Hoofdstuk 1 Inleiding en probleemstelling
5.2 De Beeld en Geluid Experience
5.2.3 De Beeld en Geluid Experience en meervoudige intelligentie
voorzien in het aanbieden van deze informatieniveaus, toegespitst op de individuele leerbehoefte van iedere bezoeker en leerling.
5.2.3 De Beeld en Geluid Experience en meervoudige intelligentie Gardner onderscheidt acht verschillende vormen van intelligentie. Het onderwijs, en zo kan gesteld worden, het museum, zou zodanig ingericht moeten zijn zodat aan al deze vormen tegemoet gekomen wordt. Verbaallinguïstische intelligentie
In de Experience wordt aan de verbaal‐linguïstische intelligentie weinig tegemoet gekomen. Met het oog op de media waarvoor het museum gebouwd is heeft men het aantal tekstbordjes heel bewust minimaal gehouden. Informatie wordt voornamelijk overgedragen middels beeld. Tekstuele uitleg komt niet of nauwelijks voor. Ook in de opdrachten voor scholieren speelt tekstuele verwerking een minimale rol.
Behalve het verwerken en delen van ervaringen in geschrift is verbale communicatie voor iemand met een voorkeur voor het verbaal‐linguïstische ook zeer belangrijk. Daarom zijn ook samenwerking en interactie begrippen die meegenomen moeten worden in dit onderzoek. Het praten en discussiëren vindt, in het geval van scholieren, met name plaats gedurende een workshop; gedurende de rondgang speelt de inhoudelijke discussie, zoals eerder gesteld, een minimale rol.
Logischmathematische intelligentie
Logisch denken en redeneren zijn centrale begrippen in de logisch‐mathematische intelligentie. Abstract denken, het kunnen zien en ontrafelen van patronen en verbanden: het zijn vaardigheden die van algemeen belang zijn voor het begrijpen van de rol die media spelen in ons betekenisgevingproces, en zouden daarom in de Experience van grote waarde kunnen zijn.
Er wordt echter slechts in beperkte mate een beroep gedaan op de logisch‐ mathematische intelligentie. Een aantal activiteiten vragen weliswaar om inzicht in patronen en verbanden, om logisch denken en redeneren (bijvoorbeeld montage‐ activiteiten in paviljoen De betovering), maar mensen die beschikken over de logisch‐mathematische intelligentie kunnen nog meer uitgedaagd worden met complexere opdrachten in de diverse paviljoens.
46
Ruimtelijke intelligentie
Deze intelligentie wordt ook wel beschreven als de visuele intelligentie.
Het werken met grafische voorstellingen, vormen, beelden en indrukken staat centraal in de Experience. Iemand die beschikt over de visuele/ruimtelijke intelligentie kan haar hart hier ophalen. Het vermogen om objecten en situaties te herkennen staat namelijk aan de basis van een Experience‐bezoek. De voorbeelden die in de Experience getoond worden moeten in verband gezien worden tot een groter geheel: de manier waarop een soap tot stand komt biedt inzicht in de wijze waarop de gemiddelde televisiekijker gemanipuleerd kan worden. Het herkennen van dergelijke gelijkenissen tussen verschillende aspecten – een zeker metaforisch vermogen – speelt een belangrijke rol in de Experience. Niet iedereen legt deze verbanden echter even gemakkelijk. Iemand die beschikt over de visuele/ruimtelijke intelligentie zal hier minder moeite mee hebben. Tot slot biedt de visuele/ruimtelijke intelligentie ook mogelijkheden wat betreft oriëntatie binnen het museum. De opzet en structuur van het museum is zodanig dat veel bezoekers het moeilijk vinden hun weg te vinden. Dit zal voor mensen die beschikken over de visuele/ruimtelijke intelligentie in mindere mate een obstakel vormen. Muzikaalritmische intelligentie In de Experience gaat ook aandacht uit naar muziek en geluid als onderdeel van het Nederlandse audiovisuele erfgoed en als smaakmaker van de visuele media. In het paviljoen Achter de schermen kun je zelf als radio‐dj aan de slag, en in paviljoen De betovering kun je spelen met muziek en geluidseffecten om scènes een uniek karakter te geven. Wanneer je beschikt over muzikaal‐ritmische intelligentie, kun je dus ook in de Experience terecht.
Lichamelijke/kinesthetische intelligentie
De lichamelijke/kinesthetische intelligentie is een variant die in musea over het algemeen niet gestimuleerd of gefaciliteerd wordt. De Experience biedt hiervoor volop ruimte en gelegenheid. In het paviljoen Sterrenshow kan je als een ster het podium betreden, en in Achter de schermen kun je een scène uit een soap naspelen. Sporten, dansen en acteren zijn belangrijke activiteiten in relatie tot lichamelijke/ kinesthetische intelligentie.
47
Interpersoonlijke intelligentie
Scholieren die de Experience op dit moment bezoeken met behulp van een opdrachtenboekje, moeten over het algemeen samenwerken en een boekje delen. Dit kan ten koste gaan van het individuele leerproces. Toch is deze nadruk op het interpersoonlijke tevens van belang, omdat men leert door ervaringen en kennis te delen. Men moet dus in staat zijn tot inleven in anderen zonder daarbij het eigen individu uit het oog te verliezen (intrapersoonlijke intelligentie). Tussen beide vormen dient, zoals eerder gesteld, een balans gevonden te worden. In de huidige situatie in de Experience is deze balans nog niet gevonden: zowel samenwerking als het individuele leerproces verdienen aandacht. Intrapersoonlijke intelligentie De belangrijkste doelstelling van de Experience is intrapersoonlijk van aard. Men wil bezoekers en leerlingen, bewust maken van het feit dat de media hun wereldbeeld bepalen, maar ook dat aan het consumeren van media een bewust keuzeproces vooraf gaat, waarop zij zelf invloed kunnen uitoefenen. Men hoopt dat de bezoekers de Experience met een zekere mate van zelfkennis en reflectie op de eigen mediaconsumptie verlaten.
In het kader van dit onderzoek kunnen we deze vorm van intelligentie – het vermogen tot zelfreflectie en zelfbewustzijn – verbinden aan de verantwoordelijk‐ heid voor het eigen leerproces. De scholierendoelgroep is in de Experience momenteel niet zelf verantwoordelijk voor haar leren, omdat leerlingen gezamenlijk een vaststaande route volgen. Hier speelt het ‘bewuste keuzeproces’ dus geen rol van betekenis en doet daarmee af aan de waarde van de tentoonstellingen en de educatieve programmering.
Naturalistische intelligentie
In de Experience komt de bezoeker met een naturalistische voorkeur en vermogen op het eerste gezicht weinig aan bod. Natuur en milieu zijn geen prominente onderwerpen in de Experience, en worden slechts thematisch behandeld: in het verleden kwam de natuurlijke wereld in de speciale tentoonstelling Zoom Safari aan bod en in het audiovisueel archief, gedeeltelijk te bekijken in de Media Lounge, is dergelijk materiaal tevens terug te vinden.
48
De naturalistische intelligentie duidt echter ook op een talent voor ordening en het vermogen een gedetailleerd onderscheid te maken tussen verschijnselen. Mensen die beschikken over deze vaardigheden worden uitgedaagd bij montageactiviteiten in De betovering, maar ook bij de beoordeling van reclames in De verleiding. Wat dat betreft zijn er veel overeenkomsten of verbanden te vinden tussen de logisch‐ mathematische intelligentie en de vaardigheden die behoren tot de naturalistische intelligentie. Beiden duiden op een zeker analytisch vermogen, dat in de Experience zeker benut kan worden.
De Experience wordt bezocht door een zéér divers scholierenpubliek. Het bedienen van deze gevarieerde doelgroep is niet eenvoudig. Een museum en dus ook de Experience moet zo veel mogelijk variatie in activiteiten en inhouden aanbrengen, om tegemoet te komen aan de verschillende vormen van intelligenties. Daarmee lijkt Beeld en Geluid in de Experience al heel aardig op weg. Wel is de ene vorm van intelligentie sterker vertegenwoordigd dan andere varianten. Hierdoor rijst de vraag of iedereen dan wel evenveel leert. Men beschikt over het algemeen echter over meer dan één vorm van intelligentie en bovendien zijn intelligenties veelal verbonden met elkaar. Het publiek zal zich op meer dan één manier aangesproken voelen. Dat is ook de bedoeling, aldus Gardner. Men moet in staat gesteld worden iedere intelligentie te ontwikkelen, dus moet het museum dit ook faciliteren. Diversiteit, maar ook balans, zijn sleutelwoorden.
De Experience komt weliswaar tegemoet aan vrij veel van de besproken intelligenties, maar doet dit in vrij algemene zin. Het museum doet weinig om de ontwikkeling van deze intelligenties daadwerkelijk te stimuleren. Er zouden meer specifieke opdrachten kunnen komen die inspelen op de diverse intelligenties, waardoor de uitdaging mogelijk groter wordt en de leerlingen bewuster omgaan met hun keuze‐ en leerproces. Ook gelaagdheid in de informatievoorziening, dus de mogelijkheid tot het oproepen van (meer) contextinformatie, zou hier aan kunnen bijdragen.