• No results found

4. Juridische bouwstenen van Verordening 1151/2012 en de implementatie in de lidstaten

5.2. Een discoursanalyse van Feta: wetten, vetes en vermeende culturen

De Feta-zaak, die in werkelijkheid een opeenvolging is van wetten, vetes, opinies en uitspraken over Feta in de periode 1960-2006, geeft inzicht in de betekenis van het product Feta voor de Griekse cul- tuur. Ten behoeve van het bewaren van het overzicht, staan de gebeurtenissen die nu kort worden toegelicht in chronologische volgorde in Tabel 4. De intertekstualiteit van de verschillende handelin- gen in de Feta-zaak wordt met deze tabel verduidelijkt. Door een blik te werpen op de toon en het taalgebruik worden de ideeën en sociale structuren achterhaald die schuilgaan achter de zaak.

314 Joanna Kakissis, ‘Specialty Food And Agriculture Startups Are Ripening In Greece’ [audiofragment], npr, 19 augustus 2014,

http://www.npr.org/sections/thesalt/2014/08/19/341651496/specialty-food-and-agriculture-startups-are-ripening-in- greece, geraadpleegd op 8 juni 2015.

315 Evangelia, Petridou, ‘Milk Ties: A Commodity Chain Approach to Greek Culture’ [proefschrift], University College London

2011, p. 46.

316 Tanguy Chever, Christian Renault, Séverine Renault en Violaine Romieu, ‘Value of production of agricultural products and

foodstuffs’, p. 35.

317 Verordening (EG) nr. 1829/2002 van de Commissie van 14 oktober 2002 tot wijziging van de bijlage bij Verordening (EG)

74

Datum verordening, arrest, of conclusie vraag, beslissing of conclusie

20 juni 1995 Canadane Cheese Trading en Kouri (C-317/95) De zaak komt voor het Hof. Betreft ‘Feta’ een soortnaam en vormt Feta een handels- belemmering?

12 juni 1996 Verordening 1107/1996 Registratie van ‘Feta’ als BOB

24 juni 1997 Canadane Cheese Trading en Kouri (C-317/95):

Conclusie AG

Conclusie AG Ruiz-Jarabo Colomer: ‘Feta’ betreft geen soortnaam (r.o. 77)

24 juni 1997 Canadane Cheese Trading en Kouri (C-317/95):

annulering

Griekse Raad van State besluit tot intrekking van de prejudiciële vragen die hebben geleid tot de zaak. Voordat een uitspraak is gedaan, wordt de zaak Canadane Cheese

Trading en Kouri (C-317/95) geannuleerd 15 september 1998 Denemarken e.a. / Commissie (gevoegde zaken

C-289/96, C-293/96 en C-299/96): Conclusie

AG La Pergola

Conclusie AG La Pergola: ‘Feta’ betreft een soortnaam (r.o. 12). Het Hof zou de regi- stratie van ‘Feta’ als BOB in Verordening 1107/1996 moeten nietig verklaren (r.o. 14)

16 maart 1999 Denemarken e.a. / Commissie (gevoegde zaken

C-289/96, C-293/96 en C-299/96): Uitspraak

van het Hof

Bij de registratie van ‘Feta’ als BOB is onvol- doende rekening gehouden met het gebruik van Feta in andere lidstaten (r.o. 101). De registratie van de BOB Feta wordt nietig verklaard.

15 oktober 1999 en 24 april 2001

De Commissie laat de lidstaten een vragenlijst invullen over producten met de naam ‘Feta’

Op basis van deze antwoorden adviseert het Comité dat de benaming ‘Feta’ geen soortnaam is (Zie Duitsland en Denemarken

/ Commissie (C-465/02 en C-466/02), r.o.

17)

14 oktober 2002 Verordening 1829/2002 ‘Feta’ betreft volgens de Commissie geen

soortnaam. Voorstel van de Commissie om ‘Feta’ opnieuw als BOB te registreren (Zie

Duitsland en Denemarken / Commissie (C- 465/02 en C-466/02), r.o. 18)

30 december 2002 Duitsland en Denemarken / Commissie (C-

465/02 en C-466/02)

De zaak komt voor het Hof. Betreft ‘Feta’ een soortnaam?

10 mei 2005 Duitsland en Denemarken / Commissie (C-

465/02 en C-466/02): Conclusie AG

Conclusie AG Ruiz-Jarabo Colomer: ‘Feta’ betreft geen soortnaam (r.o. 203)

25 oktober 2005 Duitsland en Denemarken / Commissie (C- 465/02 en C-466/02): Uitspraak van het Hof

‘Feta’ betreft geen soortnaam (r.o. 99)

Tabel 4: De gebeurtenissen in de Feta-zaak op chronologische volgorde.318

Voor het EU-beleid voor kwaliteitsregelingen is geïmplementeerd, wordt in de zaak Canada-

ne Cheese Trading en Kouri (C-317/95) al de vraag gesteld of ‘Feta’ een soortnaam betreft. De Advo-

caat-Generaal doet bijzondere constateringen, die in het verloop van deze paragraaf worden toege- licht. Wanneer het EU-beleid voor kwaliteitsregelingen wordt geïmplementeerd met Verordening 2081/1992, doet Griekenland via de procedure van artikel 17 van deze verordening een aanvraag om Feta te registreren als een BOB.319 De registratie wordt op 12 juni 1996 met Verordening 1107/1996

318 Samengesteld door auteur op basis van de genoemde verordeningen, arresten en conclusies. 319 Barbara M. Vroom-Cramer, Juridische aspecten van geografische aanduidingen, p. 61.

75

vastgesteld.320 In de bijlage van deze verordening is de benaming ‘feta’ opgenomen in deel A, rubriek

‘kaas’, onder de lidstaat Griekenland. Denemarken, Duitsland en Frankrijk vechten de registratie van Feta als BOB aan bij het Hof van Justitie.321 Zij stellen dat de benaming ‘Feta’ niet Grieks is, maar dat

het een generieke soortnaam betreft ex artikel 3(1) Verordening 2081/1992 (thans artikel 10(d) Verordening 1151/2012).322 Het Hof oordeelt in 1999 (in het arrest Denemarken e.a. / Commissie,

gevoegde zaken C-289/96, C-293/96 en C-299/96) dat de Commissie bij de registratie van de BOB Feta onvoldoende rekening heeft gehouden met de lange traditie van het gebruik van de benaming in andere lidstaten dan Griekenland.323 Het arrest leidt uiteindelijk tot nietigheid van de registratie.324

Dit betekent echter niet het definitieve einde van de BOB Feta. In 2002 dient de Commissie opnieuw een voorstel in om Feta als BOB te registreren.325 Volgens de Commissie betreft ‘Feta’ geen soort-

naam, omdat zowel de productie als de consumptie van Feta sterk geconcentreerd zijn in Grieken- land. Na een dispuut van in totaal bijna twee decennia geeft het Hof eind 2005 haar laatste oordeel over de Feta-zaak in Duitsland en Denemarken / Commissie (gevoegde zaken C-465/02 en C-

466/02)326. Hoewel de kaas al enkele decennia op veel plaatsen in Europa wordt geproduceerd, zoals

sinds de jaren zestig in Denemarken, Duitsland, Nederland en Frankrijk,327 is uiteindelijk besloten dat

Feta geen generieke soortnaam is voor een witte kaas in zoutoplossing, maar een kaas met een speci- fieke, Griekse herkomst.328

De argumenten in de Feta-zaak gedurende de periode van de jaren 1990 tot 2005 berust op een verzameling historische verhalen, interpretaties en ‘images’, zoals gebruikt in de imagologie als

320 Verordening (EG) nr. 1107/96 van de Commissie van 12 juni 1996 betreffende de registratie van de geografische aandui-

dingen en oorsprongsbenamingen in het kader van de procedure van artikel 17 van Verordening (EEG) nr. 2081/92 van de Raad.

321 Denemarken, Duitsland en Frankrijk / Commissie, gevoegde zaken C-289/96 en C-293/96 en C-299/96.

322 Artikel 3(1) Verordening 2081/1992 luidt: ‘Benamingen die soortnamen zijn geworden, kunnen niet worden geregistreerd.

In de zin van deze verordening wordt onder een benaming die een soortnaam is geworden, verstaan de naam van een land- bouwprodukt of een levensmiddel, die weliswaar verband houdt met de plaats of streek waar dit produkt of dit levensmiddel oorspronkelijk werd geproduceerd of in de handel gebracht, doch de gangbare naam is geworden van een produkt of een levensmiddel. Om vast te stellen of een naam al dan niet een soortnaam is geworden, wordt rekening gehouden met alle facto- ren, in het bijzonder : — de bestaande situatie in de Lid-Staat waar de naam zijn oorsprong heeft en in het traditionele ver- bruiksgebied, — de situatie in andere Lid-Staten, — de relevante nationale of communautaire wetgeving.’

323 Denemarken, Duitsland en Frankrijk / Commissie, gevoegde zaken C-289/96 en C-293/96 en C-299/96, r.o. 2.

324 De benaming ‘feta’ wordt geschrapt uit Verordening 1107/96 en de registratie van Feta als BOB wordt geschrapt met Ver-

ordening 1070/1999.

325 Voorstel voor een Verordening van de Raad tot aanvulling van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 1107/96 van de Commis-

sie betreffende de registratie van de geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen in het kader van de procedure van artikel 17 van Verordening (EEG) nr. 2081/92 van de Raad.

326 Duitsland en Denemarken / Commissie, gevoegde zaken C-465/02 en C-466/02.

327 Dev Gangjee, ‘Say cheese! A Sharper image of generic use through the lens of Feta’, European Intellectual Property Review, nr.

5 (2007), p. 273.

76

uitgelegd door Leerssen.329 Gangjee is kritisch op de uitspraken waarin het Hof ‘Feta’ bestempeld als

een non-generiek product. Hij stelt dat de uiteindelijke uitslag in 2005 doet afvragen of het oordeel van het Hof een ‘politically expedient instance of semantic reloading’ is of ‘the righting of historic injus-

tice’.330 Ganjee stelt dat de AG in de Canadane-conclusie eveneens op een bijzondere manier consta-

teert dat Feta geen soortnaam betreft.331

De zaak Canadane Cheese Trading en Kouri (C-317/95) komt in 1995 voor het Hof nadat de

Symvoulio tis Epikrateias (de Griekse Raad van State) prejudiciële vragen stelt over de uitleg van de

artikelen 30 en 36 EG-Verdrag.332 De zaak draait om de invoer van witte kaas met het opschrift

‘Deense feta-kaas van gepasteuriseerde koemelk’. Het product wordt door Canadane Cheese Trading (hierna Canadane) uit Denemarken uitgevoerd en door Afoi Kouri in Griekenland geïmporteerd en verhandeld.333 De naam ‘Feta’ is dan nog niet geregistreerd als BOB, maar in nationale Griekse rege-

lingen worden wel al eisen gesteld aan de ingrediënten en productiemethoden van kaas die ‘Feta’ genoemd wordt. Omdat het opschrift van het product volgens Griekse regelingen ‘witte kaas’ had moeten luiden in plaats van ‘Feta’, wordt de partij witte kaas door de Griekse autoriteiten niet voor vrijkoop vrijgegeven.334 In hun beroep bij de Symvoulio tis Epikrateias betogen Canadane en Kouri dat

de Griekse regeling betreffende de samenstelling (geiten- en schapenmelk) en de bereiding (natuur- lijke stremming) van Feta een maatregel van gelijke werking inhoudt en dus in strijd is met artikel 30 en 36 EG. De vraag die centraal staat in het arrest, is of Feta wel of niet een soortnaam betreft. Dit is dan ook het onderwerp van de conclusie van de AG Ruiz-Jarabo Colomer die op 24 juni 1997 wordt gepubliceerd en waarin wordt geconstateerd dat Feta geen soortnaam betreft. In de zaak wordt uit- eindelijk geen uitspraak gedaan, omdat de Symvoulio tis Epikrateias op 24 juni 1997 zonder motive- ring aan het Hof meedeelt dat het de prejudiciële vragen intrekt. Daartoe wordt de zaak geannu- leerd.335 Hoewel in deze zaak geen oordeel door het Hof wordt geveld over de benaming ‘Feta’, heb-

ben de conclusies van de AG wel nog bestaansrecht. De bevindingen van de AG zijn een veelbespro- ken onderwerp in de wetenschappelijke literatuur.336

329 In de studie van images, of de imagologie, gaan imagologisten niet uit van de mate van waarheid van een beeld dat wordt

neergezet; imagologisten bestuderen de waarde van een image door te onderzoeken welke factoren en actoren hebben bijge- dragen aan de image, wat de politieke omstandigheden zijn waarin de image is gevormd en wat de invloed van de image is op de omgeving, zoals beschreven door Joep Leerssen, ‘Images - Information - National identity and national stereotype’, www.http://imagologica.eu/leerssen, geraadpleegd op 28 juni 2015.

330 Dev Gangjee, ‘Say cheese!’, p. 172. 331 Ibidem.

332 Zoals beschreven in Canadene Cheese Trading en Kouri, C-317/95 (beschikking), r.o. 1. 333 Canadene Cheese Trading en Kouri, C-317/95 (conclusie van de AG), r.o. 2.

334 Canadene Cheese Trading en Kouri, C-317/95 (conclusie van de AG), r.o. 3. 335 Ibidem, r.o. 2.

77

Om te beginnen traceert Advocaat-Generaal Ruiz-Jarabo Colomer (hierna: de AG) de her- komst van de productie en verhandeling van Feta in de Gemeenschap in de conclusie van C-317/95. Hierbij haalt hij Homerus aan, die beschrijft hoe de cycloop Polyphemos zijn schapen en geiten melkt, de blauwe melk stremt en deze wegzet om in hechte, dicht gevlochten korven te laten drogen.337 De

AG brengt het verbod op het verhinderen van het vrij verkeer van goederen in de Europese Gemeen- schap in verband met het gebrek aan recht en rechtvaardigheid van de cycloop.

Het is nauwelijks verbazingwekkend dat Polyphemos, die de kaas bereidde op een manier die veel lijkt op de traditionele bereidingswijze die nog steeds in het hedendaagse Griekenland wordt toegepast, niets wist van de juridische problemen die het vrije verkeer van dit product in de Europese Gemeenschap aan het eind van de 20e eeuw met zich zou brengen. Immers,

niet alleen kon hij 27 eeuwen geleden niet de geheimen van de bescherm- de benamingen voorzien, maar bovendien lag het niet in zijn aard om zich ook maar enige zorg daarover te maken, omdat de Cyclopen beschreven worden als wezens die geen enkel gevoel voor recht en rechtvaardigheid kunnen opbrengen. In de Odyssee vermeldt Homerus eveneens, hoe krach- tige Cyclopen in vervlogen tijden de dochters van Pandaros ontvoerden nadat hun ouders door de goden waren gedood, en hij beschrijft hoe de machtige Aphrodite ‘hen voedde met kaas, heerlijke zoete honing en wijn’.338

In dezelfde conclusie onderbouwt de AG waarom kaas een ‘onbetwistbaar aanzien in de be- schaving van de Middellandse-Zeelanden’339 heeft. Hij suggereert dat kaasnamen te maken hebben

met voorouderlijke tradities en dat deze culturele context een rol kan spelen ‘in een zaak als de on- derhavige’, omdat kazen meer verband houden ‘met oeroude gebruiken en traditionele smaken dan met het recept, dat kan worden geïmproviseerd, evenals de wet.’340 De ‘sporen’ van kaas zijn volgens

de AG terug te vinden in vele ‘belangrijke letterkundige werken’341 uit de Spaanse, Franse en Italiaan-

se literatuur. Beginnend bij de Spaanse, noemt de AG Don Quijote de la Mancha, waarin Cervantes ‘kaas’ de dagelijkse kost noemt ‘van de meest misdeelden, die zich ermee vertroosten omdat zij niets te eten hebben wat rijker is aan dierlijke eiwitten.’ Cervantes spreekt daarnaast ook over ‘kaas’ als een ‘overheerlijk’ product.342 Tal van voorbeelden uit de Franse literatuur bewijzen dat ‘kaas behoort

tot het dieet in Frankrijk’, zoals door Rabelais en Proust.343 Een recent voorbeeld uit de Italiaanse

337 Homerus: Odyssee, deel IX, regels 244-247. [Nederlandse vertaling ontleend aan Frans van Oldenburg Ermkc, Homeros,

Ten Hagen N. V., Den Haag, blz. 556.] in: Canadene Cheese Trading en Kouri, C-317/95 (conclusie van de AG), r.o. 9.

338 Canadene Cheese Trading en Kouri, C-317/95 (conclusie van de AG), r.o. 9. 339 Canadene Cheese Trading en Kouri, C-317/95 (conclusie van de AG), r.o. 13. 340 Ibidem.

341 Ibidem, r.o. 10. 342 Ibidem, r.o. 10. 343 Ibidem, r.o. 10.

78

literatuur komt van Italo Calvino, die in Palomar verhaalt hoe de hoofdpersoon de kazen in een Parij- se kaaswinkel ervaart.

[A]chter iedere kaas schuilt een weide van een andere kleur groen onder een andere hemel: grasland bedekt met zout dat de getijden van Norman- dië er elke namiddag deponeren; grasland geparfumeerd door de geuren van de zon en de winden van de Provence; men ziet er alle soorten vee in hun stallen of schaapskooien, op hun tocht van weide naar weide; men gist er naar de bereidingsgeheimen die eeuwenlang zijn overgeleverd. Deze winkel is een museum: de heer Palomar voelt, zoals in het Louvre, achter elk tentoongesteld object de beschaving die het heeft vorm gegeven.344

De AG benadrukt met deze voorbeelden dat kaas een belangrijk onderdeel is van het Medi- terrane dieet en van cultuur van deze landen. Bovendien geeft hij in het citaat uit Palomar een voor- zet naar het belang van de herkomst van het product; de geur van de omgeving en de lokale produc- tiemethoden incluis.

Vervolgens beschrijft de AG de etymologie van de uitdrukking ‘Feta’, die zou zijn afgeleid van het Italiaanse fetta voor plak, schijf of snede, en onder de invloed van de Venetiërs in Griekenland wordt geïntroduceerd, waarna het in de negentiende eeuw doorzet als benaming voor de traditionele witte kaas in pekel, ‘die sinds onheuglijke tijden in praktisch geheel Griekenland en in andere Bal- kanstreken wordt geproduceerd,’345 Het bereidingsproces voor deze kaas, bereid uit schapenmelk of

een mengsel van schapen- en geitenmelk, bestaat uit het stremmen van de melk, het uitlekken van de wei in geperforeerde vormen, het stollen van de wrongel, het bedekken van de kaas met een zout- korst en het rijpingsproces van twee maanden.346 De voornaamste eigenschappen van de aldus berei-

de kaas zijn: ‘de natuurlijke witte kleur, de compacte structuur, de typische geur en smaak (licht zuur, zoutig en vettig).’347

Volgens Petridou wordt het belang van het gebruik van geiten- en schapenmelk benadrukt door het bestaan van één enkel woord in het Grieks voor de aanduiding ‘geit en schaap’: aigoprovota, wat zoiets betekent als ‘geit-schaap’. De melk van geiten en schapen heet aighoprovio ghála (‘geit- schaapmelk’). Het woord aigoprovota weerspiegelt de traditionele organisatie van het vee van geiten en schapen en de daarmee verbonden sociale werkelijkheid.348 Meer dan 250.000 Griekse families

verdienen hun geld met het drijven van schapen en geiten, waarvan er meer dan 10 miljoen (6.5 miljoen schapen en 4 miljoen geiten) grazen in de Griekse, bergachtige gebieden.349 De AG constateert

344 I. Calvino: Palomar, uitgave Giulio Einaudi, Turijn, 1983, blz. 75. Vrije vertaling, in: Canadene Cheese Trading en Kouri, C- 317/95 (conclusie van de AG), r.o. 12.

345 Canadene Cheese Trading en Kouri, C-317/95 (conclusie van de AG), r.o. 14. 346 Canadene Cheese Trading en Kouri, C-317/95 (conclusie van de AG), r.o. 15. 347 Ibidem, r.o. 16.

348 Elia Petridou, ‘Au pays de la feta’, p. 256. 349 Evangelia, Petridou, ‘Milk Ties’, p. 46.

79

dat door andere lidstaten dan Griekenland Feta vaak wordt gemaakt uit andere melk en volgens an- dere productiemethoden, zoals sinds de jaren zestig in Denemarken. Recenter wordt ook in Duitsland en Nederland Feta gemaakt die verschilt van de traditionele, Griekse Feta. De goedkopere melk is afkomstig van koeien en wordt industrieel verwerkt. Deze productiemethode is ‘moderner en con- currerender.’350 Dit levert dus een product op met een andere kwaliteit en smaak, maar met de zelfde

naam: Feta.

Uiteindelijk besluit de AG dat Feta in Griekenland non-generiek is, dus geen soortnaam.351 De

AG noemt zes argumenten. Ten eerste duidt de naam ‘feta’ volgens de AG ‘op indirecte wijze de geo- grafische herkomst aan van de kaas die onder die benaming in Griekenland wordt verhandeld’, net zoals “de benamingen ‘Grappa’, ‘Ouzo’ of ‘Cava’ indirect de Italiaanse, Griekse of Spaanse oorsprong van die in bepaalde streken geproduceerde producten aanduiden.”352 Ten tweede bezit de feta die in

de traditionele feta-streken wordt geproduceerd ‘een kwaliteit en specifieke kenmerken die deze kaas een grote reputatie bij de Griekse consumenten hebben opgeleverd.’353 Traditionele Griekse feta

ontleent geur, smaak, aroma en structuur aan: ‘de gemeenschappelijke klimatologische kenmerken van de productiegebieden alsmede de rijkdom en de diversiteit van hun vegetatie’; de melk ‘van schapen en geiten die in de productiestreek met behulp van traditionele technieken gefokt en gevoed worden’; en de ‘traditionele methode van natuurlijke stremming zonder druk’.354 Ten derde stelt de

AG dat de benaming ‘feta’ in Griekenland ‘geen enkel onherstelbaar uithollingsproces (is) ondergaan waardoor zij een soortnaam is geworden’355 zoals het geval is bij de benamingen ‘mozzarella’ en

‘gouda’, waarvan slechts enkele van de regionale variëteiten van deze soorten kazen als herkomstbe- naming kunnen worden beschermd (zoals ‘Mozzarella di Bufala Campana’ en ‘Noord-Hollandse Gouda’ of ‘Gouda Holland’).356 Ten vierde stelt dat de AG dat een meerderheid van de Gemeenschaps-

burgers verklaart dat Feta een kaas betreft van Griekse oorsprong.357 Dit argument is gebaseerd op

de uitslag van een opinieonderzoek dat in 1994 in de vorm van een Eurobarometer-enquête door de Commissie is afgenomen onder 12.800 burgers in de lidstaten.358 Ten vijfde vindt een overgrote

meerderheid van de Feta-consumptie in de Gemeenschap, namelijk 70-85%, plaats in Griekenland. Tenslotte, als zesde argument, stelt de AG dat Griekenland met meer dan 50% van de communautaire productie de voornaamste producent van feta is in de gemeenschap.359

350 Canadene Cheese Trading en Kouri, C-317/95 (conclusie van de AG), r.o. 17. 351 Ibidem, r.o. 72.

352 Ibidem, r.o. 73. 353 Ibidem, r.o. 74.

354 Canadene Cheese Trading en Kouri, C-317/95 (conclusie van de AG), r.o. 74. 355 Ibidem, r.o. 77.

356 Ibidem. 357 Ibidem.

358 David Worrall, ‘European Commission: designation of origin’, European Intellectual Property Review, nr. 6 (1999), p. N113. 359 Canadene Cheese Trading en Kouri, C-317/95 (conclusie van de AG), r.o. 77.

80

Over het argument gebaseerd op de Eurobarometer, stelt Gangjee dat het vertrouwen op de publieke opinie het punt is waarop ‘the semantic scales would tip’.360 Van ‘Feta’, als oorsprongsbena-

ming of geografische aanduiding, kan worden gezegd dat het een soortnaam is geworden ‘als op het betrokken grondgebied een aanzienlijk deel van het geïnteresseerde publiek de aanduiding niet als een geografische aanduiding beschouwt’361 – een hoge drempel, aldus Gangjee, ‘designed to prevent

an easy slide into genericide’.362 Daarnaast noemt hij het baseren van het argument op publieke opinie

een ‘judicial snapshot’ en een ‘artificial process.’363 De constatering van Gangjee dat op de publieke

opinie wordt vertrouwen, past in de trend in deze scriptie dat de consument in veel ontwikkelingen omtrent geografische indicaties een leidinggevende rol heeft. Uit de analyse van de AG blijkt weder- om dat de consument een flinke vinger in de pap heeft.