• No results found

4. Juridische bouwstenen van Verordening 1151/2012 en de implementatie in de lidstaten

5.6. Door Griekse ogen: ‘tradition’ en ‘history’

Jaarlijks wordt sinds 2009 op Aegina het Fystiki Fest gehouden om bij te dragen aan een goede repu- tatie voor de pistache uit Aegina. De eerste keer werd het feest georganiseerd onder de auspiciën van

418 Interview 1. 419 Interview 1.

420 Met name interview 4, 5 en 7. 421 Interview 4.

422 Efthalia Dimara, Anastasia Petrou en Dimitris Skuras, ‘Agricultural policy for quality and producers’ evaluations of quality

marketing indicators’, p. 485.

423 Interview 6 en 7. 424 Interview 6. 425 Interview 3-5.

91

de Verenigde Naties. De mensen begrepen dit niet: ‘They said, you got it under the United Nations, are

they going to bomb us?’426 Tijdens het eerste Fystiki Fest is meegedongen naar de Guiness World Re-

cord-titel van de langste pastelli, een zoete Griekse lekkernij waarin pistache is verwerkt. De eerste

jaren waarin het festival worden georganiseerd zijn als moeizaam ervaren, ‘because people here can-

not progress’.427 Nu begrijpt de lokale bevolking de doelstellingen van het festival beter.428

Cultureel erfgoed

Voordat het idee voor het Fystiki Fest ontstond werd een conferentie georganiseerd om inspiratie op te doen over de mogelijkheden van de Fystiki Aeginas. Mensen met verschillende ervaringen op het snijvlak van eten, cultuur en marketing werden uitgenodigd. De ervaringen van deze mensen dienden ter inspiratie en als het goede voorbeeld voor hoe de Fystiki Aeginas zich zou moeten positioneren. Met de succesverhalen zouden de pistacheproducenten op Aegina inzien dat met hun samenwerking de kwaliteit van het product verbeterd kan worden en meer winst kan worden gemaakt. Onder de participanten waren twee Italianen uit Bronte, een vertegenwoordiger van het Griekse product Mas- tika, een vertegenwoordiger van een bedrijf met een ecologisch label, een pistacheproducent uit Ae- gina en een voedingsdeskundige. De twee Italianen namen ervaring mee op het gebied van pistache vanwege de lange traditie van de pistache uit Bronte. Bovendien wordt in Bronte al meer dan ene kwart eeuw een jaarlijks pistache festival georganiseerd. De Mastika-vertegenwoordiger was eige- naar van een winkel op Chios waar het Griekse product Mastika veel verkocht wordt. Op Chios be- staat een succesvolle coöperatie voor Mastika met een kwalitatief hoogwaardig product, veel bezoe- kers en een goed marketingconcept, waardoor zij ook winkels hebben in bijvoorbeeld New York. De voedingsdeskundige was aanwezig om de kwaliteiten van de pistache uit de doeken te doen. 429 Uit de

inspirerende conferentie is het idee ontstaan om op Aegina het jaarlijkse Fystiki Fest te organise- ren.430 Ter voorbereiding voor het eerste Fystiki Fest heeft het organiserend team uit Aegina een be-

zoek gebracht aan het pistache festival in Bronte.431

Anders dan in Bronte, heeft het Fystiki Fest op Aegina niet alleen een commerciële doelstel- ling. Het is ook een driedaags cultureel evenement waarop de lokale bevolking de pistacheproductie van eigen bodem viert, kunstenaars hun werken tentoonstellen en kinderen muziek maken. In de haven van Aegina staan vijftig stalletjes waar onder andere pistache en kunst wordt verkocht. Zo’n tachtig lokale artiesten tonen hun werk in de dertig winkels die meedoen aan het Fystiki Fest. Ook

426 Interview 3. 427 Interview 3. 428 Interview 5. 429 Ibidem. 430 Ibidem. 431 Ibidem.

92

zijn er schilderijen van pistachebomen en worden sieraden in de vorm van pistachenoten verkocht.432

Deze culturele kant ontbreekt bij het festival in Bronte, omdat toeristen daar uitsluitend pistache kunnen kopen.433

Volgens een van de geïnterviewde pistacheproducenten uit Aegina draait het festival niet om de pistache, maar om de boom. De gezondheid van de boom moet worden gevierd, want: ‘If the mo-

ther is not healthy, the pistachio cannot be good. That’s my opinion and that is a big difference of thought with other people that are dealing with pistachios. I am believing in the trees’. 434 De bezorgd-

heden om het bestaansrecht van de boom komen niet uit de lucht vallen.

Voor de crisis kochten veel inwoners uit Athene een stuk land op Aegina. De prijs van het land op Aegina is daardoor hoog. Boeren verkochten hun land om te leven van de winst. De nieuwe eigenaren van het land kapten pistachebomen om die te vervangen met olijfbomen, die makkelijker te onderhouden zijn. Vaak bleven op een stuk land met twintig of dertig bomen maar vijf bomen over, die de nieuwe eigenaren door een gebrek aan kennis bovendien niet konden onderhouden.435

De financiële crisis die Griekenland sinds 2009 tart, leidt ironisch genoeg tot positieve ont- wikkelingen voor de pistacheboom. Ten eerste is tijdens de crisis de verkoop van land en de con- structie van nieuwe huizen verminderd. Daardoor worden de bomen niet meer gekapt. Ten tweede koesteren eigenaren van pistachebomen door geldgebrek nu de boom en diens vrucht. De pistache wordt met de hand geplukt en meteen schoongemaakt, om te voorkomen dat de noot door aflatoxine wordt beschadigt en minder verkocht kan worden.436 Ten derde vindt tijdens de crisis een toename

plaats van het aantal toeristen die Aegina bezoeken. Omdat Aegina een vakantiebestemming is die voor veel Grieken dichterbij en goedkoper is dan andere eilanden, ziet Aegina sinds de crisisjaren een toename in toeristen, die vaak pistache kopen om mee te nemen naar huis. Dit is goed voor de ver- koopcijfers en het bestaansrecht van de Fystiki Aeginas.437 Samen met andere ontwikkelingen (zoals

het Fystiki Fest) zorgen ontwikkelingen tijdens de crisis dus tot een herleving van de pistache- boom.438

5.7. Deelconclusie

Uit het gedetailleerde onderzoek naar de implementatie van Verordening 1151/2012 en de betekenis van het beleid in Griekenland, kan worden geconcludeerd dat het beleid door verschillende actoren en factoren wordt beïnvloed. Een kijkje in de Griekse keuken toont aan dat het beleid aan interpreta-

432 Ibidem. 433 Ibidem. 434 Interview 3. 435 Interview 5. 436 Ibidem. 437 Ibidem. 438 Ibidem.

93

tie onderhevig is. Hiermee wordt de studie van beleid vanuit het sociaalconstructivistische perspec- tief handen en voeten gegeven.

Topdown spelers die het EU-beleid op nationaal niveau vormgeven zijn de ministeriele afde- ling en de organisatie Demeter. Ondanks de keuze van de Griekse overheid om de kosten voor contro- les te dekken, wordt het nationale beleid dat voortvloeit uit Verordening 1151/2012 over het alge- meen als inefficiënt en bureaucratisch gezien. Hierdoor moeten de krachten die het beleid op een positieve vorm ontwikkelen, niet van de overheid, maar van de consumenten en producenten komen. Daarbij zou de constatering dat de Griekse overheid geen specialisten als afgevaardigde naar de ver- gaderingen van het Comité inzake de kwaliteit van landbouwproducten stuurt een aanwijzing kunnen zijn dat het EU-beleid in Griekenland niet de grootste prioriteit heeft. Echter zouden andere redenen ook kunnen meespelen, zoals kosten.

Bottom-up spelers zijn alom aanwezig en drukken een ferme stempel op het beleid . In de praktijk blijken de handelingen van kleinere spelers van belang voor de constructie van het beleid. De perceptie van de consument op Feta is bijvoorbeeld van groot belang in de zaak waarin wordt uitge- wezen dat Griekenland het recht behoud om de BOB Feta te voeren. Daarnaast zetten de initiatiefne- mers van het Fystiki Aegina met behulp van het Fystiki Fest hun product op de kaart. Het belang van de pistache wordt benadrukt doordat de verbinding wordt gemaakt tussen het product en de lokale cultuur. Hiermee draagt de pistache bij aan het cultureel erfgoed van het eiland.

Daarnaast moet worden opgemerkt dat de invloed van de AG ver strekt. De analyse en uit- spraak van de AG in de Canadane-conclusie is van groot belang geweest voor Griekenland. Feta is door deze analyse ontegenzeggelijk een Grieks product. In de beargumentering van de AG valt op dat hij zich beroept op de belangrijke plaats van ‘kaas’ in de mediterrane gastronomische cultuur. De oer- Hollandse kazen en hun plaats in de cultuur van de lage landen worden niet genoemd. Ongeacht of de AG wel of geen gelijk heeft, is het opvallend hoe de mening van een individu de inhoud van het beleid van Verordening 1151/2012 kan vormgeven.

Met het praktijkonderzoek in Griekenland wordt benadrukt dat het succes van het EU-beleid sterk afhankelijk is van kleinere actoren, zoals producenten. Met de goede wil van bottom-up spelers, kan het beleid voor kwaliteitsregelingen een toegevoegde waarde bieden aan producenten die hun producten wensen te exporteren. Echter zijn de Griekse overheid en de private controleautoriteit ook een belangrijke spil in het web, omdat deze de communicatoren blijven tussen de EU en de regionale Griekse producenten. Aangezien is aangetoond dat het beleid vanuit deze twee lichamen niet efficiënt wordt geïmplementeerd, zou de directe communicatie tussen de EU en regionale een oplossing kun- nen bieden.

De vraag rest wat overblijft van de geconstrueerde noties die in hoofdstuk 3 zijn uitgelegd en hier zijn toegepast. Geconcludeerd kan worden dat de constructies van de waarden van eten doorwerken in de praktijk van het EU-beleid voor kwaliteitsregelingen. De betekenis van terroir,

94

kwaliteit en erfgoed zijn belangrijke criteria voor de perceptie van het Europese beleid door de Grie- ken. Echter draagt dit niet altijd bij aan een soepele toepassing van Verordening 1151/2012. De ver- ordening spreekt voor veel Grieken niet tot de verbeelding en de registratie van lokale producten onder de verordening wordt daarom ook niet altijd nodig geacht.

95

Conclusie

Het toetje Op het menu:

De ontwikkeling van de vinEUgrette: vermengd of ontmengd?

Zoals in een vinaigrette de olie en azijn zich aanhoudend tegen hun vermenging verzetten, blijkt uit deze scriptie dat harmonisatie en variatie zich bevinden in een voortdurend spanningsveld. Aan de ene kant is de verordening het instrument waarmee de EU voornemens is het beleid voor kwaliteits- regelingen geharmoniseerd te implementeren, zodat in alle lidstaten hetzelfde beleid wordt gevoerd. Deze harmonisatie komt de Europese interne markt ten goede, waarin een level playing field en ‘we- derzijdse erkenning’ bijdragen aan de bescherming van de Europese lokale producten en een sterke Europese economie. Harmonisatie is de basis, het is de donkere, stroperige, azijn.

Daartegenover staat de flexibele olie, die de voortdurende neiging heeft om zich uit de emul- sie van de vinaigrette te ontbinden. De olie staat symbool voor de flexibiliteit, diversiteit en variëteit in Europa. De verschillende achtergronden, culturen, geschiedenissen, culturele tradities en nationale instanties dragen bij aan de manier waarop een unieke interpretatie van een EU-beleid in elke lid- staat is gebaseerd. Zelfs in de implementatie van de harmoniserende verordening, wordt het beleid verschillend geïmplementeerd.

Verordening 1151/2012, zoals die nu wordt geïmplementeerd in de lidstaten, komt van ver. De verordening is onderdeel van het beleid voor kwaliteitsregelingen, dat in 1992 is ingesteld. Dit is samen gegaan met een omslag in het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid; van kwantiteit naar kwali- teit. Het beleid van 1992 is sterk gebaseerd op het Franse systeem van de Appellation d'Origine Con-

trôlée (AOC). In een historisch-culturele beschrijving is achterhaald hoe de AOC is ontstaan, welke

betekenis de notie terroir en kwaliteit hierin spelen en welke ontwikkelingen hebben bijgedragen aan de vorming van het beleid. Een duik in de geschiedenis en in de sociale constructies toont aan dat veel achterliggende noties, factoren en elementen hebben bijgedragen aan het hedendaagse beleid. Dit draagt ertoe bij dat het beleid van Verordening 1151/2012 meer is dan een rechtstreeks toepasselijk rechtsinstrument van de Europese Commissie; het is complexer.

Uit de taal van de artikelen van Verordening 1151/2012 is af te lezen dat het beleid is geba- seerd op geconstrueerde noties. Traditie, terroir en plaatselijke productiemethoden worden als crite- ria genoemd voor een registratie van een BOB, BGA en GTS. Subjectieve noties worden ook aangedra- gen door het Hof van Justitie en de Advocaat-Generaal in de beoordeling van de bescherming van

96

geografische indicaties. Een subjectief argument bestaat bijvoorbeeld uit het toekennen van het be- lang van kazen, zoals Feta, in mediterrane landen.

In het toekennen van de reikwijdte van de bescherming van geografische indicaties is ook de consument leidend. Al in negentiende-eeuws Frankrijk spelen consumenten een rol in de definitie van zuivere wijn. Een product moet voldoen aan de verwachtingen van de consument die het product aanschaft. Deze trend zet door in de consumptiemaatschappij in de jaren 1960-1990. De consument draagt met de percepties over ‘veilig’ en ‘authentiek’ eten bij aan de juridische ontwikkelingen die zich in de jaren 1990 omvormen tot het Europese beleid voor kwaliteitsregelingen.

De analyse van het beleid in Griekenland toont tenslotte aan dat de organisatie vanuit de overheid, die naar Verordening 1151/2012 handelt, niet altijd samengaat met de interpretatie van consumenten en producenten. De waarde van eten, zo vinden veel Grieken die in het veldwerk zijn ondervraagd, past niet altijd in de kwaliteitsregelgeving van de EU. Met dit voorbeeld is aangetoond dat in Griekenland eigenzinnig over het beleid wordt gedacht. Daarnaast wordt met de uitvoerige analyse bevestigd dat in Griekenland de lokale, authentieke en kwalitatief hoogwaardige producten van de terroir hoog in het vaandel staan. De Grieken gebruiken deze producten echter niet om grote marktspelers te worden en daarom wordt over het algemeen noch veel samengewerkt om de produc- ten te exporteren, noch veel waarde gehecht aan de marktinstrumenten BOB, BGA en GTS.

Brengen de verschillende implementaties van de verordening het recht in diskrediet? In de interpretatie van de verordening is niet naar de letter van artikel 288 VWEU gehandeld. Echter is wél gehandeld naar de letter van de wet van Verordening 1151/2012. Hoe verschillend de implementatie van de verordening ook is, elke lidstaat houdt zich met de verschillende bevoegde autoriteiten, de verschillende organisaties van de kostendekking en de uiteenlopende aantallen geregistreerde kwali- teitsproducten namelijk netjes aan de Europese regels. Dit zegt eens temeer iets over de lidstaten, die bij klachten van burgers over een te streng beleid neigen met de vinger naar ‘Brussel’ te wijzen. Vaak komen de strenge regels, zoals de controleregels op kaas, niet uit de EU, maar vloeien zij voort uit de nationale interpretatie van een EU-verordening. De variatie in de implementatie is onderhevig aan (institutionele) cultuur , achtergrond en traditie. Hoe de lidstaat de verordening interpreteert, is af- hankelijk van de eigen geschiedenis, de percepties ten aanzien van eten en de ervaring met het be- schermen van geografische indicaties enerzijds of het waarborgen van voedselveiligheid in de land- bouw anderzijds.

Deze verklaring past binnen de sociaalconstructivistische beleidstheorie. De verordening werkt niet direct door, maar wordt eigenzinnig geïnterpreteerd. Hierbij beïnvloeden de visies en ideeën van grote en kleine actoren het beleid. Ook worden met maatschappelijke, sociaaleconomische en politieke ontwikkelingen de perceptie van het beleid geconstrueerd. De verordening is geen ratio- neel en lineair doorwerkend instrument; het is een dynamisch, chaotisch pingpongproces. Het is complex, maar het toont wel aan hoe Europees beleid werkt.

97

Hoezeer variatie het beleid binnen de EU kenmerkt, tekent harmonisatie het Europese beleid naar buiten toe. De vraag is echter of deze eendrachtige, sterke strategie voor de bescherming van geografische indicaties ten aanzien van derde partijen standhoudt. De TTIP (Transatlantic Trade and

Investment Partnership) ligt op het moment op de onderhandelingstafel van de EU en de Verenigde

Staten.439 Of het verdrag ondertekend wordt en onder welke criteria, is nog onbekend. Het zou zo

kunnen zijn dat de Verenigde Staten de eigen landbouwproducten in de toekomst in de EU onder dezelfde voorwaarden kan verkopen als in het eigen land. De Verenigde Staten houdt andere voed- selvoorschriften aan dan de EU. Op dit moment mag de Amerikaanse antibioticakip in Europa niet verkocht worden, na het ondertekenen van de TTIP misschien wel.440 Omdat de Verenigde Staten

andere opvattingen heeft over de bescherming van geografische indicaties, kan de TTIP grote gevol- gen hebben op het Europese beleid voor kwaliteitsregelingen. Het zou kunnen zijn dat het Europese kwaliteitskeurmerk belangrijker wordt, omdat consumenten – de leidinggevende factoren op veel momenten in de geschiedenis van geografische indicaties – eisen de herkomst, inhoud en de kwaliteit van een product te kennen alvorens te beslissen het te kopen. De ontwikkelingen rondom de TTIP reiken dan ook een geschikt onderwerp aan voor nader onderzoek.

Hoe zit het nu met de olie en azijn? Zijn zij verweven in harmonie? Of zakt de standvastige azijn naar beneden en komt de olie, vol eigenzinnige Europese culturele tradities, naar boven druppe- len? Het antwoord hangt in het midden. Van de ene kant speelt cultuur een rol in de manier waarop een verordening wordt geïmplementeerd. Het is, naar het idee van Mokre en Vos, inderdaad een ‘hid-

den policy’.441 Cultuur is de alom aanwezige, doorslaggevende factor in de diverse implementaties van

dezelfde verordening. Hiermee zou de harmonisatie (de verordening) zich van de variatie (de imple- mentatie) ontbinden. Echter is de spanning tussen harmonisatie en variatie de Europese werkelijk- heid. Als cultuur en Europees beleid niet naast elkaar kunnen bestaan, heeft de Europese Unie geen betekenis meer. Cultuur speelt altijd een significante rol in de doorwerking van het Europees recht. Variatie en de EU gaan hand in hand, immers heeft de EU achtentwintig lidstaten met verschillende institutionele culturen, uiteenlopende achtergronden en een diversiteit aan opvattingen over onder- werpen als eten. De vinEUgrette is geen harmonisch geheel, noch een uiteenvallende emulsie, maar staat wel symbool voor de ambivalentie binnen de Europese Unie.

439 Maartje Somers, ‘Komt de chloorkip naar Nederland?’, NRC Handelsblad, 2 april 2015, http://www.nrc.nl/ handels-

blad/van/2015/april/02/1483806, geraadpleegd op 28 juni 2015.

440 Ibidem.

441 Monika Mokre, ‘European Cultural Policies and European Democracy’, p. 32 en Hendrik Vos, ‘Europese cultuurpolitiek’, pp.

99

Bibliografie

Primaire bronnen

Canadene Cheese Trading en Kouri, C-317/95 (beschikking): HvJ EG, 24 juni 1997, Jur. 1997, I-04681, C-317/95 (Canadene Cheese Trading en Kouri, conclusie van de AG)

Canadene Cheese Trading en Kouri, C-317/95 (conclusie van de AG): HvJ EG, 24 juni 1997, Jur. 1997, I-

04681, C-317/95 (Canadene Cheese Trading en Kouri, conclusie van de AG)

Dassonville, zaak 8/74: HvJ EG, 11 juli 1974, Jur. 1974, -00837, zaak 8/74 (Dassonville)

Denemarken, Duitsland en Frankrijk / Commissie, gevoegde zaken C-289/96 en C-293/96 en C-299/96:

HvJ EG 16 maart 1999, Jur. 1999, I-1541, gevoegde zaken C-289/96 en C-293/96 en C-299/96 (Denemarken, Duitsland en Frankrijk / Commissie)

Duitsland en Denemarken / Commissie, gevoegde zaken C-465/02 en C-466/02: HvJ EU, 25 oktober

2005, Jur. 2005, I-09115, gevoegde zaken C-465/02 en C-466/02 (Duitsland en Denemarken /

Commissie)

Exportur, C-3/91: HvJ EG, 10 november 1992, Jur. 1992, I-5529, C-3/91 (Exportur)

Sekt und Weinbrand, zaak 12-74: HvJ EG, 20 februari 1975, Jur. 1975, -00181, zaak 12-74 (Sekt und Weinbrand)

Smanor, zaak 298/87: HvJ EG, 14 juli 1988, Jur.1988, -04489, zaak 29/87 (Smanor)

TRIPS-verdrag: Agreement on Trade-Related Aspects of Intellectual Property Rights van 15 april 1994, te vinden via https://www.wto.org/english/docs_e/legal_e/27-trips_04b_e.htm. Verdrag Betreffende de Europese Unie van 1 december 2009.

Verdrag Betreffende de Werking van de Europese Unie van 1 december 2009.

Verdrag van Parijs: Internationaal Verdrag van Parijs tot bescherming van de industriële eigendom van 20 maart 1883, te vinden via http://www.wipo.int/treaties/en/text.jsp?file_id=288514 #P71_4054.

Verordening (EG) nr. 0182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie con- troleren.

Verordening (EG) nr. 0510/2006 van de Raad van 20 maart 2006 inzake de bescherming van geogra- fische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen. Verordening (EG) nr. 0882/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake

officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en