• No results found

113. De digitalisering is reeds ingezet ten tijde van de MiFID I-richtlijn. In eerste instantie verscheen deze digitalisering als de automatisering van het bedrijfsproces.287 Gevestigde financiële instellingen investeerden hierbij in technologie om hun dagdagelijkse operaties te ondersteunen.288 De eerste tools werden hierbij ontwikkeld ter ondersteuning van de beleggingsadviseur die in contact komt met de cliënt.289 Deze beleggingsadviseur staat hierbij in voor het uitvoeren en het vastleggen van de geschiktheidstoets uit de MiFID-regelgeving. Deze tools waren actief op de achtergrond en enkel de beleggingsadviseur had toegang tot deze tools. De output van deze tool diende dan ook enkel om de beleggingsadviseur te helpen bij het structureren van gesprekken met de cliënt. Hierbij werd de tool niet aangeboden aan de cliënt die louter op zoek was naar beleggingsadvies.290 De functionaliteit van deze eerste generatie aan tools bleef dan ook eerder beperkt. De tools hadden immers enkel betrekking op de eerste twee fases van het beleggingsadviesproces die eerder opgesomd zijn, met name het aantrekken van de cliënt en de toewijzing van activa. Bijgevolg werden de eigenlijke selectie van producten of activa overgelaten aan de discretionaire bevoegdheid van de adviseur zelf. Dit toont ook aan dat de eerste generatie aan tools niet in staat was om autonoom beleggingsadvies te geven en dus een menselijke tussenkomst niet zou kunnen vervangen omwille van de beperkte functionaliteit.291

114. De FSMA is in mei 2013 begonnen met de controle van beleggingsondernemingen, en dan meer bepaald de naleving van hun zorgplicht die voortvloeit uit de MiFID-regelgeving.292 Deze controles gaven aanleiding tot verschillende aanbevelingen en bevelen. Instellingen die zo’n bevelen opgelegd kregen werden verplicht om een actieplan op te stellen en om hun operationeel model aan de MiFID-regelgeving aan te passen. Over het algemeen kwamen vier specifieke problematieken naar voor uit het rapport van de FSMA.293 Ten eerste voldeden de gecontroleerde ondernemingen niet aan de plicht om voldoende informatie te voorzien voor de cliënt met betrekking tot de verschillende producten en diensten. Ook schoten ze tekort in hun plicht om formeel de kennis en ervaring van de cliënt met betrekking tot de beleggingsdiensten en -producten te beoordelen. Beleggingsondernemingen schotelden hun cliënten immers doorgaans een vragenlijst voor op basis waarvan ze zichzelf dienden te beoordelen. Deze

287 T. BOEDTS, “De groeiende aandacht van toezichthouders voor digitaal bankieren: hakken in het zand of op naar een “regelgevende zandbak”,

BFR 2016, afl. 4, (310) 312, nr. 4.

288 D.W. ARNER, J.N. BARBERS, R.P. BUCKLEY, D.A. ZETSCHE, “From fintech to techfin: the regulatory challenges of data-driven finance”, in EBI

Working Paper Series, 2017-6, p. 6, https://papers.ssrn.com/sol3/papers.cfm?abstract_id=2959925.

289 ESAS, “Joint Committee discussion paper on automation in financial advice”, december 2015, p. 6, nr. 7,

https://www.eba.europa.eu/documents/10180/1299866/JC+2015+080+Discussion+Paper+on+automation+in+financial+advice.pdf.

290 F. BOGAERT en L. SAVONET, ”Automation and digitalisation in investment advice” in INSTITUUT FINANCIEEL RECHT (ed.), Financiële regulering:

een dwarsdoorsnede, Antwerpen, Intersentia, 2019 (161) 163, nr. 3.

291 F. BOGAERT en L. SAVONET, ”Automation and digitalisation in investment advice” in INSTITUUT FINANCIEEL RECHT (ed.), Financiële regulering:

een dwarsdoorsnede, Antwerpen, Intersentia, 2019 (161) 163, nr. 4.

292 FSMA, “Annual report 2014”, p. 55,

https://www.fsma.be/sites/default/files/public/sitecore/media%20library/Files/fsmafiles/pub/en/fsma_2014.pdf.

293 FSMA, “Annual report 2014”, p. 56,

vragen waren ook nog eens beperkt tot ja-nee-vragen wat deze beoordeling er niet makkelijker op maakte voor de cliënt. Ook bleven de beleggingsondernemingen in gebreke met betrekking tot hun plicht om de coherentie en consistentie van de antwoorden en informatie die hun cliënten hadden gegeven, voldoende te verifiëren. Een laatste bemerking is de vaststelling dat beleggingsondernemingen nalaten om op gepaste wijze de geschiktheid van een individuele transactie te beoordelen op basis van alle beschikbare informatie over de cliënt. Er werd namelijk in de eerste plaats vertrouwd op een meer algemene standaardportefeuille die aan de belegger werd toegewezen.294

115. Doordat deze controles voornamelijk betrekking hadden op de eerste twee fases van het beleggingsadviesproces, ontstond er een sterke stimulans voor de ontwikkeling en verdere verfijning van de eerste generatie tools. Het is dan ook van belang om in deze context op te merken dat de controles van de FSMA vaak operationele fouten en belangrijke tekortkomingen in de documentatie van de cliëntenbestanden onthulden. Omwille van die reden gaven verschillende beleggingsondernemingen de voorkeur aan een automatisering die ook de nodige vrijwaring gaf tegen dat soort operationele risico’s en de volledige documentatie van de eerste twee stappen in het beleggingsadviesproces vergemakkelijkte.295

116. Als gevolg van deze inspecties, dit rapport en de bijhorende interacties met de financiële sector in het kader van de herstelplannen heeft de FSMA ook exhaustieve en gedetailleerde guidance voorzien met betrekking tot de regels van bedrijfsvoering die de zorgplicht voor particuliere beleggers omvat. De FSMA heeft een unieke positie in een Europese context door het publiceren van gedetailleerde guidance met betrekking tot onderwerpen zoals de verzameling, coherentie en actualisering van cliënteninformatie296, de geschiktheids- of gepastheidsbeoordeling van een transactie in financiële instrumenten297, de aan cliënten aangeboden informatiemet betrekking tot de zorgplicht298, de evaluatie en monitoring van het interne beleid en de procedures rekening houdend met diezelfde zorgplicht299 en opleiding en onderwijs.300

117. De eerste generatie aan tools die instonden voor de automatisering van het bedrijfsproces, die in sommige gevallen ontwikkeld werden als reactie op de controles uitgevoerd door de FSMA, slaagde er

294 F. BOGAERT en L. SAVONET, ”Automation and digitalisation in investment advice” in INSTITUUT FINANCIEEL RECHT (ed.), Financiële regulering:

een dwarsdoorsnede, Antwerpen, Intersentia, 2019 (161) 163, nr. 5.

295 F. BOGAERT en L. SAVONET, ”Automation and digitalisation in investment advice” in INSTITUUT FINANCIEEL RECHT (ed.), Financiële regulering:

een dwarsdoorsnede, Antwerpen, Intersentia, 2019 (161) 163-164, nr. 5.

296 FSMA, “Zorgplicht. Vaststellingen en standpunten naar aanleiding van inspecties”, augustus 2014, pp. 10-14,

https://www.fsma.be/nl/file/37703/download?token=4xRNS12S.

297 FSMA, “Zorgplicht. Vaststellingen en standpunten naar aanleiding van inspecties”, augustus 2014, pp. 16-21,

https://www.fsma.be/nl/file/37703/download?token=4xRNS12S.

298 FSMA, “Zorgplicht. Vaststellingen en standpunten naar aanleiding van inspecties”, augustus 2014, pp. 23-24,

https://www.fsma.be/nl/file/37703/download?token=4xRNS12S.

299 FSMA, “Zorgplicht. Vaststellingen en standpunten naar aanleiding van inspecties”, augustus 2014, pp. 25-26,

https://www.fsma.be/nl/file/37703/download?token=4xRNS12S.

300 FSMA, “Zorgplicht. Vaststellingen en standpunten naar aanleiding van inspecties”, augustus 2014, p. 26,

over het algemeen in om de bevelen en aanbevelingen die door de FSMA werden uitgevaardigd te remediëren. Bijgevolg schoof het probleem dat zich in de eerste twee fasen van het beleggingsadviesproces voordeed door naar de derde fase. Wanneer het risicoprofiel van de cliënt is bepaald en hem een standaardportefeuille is toegewezen, is het aan de menselijke adviseur om de activa te selecteren die deel moeten uitmaken van de cliëntenportefeuille.301

118. In de praktijk blijkt echter dat het gebruikte proces voor de productselectie eerder subjectief is. Men laat dit immers over aan de discretionaire bevoegdheid van de beleggingsadviseurs, die vaak de vrijheid hebben om activa te selecteren uit het volledige gamma aan producten dat de beleggingsonderneming ter beschikking stelt. Daarenboven lijken beleggingsondernemingen in dit kader slechts weinig guidelines te publiceren, wat impliceert dat de cliënt afhankelijk is van de persoonlijke visie, achtergrond en kennis van de adviseur waarmee hij in contact komt. Deze vaststelling kan voor problemen zorgen, aangezien uit onderzoek blijkt dat adviseurs hun cliënten trachten mee te krijgen in het verhaal van hun eigen voorkeuren en overtuigingen.302 Dit kan ook suggereren dat de eigen risicobereidheid en beleggingspreferenties van de adviseurs de bovenhand gaan nemen op deze van de cliënt. In gevallen waar bijvoorbeeld fondsen die bestaan uit verschillende andere fondsen of patrimoniale fondsen gebruikt worden als bouwstenen voor de structurering van beleggingsportefeuilles, is er weinig consistentie aanwezig tussen de verschillende soorten portefeuilles die ter beschikking van de cliënt zijn gesteld.303

119. Het loutere feit dat een cliënt is aangewezen op zijn beleggingsadviseur voor de keuze van activa hoeft niet noodzakelijk een probleem te zijn. Al is het van belang dat deze overweging genuanceerd wordt. Zo blijkt immers uit de rapporten van de FSMA uit 2012 en 2013 dat beleggingsadviseurs zich niet altijd op loyale, billijke en professionele wijze inzetten voor de belangen van hun cliënten, hoewel art. 27, § 1 WFT hen hiertoe verplicht. Ze lijken namelijk gevoelig te zijn voor belangenconflicten304, zeker in het kader van vergoedingen305, incentives306 en commerciële doelstellingen.307 En daar blijft het niet bij, want de FSMA kwam tevens tot de conclusie dat beleggingsadviseurs niet altijd over de vereiste kennis beschikken met betrekking tot de algemene kenmerken van de beleggingsproducten waarover zij advies

301 F. BOGAERT en L. SAVONET, ”Automation and digitalisation in investment advice” in INSTITUUT FINANCIEEL RECHT (ed.), Financiële regulering:

een dwarsdoorsnede, Antwerpen, Intersentia, 2019, (161) 164, nr. 7.

302 S. FOERSTER, J.T. LINNAINMAA, B.T. MELZER, A. PREVITERO, “Retail financial advice: does one size fits all?” in Chicago Booth Paper, nr. 14-38,

p. 4, www.aleprevitero.com/wp-content/uploads/2015/07/foerster_et_al_SSRN_2015.pdf.

303 F. BOGAERT en L. SAVONET, ”Automation and digitalisation in investment advice” in INSTITUUT FINANCIEEL RECHT (ed.), Financiële regulering:

een dwarsdoorsnede, Antwerpen, Intersentia, 2019, (161) 165, nr. 7.

304 J.W. LAM, “Robo-advisors: a portfolio management perspective”, 2016, p. 58,

https://economics.yale.edu/sites/default/files/files/Undergraduate/Nominated%20Senior%20Essays/2015- 16/Jonathan_Lam_Senior%20Essay%20Revised.pdf.

305 FSMA, “Belangenconflicten in verband met vergoedingen en commerciële doelstellingen: vaststellingen en standpunten naar aanleiding van

inspecties”, p. 9, https://www.fsma.be/nl/file/28880/download?token=pEXzQOvW.

306 FSMA, “Belangenconflicten in verband met vergoedingen en commerciële doelstellingen: vaststellingen en standpunten naar aanleiding van

inspecties”, p. 10, https://www.fsma.be/nl/file/28880/download?token=pEXzQOvW.

307 FSMA, “Belangenconflicten in verband met vergoedingen en commerciële doelstellingen: vaststellingen en standpunten naar aanleiding van

geven.308 Hierbij gaat het bijvoorbeeld over de structuur van de vergoedingen of de profielen die betrekking hebben op de risico’s of het rendement.309 Hoewel niet altijd even duidelijk is op welke wijze adviseurs hun cliëntenportefeuilles structureren, tonen sommige internationale studies aan dat conflicten binnen een agentschap310 en misleidende overtuigingen van adviseurs311 vaak leiden tot ondermaats presterende cliëntenportefeuilles. Dit risico wordt niet altijd even goed begrepen door cliënten, aangezien een relevant onderdeel van het beleggerspubliek over een lage financiële geletterdheid beschikt. Dit geeft op zijn beurt aanleiding tot slechte financiële beslissingen.312

120. Deze problemen die in de derde fase van het beleggingsadviesproces zijn geconstateerd, heeft de Europese wetgever ook opgemerkt. Zo heeft MiFID II aan beleggingsondernemingen die beleggingsadvies verlenen de verplichting opgelegd om een geschiktheidsrapport te voorzien aan retailbeleggers (zie supra). Wanneer het effect van deze maatregel duidelijk wordt, zal het tevens mogelijk worden om nog meer te investeren in zo’n tools.313 In de vierde fase van het beleggingsadviesproces spelen beleggingsadviseurs ook een belangrijke rol. Hierbij gaat het over de monitoring en herverdeling van het evenwicht. Daarbij moet de cliënt vertrouwen op de professionele beoordeling en het advies met betrekking tot zogenaamde ‘arbitrages’. Met deze arbitrages worden situaties bedoeld waarbij de adviseur aanraadt om een belegging in een bepaald product vervroegd stop te zetten, vooraleer de looptijd ervan verstreken is. Vervolgens tracht de adviseur zijn cliënt te overtuigen om te investeren in een ander, nieuw beleggings- of spaarproduct.314 De FSMA stelde bij zijn controles vast dat deze arbitrages nogal vaak tot een belangenconflict leiden tussen de cliënt en de beleggingsonderneming. Dit is iets waaraan de onderneming de nodige aandacht moet besteden.315

121. De eerste generatie aan tools verbeterde en uiteindelijk kon deze gebruikt worden in interacties met de cliënt. Bijgevolg konden cliënten rechtstreeks toegang krijgen tot deze tool en de informatie die als input diende voor deze tool. Zo konden cliënten bijvoorbeeld in de eerste fase van het beleggingsadviesproces zelf hun persoonlijke informatie en beleggings- en risicopreferenties invullen.

308 FSMA, “Zorgplicht. Vaststellingen en standpunten naar aanleiding van inspecties”, augustus 2014, p. 26,

www.fsma.be/nl/file/37703/download?token=4xRNS12S.

309 F. BOGAERT en L. SAVONET, ”Automation and digitalisation in investment advice” in INSTITUUT FINANCIEEL RECHT (ed.), Financiële regulering:

een dwarsdoorsnede, Antwerpen, Intersentia, 2019, (161) 165, nr. 8.

310 S. FOERSTER, J.T. LINNAINMAA, B.T. MELZER, A. PREVITERO, “Retail financial advice: does one size fits all?” in Chicago Booth paper, nrs. 14-38,

p. 2, www.aleprevitero.com/wp-content/uploads/2015/07/foerster_et_al_SSRN_2015.pdf.

311 J.W. LAM, “Robo-advisors: a portfolio management perspective”, 2016, p. 61,

https://economics.yale.edu/sites/default/files/files/Undergraduate/Nominated%20Senior%20Essays/2015- 16/Jonathan_Lam_Senior%20Essay%20Revised.pdf.

312 J.E. FISCH, M. LABOURE, J.A. TURNER, “The economics of complex decision making: the emerge of the robo advisor”, 2017, p. 3,

www.geog.ox.ac.uk/events/170911/Robo-vs-Human-Advisers-Aug-28.pdf.

313 F. BOGAERT en L. SAVONET, ”Automation and digitalisation in investment advice” in INSTITUUT FINANCIEEL RECHT (ed.), Financiële regulering:

een dwarsdoorsnede, Antwerpen, Intersentia, 2019, (161) 166, nr. 9.

314 FSMA, “Belangenconflicten in verband met vergoedingen en commerciële doelstellingen: vaststellingen en standpunten naar aanleiding van

inspecties”, p. 13, https://www.fsma.be/nl/file/28880/download?token=pEXzQOvW.

315 FSMA, “Belangenconflicten in verband met vergoedingen en commerciële doelstellingen: vaststellingen en standpunten naar aanleiding van

Daarnaast beschikten ze over de mogelijkheid om hun eigen kennis en ervaring met betrekking tot de aangeboden beleggingsdiensten en -producten online te beoordelen.316 Geleidelijk aan werd er overgeschakeld naar tools die een hybride vorm aannemen. Concreet wordt hierbij enkel de eigenlijke productselectie de verantwoordelijkheid van de menselijke beleggingsadviseur.317 In een daaropvolgende fase is de rol van de menselijke adviseur met betrekking tot de productselectie onder druk gezet en uiteindelijk zelfs volledig onderdrukt. Bijgevolg werden de ontwikkelde tools niet alleen gebruikt voor het contact met de cliënt maar ook voor de automatisatie en aflevering van de derde en vierde fase in het proces.318 De incorporatie van deze extra onderdelen was een belangrijke mijlpaal omdat vanaf dit moment de technologische hulpmiddelen in staat waren om volledig te functioneren en de menselijke adviseur hierbij grotendeels te vervangen.319

122. Zowel de directe toegang voor cliënten als de verdere automatisering van de hulpmiddelen zijn nieuwe functionaliteiten die ervoor zorgen dat een volledig nieuw regelgevend kader van toepassing wordt. Dit was niet het geval bij de eerste generatie, omdat deze niet op zichzelf operationeel kon zijn. Bijgevolg konden deze tools slechts op gepaste wijze gebruikt worden als oplossing voor de automatisering van het bedrijfsproces bij gevestigde beleggingsondernemingen. Dit zorgde er echter niet voor dat een volledig nieuw model of aanbod aan diensten in het leven werd geroepen. Het had slechts effect op de manier waarop de business werd uitgevoerd.320

123. In tegenstelling tot de eerste generatie aan tools, heeft de tweede generatie aan tools wel betrekking op het volledige beleggingsadviesproces. Deze hulpmiddelen moeten niet worden ingebed in een bestaand businessmodel dat de weg vrijmaakt voor nieuwe opportuniteiten die van pas kunnen komen voor start-ups.321 Deze nieuwe diensten kan men op verschillende manieren aanbieden. Zo kunnen start- ups hun beleggingsgerelateerde diensten als een uitbestedingsplatform voor technologie aanbieden aan de gevestigde beleggingsondernemingen. Ze kunnen echter ook beslissen om hun beleggingsgerelateerde diensten volledig onafhankelijk aan potentiële cliënten aan te bieden. In dat geval wordt de start-up mogelijk een concurrent van de gevestigde beleggingsondernemingen. Daarbij zou de financiële regelgeving, met inbegrip van de regels inzake bedrijfsvoering en de regels inzake vergunningsvereisten, een belangrijke wettelijke en administratieve belemmering kunnen worden voor

316 ESMA, “Report on automation in financial advice”, 16 december 2016, p. 14, nr. 41, https://esas-joint-committee.europa.eu/Publications. 317 F. BOGAERT en L. SAVONET, “Automation and digitalisation in investment advice” in INSTITUUT FINANCIEEL RECHT (ed.), Financiële regulering:

een dwarsdoorsnede, Antwerpen, Intersentia, 2019, (161) 167, nr. 11.

318 ESMA, “Report on automation in financial advice”, december 2016, p. 15, nr. 42, https://esas-joint-committee.europa.eu/Publications. 319 F. BOGAERT en L. SAVONET, “Automation and digitalisation in investment advice” in INSTITUUT FINANCIEEL RECHT (ed.), Financiële regulering:

een dwarsdoorsnede, Antwerpen, Intersentia, 2019, (161) 167, nr. 12.

320 F. BOGAERT en L. SAVONET, “Automation and digitalisation in investment advice” in INSTITUUT FINANCIEEL RECHT (ed.), Financiële regulering:

een dwarsdoorsnede, Antwerpen, Intersentia, 2019, (161) 167, nr. 13.

321 ESAS, “Joint Committee discussion paper on automation in financial advice”, 4 december 2015, p. 6, nr. 7,

de start-ups.322 Wanneer zo’n start-up besluit om zijn beleggingsgerelateerde diensten aan te bieden aan potentiële beleggers, zowel in een B2B- als in een B2C-verhouding, moet deze de wettelijke en administratieve repercussies ernstig in overweging nemen, net als de governancevereisten en de gerelateerde kosten.323

124. Wanneer een start-up zijn beleggingsgerelateerde diensten rechtstreeks aan potentiële beleggers aanbiedt, is het ook van belang dat er wordt nagegaan welke onderdelen van de dienst er precies voor zorgen dat de financiële regelgeving van toepassing is en wat de gevolgen hiervan zijn voor de beleggingsdienstaanbieder.324 Er is namelijk een vrij ruime variatie in de verschillende soorten beleggingsgerelateerde diensten die door start-ups worden aangeboden. Enerzijds zijn er geautomatiseerde beleggingstools van de hoogste kwaliteit die het volledige proces van het beleggingsadvies ondersteunen. Deze tools zijn in staat om aangepast en gepersonaliseerd beleggingsadvies en aanbevelingen in financiële instrumenten te verstrekken325, te beginnen met de informatieverzameling met betrekking tot de beleggingsvoorkeuren en de persoonlijke situatie van de cliënt.326 De beleggingsdienstaanbieder vertrouwt dan op computergestuurde algoritmes en beslissingsbomen327 die transacties in financiële instrumenten aanbevelen, waarbij men ervoor zorgt dat deze transacties in overeenstemming zijn met het risicoprofiel van de cliënt.328 De hulpmiddelen die in staat zijn om deze verder gevorderde onderdelen van beleggingsadvies te bezorgen, vormen samen een geautomatiseerde beleggingstool die in staat is om menselijke beleggingsadviseurs op termijn over de volledige lijn te vervangen. Hiervoor kan ook verwezen worden naar de verschillende Europese toezichthouders.329 Daar worden enkele componenten toegekend aan geautomatiseerde hulpmiddelen voor financieel advies. Zo wordt het automatisch hulpmiddel rechtstreeks door de cliënt gebruikt, zonder of met hoogstens een zeer beperkte menselijke tussenkomst. Daarnaast maakt een algoritme gebruik van door de cliënt ter beschikking gestelde informatie om output te produceren. Met deze output wordt dan financieel advies bedoeld, of zo wordt het toch opgevat door de cliënt.330

322 ESMA, “Report on automation in financial advice”, december 2016, p. 18, nr. 60, https://esas-joint-committee.europa.eu/Publications; OICV-

IOSCO, “Update to the Report on the IOSCO Automated Advice Tools Survey – Final Report”, december 2016, p. 19.

323 F. BOGAERT en L. SAVONET, “Automation and digitalisation in investment advice” in INSTITUUT FINANCIEEL RECHT (ed.), Financiële regulering:

een dwarsdoorsnede, Antwerpen, Intersentia, 2019, (161) 168, nr. 14.

324 F. BOGAERT en L. SAVONET, “Automation and digitalisation in investment advice” in INSTITUUT FINANCIEEL RECHT (ed.), Financiële regulering:

een dwarsdoorsnede, Antwerpen, Intersentia, 2019, (161) 168, nr. 15.

325 ESAS, “Joint Committee discussion paper on automation in financial advice”, 4 december 2015, p. 12, nr. 19,

https://www.eba.europa.eu/documents/10180/1299866/JC+2015+080+Discussion+Paper+on+automation+in+financial+advice.pdf.

326 F. BOGAERT en L. SAVONET, “Automation and digitalisation in investment advice” in INSTITUUT FINANCIEEL RECHT (ed.), Financiële regulering:

een dwarsdoorsnede, Antwerpen, Intersentia, 2019, (161) 169, nr. 16.

327 ESMA, “Report on automation in financial advice”, 16 december 2016, p. 7, nr. 3, https://esas-joint-committee.europa.eu/Publications. 328 ESAS, “Joint Committee discussion paper on automation in financial advice”, 4 december 2015, p. 7, nr. 7,

https://www.eba.europa.eu/documents/10180/1299866/JC+2015+080+Discussion+Paper+on+automation+in+financial+advice.pdf.

329 ESAS, “Joint Committee discussion paper on automation in financial advice”, 4 december 2015, pp. 12-14, nrs. 18-28,

https://www.eba.europa.eu/documents/10180/1299866/JC+2015+080+Discussion+Paper+on+automation+in+financial+advice.pdf.