Hidde Verschuur Mei
Bijlage 6 Huidige cultuur en gewenste cultuur binnen de FSO
Hieronder worden achtereenvolgens de huidige en de gewenste cultuur binnen de organisatie van de FSO gegeven. De culturen zijn vastgesteld door de werkgroep medewerkers op basis van ‘DO’s’ en ‘DONT’s’ binnen de FSO. De gewenste cultuur is de basis geweest voor het maken van een
functieprofiel voor de medewerkers van de FSO.
6.1 De huidige cultuur binnen de FSO
DO’s DONT’s TR belt NFI en regelt prioriteit Kritisch spreken met de ander
Politie evalueert zelf meervoudige zaken zonder feedback naar NFI
Feedback geven over veranderingen in het lopende onderzoek
Vasthouden aan eigen werk- en registratiemethoden
Nee zeggen door NFI bij onderduidelijke / onvolledige aanlevering
Afspraken maken met OM Goed is genoeg (vakgebied) Zaken aanleveren waarmee door OM
weinig wordt gedaan
Voldoende vertrouwen dat zaken niet tot in detail moeten worden vastgelegd in regels / afspraken
Bilateraal overleg buiten processen om TR laat zich moeilijk aansturen in technisch onderzoek (behalve door directe collega)
Binnen vakgebied optimale nastreven (perfectie)
NFI op laten leggen door OM
Bureaucratiseren (regels en afspraken) TR niet betrekken bij inschakelen van NFI (tactisch / technisch)
TR werkt graag in teamverband (Politie) Afleggen verantwoording Vakinhoudelijk leergierig Inleven in de andere partij Zelf NFI inschakelen op plaats delict Helder maken wat wel en niet
mogelijk is
TR is baas op plaats delict (voelt zich) Strategisch management stuurt het operationele proces aan
23 werkelijkheid (NFI / TR) informatie (reviews)
Wel klagen maar geen actie Kennisuitwisseling
Tactische informatie leidt niet altijd tot structurele verbetering in de operatie (interne kokers)
6.2 De gewenste cultuur binnen de FSO
DO’s DONT’s Bruggen bouwen / netwerken / stimuleren
betrokken partijen / kan mensen, situaties beïnvloeden
Bureaucratische houding
Verkeer regelen Vereenzelvigen met een regio / partijdig
Afspraken ontwikkelen Gesloten
Gegevens analyseren / sturen op resultaten Extra lijn(verlenger)
Signaleren Eigen winkel runnen
Zit op gezag (vs. zit op macht) Zit op macht (vs. zit op gezag) Onafhankelijke houding Historisch belast gedrag vertonen Inleven in situatie
Doorzetten / ondernemen / gaat conflicten niet uit de weg / lost conflicten op / kan incasseren
Doelen realiseren Pragmatisch
Planmatig gestructureerde aanpak Keuzes maken
Geloof in FSO -> enthousiasme Verwoordt gedachte en ideeën / overtuigen
24 Onderzoekt nieuwe mogelijkheden
Komt met oplossingen
Zorgt voor borging nieuwe werkwijzen Kunnen schakelen op meerdere niveaus / abstractieniveau / ziet zaken in breder verband
25
Bijlage 7 Doelstellingen en succesfactoren van de FSO
Hieronder worden eerst de algemene doelstelling van de FSO gegeven zoals deze in het
organisatieplan zijn opgesteld. In de laatste paragraaf worden de succesfactoren gegeven waarvan de FSO afhankelijk is in het behalen van de opgestelde jaarlijkse doelstellingen.
7.1 Algemene doelstelling
Het doel van de FSO is om de kwaliteit van het forensisch technisch onderzoek te verbeteren en daarmee de forensische onderzoeksketen te versterken. Dit doel wil men bereiken door
ondersteuning te bieden bij de afstemming tijdens het onderzoek tussen het NFI, de politie en het Openbaar Ministerie (OM), bij het oplossen van allerlei gepleegde misdaden. Door de ondersteuning kan er een meer effectieve en efficiënte inzet gerealiseerd worden van het forensisch technisch onderzoek. Hieronder wordt aangegeven van welke succesfactoren de FSO afhankelijk is om deze algemene doelstelling te kunnen behalen.
1. Efficiencywinst wordt behaald door kwaliteitsafspraken te maken tussen het NFI en politie. De huidige samenwerking is lang niet altijd geconcretiseerd en vertaald in te leveren producten en diensten. De verwachting is dat door invoering van procesmanagement (standaardisatie van het aanvraagproces NFI, kwaliteitsafspraken, procesregie door de FSO etc.) er direct een efficiencywinst wordt geboekt in termen van doorlooptijden, inzet capaciteit etc.
2. Monitoren en evalueren van lopende onderzoeken op procesniveau dient te leiden tot procesverbeteringen.
3. Kostenbesparing door een efficiëntere inzet van de beschikbare onderzoeksuren
4. Met de introductie van een FSO wordt verwacht dat er meer technologie wordt toegepast binnen het opsporingsonderzoek van de politie waardoor de kwaliteit van het
opsporingsonderzoek verbetert.
5. Door het inbrengen van wetenschappelijke kennis aan de voorzijde van de forensische onderzoeksketen (plaats delict) wordt niet alleen innovatie gestimuleerd maar moet dit ook leiden tot verbetering van bestaande werkwijzen.
6. De inrichting van een FSO zal een bijkomend effect hebben op de positionering van technologie in het opsporingsonderzoek. De verwachting is dat de forensische-technische opsporing een meer sturend karakter krijgt binnen het opsporingsonderzoek hetgeen tot zowel efficiëntie voordeel als tot een grotere effectiviteit moet leiden
7. Invoering van de FSO zal leiden tot een betere samenwerking tussen politie, NFI en OM
7.2 Succesfactoren van de FSO
Voorwaarden of succesfactoren van de FSO die gesteld zijn om de doelstellingen te behalen zijn er als volgt uit:
1. Professioneel, toegankelijk en goed bereikbare FSO die is uitgerust met voldoende mensen en middelen.
2. De medewerkers die (gaan) werken binnen een FSO moeten in staat zijn de verschillen in cultuur tussen de politie en het NFI te overbruggen
26 3. De betrokken organisaties (politie en NFI) moeten het belang onderkennen van de positie van
het forensisch technische onderzoek en durven te investeren in professionaliteit.
4. Om een FSO tot een succes te maken zal er sprake moeten zijn van een meetbare verbetering van de dienstverlening door de politie en het NFI aan het Openbaar Ministerie.
5. Een belangrijk element voor succes is de tijdige levering van NFI-rapporten. Om dit te bereiken is de beschikbaarheid van een heldere transparante NFI-producten en diensten portfolio noodzaak. Met deze portfolio zal de toegevoegde waarde van het forensisch- technisch onderzoek aan de opsporing en vervolging van verdachten nog duidelijker blijken. 6. Voor de politie moeten de teams een meetbare bijdrage leveren aan de verbetering van het
forensisch-technisch onderzoek op de plaats delict.
7.3 Jaarlijkse doelstellingen van de FSO
De doelstellingen die hier gegeven worden zijn opgesteld in overleg tussen politie, NFI en OM. De doelstellingen zijn een nadere uitwerking van de missie en visie van de FSO en hebben betrekking op het jaar 2007.
Doelstellingen met betrekking tot het proces:
- Alle NFI-zaken uit de betrokken politieregio(‘s) worden aangeleverd via de FSO (uitgezonderd bloed-alchohol)
- In 95% van de maatwerk(plus) zaken en spoedzaken vindt voor onderzoek NFI binnen de FSO een FIT plaats
- In 100% van de FIT-verslagen wordt met redenen omkleed vastgelegd welke sporen wel en niet worden onderzocht
- 95% van de in de FIT/FUD verslagen opgenomen afspraken worden gerealiseerd.
- Het vaststellen van een set intakecriteria voor de aanname van aanvragen onderzoek door de frontdesk Forensisch Onderzoek (FO).
Doelstellingen met betrekking tot procesinformatie:
- Tot stand brengen van een actueel overzicht van lopende onderzoeken binnen FO richting NFI.
Doelstellingen met betrekking tot de organisatie:
- Tot stand brengen van een driehoeksoverleg politie (teamchef FO), OM (forensisch officier) en FSO/NFI (locatiecoördinator) dat, binnen het kader van een beschikbaar gesteld budget aan NFI-onderzoekscapaciteit, het mandaat heeft tot prioritering van de zakenstroom vanuit de betrokken politieregio(‘s) naar het NFI.
Doelstellingen met betrekking tot communicatie en accountmanagement
- Er zal in 2007 een tweetal metingen (nulmeting en meting eind 2007) worden gehouden t.a.v. de klanttevredenheid over de FSO.
Doelstellingen met betrekking tot innovatie:
27