedeeld en overgedragen, en toegepast.

• Vrijwilligheid en betrokkenheid zijn heel belangrijke pijlers in het Nederlandse na- tuurbeleid. De stikstofcrisis maakt duidelijk dat niet alles meer overal kan en maatre- gelen met meer dwang als stok achter de deur lijken nodig om de milieucondities verder te verbeteren. Hoogoplopende emoties illustreren echter dat er bij dergelijke discussies centrale waarden op het spel staan. Uit de discours-analyse rond de stik- stofcrisis blijkt dat een gedeelde maatschappelijke legitimiteit een bijna onhaalbare zaak is.

6.1 Inleiding

Het vijfde strategische doel van de CBD gaat over het verbeteren van de uitvoering van het beleid: ‘Enhance implementation through participatory planning, knowledge management and capacity building.’ De Aichi-doelen die hierbij horen gaan over het actualiseren van nati- onale biodiversiteitsstrategieën en actieplannen (zogenoemde NBSAPs), over het delen van kennis over de trends in en waarde van biodiversiteit en over de beschikbaarheid van finan- ciële middelen voor de realisatie van de plannen.

De Europese Commissie heeft als actiedoel de beschikbaarheid van financiële middelen en de inzet van andere belanghebbende partijen te vergroten. Daartoe spant de Commissie zich in om de samenwerking te versterken en effectieve langdurige partnerschappen op te bouwen met sleutelsectoren van het bedrijfsleven en de samenleving. Daarbij wordt bijvoorbeeld ook gedacht aan burgerinitiatieven om gegevens van hoge kwaliteit te verzamelen, en tegelijker- tijd burgers te mobiliseren om deel te nemen aan activiteiten voor het behoud van de biodi- versiteit. Er is ook een gemeenschappelijk implementatiekader ontwikkeld voor nauwe coördinatie tussen autoriteiten op alle niveaus – Europees, nationaal, provinciaal – die ver- antwoordelijk zijn voor de uitvoering van de strategie.

In dit hoofdstuk besteden we aandacht aan de implementatie van het internationale natuur- beleid in nationale biodiversiteitsplannen (paragraaf 6.2) en het delen van kennis en infor- matie over biodiversiteit (paragraaf 6.3). De Nederlandse overheid verwacht dat

maatschappelijke betrokkenheid bij beleidsontwikkeling en uitvoering de legitimiteit – en daarmee uiteindelijk de effectiviteit – van het beleid kan versterken. In paragraaf 4.2 gingen we in op deze maatschappelijke betrokkenheid, in dit hoofdstuk beschrijven we deze betrok- kenheid in relatie tot de legitimiteit en de implementatie van het beleid voor biodiversiteit (paragraaf 6.4). We gaan in dit hoofdstuk niet verder in op de doelen voor een toename aan financiële middelen.

6.2 De implementatie van het internationale natuurbeleid in

nationale biodiversiteitsplannen

Een belangrijke doelstelling voor de implementatie van de CBD is: Tegen 2015 heeft elke

partij een effectieve, participatieve en geactualiseerde nationale biodiversiteitsstrategie en actieplan ontwikkeld, aangenomen als beleidsinstrument, en is begonnen met de uitvoering daarvan (Aichi-doel 17). Om de CBD-biodiversiteitsstrategie te implementeren, vraagt de

CBD een actualisatie van de nationale plannen (NBSAPs) als beleidsinstrument, met natio- nale biodiversiteitsdoelen waarbij de CBD-strategie als kader dient. Elke verdragspartij bij de CBD is verplicht periodiek een NBSAP te maken, en deze nationale plannen te gebruiken voor planningsprocessen, verantwoording af te leggen en om de voortgang te monitoren en evalu- eren.

Nederland heeft zich gecommitteerd aan de internationale afspraken van de CBD en de Euro- pese biodiversiteitsstrategie; de internationale doelen zijn verder uitgewerkt in het Neder- landse natuurbeleid. Nederland heeft daarbij geen expliciet NBSAP opgesteld, maar heeft de

Rijksnatuurvisie (EZ 2014) en de Uitvoeringsagenda Natuurlijk Kapitaal (EZ 2013a) bij de

CBD ingediend als NBSAP. In de Uitvoeringsagenda Natuurlijk Kapitaal zijn activiteiten gefor- muleerd die het Rijk en maatschappelijke partners ondernemen om het beoogde einddoel te bereiken: behoud, duurzaam en eerlijk gebruik van het natuurlijk kapitaal in 2020. In de

Rijksnatuurvisie heeft het Rijk de inzet van het verbrede natuurbeleid bekrachtigd met een

insteek waarin het nut van natuur, bestaande uit goederen en diensten, meer aandacht krijgt. Deze visie is tot stand gekomen na consultatierondes met bedrijven, burgers, maat- schappelijke organisaties en decentrale overheden. Tijdens zogenoemde Groene Tafels is ge- sproken over het economische belang van natuur en de synergie tussen natuur en andere maatschappelijke belangen (EZ 2013d). Daarna is de visie voorgelegd aan de samenleving (maatschappelijke consultatieronde). De reacties zijn benut voor de Maatschappelijke uitvoe-

ringsagenda Natuurvisie (EZ 2015), waarin een betere verankering van de maatschappelijke

betekenis van natuur, meer aandacht voor participatie van burgers en andere actoren, het verbinden aan de andere kerntaken van het Rijk en het zoeken naar nieuwe verdienmodellen centraal staan. De agenda bestaat uit een palet aan activiteiten van bedrijven, burgers en organisaties die een bijdrage leveren aan de ambities uit de Rijksnatuurvisie. De ondersteu- ning vanuit de Rijksoverheid bestaat bijvoorbeeld uit het beschikbaar stellen van kennis en ervaring, het wegnemen van belemmeringen, het ontsluiten van netwerken en het mogelijk maken van pilots. Deze uitvoeringsagenda is inmiddels beëindigd.

Nederland geeft met zijn natuurbeleid vorm aan de internationale verplichtingen die het in EU- en VN-verband is aangegaan. Toch komen de doelen en acties in het Nederlandse NBSAP niet eenduidig overeen met die van de Europese Commissie en de CBD, en is het me- rendeel van de doelen en acties niet concreet geformuleerd. Hierdoor is het moeilijk de bij- drage van het Nederlandse beleid aan de realisatie van internationale doelen inzichtelijk te maken (Sanders et al. 2019). Conform de Wet natuurbescherming dient de minister van LNV

een nationale natuurvisie vast te stellen, zorg te dragen voor actualisatie van de nationale natuurvisie en zo nodig een nieuwe visie of wijzigingen van onderdelen van de visie voor te stellen. De nieuwe Europese en CBD-strategieën voor de periode 2020-2030 vereisen ook een update van het NBSAP. Dit kan voor het Rijk aanleiding zijn tot het opstellen van een nieuwe natuurvisie. Dat momentum kan dan mogelijk ook benut worden voor verdere har- monisatie van het natuurbeleid op de diverse overheidslagen.

Decentralisatie ontwikkeling en beheer van natuur naar provincies