• No results found

Het
Tropenmuseum
en
meervoudige
intelligentie

In document Laat
mij
maar
even (pagina 59-62)

Hoofdstuk
1 
 Inleiding
en
probleemstelling

5.2
 De
Beeld
en
Geluid
Experience

5.3.3
 Het
Tropenmuseum
en
meervoudige
intelligentie


 Hoogstraat
 (2006)
 stelt
 dat
 een
 tentoonstelling
 die
 gestoeld
 is
 op
 de
 leerstijlprincipes
van
Kolb
voldoende
aanknopingspunten
dient
te
bieden
voor
een
 veelzijdig
publiek,
met
een
variatie
aan
verwerkingsvormen
en
informatie.



In
het
Tropenmuseum
wordt
informatie
aangeboden
in
zowel
tekst,
beeld
en
geluid,
 als
in
een
beperkt
aantal
interactieve
opstellingen.
Wat
dat
betreft
is
er
veel
keuze
 voor
 de
 bezoekers.
 Toch
 blijkt
 dat,
 waar
 in
 de
 Beeld
 en
 Geluid
 Experience,
 in
 de
 termen
 van
 Kolb,
 de
 ‘doener’
 veelvuldig
 aan
 bod
 komt,
 in
 het
 Tropenmuseum
 met
 name
 de
 observerende
 en
 denkende
 bezoeker
 bediend
 wordt.
 Dit
 gegeven
 past
 binnen
 de
 meer
 traditionele
 museumopstelling
 die
 het
 Tropenmuseum
 kent.
 Het
 museum
zou
meer
kunnen
investeren
in
interactieve
toepassingen,
die
een
actieve
 inzet
van
de
bezoeker
vragen
om
tot
een
resultaat
te
komen.
Hier
zou
met
name
een
 groot
deel
van
de
jongerendoelgroep
baat
bij
hebben.



5.3.3
Het
Tropenmuseum
en
meervoudige
intelligentie


Uit
 de
 vorige
 paragraaf
 blijkt
 dat
 het
 Tropenmuseum
 weliswaar
 varieert
 in
 de
 manier
 waarop
 informatie
 aangeboden
 en
 verwerkt
 wordt,
 maar
 dat
 niet
 aan
 alle
 leerstijlen
evenveel
tegemoet
gekomen
wordt.
In
deze
paragraaf
wordt
gekeken
in
 hoeverre
 de
 diverse
 vormen
 van
 intelligentie
 die
 Gardner
 beschrijft,
 in
 de
 tentoonstellingen
en
de
educatieve
programmering
tot
hun
recht
komen.


Verbaallinguïstische
intelligentie


Zoals
in
veel
musea
met
een
traditionele
opzet
is
in
het
Tropenmuseum
veel
tekst
en
 uitleg
 te
 vinden.
 Wat
 dat
 betreft
 zullen
 mensen
 die
 beschikken
 over
 de
 verbaal‐linguïstische
intelligentie
veel
informatie
kunnen
verwerven
in
het
museum.
 Praten
 en
 discussiëren
 is
 mogelijk
 maar
 wordt
 binnen
 het
 basisbezoek
 van
 scholieren
niet
altijd
expliciet
gestimuleerd.
Het
delen
van
kennis
en
ervaringen
op
 deze
manier
zou
extra
nadruk
kunnen
krijgen.


Logisch­mathematische
intelligentie


In
 het
 Tropenmuseum
 wordt
 voortdurend
 gevraagd
 verbanden
 te
 leggen
 tussen
 datgene
 wat
 tentoongesteld
 wordt
 en
 de
 ervaringen
 uit
 het
 dagelijks
 leven
 van
 de
 bezoeker.
 Het
 kunnen
 zien
 en
 creëren
 van
 patronen
 en
 verbanden
 is
 van
 groot
 belang
in
het
Tropenmuseum,
en
in
die
zin
wordt
een
beroep
gedaan
op
de
logisch‐ mathematische
 intelligentie.
 Er
 is
 echter
 geen
 sprake
 van
 complex
 redeneren
 of


59



 abstract
denken,
wat
betekent
dat
de
uitdaging
voor
mensen
die
beschikken
over
de
 logisch‐mathematische
intelligentie
slechts
minimaal
is.
 
 Visuele/ruimtelijke
intelligentie
 Het
Tropenmuseum
biedt
tal
van
visuele,
kleurrijke
indrukken.
De
tentoonstellingen
 bevatten
tal
van
eigenaardige,
bijzondere
en
interessante
voorwerpen
uit
verschil‐ lende
 landen.
 Iemand
 die
 beschikt
 over
 visuele/ruimtelijke
 intelligentie
 zal
 aangesproken
worden
door
de
vele
kleuren
en
vormen.
De
vaardigheid
om
objecten
 te
kunnen
herkennen
en
in
hun
context
te
plaatsen,
om
te
werken
met
afbeeldingen
 zoals
 symbolen
 en
 kaarten,
 en
 om
 verbanden
 te
 leggen
 tussen
 verschillende
 aspecten
wordt
in
het
Tropenmuseum
veelvuldig
benut.



Tegelijkertijd
zal
de
overdaad
aan
tekstuele
uitleg
soms
averechts
werken
voor
de
 visueel/ruimtelijk
 ingestelde
 bezoeker.
 Zij
 zal
 meer
 opsteken
 van
 informatie
 in
 de
 vorm
van
bijvoorbeeld
audiovisueel
materiaal
bij
een
voorwerp
of
verhaal.



Muzikaal­ritmische
intelligentie


De
 verschillende
 landen
 en
 culturen
 brengen
 ook
 allerlei
 verschillende
 muzikale
 vormen,
ritmes
en
melodieën
voort.
Mensen
die
beschikken
over
muzikaal‐ritmische
 intelligentie
 worden
 in
 het
 Tropenmuseum
 rijkelijk
 bediend.
 Er
 is
 veel
 informatie
 beschikbaar
over
muziekinstrumenten,
muziekstromingen
en
–
stijlen,
die
in
diverse
 vormen
 aangeboden
 wordt.
 Ook
 valt
 er
 veel
 audiomateriaal
 te
 beluisteren.
 Het
 bespelen
 van
 instrumenten
 is
 tot
 op
 heden
 nog
 geen
 optie.
 Deze
 actieve
 vorm
 van
 informatieverwerking
 zou
 de
 beleving
 voor
 de
 leerling
 die
 beschikt
 over
 de
 muzikaal‐ritmische
intelligentie
nog
completer
maken.



Lichamelijke/kinesthetische
intelligentie


Beweging
 speelt
 niet
 direct
 een
 belangrijke
 rol
 in
 de
 tentoonstellingen
 in
 het
 Tropenmuseum.
 De
 lichamelijke/kinesthetische
 intelligentie
 wordt
 echter
 niet
 helemaal
 vergeten:
 het
 ‘initiatiespel’,
 bijvoorbeeld,
 waarbij
 op
 een
 soort
 dansmat
 een
quiz
gespeeld
kan
worden,
doet
een
beroep
op
lichamelijke
vaardigheden.
 Ook
 het
 kunnen
 hanteren
 van
 objecten
 en
 gereedschappen
 is
 een
 vaardigheid
 die
 geschaard
 wordt
 onder
 de
 lichamelijke/kinesthetische
 intelligentie.
 Leerlingen
 die
 beschikken
over
deze
vorm
van
intelligentie
zouden
baat
hebben
bij
opstellingen
of
 onderdelen
 in
 de
 tentoonstelling
 waar
 voorwerpen
 tastbaar
 worden.
 Het
 kunnen


60



 aanraken,
 het
 kunnen
 gebruiken
 van
 objecten
 zal
 het
 verbinden
 van
 de
 relevante
 kennis
 aan
 het
 betreffende
 voorwerp
 voor
 deze
 groep
 leerlingen
 gemakkelijker
 maken.
 Interactieve
 opstellingen
 waarbij
 een
 handeling
 vereist
 is
 zijn
 nog
 niet
 prominent
aanwezig
in
het
Tropenmuseum.


Interpersoonlijke
intelligentie


In
 het
 nieuwe
 leren
 wordt
 een
 ieder
 geacht
 de
 interpersoonlijke
 vorm
 van
 intelligentie
 te
 verwerven
 of
 te
 ontwikkelen.
 In
 het
 Tropenmuseum
 wordt
 deze
 ontwikkeling,
 in
 ieder
 geval
 bij
 het
 scholierenbezoek
 met
 een
 kijktocht,
 gestimuleerd.
Een
aantal
kijktochten
vraagt
om
samenwerking
met
anderen.
Toch
is
 hier
nog
speelruimte:
zoals
eerder
gesteld
werd,
zou
er
meer
aandacht
uit
kunnen
 gaan
naar
het
bevorderen
van
communicatie
onderling,
en
het
delen
van
ervaringen
 en
 kennis
 gedurende
 de
 rondgang
 door
 het
 museum.
 Deze
 vorm
 van
 ‘samen
 leren’
 vindt
veelal
natuurlijk
plaats,
maar
kan
ook
op
subtiele
wijze
ondersteund
worden,
 door
bijvoorbeeld
opdrachten
met
meerdere
mensen
te
laten
uitvoeren.


Intrapersoonlijke
intelligentie


De
 interpersoonlijke
 en
 intrapersoonlijke
 intelligentie
 zijn
 in
 het
 Tropenmuseum
 nauw
met
elkaar
verbonden.
Het
museumbezoek
is
gericht
op
het
in
gang
zetten
van
 een
 bepaald
 bewustwordingsproces.
 Leerlingen
 moeten
 parallellen,
 maar
 ook
 verschillen
 gaan
 zien
 tussen
 hun
 eigen
 leven
 en
 dat
 van
 anderen.
 De
 persoonlijke
 relevantie,
 de
 betekenis
 van
 het
 tentoongestelde
 in
 relatie
 tot
 de
 eigen
 en
 actuele
 maatschappij
en
manier
van
samenleven,
moet
overgebracht
worden.
Het
museum
 probeert
in
ieder
geval
aan
te
zetten
tot
nadenken
over
deze
kwesties.


Naturalistische
intelligentie


Ook
 natuur
 en
 milieu
 zijn
 onderwerpen
 die
 aan
 de
 orde
 komen
 in
 het
 Tropenmuseum.
 Met
 name
 in
 de
 thematiek
 van
 de
 kijktocht
 ‘Rondje
 Milieu’
 zullen
 leerlingen
met
een
voorkeur
voor
het
natuurlijke

zich
kunnen
vinden,
maar
ook
de
 onderwerpen
in
relatie
tot
regenwouden
en
landbouw
die
behandeld
worden
in
de
 diverse
tentoonstellingen
zullen
hen
aanspreken.



De
 naturalistische
 intelligentie
 is
 sterk
 verbonden
 met
 de
 logisch‐mathematisch
 intelligentie.
 Er
 wordt
 in
 het
 Tropenmuseum
 weinig
 beroep
 gedaan
 op
 het
 analytisch
 vermogen
 dat
 beide
 intelligenties
 kenmerkt.
 Wel
 wordt
 er
 gevraagd


61



 onderscheid
 te
 maken
 tussen
 verschillende
 verschijnselen,
 tussen
 verschillende
 culturen
en
fenomenen,
wat
bij
de
informatieverwerking
van
pas
komt.
Het
kunnen
 onderscheiden
en
benoemen
van
culturele
verschillen
wordt
gestimuleerd.


Het
Tropenmuseum
lijkt
tegemoet
te
komen
aan
een
variatie
in
intelligentievormen.
 Afgezien
 van
 de
 lichamelijke/kinesthetische
 intelligentie,
 komen
 alle
 intelligenties
 zoals
Gardner
die
beschrijft
aan
bod,
zij
het
uiteraard
in
meerdere
of
mindere
mate.
 De
 verbaallinguïstische
 intelligentie
 is
 opvallend
 prominent
 aanwezig,
 terwijl
 de
 logisch‐mathematische
 en
 visuele/ruimtelijke
 intelligentie
 aandacht
 verdienen.
 Toch
 lijkt
 het
 Tropenmuseum
 de
 balans
 heel
 aardig
 gevonden
 te
 hebben,
 en
 biedt
 het
in
die
zin
een
leeruitdaging
en
een
bron
van
informatie
voor
velen.



5.3.4
Het
Tropenmuseum
en
het
nieuwe
leren
 Activerende
leeromgeving
met
accent
op
zelfstandig
leren
 Een
activerende
leeromgeving
is
gericht
op
een
divers
publiek
en
biedt
een
variatie
 aan
leerstijlen,
voorkeuren
en
vermogens.
Een
museum
kan
een
dergelijke
omgeving
 op
 verschillende
 manieren
 vormgeven,
 maar
 vast
 staat
 dat
 het
 tentoongestelde
 voldoende
aanleiding
of
uitdaging
moet
bieden
om
te
willen
leren.



In
het
Tropenmuseum
gaat
relatief
veel
aandacht
uit
naar
bezoekers
die
voldoening
 vinden
 in
 het
 lezen
 en
 in
 gedachten
 verwerken
 van
 teksten,
 beeld
 en
 geluid.
 De
 actieve
 bezoeker,
 de
 ‘doener’
 in
 de
 termen
 van
 Kolb,
 wordt
 minder
 geactiveerd
 of
 gestimuleerd.
Dit
gegeven
vindt
zijn
oorsprong
in
de
toch
nog
traditionele
opzet
van
 het
museum.



Wel
 lijken
 de
 verschillende
 intelligenties
 in
 min
 of
 meer
 gelijke
 mate
 aan
 bod
 te
 komen,
 met
 uitzondering
 van
 het
 lichamelijke/kinesthetische.
 Ook
 hier
 kan
 weer
 verwezen
worden
naar
de
oorspronkelijke
bedoeling
en
inrichting
van
het
museum,
 al
lijkt
men,
afgaande
op
een
aantal
recente
opstellingen,
open
te
staan
voor
nieuwe
 concepten
die
ook
bezoekers
met
actieve
voorkeuren
kunnen
bedienen.


Bij
 de
 kijktochten
 voor
 scholieren
 is
 sprake
 van
 een
 grotendeels
 vaststaande
 leerinhoud
voor
iedere
leerling.
Dit
staat
in
de
weg
van
het
zelfstandig
bepalen
van
 het
eigen
leerproces.
Constructivistische
principes
komen
niet
tot
uiting;
de
leerling
 kan
niet
starten
vanuit
het
eigen
kennisniveau
of
de
eigen
leerwens.
Het
zelfstandig
 leren
 komt
 weliswaar
 aan
 bod
 doordat
 leerlingen
 zelf
 op
 pad
 gaan
 en
 informatie


In document Laat
mij
maar
even (pagina 59-62)