Hoofdstuk 1 Inleiding en probleemstelling
6.5 Aanbevelingen
worden als mobiele gidsen, die beschikken over mogelijkheden tot personalisatie, lokalisatie en communicatie en daarmee bijdragen aan (inter)actief leren, het aansluiten bij de leerling en samenwerking. Het leerlinggericht werken zou op deze manier een nieuwe, multimediale dimensie krijgen.
6.5 Aanbevelingen
Dit onderzoek kan beschouwd worden als de aanzet naar meer onderzoek ten aanzien van leren en met name leerlinggericht werken in een museale context. Op basis van de voornamelijk theoretische bevindingen in dit rapport worden een aantal aanbevelingen aan het onderzoeksveld gedaan.
Meer onderzoek naar de educatieve waarde van leerlinggericht werken in een museale context.
Een museum biedt een geheel andere leeromgeving dan een klaslokaal en biedt andere uitdagingen. In dit onderzoek is na analyse verondersteld dat het nieuwe leren, dankzij de unieke leeromgeving die een museum biedt, in een museale context zeer waarschijnlijk goed tot zijn recht zal komen. Er wordt tevens verondersteld dat een omslag richting meer leerlinggericht werken van positieve invloed zal zijn op de betrokkenheid van de scholieren en leerresultaten zal doen verbeteren.
Deze veronderstelling is gebaseerd op theoretisch onderzoek en kent slechts een kleine empirische basis. Nieuw, grootschaliger onderzoek is dan ook noodzakelijk om eerdere bevindingen te kunnen staven. Meer onderzoek naar het nut van leerlinggericht werken in een museale context – bijvoorbeeld door gedegen empirisch onderzoek naar het functioneren van het programma TM Deluxe van het Tropenmuseum – is in de toekomst gewenst.
Meer onderzoek naar de rol van de (museum)docent in relatie tot leerlinggericht werken in een museale context.
In dit onderzoek is weinig aandacht besteed aan de rol van de museumdocent in de begeleiding van leerlingen in het museum. Het onderzoek richtte zich op de kijktochten, de zelfstandige rondgang van scholieren, waarbij de docent geen rol van betekenis speelt. In verder onderzoek zou de inzet van de docent tevens onder de loep genomen moeten worden, aangezien leerlingen alleen zelfstandig en zelfverantwoordelijk aan het werk kunnen, wanneer zij gedegen voorbereid zijn.
89
Externe stimulans is een voorwaarde voor een gedegen leerproces, en de museumdocent of instructeur kan hierin een belangrijke rol vervullen.
Meer onderzoek naar de potentie van mobiele multimediale middelen om invulling te geven aan het leerlinggericht werken in musea.
Dit onderzoek betrof een kleine selectie van drie musea. Om daadwerkelijk te kunnen bepalen of mobiele multimediale middelen een zinvolle aanvulling zijn zal uitgebreider onderzoek gedaan moeten worden onder de diverse cultuurhistorische musea die Nederland kent. Dit verkennende onderzoek richtte zich op drie musea van grote omvang en reputatie in Nederland, en mag daarom als relevant beschouwd worden.
Meer onderzoek naar de wensen en eisen van scholieren ten aanzien van (mobiel) leren.
Scholieren vormen een interessante, uitdagende en zeker niet de gemakkelijkste doelgroep voor musea. Tegelijkertijd zijn scholieren in zekere zin ook de ‘belangrijkste’ bezoekers: zij vormen het publiek van de toekomst. In dit onderzoek gaat relatief weinig aandacht uit naar de wensen en eisen van de uiteindelijke gebruikers: de scholierendoelgroep. Deze doelgroep moet op grote schaal betrokken worden bij verder onderzoek naar gewenste leerbenaderingen en –processen in een museale context, zeker wanneer het om leerlinggerichte benaderingen gaat.
Ook ten aanzien van mobiel leren blijft de uiteindelijke doelgroep een belangrijke bron van informatie. Het is dus van groot belang de wensen van de scholieren‐ doelgroep in vervolgonderzoek te inventariseren en de acceptatie van nieuwe toepassingen te blijven testen.
Dit onderzoek richtte zich op de mogelijkheden van het nieuwe leren binnen een museale context. Die mogelijkheden lijken zeker te bestaan; juist een museum biedt volop kansen voor leerlinggericht werken. Kunnen loslaten en tegelijkertijd structuur kunnen bieden; daar liggen uitdagingen. De kunst is te durven werken volgens het credo dat veel jongeren hanteren: ‘laat mij maar even’. Deze scriptie heeft dezelfde titel gekregen: scholieren weten in een museum vaak prima wat ze willen weten, wanneer ze voldoende op de hoogte gesteld zijn van de mogelijkheden en hierin zelfstandig keuzes kunnen en mogen maken. Laat ze dus het voortouw
90
nemen, maar laat ze tegelijkertijd in eigen tempo hun gang gaan. Wanneer musea deze ‘beperkte vrijheid’ weten te benutten, is opnieuw een stap gezet richting het binnenhalen én –houden van het publiek van de toekomst.
91
Literatuur
Aarts, M. (2007). ‘Leerlingen ontdekken werkelijkheid achter tv‐beelden’. In: Van Twaalf tot Achttien, 5, 16‐17.
Bloomer, M. & Hodkinson, P. (2000). ‘Learning Careers: continuity and change in young people’s dispositions to learning’. In: British Educational Research Journal, 26, 583‐597.
Bergman, V. (2006). Zicht op… het nieuwe leren en cultuureducatie. Utrecht: Cultuurnetwerk Nederland.
Coffield, F., Moseley, D., Hall, E. & Ecclestone, K. (2004). Should we be using learning styles? What research has to say to practice. Trowbridge: Cromwell Press Ltd.
Cultuurnetwerk Nederland (2008). Zicht op… ontwikkelingen in museumeducatie. Utrecht: Cultuurnetwerk Nederland. Damen, M. & Haanstra, F. (ongepubliceerd). Geschiedenis van onderwijshervormingen en kunstvakken in het Nederlands voortgezet onderwijs. Paper to be submitted. Donkers, K.J. (2009). ‘Tropenmuseum vroeger en vandaag’. http://www.tropenmuseum.nl/smartsite.shtml?ch=FAB&id=12215. Geraadpleegd op 15 juni 2009.
Doorlag, G. (2009). Mediawijsheid in de Beeld en Geluid Experience. Hilversum: Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid. Efland, A.D. (2002). Art and cognition: Integrating the Visual Arts in the Curriculum. New York: Teachers College Press. Falk, J.H. & Dierking, L.D. (2000). Learning from Museums: Visitor Experiences and the Making of Meaning. New York: Altamira Press.
92
Gardner, H. (1983). Frames of Mind: The Theory of Multiple Intelligence. London: William Heineman Ltd.
Gardner, H. (1999). Intelligence reframed. Multiple Intelligences for the 21st Century. New York: Basic Books.
Geldermans, A. (2007). ‘Cultuureducatie en nieuwe vormen van leren versterken elkaar’. In: Bulletin Cultuur & School, 46, 10‐15.
Haanstra, F. (2001). De Hollandse Schoolkunst. (Oratie). Utrecht: Cultuurnetwerk Nederland. Haanstra, F. & Holman, B. (1980). Hoe musea hun publiek begeleiden. ‘s‐Gravenhage: Staatsuitgeverij. Hagenaars, P. (2008). Museumeducatie in de praktijk. Trendrapport museumeducatie 2007. Utrecht: Cultuurnetwerk Nederland.
Hagenaars, P. & Vreede, M. de (2005). ‘Blauwdruk: Nederlandse musea en social inclusion’. http://www.cultuurnetwerk.nl/producten_en_diensten/publicaties/pdf/ blauwdruk_b.pdf. Geraadpleegd op 28 oktober 2008.
Hein, G. (1998). Learning in the Museum. New York: Routledge.
Henning, M. (2006). Museums, media and cultural theory. Maidenhead: Open University Press.
Hoogstraat, E. (2006). ‘Kolb in het museum: publiek centraal bij de ontwikkeling van tentoonstellingen’. In: Museumvisie, 30, 49‐51. ISIS (2005). ‘ISIS Congres 2005. Verslag werkcongres. Leren in een ideale omgeving’. http://www.isisq5.nl/misc/showfile.asp?F=U00gY29uZ3Jlc3NwZWNpYWwgMjAwN SgxKSgxKS5wZGYg. Geraadpleegd op 12 september 2008.
93
Jong, T. de (2006). ‘Nieuw leren en oude kennis: Over bestaande evidentie voor de effectiviteit van “nieuwe” en “gecombineerde” vormen van leren’. In: Pedagogische Studiën, 83, 89‐94.Knuit, M. (2007). Beeld en Geluid in de klas: Een onderzoek naar de waarde van de educatieve arrangementen van Beeld en Geluid voor de les. Onderzoeksverslag Universiteit Utrecht.
Kock, A. de, Sleegers, P. & Voeten, M.J.M. (2004). ‘New Learning and the Classification of Learning Environments in Secondary Education’. In: Review of Educational Research, 74, 141‐170.
Kolb, D.A. (1984). Experiential learning: experience as the source of learning and development. Englewood Cliffs, NJ: Prentice‐Hall.
Laurillau, Y. & Paternò, F. (2004). ‘Supporting museum co‐visits using mobile devices’. In: Proceedings of Mobile HCI 2004. Lauteslager, L. (2005). ‘Nieuwe leren’. In: NRC Handelsblad, 9 juli. Loon, H. van (2007). ARCHIE. Mobiele gids voor interactief groepsbezoek. Universiteit Hasselt.
Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid (2005). Museale inrichting, Masterplan 1.9. Hilversum: Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid.
Nederlandse Museumvereniging (2008). ‘Studiedag Nieuw leren in het museum’. http://www.museumvereniging.nl/default.aspx?id=261. Geraadpleegd op 2 november 2008.
Niejenhuis, M.E.C. van (ongepubliceerd). De relatie tussen de profilering van musea en het karakter van museumeducatieve programma’s voor het voorgezet onderwijs.
94
Niejenhuis, M.E.C. van (2009). iExperience?! Een onderzoek naar een nieuwe multimediale toepassing voor scholieren. Hilversum: Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid.
Oostdam, R., Peetsma, T. & Blok, H. (2007). Het nieuwe leren in basisonderwijs en voortgezet onderwijs nader beschouwd: een verkenningsnotitie voor het Ministerie van Onderwijs, Cutuur en Wetenschap. Amsterdam: SCO‐Kohnstamm instituut.
Ros, A.A. (1994). Samenwerking tussen leerlingen en effectief onderwijs. De invloed van de leerkracht. Groningen: RION. Rijksmuseum voor Oudheden (2009). ‘Geschiedenis museum: de negentiende eeuw’. http://www.rmo.nl/collectie/geschiedenis/geschiedenis‐museum. Geraadpleegd op 20 juli 2009. Schaler, J. (ed) (2006). Howard Gardner under fire: the rebel faces his critics. Chicago: Open Court.
Schroyen, J., Gabriels, K., Teunkens, D., Robert, K., Luyten, K., Coninx, K. & Manshoven, E. (2007). ‘Beyond merely information provisioning: a museum handheld guide based on social activities and playful learning’. Universiteit Hasselt.
Severijnen, (2008). ‘De Cultuurkaart ontrafeld’ in Bulletin Cultuur & School. #52, mei 2008. Utrecht: Cultuurnetwerk Nederland.
Sharples, M. (2000). ‘Disruptive Devices: Mobile Technology for Conversational Learning’. http://www.eee.bham.ac.uk/sharplem/Papers/ijceell.pdf. Geraadpleegd op 23 februari 2009.
Slaats, J.A.M.H. (1999). Reproduceren & Construeren. Leerstijlen van leerlingen in het middelbaar beroepsonderwijs. Wageningen: Ponsen & Looijen bv.
95
Teurlings, C., Van Wolput, B. & Vermeulen, M. (2006). Nieuw leren waarderen. Een literatuuronderzoek naar effecten van nieuwe vormen van leren in het voortgezet onderwijs. Utrecht: Schoolmanagers_VO. Tropenmuseum (1970). Kijken zien beleven. Purmerend: J. Muusses NV. Tropenmuseum (2009). ‘Geschiedenis’. http://www.tropenmuseum.nl/smartsite.sh tml?ch=FAB&id=5983. Geraadpleegd op 15 juni 2009.
Vermunt, J.D.H.M. (1992). Leerstijlen en sturen van leerprocessen in het hoger onderwijs : naar procesgerichte instructie in zelfstandig denken. Amsterdam: Swets & Zeitlinger.
Vink, A. (2005). ‘De container van het nieuwe leren’. NRC Handelsblad, 2 juli.
Vreede, M. de (2002). Zicht op… museumeducatie. Utrecht: Cultuurnetwerk Nederland.
Wakkary, R., Muise, K., Tanenbaum, K., Hatala, M. & Kornfeld, L. (2007). ‘Situating Approaches to Museum Guides for Families and Groups’. In: Trant, J. & Bearman, D. (eds). International Cultural Heritage Informatics Meeting (ICHIM07): Proceedings. Toronto: Archives & Museum Informatics.
Weber, T. (2004). ‘Leren op school en leren in een museum: welke methode bevordert het best actief leren?’.
http://www.museoscienza.org/smec/manual/02_general%20chapters_all%20lang uages/02.1_leren%20op%20school%20en%20leren%20in%20een%20museum_be .pdf. Geraadpleegd op 28 februari 2010.
Werf, M.P.C. van der (2005). Leren in het Studiehuis: consumeren, construeren of engageren? Inaugurele rede Rijksuniversiteit Groningen.
Witteman, M. (2003). De kunst van het begeleiden. Digitale mogelijkheden voor musea bij het begeleiden van hun bezoekers. Afstudeerscriptie Universiteit van Tilburg.
96
Woodruff, A., Aoki, P.M., Hurst, A. & Szymanski, T.M.H. (2004). ‘Electronic guidebooks and visitor attention’. In: Proceedings of the 6th International Cultural Heritage Informatics Meeting.
http://www2.parc.com/csl/members/woodruff/publications/2001‐Woodruff‐ICHI M2001‐VisitorAttention.pdf. Geraadpleegd op 23 februari 2009.