• No results found

Hoofdstuk 3 – Het uitgevoerde Nederlandse beleid jegens China

3.1 Mensenrechtenbeleid

3.1.1 Het Nederlandse mensenrechtenbeleid jegens China

De mensenrechten zijn naast de bilaterale mensenrechtenconsultaties met China ook tijdens bezoeken van Nederlandse bewindspersonen aan de orde gesteld. In 2007, tijdens een bezoek van minister van Buitenlandse Zaken Verhagen, werden deze bilaterale consultaties vastgelegd in een gezamenlijke verklaring ter ere van de 35e verjaardag van de bilaterale betrekkingen tussen Nederland en China.138 Verhagen bekleedde van februari 2007 tot oktober 2010 de functie van minister van Buitenlandse Zaken en vanaf oktober 2010 de functie van minister van Economische Zaken, die voorheen door Van der Hoeven werd bekleed. Uri Rosenthal volgde in oktober 2010 Verhagen op als minister van Buitenlandse Zaken.

In 2007 heeft de afdeling Mensenrechten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken een nieuwe mensenrechtennotitie opgesteld, getiteld “Naar een menswaardig bestaan”. 139 Anders dan de vorige mensenrechtennotitie, die uit 2001 dateert, krijgen hierin ook niet-statelijke actoren een grote rol toebedeeld in het externe mensenrechtenbeleid. Zo kan het bedrijfsleven een rol spelen bij

138 Minister van Buitenlandse Zaken Verhagen, Gezamenlijke Verklaring. 139

Ministerie van Buitenlandse Zaken, Directie Mensenrechten en Vredesopbouw, Afdeling Mensenrechten,

Naar een menswaardig bestaan. Een mensenrechtenstrategie voor het buitenlands beleid. (Den Haag, 2007)

[http://www.rijksoverheid.nl/bestanden/documenten-en-publicaties/brochures/2011/04/18/naar-een-menswaardig-bestaan/naar-een-menswaardig-bestaan.pdf] geraadpleegd op 29-05-2011.

het maatschappelijk verantwoord ondernemen en het naleven van arbeidsrechten en kunnen kennisinstellingen en NGO’s op hun eigen wijze proberen de mensenrechten in het buitenland te bevorderen. Evenals de vorige mensenrechtennotitie is deze notitie niet specifiek op China gericht.

De speerpunten zijn volgens deze notitie afschaffing van de doodstraf, verbod op marteling, vrijheid van godsdienst, vrouwen- en kinderrechten en verbod op discriminatie van homoseksuelen. Hiermee maakt Nederland zich los van de speerpunten van de vorige mensenrechtennotitie, zoals de ratificatie van mondiale mensenrechtenverdragen, de samenwerking met internationale

mensenrechtenorganisaties en justitiële hervorming. Deze punten dienden tevens als maatstaven aan de hand waarvan vooruitgang in de mensenrechtensituatie kon worden gemeten, maar vormden niet het doel op zich. Het doel is volledige eerbiediging van de mensenrechten. De ratificatie van verdragen helpt het land hierbij slechts op weg. Een mogelijke verklaring voor deze verandering van speerpunten kan zijn dat de regering wilde voorkomen dat de middelen tot doel zouden verworden.

Uit de verslagen van de bezoeken van de Nederlandse mensenrechtenambassadeur aan China blijkt dat Nederland met betrekking tot de mensenrechtensituatie in China een bilateraal beleid voert dat los staat van zijn algemene mensenrechtenstrategie en dat zijn eigen prioriteiten heeft. De Nederlandse mensenrechtenambassadeur heeft in de onderzoeksperiode drie maal dialoog gevoerd met de Chinese autoriteiten; in december 2006, november 2007 en januari 2009.

De Tweede Kamer heeft ten aanzien van de vooruitgang van de mensenrechtensituatie in China een gemengd beeld.140 Enerzijds is de sociaaleconomische situatie van China verbeterd en zijn de procesgang over de doodstraf en de ontwikkeling van de rechtsstaat verbeterd. Anderzijds lijkt de situatie met betrekking tot de burgerpolitieke rechten te verslechteren, met name de positie van mensenrechtenactivisten, het respect voor de vrijheid van godsdienst en de vrijheid van

meningsuiting gaan achteruit. Hoewel de Kamer inziet dat verbetering van de situatie een lange termijn proces is, gaat deze verslechtering van de burgerpolitieke rechten tegen de verwachting in. Mede omdat China in 2001 expliciet had aangegeven ernst te zullen maken met het verbeteren van de mensenrechtensituatie als het in 2008 de Olympische Spelen zou mogen organiseren. De verwachte positieve signalen op dit gebied ontbreken echter tot op heden.

Rechtsstaat

Het bevorderen van de rechtsstaat vormde in de onderzoeksperiode één van de prioritaire thema’s van het Nederlandse mensenrechtenbeleid in China. Tijdens zijn bezoek aan China in mei 2007 heeft Minister van Buitenlandse Zaken Verhagen met de Chinese Minister van Buitenlandse Zaken Yang Jiechi gesproken over de Chinese mensenrechtensituatie en de Nederlandse bijdrage bij de

140

Algemeen Overleg, Verslag van een algemeen Overleg (Den Haag, 2008) Kamerstuk 31263 nr. 22 [https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31263-22.html] geraadpleegd op 28-04-2011.

bevordering van deze situatie. Hierin werd door beide landen de positieve rol van Nederland benadrukt in programma’s ter ondersteuning van de rechtsstaat, zoals het Sino-Dutch Legal Cooperation Programme.141 De Nederlandse inspanning begint geleidelijk aan zijn vruchten af te werpen. Zo draagt Nederland bij aan het opleiden van advocaten en gevangenispersoneel, maar ook verbetering van de arbeidsrechten.142 Tijdens een bezoek aan Shanghai in oktober 2008 heeft premier Balkenende, die tot oktober 2010 het premierschap bekleedde, als onderdeel van een juridisch samenwerkingsproject een centrum geopend waar gratis juridisch advies wordt gegeven aan arbeiders.143 Desalniettemin heeft de ontwikkeling van de rechtsstaat nog een lange weg te gaan. De CCP oefent bijvoorbeeld nog altijd grote controle uit over het rechtssysteem. In het

Algemeen Ambtsbericht over China van 2010 wordt gesteld dat de CCP het rechtssysteem als middel gebruikt, om zijn macht uit te oefenen. Hieruit kan geconcludeerd worden dat het recht in China ondergeschikt is aan de politiek.

In 2008 heeft Nederland zijn budget voor projecten op het gebied van mensenrechten en goed bestuur met 30% verhoogd tot €1,5 miljoen. In 2009 bestond dit budget, de Azië-faciliteit China, uit €2,1 miljoen.144 Naast de Azië-faciliteit stelt Nederland ook vanuit zijn mensenrechtenfonds geld beschikbaar voor projecten ten aanzien van de mensenrechtensituatie in China. Vanuit dit fonds heeft Nederland in 2010 19 projecten uitgevoerd, waarvan de totale uitgaven €1.8 miljoen

bedroegen.145 De totale uitgaven in 2010 bedroegen hierdoor circa €4 miljoen.146

Ook heeft Nederland financieel bijgedragen aan activiteiten van de EU-delegatie in Peking. Zo vond op 10 december 2010, de ‘internationale dag van de rechten van de mens’, met financiële steun van Nederland een activiteit plaats over de ontwikkeling van de rechtsstaat in China.147 70 Mensenrechtenverdedigers, advocaten, wetenschappers en vertegenwoordigers van NGO’s waren voor dit seminar uitgenodigd. Vele waren onder druk van de Chinese autoriteiten echter afwezig.

141

Minister van Buitenlandse Zaken Verhagen, Gezamenlijke Verklaring.

142 Minister-president Balkenende, Toespraak bij Peking University (Peking, 2008) [http://www.rijksoverheid.nl/ ministeries/az/documenten-en-publicaties/toespraken/2008/12/04/toespraak-bij-peking-university.html] geraadpleegd op 03-09-2010.

143 Minister-president Balkenende, Toespraak Balkenende bij Fudan University in Shanghai (Shanghai 2010) [http://english.minaz.nl/News/Speeches/2010/Speech_by_the_Prime_Minister_at_the_Fudan_University_in_S hanghai] geraadpleegd op 03-09-2010.

144 Minister voor Ontwikkelingssamenwerking, Besluit van de Minister voor Ontwikkelingssamenwerking van 1

november 2008, nr. DAO-699/08, tot vaststelling van een subsidieplafond voor subsidiëring van activiteiten op het gebied van Human Resources Development ten behoeve van China (Azië-faciliteit voor China)

[https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2008-597.html] geraadpleegd op 28-05-2011.

145

Ministerie van Buitenlandse Zaken, Overzicht Mensenrechtenfonds 2010, Bijlage bij

Mensenrechtenrapportage 2010 [http://cdn.ikregeer.nl/pdf/blg-124167.pdf] geraadpleegd op 15-07-2011.

146 Ministerie van Buitenlandse Zaken, Mensenrechtenrapportage 2010. Rapportage over de uitvoering van de

mensenrechtenstrategie ‘Naar een menswaardig bestaan’ in 2010 (Den Haag, 2011)

[http://www.rijksoverheid.nl/bestanden/documenten-en-publicaties/rapporten/2011/07/25/ mensenrechtenrapportage-2010/mensenrechtenrapportage-2010.pdf] geraadpleegd op 01-08-2011. 147 Ministerie van Buitenlandse Zaken, Mensenrechtenrapportage 2010, p75.

Sinds de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon in december 2009 neemt de EU steeds meer het voortouw op mensenrechtengebied.148 Nederland probeert hierbij een actieve rol te spelen.

Burgerrechten en politieke rechten

Naast de bevordering van de rechtsstaat werd in de ‘Beleidsnotitie China’ de nadruk gelegd op de bescherming van de burgerrechten en politieke rechten van de bevolking. Minister Verhagen heeft in de onderzoeksperiode verschillende keren bij de Chinese autoriteiten aangedrongen op een spoedige ratificatie van het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten (IVBPR) en snelle besluitvorming ten aanzien van de nationale wetgeving hierover.149 Concrete resultaten heeft het tot nu toe echter nog niet opgeleverd.

De vrijheid van meningsuiting, de persvrijheid en de vrijheid van religie zijn voor Nederland drie centrale thema’s binnen de burgerpolitieke rechten. Vanuit Nederlands oogpunt is de vrijheid van meningsuiting, waar ook de vrijheid van meningsuiting op het internet onder valt, nauwelijks verbeterd.150 De intensieve censuur van de CCP op het internet zorgde onder meer voor de

verhuizing van Google naar Hong Kong, omdat het niet langer onderhevig wilde zijn aan de strenge overheidscensuur. Officieel vindt de censuur plaats om de ‘verspreiding van porno en vulgariteiten via het internet’ te weren, maar in werkelijkheid worden ook politieke uitlatingen tegen de CCP gecensureerd. De Chinese Academie van Sociale Wetenschappen meldt dat de Chinese overheid in 2010 circa 1,3 miljoen websites heeft gesloten.151 Doordat steeds meer Chinezen toegang hebben tot het internet en het internet niet geheel controleerbaar is, is bij de CCP de angst ontstaan dat het tegen haar gebruikt zal worden. De CCP is bang voor de gevolgen van invloeden van buitenaf. Buitenlandse nieuwswebsites en sociale media, zoals Twitter, zijn in China geblokkeerd. Eén van de maatregelen van de ambassade om mensenrechtenverdedigers te ondersteunen, is het verlenen van toegang tot deze geblokkeerde media om zo contact met de buitenwereld mogelijk te maken.

Ondanks deze angst heeft de CCP de buitenlandse journalisten iets meer vrijheid toegekend. De tijdelijke verruiming van de persvrijheid voor buitenlandse journalisten in aanloop naar de Olympische Spelen werd na de Spelen permanent gemaakt.152 In roerige gebieden, zoals de

148 idem 149

Algemeen Overleg, Verslag van een Algemeen Overleg (Den Haag, 2009) Kamerstuk 31700-V nr. 120 [https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31700-V-120.html] geraadpleegd op 28-04-2011. 150

Directie Consulaire Zaken en Migratiebeleid. Afdeling Asiel, Hervestiging en Terugkeer, Algemeen

ambtsbericht China 2010 (Den Haag , 2010) p23-30.

[http://www.rijksoverheid.nl/bestanden/documenten-en-publicaties/ambtsberichten/2010/06/29/china-2010-06-29/aab-china-2010.pdf] geraadpleegd op 01-07-2011 151

Freedomhouse.org, The China Media Bulletin (2011) [http://www.freedomhouse.org/

template.cfm?page=691&cmb=30&CFID=643838&CFTOKEN=23126337] geraadpleegd op 25-06-2011. 152

Minister van Buitenlandse Zaken, Kamerbrief inzake verzoek over de mensenrechten in China en de situatie

[http://www.rijksoverheid.nl/ministeries/bz/documenten-en-provincies Tibet en Xinjiang, worden deze vrijheden echter nog altijd beperkt. Op de index voor persvrijheid van Reporters without Borders neemt China dan ook de 171e plaats in van de 178 landen. De Nederlandse ambassade in China ondersteunt de Foreign Correspondents Club of China (FCCC) die voor betere omstandigheden voor buitenlandse journalisten in China pleit en regelmatig

themaontmoetingen voor buitenlandse journalisten organiseert. Journalisten, maar ook diplomaten, kunnen op deze manier onderling ervaringen uitdelen. In september 2010 werd een FCCC-activiteit afgelast doordat vele deelnemers door de Chinese overheid werden verhinderd deel te nemen aan de activiteit. Deze activiteit over blogging werd mede door Nederland georganiseerd.153

De vrijheid van religie is een van de zes thema’s van de Nederlandse mensenrechtenstrategie en vormt een vast onderwerp in de mensenrechtenconsultaties met China. Ook in de Tweede Kamer is de vrijheid van religie in China een veel besproken onderwerp. Zo werden in de onderzoeksperiode veel Kamervragen gesteld over de behandeling van Falun Gong-beoefenaars door de Chinese

autoriteiten en kwam dit onderwerp aan bod tijdens overlegrondes en kamerbrieven over China.154 De Falun Gong is een spirituele beweging, die door de Chinese autoriteiten als gevaarlijke sekte wordt gezien en daarom in 1999 in de ban werd gedaan. Aanhangers worden opgepakt en vervolgd. Overigens doen er geruchten de ronde over marteling van de aanhangers, over geheime

heropvoedingskampen voor de aanhangers en over de illegale handel in organen van opgesloten Falun Gong-aanhangers. Tijdens zijn bezoek aan China in december 2006 heeft de Nederlandse mensenrechtenambassadeur De Klerk zijn zorgen geuit over het lot van de Falun

Gong-aanhangers.155 Hij heeft China voorgesteld de Chinese wetten over religie aan te passen en alle religies te tolereren.

Ook ten aanzien van de ondergrondse huiskerken heeft de mensenrechtenambassadeur zijn zorgen geuit. In deze huiskerken oefenen aanhangers van niet getolereerde religies, waaronder stromingen van het christendom en van de islam vallen, hun geloof uit. Zij kunnen enkel wegens hun religieuze overtuiging gearresteerd worden en in heropvoedingskampen worden geplaatst.156 De publicaties/kamerstukken/2010/ 06/02/kamerbrief-inzake-verzoek-over-de-mensenrechten-in-china-en-de-situatie-in-tibet.html] geraadpleegd op 29-06-2011.

153

Ministerie van Buitenlandse Zaken, Mensenrechtenrapportage 2010.

154 Van der Laan, e.a., Vragen aan de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van

Buitenlandse Zaken over demonstraties van Nederlandse Falun Gong beoefenaars, (Den Haag, 2006)

Aanhangselnummer 459 [https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20062007-459.html] geraadpleegd op 05-06-2011.

155

Minister van Buitenlandse Zaken, Verslag van de recente reis van de mensenrechtenambassadeur naar China (Den Haag, 2007) Kamerstuk 30800-V nr. 59 [https://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/30800-V/kst-30800-V-59?resultIndex=91&sorttype=1&sortorder=4] geraadpleegd op 01-06-2011.

156

Directie Personenverkeer, Migratie en Vreemdelingenzaken, Afdeling Asiel- en Migratiezaken, Algemeen

ambtsbericht China 2009, (Den Haag, 2009) p 44.

[http://www.rijksoverheid.nl/bestanden/documenten-en-publicaties/ambtsberichten/2009/03/24/china-2009-03-24/aab-china-2009-03-24.pdf] geraadpleegd op 06-06-2011.

Nederlandse mensenrechtenambassadeur heeft de Chinese autoriteiten dringend verzocht een aantal individuele gevallen die betrokken zijn bij de niet-erkende kerken, zoals Shi Weihan, vrij te laten.De Chinese autoriteiten stelden als reactie dat het in deze gevallen “vooral gaat over praktische bezwaren van omwonenden tegen overlast, en zelden om principiële bezwaren.”157 Opmerkingen van de Nederlandse kant over de onderdrukking van moslims in China, kreeg Nederland terug. De Chinese autoriteiten verwijzen hierbij naar de opvattingen van verschillende Nederlandse politieke partijen over de behandeling van moslims in eigen land.158 In juli 2009 is een tweejarige pilot in China van start gegaan, welke de huidige Nederlandse inzet ten aanzien van de vrijheid van godsdienst in China moet intensiveren.

Doodstraf

Een positief signaal ten aanzien van de mensenrechten is de opname van de mensenrechten in de Chinese grondwet en de nieuwe Chinese richtlijnen ten aanzien van het opleggen van de doodstraf. Sinds 2007 moeten alle doodvonnissen worden getoetst door het Supreme Peoples Court, het Chinese hooggerechtshof.159 De Nederlandse mensenrechtenambassadeur heeft tijdens zijn bezoek in december 2006 deze nieuwe maatregel verwelkomd. Nederland pleit echter voor de complete afschaffing van de doodstraf en voor meer transparantie over de uitvoering hiervan. Hoewel officiële cijfers over het aantal doodvonnissen niet door de Chinese autoriteiten openbaar wordt gemaakt, wist de mensenrechtenambassadeur na zijn jaarlijkse mensenrechtendialoog met China in januari 2009 te melden dat ongeveer 15% van de doodvonnissen in 2007 werd omgezet in een andere straf.160 Evenwel bleef het aantal doodvonnissen zorgwekkend hoog.

Ook Nederlandse bewindspersonen hebben zich in de dialoog met China ingezet voor volledige afschaffing van de doodstraf. Nederland is de mening toegedaan dat de dialoog en druk van buitenaf hebben bijgedragen aan de maatregelen die China heeft getroffen met betrekking tot de doodstraf. Hoewel de genomen maatregelen slechts een eerste stap vormen in de hervorming van de

procesgang omtrent de doodstraf, maken deze maatregelen het mogelijk om China aan te spreken en aan zijn afspraken te houden. De Nederlandse ambassade heeft in de onderzoeksperiode activiteiten georganiseerd over de doodstraf. Omdat dit een relatief gevoelig onderwerp voor de Chinese autoriteiten is, geeft Nederland liever geen publiciteit aan zijn activiteiten. Door geen

157

Minister van Buitenlandse Zaken, Kamerbrief inzake het verslag van de mensenrechtenconsultaties China

d.d. 15 januari 2009 (Den Haag, 2009)

[http://www.rijksoverheid.nl/ministeries/bz/documenten-en- publicaties/kamerstukken/2010/02/10/kamerbrief-inzake-het-verslag-van-de-mensenrechtenconsultaties-china-d-d-15-januari-2009.html] geraadpleegd op 01-06-2011.

158

Algemeen Overleg, Verslag 2009, Kamerstuk 31700-V nr. 120. 159

Directie PMV, Algemeen ambtsbericht China 2009.

megafoondiplomatie toe te passen, zegt de ambassade beter de mensenrechtenactivisten te kunnen beschermen en een vruchtbare dialoog te stimuleren.

De actieve houding van de Nederlandse ambassade ten aanzien van de afschaffing van de doodstraf toont dat het één van de speerpunten van het Nederlandse mensenrechtenbeleid is. Maar naast een actief bilateraal mensenrechtenbeleid richt Nederland zich voor dit onderwerp steeds meer op de EU. Door zich achter de rug van de EU te verschuilen, kan enerzijds meer politiek gewicht aan de activiteiten worden toegekend en kan anderzijds voorkomen worden dat Nederland zijn eigen relatie met China op het spel zet, doordat het zich niet als enige lidstaat inzet voor de

mensenrechten, maar als EU-blok. Het onderwerp doodstraf behandelt Nederland liever in multilateraal verband.

De positie van mensenrechtenverdedigers

In de aanloop naar de Olympische Spelen in 2008 nam de CCP sterke voorzorgsmaatregelen om sociale onrust te voorkomen. Mensenrechtenactivisten werden preventief opgesloten of onder huisarrest geplaatst en er werden aanzienlijke beperkingen ten aanzien van de vrijheid van vereniging en vergadering ingesteld.161 De Chinese vertegenwoordiger voor mensenrechten ontkende deze toenemende repressie. Volgens hem was er een kleine groep activisten actief die onder het mom van mensenrechten het gezag van de staat wilden schaden.162 Enkel de activisten die het staatsgezag ondermijnen, worden door de staat vervolgd, aldus de vertegenwoordiger.

Mensenrechtenverdedigers spelen in Nederlandse ogen een sleutelrol in de verbetering van de mensenrechtensituatie.163 Om het belang van mensenrechtenverdedigers te onderstrepen is er op Nederlands initiatief een Chinese vertaling van de EU-richtlijnen voor mensenrechtenverdedigers onder de mensenrechtenactivisten in China verspreid.164 Tijdens de mensenrechtenconsultaties heeft Nederland China een lijst van individuele zaken overhandigd, met het verzoek om meer informatie over het lot van deze mensen te ontvangen.165 De Nederlandse ambassade in Peking probeerde het contact met de mensenrechtenverdedigers te onderhouden. Aan de hand van twee individuele gevallen, Hu Jia en Liu Xiaobo, wordt nu het Nederlandse beleid ten aanzien van Chinese mensenrechtenverdedigers verduidelijkt.

161

Algemeen Overleg, Verslag 2009, Kamerstuk 31700-V nr. 120.

162 Minister van Buitenlandse Zaken, Mensenrechtenstrategie voor het buitenlands beleid (Den Haag, 2007) Kamerstuk 31263 nr.4 [https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31263-4.html] geraadpleegd op 2-06-2011 163

Algemeen Overleg, Verslag 2008, Kamerstuk 31263 nr. 22. 164 Ibidem

165

Minister van Buitenlandse Zaken, Kamerbrief inzake verzoek over de mensenrechten in China en situatie in

Tibet (Den Haag, 2010) [http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/kamerstukken/2010/06/02/

kamerbrief-inzake-verzoek-over-de-mensenrechten-in-china-en-de-situatie-in-tibet.html] geraadpleegd op 02-06-2011.

Hu Jia, een bekende mensenrechten-, milieu- en aidsactivist uit China, was in april 2008 veroordeeld tot 3,5 jaar celstraf voor ‘staatsondermijnende activiteiten’. Minister Verhagen heeft aan de Chinese autoriteiten meegedeeld de arrestatie en de veroordeling van Hu te betreuren.166 Ook heeft Verhagen, tot groot ongenoegen van de Chinese ambassadeur, zich tegen deze arrestatie uitgesproken tijdens de opening van de tentoonstelling Go China in Nederland. 167 Een verzoek van de Nederlandse ambassade in China om het proces tegen Hu bij te mogen wonen, werd door de Chinese autoriteiten afgewezen.168 Ook hebben zowel Minister Verhagen als premier Balkenende

aangedrongen op de vrijlating van Hu. Minister Verhagen had regelmatig contact met de advocaat van Hu, over de mogelijkheden tot contact met de buitenwereld voor zijn vrouw en over de

gezondheid van Hu.169 In het algemeen overleg over China in 2009 gaf Minister Verhagen aan enige tijd niets meer over Hu Jia te hebben vernomen.

Hoewel Nederland zich op bilateraal niveau actief heeft ingezet voor het lot van Hu Jia, is deze kwestie met name in EU-verband aan de orde geweest, zoals in de EU-mensenrechtendialoog met China. In oktober 2008 maakte het Europees Parlement bekend Hu Jia de

Sacharov-mensenrechtenprijs toe te kennen. Op nationaal niveau had een aantal Nederlandse politici Hu Jia ook voorgedragen als kandidaat voor de Mensenrechten Tulp 2008, een onderscheiding voor de inzet voor de burgerrechten uitgereikt door de Nederlandse Minister van Buitenlandse Zaken. Deze is echter toegekend aan een mensenrechtenactiviste uit de Democratische Republiek Congo.

Liu Xiaobo, de mede-opsteller van het Charta 08, werd in december 2008 gearresteerd wegens ‘ophitsing en het verspreiden van geruchten met als doel de staat omver te werpen en het

socialistische systeem te laten instorten’.170 Charta 08 is een petitie voor politieke hervorming in China en het toekennen van meer rechten aan de Chinese bevolking en werd door duizenden medestanders ondertekend. Liu werd als staatsvijand gezien en werd daarom in december 2009 veroordeeld tot 11 jaar celstraf en 2 jaar ontneming van zijn politieke rechten.171 Liu stelt zelf de staat niet omver te willen werpen, maar louter te strijden voor de mensenrechten.172 Nederland,