• No results found

165. Na een uiteenzetting over de regelgeving en robo-advies op zich, is een relevante vraag hoe robo- advies in de regelgeving kan worden ingepast. Wanneer een nieuwe technologie in het recht ingepast moet worden, wordt doorgaans een klassiek stramien gevolgd. Eerst komt men tot de vaststelling dat deze technologie nog geen specifieke toewijzing heeft gekregen in het recht. Dit valt te verklaren doordat ze nog onbekend was of nog in haar kinderschoenen stond op het moment van de totstandkoming van de norm. Daarna moet men vaststellen of deze nieuwe technologie kan worden ingepast in het bestaande normenkader, dat echter nog niet op maat van deze nieuwe technologie is gemaakt. Met andere woorden kijkt men of de regelgeving technologieneutraal is.419

166. We weten dat de MiFID II-richtlijn ook van toepassing is op robo-advies.420 Het doet er immers niet toe of de dienstverlening via fysieke personen of via robots gebeurt.421 Dit wordt verklaard doordat de juridische aanknopingspunten voor de MiFID-regelgeving technologieneutraal worden opgevat.422 Dit is ergens ook logisch, omdat een diepgaande analyse van de onderdelen waarover een geautomatiseerde beleggingsadviseur beschikt duidelijk aantoont dat geautomatiseerde en menselijke beleggingsadviseurs over een gelijkaardig risicoprofiel beschikken. Dit verklaart meteen ook waarom de bestaande MiFID-regelgeving de opgenoemde risico’s behandelt. Toch moet op enkele zaken opgelet worden doordat de MiFID-regelgeving van toepassing blijft. Zo moet de klant ook op zaken als de beleggershorizon en de risicoprofilering geduid worden. Zeker wanneer cliënten hierbij gebruik maken van hun smartphone, ontstaan er problemen. Dit wordt verklaard doordat cliënten zodanig veel ja moeten klikken en zaken moeten aanvaarden, dat deze op den duur niet meer weten waar het gevaar ligt.423

167. Op zich is een wijziging met betrekking tot de vereisten die in de MiFID II-richtlijn worden gesteld dan ook niet noodzakelijk. Als illustratie kan gedacht worden aan de regels inzake bedrijfsvoering die in de MiFID II-richtlijn zijn opgenomen. Op grond daarvan zijn beleggingsondernemingen reeds gehouden om de kennis en ervaring van de cliënt te verifiëren, net als zijn financiële situatie en

419 M. DE MUYNCK, A. HENDRICKX en R. HOUBEN, “Geautomatiseerd advies (‘robo-advies’) en bescherming van de financiële consument” in R.

STEENNOT en G. STRAETMANS (eds.), Digitalisering van het recht en consumentenbescherming, Antwerpen, Intersentia, 2019, (159) 171, nr. 17.

420 ESMA, EBA en EIOPA, ”Joint Committee report on the results of the monitoring exercise on ’automation in financial advice’”, 5 september

2018, 11, https://esas-joint-committee.europa.eu/Publications/Reports/JC%202018%2029%20-

%20JC%20Report%20on%20automation%20in%20financial%20advice.pdf; ESMA, EBA en EIOPA, ”Report on automation in financial advice”, 16 december 2016, 11 en 21, https://esas-joint-

committee.europa.eu/Publications/Reports/EBA%20BS%202016%20422%20(JC%20SC%20CPFI%20Final%20Report%20on%20automated%20advi ce%20tools.pdf.

421 W.-G. RINGE en C. RUOF, ”A Regulatory Sandbox for Robo Advice”, mei 2018, 22, www.ssrn.com; F. BOGAERT en L. SAVONET, ”Automation

and digitalisation in investment advice” in INSTITUUT FINANCIEEL RECHT (ed.), Financiële regulering: een dwarsdoorsnede, Antwerpen, Intersentia, 2019, nr. 81; AFM, ”Visie op robo-advies: Kansen, zorgplicht en aandachtspunten”, 15 maart 2018, 10, https://www.afm.nl/nl- nl/nieuws/2018/mrt/doorontwikkeling-roboadvies.

422 W.-G. RINGE en C. RUOF, ”A Regulatory Sandbox for Robo Advice”, mei 2018, 24, www.ssrn.com; AFM, ”Visie op roboadvies: Kansen,

zorgplicht en aandachtspunten”, 15 maart 2018, 10, https://www.afm.nl/nl-nl/nieuws/2018/mrt/doorontwikkeling-roboadvies; EC, ”Consultation Document – Fintech – A More Competitive and Innovative European Financial Sector”, juni 2017, 4-5,

https://ec.europa.eu/info/sites/info/files/2017-fintech-consultation-document_en_0.pdf.

beleggingsdoelstellingen. Deze beoordeling kan perfect plaatsvinden via de robo-adviseur en zo’n geautomatiseerde beoordeling zal leiden tot een grotere toegang, lagere kosten en meer consistentie. De toezichthouders hoeven dan ook niet de bestaande vereisten te finetunen om deze op maat te maken van de onderdelen van een robo-adviseur.424

168. Zoals eerder is aangehaald, heeft een robo-adviseur een paar specifieke troeven ten opzichte van een menselijke adviseur. Zo kan gedacht worden aan het consistenter advies en het bredere spectrum aan financiële instrumenten waarover een robo-adviseur beschikt. Dit zorgt er dan ook voor dat het aanbod aan producten bijna onbeperkt is en het aantal operationele risico’s en fouten in het proces door een robo-adviseur naar omlaag gehaald wordt. Daarnaast zijn er ook start-ups in de FinTech-sector die geen connecties hebben met makelaars. Deze hebben tegenover de gevestigde ondernemingen het voordeel dat zij minder gevoelig zijn voor belangenconflicten, omdat hun beleggingsadvies exclusief gericht is op financiële instrumenten en makelaarsdiensten. En vanaf het moment dat een robo-adviseur correct geprogrammeerd is, zal deze niet beïnvloed worden door persoonlijke opinies en subjectieve preferenties, in tegenstelling tot een menselijke adviseur.425

169. Tegenover deze troeven staat de waarschijnlijkheid dat een robo-adviseur niet altijd automatisch sterker zal presteren dan een menselijke adviseur. De aanwezigheid van een algoritme zorgt er immers niet noodzakelijk voor dat de kwaliteit van het beleggingsadvies erop vooruit gaat. Het belang zit hem immers in de kwaliteit van het algoritme op zich en de implementatie van de geschiktheidsvereisten uit de MiFID-regelgeving die door de operator uitgevoerd moet worden. Dit blijft een subjectieve beoordeling, omdat er nog steeds geen exacte definitie voorhanden is met betrekking tot welke beleggingen geschikt zijn voor een bepaalde belegger.426

170. Ook is het in de praktijk niet altijd eenvoudig voor start-ups die robo-adviseurs trachten te lanceren in een markt die zeer B2C-gericht is. De stap van een start-up naar een aanbieder van gereglementeerde financiële diensten die naar behoren vergund is, is dan ook groot, kostelijk en bijgevolg bijna onmogelijk te nemen.427 Deze vaststelling kan verklaard worden door het feit dat het duur en uitdagend is voor start- ups om vertrouwen te winnen in de markt en zo nieuwe B2C-cliënten aan te trekken. Hieruit volgt dat voornamelijk de gevestigde ondernemingen succesvolle beleggingsadviseurs zijn die erin slagen om hun eigen algoritme te ontwikkelen of die een strategisch partnerschap zijn aangegaan met een start-up. De start-ups in de FinTech-sector die op zelfstandige basis doorwerken, hebben hun operationeel model

424 F. BOGAERT en L. SAVONET, ”Automation and digitalisation in investment advice" in INSTITUUT FINANCIEEL RECHT (ed.), Financiële regulering:

een dwarsdoorsnede, Antwerpen, Intersentia, 2019, (161) 188-189, nr. 81.

425 F. BOGAERT en L. SAVONET, ”Automation and digitalisation in investment advice" in INSTITUUT FINANCIEEL RECHT (ed.), Financiële regulering:

een dwarsdoorsnede, Antwerpen, Intersentia, 2019, (161) 189, nr. 82.

426 F. BOGAERT en L. SAVONET, ”Automation and digitalisation in investment advice" in INSTITUUT FINANCIEEL RECHT (ed.), Financiële regulering:

een dwarsdoorsnede, Antwerpen, Intersentia, 2019, (161) 190, nr. 87.

427 F. BOGAERT en L. SAVONET, ”Automation and digitalisation in investment advice" in INSTITUUT FINANCIEEL RECHT (ed.), Financiële regulering:

nogal vaak moeten aanpassen om te vermijden dat ze binnen het regelgevend kader zouden terechtkomen. Wanneer ze hierin zouden terechtkomen, zouden ze verplicht zijn om een vergunning aan te vragen of om zich te registreren. Op die manier worden FinTech-bedrijven dan ook belet om hun werkelijk potentieel te verzilveren omdat de samenwerking en symbiose met een gevestigde onderneming, die bijvoorbeeld zijn eigen financiële instrumenten of makelaarsdiensten kan aanbieden, de robo-adviseurs kan blootstellen aan nieuwe bronnen voor belangenconflicten, waarbij potentieel bias kunnen ontstaan en de kwaliteit van het beleggingsadvies verminderd wordt.428 Los daarvan kan nog een ander belangrijk intrinsiek risico aanwezig zijn in hoofde van de robo-adviseurs. Hierbij gaat het om het risico dat verbonden is aan het gebruik van een algoritme. Mogelijke fouten en tekortkomingen die gerelateerd zijn aan deze nieuwe technologie zijn mogelijk nog onbekend bij exploitanten van robo- adviseurs en toezichthouders.429 Als eventuele oplossing kan in de praktijk gedacht worden aan het gebruik van een regulatory sandbox (zie supra).430

171. Vanaf het ogenblik waarop de output van een robo-adviseur gekwalificeerd kan worden als beleggingsadvies, zal de beleggingsdienstaanbieder gehouden zijn om de regelen inzake beleggingsadvies na te leven.431 Hierdoor zal het beschermingsniveau van een belegger die robo-advies krijgt even hoog moeten zijn als dat van een belegger die advies via een fysieke persoon krijgt.432 Concreet zal een robo-adviseur die beleggingsadvies of vermogensbeheer wil aanbieden, voorafgaand een vergunning als beleggingsonderneming moeten verkrijgen. Naast het verkrijgen van deze vergunning zullen ook de regelen inzake bedrijfsvoering van toepassing zijn. Daarvoor dient een passende organisatie geïmplementeerd te worden, waarbij tevens aandacht wordt besteed aan onder andere de regeling voor belangenconflicten en de kwaliteit van informatieverschaffing.433 Ook moet bij het verstrekken van beleggingsadvies of het verlenen van vermogensbeheer rekening gehouden worden met de verschillende gedragsregels die nageleefd moeten worden. Hieronder valt ook bijvoorbeeld de verplichting om een cliëntenclassificatie te maken en een geschiktheidsbeoordeling door te voeren.434

428 F. BOGAERT en L. SAVONET, ”Automation and digitalisation in investment advice" in INSTITUUT FINANCIEEL RECHT (ed.), Financiële regulering:

een dwarsdoorsnede, Antwerpen, Intersentia, 2019, (161) 189, nr. 84.

429 F. BOGAERT en L. SAVONET, ”Automation and digitalisation in investment advice" in INSTITUUT FINANCIEEL RECHT (ed.), Financiële regulering:

een dwarsdoorsnede, Antwerpen, Intersentia, 2019, (161) 189-190, nr. 85.

430 T. BOEDTS, “De groeiende aandacht van toezichthouders voor digitaal bankieren: hakken in het zand of op naar een ‘regelgevende zandbak’?”

in Financieel Forum / Bank- en financieel recht, 2016, p. 322; A. MARTIN, “Economic and Legal Vision on Fintech: the economic impact of FinTech” in Financieel Forum / Bank- en financieel recht, 2017, p. 42.

431 F. BOGAERT en L. SAVONET, ”Automation and digitalisation in investment advice" in INSTITUUT FINANCIEEL RECHT (ed.), Financiële regulering:

een dwarsdoorsnede, Antwerpen, Intersentia, 2019, (161) 178, nr. 47.

432 ESMA, EBA en EIOPA, ”Joint Committee report on the results of the monitoring exercise on ’automation in financial advice’”, 5 september

2018, 11, https://esas-joint-committee.europa.eu/Publications/Reports/JC%202018%2029%20-

%20JC%20Report%20on%20automation%20in%20financial%20advice.pdf; S. ALLGAYER, A. KAVANAGH e.a., ”Robo-Investing: Cyborgs vs. Robots: Competing to attract European citizens’ money”, Better Finance Research Paper, juni 2017, 12.

433 F. BOGAERT en L. SAVONET, ”Automation and digitalisation in investment advice" in INSTITUUT FINANCIEEL RECHT (ed.), Financiële regulering:

een dwarsdoorsnede, Antwerpen, Intersentia, 2019.

434 M. DE MUYNCK, A. HENDRICKX en R. HOUBEN, “Geautomatiseerd advies (‘robo-advies’) en bescherming van de financiële consument” in R.

172. Een ander gegeven waarmee de beleggingsdienstaanbieder rekening moet houden, is het grensoverschrijdende karakter van zijn diensten. Aangezien deze diensten doorgaans via een website worden aangeboden, zal deze toegankelijk zijn voor burgers die onder verschillende rechtstelsels vallen. Zeker wanneer de website ook toegankelijk is vanuit lidstaten of voor inwoners buiten de Europese Economische Ruimte en de activiteiten gericht zijn op inwoners buiten de Europese Economische Ruimte, wordt het risico dat vreemde rechtstelsels toepassing vinden een stuk groter. Dit zou potentieel kunnen leiden tot extra registratievereisten en additionele regels inzake bedrijfsvoering.435

173. Wat betreft Belgische wetgeving, is de wet van 25 oktober 2016 betreffende de toegang tot het beleggingsdienstenbedrijf en betreffende het statuut van en het toezicht op de vennootschappen voor vermogensbeheer en beleggingsadvies436 van belang. Op grond van deze wet worden ondernemingen die beleggingsadvies voorzien voor cliënten verplicht om zich te registreren als beleggingsonderneming.437 Deze vergunning gaat gepaard met het respecteren van bepaalde regelen. Hierbij kan gedacht worden aan bepaalde kapitaalvereisten438, zogenaamde fit and proper-tests439 en bepaalde organisatorische vaardigheden.440 Voor deze laatste vereiste kan gedacht worden aan een adequate beheerstructuur, een onafhankelijk orgaan dat de naleving van de voorschriften controleert, een risicobeheer en interne toezichtsorganen, rapporteringsprocessen, een beleid inzake vergoedingen, het tot stand brengen van deze vergoedingen, benoemings- en auditcomités…441

174. Op deze manier ontstaat er een voordeel voor de gevestigde beleggingsondernemingen. Wanneer deze reeds een vergunning verkregen hebben om beleggingsadvies te verlenen, moeten ze geen verzoek om een vergunning of een melding om hun ondernemingsactiviteiten te wijzigen meer versturen.442 Competitief gaan deze ondernemingen dus een voordeel hebben ten opzichte van de kleinere FinTech-ondernemingen. Deze laatste hebben namelijk niet altijd de nodige middelen om voor zo’n vergunning een verzoek in te dienen.443 Daarnaast kan een beleggingsonderneming die een vergunning verkregen heeft, ook profiteren van het Europees paspoort (zie supra). Indien deze onderneming zijn diensten ook in andere EU-lidstaten wil aanbieden, zal dat mogelijk zijn via dit systeem, ofwel via het vrij verkeer van diensten, ofwel via een vestiging in een andere EU-lidstaat.444

435 F. BOGAERT en L. SAVONET, ”Automation and digitalisation in investment advice" in INSTITUUT FINANCIEEL RECHT (ed.), Financiële regulering:

een dwarsdoorsnede, Antwerpen, Intersentia, 2019, (161) 178-179 , nr. 47.

436 Wet van 25 oktober 2016 betreffende de toegang tot het beleggingsdienstenbedrijf en betreffende het statuut van en het toezicht op de

vennootschappen voor vermogensbeheer en beleggingsadvies, BS 18 november 2016, p. 76915.

437 Art. 6, § 1 Wet 25 oktober 2016. 438 Art. 21 Wet 25 oktober 2016. 439 Art. 22 Wet 25 oktober 2016. 440 Art. 25 e.v. Wet 25 oktober 2016.

441 F. BOGAERT en L. SAVONET, ”Automation and digitalisation in investment advice” in INSTITUUT FINANCIEEL RECHT (ed.), Financiële regulering:

een dwarsdoorsnede, Antwerpen, Intersentia, 2019, (161) 179, nr. 50.

442 OICV-IOSCO, “Update to the Report on the IOSCO Automated Advice Tools Survey – Final Report”, december 2016, p. 19.

443 F. BOGAERT en L. SAVONET, ”Automation and digitalisation in investment advice” in INSTITUUT FINANCIEEL RECHT (ed.), Financiële regulering:

een dwarsdoorsnede, Antwerpen, Intersentia, 2019, (161) 180, nr. 50.

175. Om deze beleggingsdiensten via het vrij verkeer van diensten te kunnen verlenen, moet de beleggingsonderneming bepaalde informatie meedelen aan de FSMA. Het gaat hierbij over de lidstaat waar de onderneming zijn activiteiten wenst uit te oefenen en een programma met de verschillende diensten die de onderneming wenst te verlenen, waarbij de beleggingsdiensten specifiek vermeld worden.445 Binnen de maand nadat de FSMA deze informatie ontvangen heeft, zal deze de informatie overmaken aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar de onderneming zijn activiteiten wenst uit te oefenen. Hierna zal de beleggingsonderneming van start kunnen gaan met het verlenen van de beleggingsdiensten en het uitvoeren van de activiteiten die in de betrokken lidstaat waren voorzien.446

176. Wanneer de beleggingsonderneming besluit om deze beleggingsdiensten in een andere lidstaat te verlenen door middel van een vestiging, dient ze ook bepaalde informatie aan de FSMA mee te delen. Hierbij gaat het om de lidstaat waar men een vestiging wil opstarten, een programma waarin de verschillende activiteiten met betrekking tot de beleggingsdiensten worden uiteengezet, de organisatorische structuur van de vestiging, de plaatsen waar verbonden agenten worden ingezet in een lidstaat zonder dat de beleggingsonderneming daar een vestiging heeft opgestart met daarbij een beschrijving van hoe deze verbonden agenten zullen worden ingezet en een bijhorende organisatorische structuur, een adres in het gastland waar relevante documenten verkregen kunnen worden en de namen van de personen die verantwoordelijk zijn voor het beleid van de vestiging.447

177. In de praktijk is niet altijd even duidelijk in welke omstandigheden de beleggingsdienstaanbieder een verzoek moet indienen om een Europees paspoort te verkrijgen. In principe wordt dit immers enkel vereist wanneer de beleggingsdienstaanbieder zijn activiteiten actief op de EU-lidstaat richt waar de cliënt zijn verblijfplaats heeft. Hiervan is sprake wanneer de dienstaanbieder actief naar cliënten zoekt en/of marktactiviteiten uitvoert in andere lidstaten dan de staat waar de beleggingsonderneming zijn vergunning verkregen heeft.448 Ook het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft bepaalde criteria ontwikkeld om te beoordelen of een bepaalde activiteit actief gericht is op een andere lidstaat. Volgens het Hof gaat het hierbij om bijvoorbeeld de internationale aard van de activiteit, het gebruik van een taal of een munteenheid die verschilt van de taal of de munteenheid die in principe gebruikt wordt in de lidstaat waar de maatschappij is gevestigd, het vermelden van telefoonnummers met een internationale code, de uitgaven voor referentiediensten op het internet om de toegang tot de website van de maatschappij, of deze van een tussenpersoon voor consumenten in andere lidstaten, te vergemakkelijken, het gebruik van een domeinnaam die verschilt van deze van de lidstaat waar de

445 Art. 34 MiFID II.

446 F. BOGAERT en L. SAVONET, ”Automation and digitalisation in investment advice” in INSTITUUT FINANCIEEL RECHT (ed.), Financiële regulering:

een dwarsdoorsnede, Antwerpen, Intersentia, 2019, (161) 180, nr. 53.

447 Art. 35 MiFID II.

448 P. DE PREZ, C. HOUSSA en L. STANDAERT, “Chapitre 3 – Le Conseil financier 2.0” in L’intelligence artificielle et le droit, Brussel, Larcier, 2017,

maatschappij is gevestigd en de vermelding van een internationaal cliëntenbestand dat gebruikers bevat die in verschillende lidstaten gedomicilieerd zijn.449

178. Hoewel het verlenen van een vergunning voor een Europees paspoort niet al te omslachtig is of weinig kosten met zich meebrengt om uit te voeren, heeft de Europese Commissie de creatie van een Europese vergunning voor Europese FinTech-bedrijven als een prioritaire actie beschouwd ter ondersteuning van de sector. Zo’n vergunning zou een dienstaanbieder, die naar behoren geregistreerd is in een bepaalde EU-lidstaat, de toelating geven om zijn diensten actief op andere lidstaten te richten zonder dat enige andere vergunning hiervoor vereist is.450 Het grensoverschrijdende karakter van de diensten kan echter potentieel tot de toepassing van extra registratievereisten en additionele regelgeving leiden (zie supra). In dat geval zullen ook vreemde rechtsregels toepassing kunnen vinden.

179. Hoewel de MiFID II-richtlijn technologieneutraal is opgevat, betekent dit nog niet dat deze op maat van robo-advies is gemaakt. Er is wel een aanknopingspunt: op grond van artikel 54, 1, tweede lid van de Gedelegeerde Verordening MiFID II451 ligt, in het geval dat beleggingsadvies- of vermogensbeheerdiensten geheel of gedeeltelijk via een automatisch of semi-automatisch systeem plaatsvinden, de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de geschiktheidsbeoordeling bij de beleggingsonderneming die de dienst verricht. Deze beleggingsonderneming wordt tevens onverlet gelaten door het gebruik van een elektronisch systeem voor het doen van een gepersonaliseerde aanbeveling of het nemen van een handelsbeslissing.452 Deze aanknoping is echter zeer algemeen en kan geen antwoord bieden op meer gesofisticeerde vragen, waardoor er onzekerheid ontstaat.453 Men weet immers niet goed hoe de MiFID-verplichtingen nu juist moeten worden toegepast op robo-advies.454 Om aan deze onzekerheid tegemoet te komen, zijn enkele guidelines uitgevaardigd door de ESMA voor de toepassing van de MiFID-reglementering op robo-advies. Hierbij wordt robo-advies ook gedefinieerd (zie supra).455

180. Daarnaast worden enkele aspecten specifiek behandeld. Een eerste voorbeeld dat genoemd kan worden, is de kwaliteit van de informatieverstrekking aan cliënten, onder andere om te vermijden dat

449 HvJ 7 december 2010, Peter Pammer v Reederei Karl Schlüter GmbH & Co. KG (C-585/08) en Hotel Alpenhof GesmbH v Oliver Heller (C-144/09),

2010 I-12527.

450 EC, “Communication on the Mid-Term Review of the Capital Markets Union Action Plan”, Brussels, 2017, p. 13.

451 F. BOGAERT en L. SAVONET, ”Automation and digitalisation in investment advice” in INSTITUUT FINANCIEEL RECHT (ed.), Financiële regulering:

een dwarsdoorsnede, Antwerpen, Intersentia, 2019.

452 M. DE MUYNCK, A. HENDRICKX en R. HOUBEN, “Geautomatiseerd advies (‘robo-advies’) en bescherming van de financiële consument” in R.

STEENNOT en G. STRAETMANS (eds.), Digitalisering van het recht en consumentenbescherming, Antwerpen, Intersentia, 2019, (159) 176, nr. 24.

453 W.-G. RINGE en C. RUOF, ”A Regulatory Sandbox for Robo Advice”, mei 2018, 24 e.v., www.ssrn.com.

454 ESMA, EBA en EIOPA, ”Joint Committee Discussion Paper on automation in financial advice”, 4 december 2015, 21,

https://eba.europa.eu/documents/10180/1299866/JC+2015+080+Discussion+Paper+on+automation+in+financial+advice.pdf; A. VAN

CAUWENBERGE, ”Concluding remarks: MiFID II: an early assessment and future perspectives”, BFR 2017, afl. 6, (415) 420-421; W.-G. RINGE en C. RUOF, ”A Regulatory Sandbox for Robo Advice”, mei 2018, 29, www.ssrn.com.

455 ESMA, ”Richtsnoeren met betrekking tot bepaalde aspecten van de MiFID II geschiktheidseisen”, 6 november 2018,

cliënten de door robo-adviseurs verstrekte informatie niet volledig zouden begrijpen. Zo zouden beleggingsondernemingen bij het gebruik van robo-advies, ook een bijzonder duidelijke uitleg moeten geven over de exacte mate en omvang van de menselijke betrokkenheid en over de vraag of en hoe de