• No results found

4. Juridische bouwstenen van Verordening 1151/2012 en de implementatie in de lidstaten

5.3. Het nationale beleid: controleautoriteiten, controles, kosten en samenwerking

Op het nationale niveau spelen twee lichamen een belangrijke rol in de implementatie en ontwikke- ling van het beleid: de afdeling ‘PDO, PGI, TSG and other quality schemes’ van het Griekse Ministerie voor Reconstructie van productie, milieu en energie (voorheen het Ministerie van Landbouw) en de private organisatie Demeter. De lichamen hebben elk eigen bevoegdheden, maar werken op sommige gebieden nauw samen.

5.3.1. Het ministeriele niveau

De ministeriele afdeling ‘PDO, PGI, TSG and other quality schemes’ valt onder het Directoraat voor ‘quality schemes, organic production and georgraphical indications’, dat weer valt onder het Directo- raat-Generaal voor duurzame, regionale ontwikkeling.369 De afdeling is verantwoordelijk voor het

juridisch kader van het beleid in Griekenland en beheert de nationale procedure voor de registratie

366 De inspraak van bijvoorbeeld Griekse en Deense lobbygroepen is ter sprake gekomen in VPRO, ‘De feta-vete’. 367 Elia Petridou, ‘Au pays de la feta’, p. 257.

368 Evangelia Petridou, ‘Milk Ties’, p. 46.

369 Zie organogram van het Griekse Ministerie voor Reconstructie van productie, milieu en energie: Ministry of Reconstruction

of Production, Environment, Energy and Rural Development, ‘The Ministry, Organizational Chart’,

82

van een BOB, BGA of GTS product. Daarnaast houdt de afdeling op verschillende manieren contact met de EU. De afdeling correspondeert met de Commissie over dossiers, nieuwe registraties en on- derhandelingen met derde landen.370 Een voorbeeld van deze laatste is het handelsakkoord tussen

Canada en de EU waardoor volgens de Griekse regering de positie van Feta is ondermijnd.371

De ministeriele afdeling is tevens betrokken bij het Comité inzake de kwaliteit van land- bouwproducten en bij de werkgroepen van de Raad over kwaliteitsregelingen.372 Het Comité verga-

dert sinds januari 2013 driemaal per jaar. In zeven samenvattingen van de vergaderingen van het comité is terug te zien hoeveel afgevaardigden de lidstaten sturen en van welke organisaties deze komen. De meeste landen sturen een afgevaardigde van hun ministerie van landbouw, of van een vergelijkbaar ministerie. Sommige landen sturen verschillende afgevaardigden van meer dan een organisatie.373 Uit de zeven beschikbare notulen blijkt dat Griekenland meestal slechts één afgevaar-

digde stuurt en bijna altijd is dit iemand van de Permanente Vertegenwoordiging van Griekenland bij de EU. Slechts eenmaal is de afgevaardigde afkomstig van het Griekse Ministerie voor plattelands- ontwikkeling.374 Hoewel de ministeriele afdeling wel nauw contact heeft met de afgevaardigden in het

Comité, zou de afwezigheid van Griekse specialisten in de vergaderingen een afspiegeling kunnen zijn van de Griekse (des)interesse in het beleid op Europees niveau.

5.3.2. De bevoegde controleautoriteit, controles en kosten

De ministeriele afdeling is in de uitvoering afhankelijk van de Helleense Landbouworganisatie ‘Deme- ter’, die de bevoegde autoriteit is voor de registratie van de BOB, BGA en GTS en de controles op deze producten. Demeter is een ‘Private Law Legal Entity operating for the public benefit under the super- vision of the Ministry of Reconstruction of Reconstruction of Production, Environment and Energy’.375

370 Interview 1.

371 Interview 1 en 2. 372 Interview 1.

373 België stuurt in de derde vergadering (17/10/2013) een afgevaardigde van het Ministère de la Region wallonne en een

afgevaardigde van de Vlaamse Overheid, Departement Landbouw en Visserij en Nederland stuurt in de vijfde vergadering (9/10/2014) een afgevaardigde van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) en een afgevaardigde van het Minis- terie van Economische zaken, landbouw en innovatie, zoals blijkt uit de notulen van de vergadering: Standing Committee on Quality, ‘3rd meeting’, http://ec.europa.eu/agriculture/committees/quality/3.pdf, geconsulteerd op 1 juni 2015 en Standing Committee on Quality, ‘5th meeting’, http://ec.europa.eu/agriculture/committees/quality/5.pdf, geconsulteerd op 1 juni 2015

374 Standing Committee on Quality, ‘1st meeting’, http://ec.europa.eu/agriculture/committees/quality/1.pdf, geconsulteerd op

1 juni 2015, Standing Committee on Quality, ‘2nd meeting’, http://ec.europa.eu/agriculture/committees/quality/2.pdf, gecon-

sulteerd op 1 juni 2015, Standing Committee on Quality, ‘3rd meeting’, Standing Committee on Quality, ‘4th meeting’, http://ec.europa.eu/agriculture/committees/quality/4.pdf, geconsulteerd op 1 juni 2015, Standing Committee on Quality, ‘5th meeting’, Standing Committee on Quality, ‘6th meeting’, http://ec.europa.eu/agriculture/committees/quality/6.pdf, gecon- sulteerd op 1 juni 2015, Standing Committee on Quality, ‘8th meeting’, http://ec.europa.eu/agriculture/committees/quality/8. pdf, geconsulteerd op 1 juni 2015.

83

De private bevoegde autoriteit Demeter heeft een centraal kantoor in Athene van waaruit het beleid wordt aangestuurd. Hieronder vallen de regionale secties van Demeter voor de feitelijke tenuitvoer- legging van het beleid.376 Demeter controleert of boeren en producenten de juiste procedures vol-

gen.377 Naast BOB, BGA of GTS worden ook soortgelijke nationale kwaliteitslabels door Demeter ver-

strekt. Deze labels heten AGROCERT.378

Controles

De controles die Demeter uitvoert, bestaan uit inspecties van producten in de hele productielijn. In- specties worden dus uitgevoerd op: ‘raw material, production process, packing and re-packing, label-

ling, storage and trade’.379 Ook op de markt, bijvoorbeeld in de supermarkt, wordt gecontroleerd of

het gebruik van de certificaten juist en rechtvaardig is.380 De controles op melkproducten met een

BOB of BGA worden daarnaast ook uitgevoerd ten aanzien van de balans van de melk. Hierbij wordt samengewerkt met de Helleense voedselautoriteit EFET. Demeter en EFET voeren audits in samen- werking met elkaar uit.381

Omdat Demeter en EFET de audits onaangekondigd uitvoeren, legt de geïnterviewde Feta- producent uit dat alle gegevens van de binnengekomen geiten- en schapenmelk en van de geregi- streerde Feta dagelijks worden geregistreerd. Demeter en EFET moeten bij hun bezoek voorzien kunnen worden van alle benodigde informatie van elke Fetaproductie. De informatie die dagelijks door de Fetaproducent wordt genoteerd is bijvoorbeeld de pH-waarde van de geiten- en schapen- melk, de herkomst van deze melk en de productie- en houdbaarheidsdatum van de Feta. Daarnaast draagt elke Fetaverpakking een unieke code waarmee alle gegevens kunnen worden achterhaald. Volgens de Fetaproducent levert dit veel papierwerk op, maar is het nodig om de veiligheid van Feta voor de consument te garanderen.382

Kosten

Demeter beschermt en bevordert Griekse producten met een BOB, BGA en GTS doordat aan het ver- krijgen van het certificaat en aan de controles op de producten geen kosten verbonden zijn voor pro- ducenten. De staat dekt de kosten voor de aanvraag en de controles.383 Dit is vastgelegd in een poli-

376 Interview 2. 377 Interview 1 en 2. 378 Interview 2. 379 Ibidem. 380 Ibidem. 381 Ibidem. 382 Interview 6. 383 Interview 1 en 2.

84

tiek besluit.384 Wanneer een producent tijdens een controle wordt betrapt op niet-naleving van de

regels voor de producten met een BOB, BGA en GTS, wordt wel een sanctie opgelegd. Het sanctiesys- teem wordt inefficiënt en bureaucratisch genoemd.385 Het sanctiecomité bestaat uit mensen van ver-

schillende organisaties, die hun werk moeten stopzetten om de vergaderingen voor het sanctiecomité voor te bereiden en de zaken te bekijken. Het systeem berust op een menselijk potentieel dat niet voorhanden is.386 Omdat er meer zaken zijn dan kunnen worden afgehandeld, moet het systeem wor-

den gesimplificeerd.387 Het komt vaak voor dat sancties pas jaren na het opleggen worden betaald.388

De overheid is voornemens de procedures voor applicatie, registratie en modificatie te sim- plificeren. Over een registratie gaan soms jaren heen. Dit kan Griekenland verbeteren door de natio- nale procedure te stroomlijnen. Op haar beurt, zo wordt gesteld, zou de Commissie haar best moeten doen voor de Europese procedure.389

5.3.3. Aantal geregistreerde producten

Onder de Griekse geregistreerde kwaliteitsproducten vallen kazen (ongeveer driekwart), wijnen (minder dan 20%), sterke dranken (minder dan 10%) en olijfolies (minder dan 5%).390 Een lijst van

de geregistreerde Griekse producten is te vinden in Appendix I.

Uit Figuur 3 in hoofdstuk 4 blijkt dat de het grote aantal Griekse geregistreerde producten in verhouding geen hoge verkoopwaarde heeft. Een van de geïnterviewden legt uit dat veel van de gere- gistreerde producten in kleine aantallen worden geproduceerd, waardoor deze producten slechts regionaal en nationaal verkocht worden. Producten met een lage productie zijn immers niet geschikt voor de export, want voor een commerciële deal is kwantiteit noodzakelijk. Supermarkten en andere afnemers vragen namelijk om een substantiële hoeveelheid van een product.Een product dat geregi- streerd is als BOB, BGA of GTS en dat een hoge productie heeft, heeft dus meer potentie voor de ex- port. Dit verklaart de inefficiëntie van de Griekse geregistreerde producten.391

5.3.4. Samenwerking tussen overheid en producenten

De meeste producenten worden door de overheid geïnformeerd over de kwaliteitsregelingen via het Internet. Sommige producenten bezoeken een overheidsinstantie om vragen te stellen of uitleg te krijgen. Daarnaast bestaan programma’s en evenementen in de Griekse regio’s waarop de overheid

384 Interview 2. 385 Interview 1 en 2. 386 Interview 1. 387 Ibidem. 388 Interview 2. 389 Interview 1.

390 Tanguy Chever, Christian Renault, Séverine Renault en Violaine Romieu, ‘Value of production of agricultural products and

foodstuffs’, p. 35.

85

uitleg geeft over de kwaliteitsregelingen, zoals op een expo in Athene en op het evenement ‘Fresco’ in Thessaloniki. Dit zijn initiatieven van het Directoraat. De informatie die wordt verschaft gaat over de werking van de aanmeldingsprocedure voor een BOB, BGA en GTS en over wat wel en niet in de regi- stratie vermeld moet worden. Ook wordt uitgelegd dat de registratie geen garantie is voor succes van het product op de markt, maar dat ook de productieschaal van belang is, alsook een groep producen- ten die achter het product staat en marketing- en promotiestrategieën.392

Tegenwerking en bureaucratie

Door de geïnterviewde producenten wordt Demeter een aantal keren in een negatief daglicht gezet. Zo schetst een producent met het volgende voorbeeld dat Demeter inefficiënt is met controleren en uitdelen van de sancties. Het gaat over het geval van de enige coöperatie op Aegina met een BOB voor pistache, die in de periode 2012-2014 geen recht meer had op het voeren van de BOB. Op de website van Demeter was te zien dat de licentie voor BOB was verstreken, maar de coöperatie bleef in die periode toch het kwaliteitskeurmerk gebruiken.393

Daarnaast blijkt uit een aantal interviews dat wanneer producenten de overheid benaderen om te informeren naar de registratie voor BOB en BGA, de registratie door de overheid wordt gede- motiveerd. Een van de geïnterviewden wil een BOB of BGA verkrijgen voor een pistacheproduct dat zij in de toekomst op de markt wil brengen. Zij vroeg het ministerie naar het belang van het keur- merk. ‘They told me: why do you care, it’s not so important. The most important thing is the quality. The

label does not go with the quality, it can go with the quality’.394 Het ministerie heeft geadviseerd om

geen keurmerk voor het product aan te vragen, omdat het de producent en de ambtenarij veel gedoe oplevert: elke zes maanden moeten ambtenaren controles uitvoeren en de producten moeten contact getest worden.395

Het lijkt tenslotte zo te zijn dat de aanvraag voor een BOB, BGA of GTS bij Demeter gepaard gaat met veel bureaucratie. Een van de geïnterviewde pistacheproducenten uit Aegina heeft bij De- meter geïnformeerd over de criteria voor het verkrijgen van een BOB. Hij vindt de criteria ‘a bit cra-

zy’, zoals het criterium om een certificaat te hebben voor de machine die wordt gebruikt om de pista-

che te ontdoen van de schil. De BOB zelf kost geen geld, maar de certificaten en maatregelen om in aanmerking te komen zouden volgens deze producent kunnen oplopen tot 50.000-100.000 euro.396

392 Ibidem. 393 Interview 4. 394 Interview 1. 395 Interview 1. 396 Interview 4.

86

5.3.5. Samenwerking tussen producenten onderling

In Griekenland wordt over het algemeen niet effectief samengewerkt onder de producenten van loka- le en traditionele landbouwproducten. Dit blijkt uit een wetenschappelijk onderzoek naar de samen- werking tussen de MKB in de Griekse landbouwsector en het wordt tevens bevestigd in de inter- views.397 Dit wordt bevestigd in de interviews. ver het algemeen blijkt uit de interviews. Onder boe-

ren en producenten heerst een gebrek aan collectieve mentaliteit voor een gezamenlijk doel.398 Vaak

wordt voor de aanmelding en registratie van een BOB, BGA of GTS wel samengewerkt, maar bouwt de groep aanvragers hier vervolgens niet op voort. De producenten van een geregistreerd product zijn meestal niet collectief actief in de promotie van het product en het controleren van het product in een ‘self control system’.399