• No results found

De directe aanleidingen voor de ontwikkeling van het EU-beleid ten aanzien van kwaliteitskeurmer- ken moeten gezocht worden in internationale en Europese ontwikkelingen vanaf de jaren 1970. Deze ontwikkelingen dragen bij tot de totstandkoming van Verordening 2081/1992, de eerste verordening van het beleid voor kwaliteitsregelingen.131 Dit beleid vindt haar oorsprong in het Gemeenschappelijk

Landbouwbeleid (GLB), zoals dat zich in de laatste decennia van de twintigste eeuw ontwikkeld heeft.132 De heroriëntatie en omvorming van het GLB is met name gericht op het terugdringen van

landbouwoverschotten. Hiermee komen normen tot stand voor geografische aanduidingen en biolo- gische producten.133 Drie thema’s schetsen de omstandigheden waarin het EU-beleid ontstaat: har-

monisatie, het verzekeren van de positie op de wereldmarkt en de opkomst van consumentenbewe- gingen.

Ten eerste heeft het EU-beleid voor kwaliteitsregelingen bijgedragen tot de harmonisatie van nationale systemen voor de bescherming van geografische indicaties in Europa.134 Lang voor de Unie

regelgeving op dit gebied heeft aangenomen, beschikt een aantal Europese staten reeds over een soortgelijk systeem. De Mediterrane landen Frankrijk, Italië en Spanje hebben volgens Gragnani de oudste tradities inzake hooggekwalificeerd lokaal eten en het zijn dan ook deze landen die tegen het begin van de twintigste eeuw reeds hun eigen regelgeving hebben ontwikkeld voor de bescherming

128 Elizabeth Barham, ‘Translating terroir’, p. 129.

129 Karolina Zurek, European Food Regulation after Enlargement: Facing the Challenges of Diversity, Leiden: Martinus

Nijhoff Publishers 2011, p. 202.

130 Elizabeth Barham, ‘Translating terroir’, p. 129.

131 Verordening (EEG) nr. 2081/1992 van de Raad van 14 juli 1992 inzake de bescherming van geografische aanduidingen en

oorsprongsbenamingen van landbouwprodukten en levensmiddelen.

132 Barbara M. Vroom-Cramer, Juridische aspecten van geografische aanduidingen, p. 53. 133 Ibidem.

42

van geografische indicaties.135 Oudere, soortgelijke, losstaande afspraken bestaan ook al, zoals de

veertiende-eeuwse Franse wetgeving ter bescherming van Roquefort.136 Een ander voorbeeld is de

Chianti. In 1716 legt de Groothertog van Toscane, Cosimo III de’ Medici, bij wet vast dat uitsluitend in een bepaald deel van Toscane Chianti geproduceerd kan worden.137 Volgens Van Caenegem komt de

belangrijkste impuls voor EU bescherming voor geografische indicaties uit de Mediterrane staten, ‘where traditional, specialised, small-scale, non-commoditised agricultural practises remain relatively

commonplace’.138 Het is met deze Europese traditie in de bescherming van geografische indicaties

volgens Covarrubia dan ook niet verwonderlijk dat uitgerekend de EU een leidinggevende rol speelt op het gebied van de ontwikkeling, erkenning en bescherming van geografische indicaties.139

De verschillende nationale systemen staan binnen het kader van de Europese Gemeenschap het vrij verkeer van goederen in de weg en hinderen daarmee een van de basisprincipes van het ac-

quis communautaire.140 Dit werkt het level playing field tegen, dat gelijke voorwaarden verondersteld

voor alle spelers in de interne markt.141 Om het vrij verkeer van goederen te stimuleren zijn op grond

van artikelen 34-36 VWEU (oud 28-30 EG-Verdrag) alle kwantitatieve in- en uitvoerbeperkingen tussen lidstaten en ‘maatregelen van gelijke werking’142 verboden.143 Uitzonderingen hierop kunnen,

zoals in artikel 36 VWEU staat omschreven, gerechtvaardigd worden uit hoofde van de industriële en commerciële eigendom.144 In het arrest Exportur (1992) stelt het Hof van Justitie dat oorsprongsbe-

namingen en herkomstaanduidingen vallen onder deze intellectuele eigendomsrechten.145

De verschillende nationale systemen voor de bescherming van geografische indicaties leve- ren disputen op die het vrij verkeer in de EG hinderen, waardoor het Hof van Justitie meerdere malen genoodzaakt is uitspraken te doen over de reikwijdte van de bescherming van geografische indica-

135 Matteo Gragnani, ‘The law of geographical indications in the EU’, Journal of Intellectual Property Law & Practice, nr. 4 (2012),

p. 271.

136 Patricia Covarrubia, ‘The EU and Colombia/Peru Free Trade Agreement on GIs: adjusting Colombian and Peruvian national

laws?’, Journal of Intellectual Property Law & Practice, nr. 5 (2011), p. 332.

137 Fabio Mattioli, ‘The Property of Food. Geographical Indication, Slow Food, Genuino Clandestino and the Politics of Property’, Ethnologia Europaea, nr. 2 (2013), p. 48.

138 W. van Caenegem, ‘Registered Gis’, p. 172.

139 Patricia Covarrubia, ‘The EU and Colombia/Peru Free Trade Agreement on GIs’, p. 332.

140 Artikel 3(3) VEU: De Unie brengt een interne markt tot stand en artikelen 28-32 VWEU over het vrij verkeer van goederen

en de douane-unie.

141 F. Amtenbrink en H.H.B. Vedder, Recht van de Europese Unie, Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2010, p. 277.

142 In Dassonville is in 1974 door het Hof uitgemaakt dat onder maatregel van gelijke werking met betrekking tot de invoer

‘iedere handelsregeling der Lid-Staten’ verstaan moet worden ‘die de intracommunautaire handel al dan niet rechtstreeks, daadwerkelijk of potentieel, kan belemmeren’, in: Dassonville, zaak 8/74, r.o. 5.

143 Barbara M. Vroom-Cramer, Juridische aspecten van geografische aanduidingen, p. 8.

144 Een andere uitzondering is de rule of reason of de Cassis-rechtvaardiging, in: Barbara M. Vroom-Cramer, Juridische aspecten van geografische aanduidingen, p. 9.

43

ties. In 1975 buigt het Hof zich in het arrest Sekt und Weinbrand voor de eerste keer over de vraag in hoeverre nationale regelgeving voor de bescherming van geografische indicaties het vrij verkeer van goederen hindert.146 Sekt en Weinbrand zijn benamingen voor dranken die, volgens Duitse wetgeving,

alleen gebruikt mogen worden voor binnenlandse, mousserende wijn. Soortgelijke dranken uit ande- re landen moeten in Duitsland onder de naam Schaumwein verhandeld worden. Het Hof oordeelt dat

Sekt en Weinbrand geen herkomstaanduidingen zijn, omdat de producten niet hun ‘kwaliteit en speci-

fieke kenmerken’ ontlenen aan de geografische oorsprong.147 Het anders behandelen van een soort-

gelijke, buitenlandse drank omvat een ‘maatregel met onderscheid’, dus een handelsbelemmering.148

Volgens Duitse kritiek heeft het Hof te streng naar de definitie van herkomstaanduidingen geoor- deeld. Vroom-Cramer stelt dat het Hof in het bovengenoemde Exportur-arrest aan de Duitse kritieken tegemoet is gekomen.149

Om nationaal protectionisme af te bouwen introduceert het Hof van Justitie in 1979 in het arrest Cassis de Dijon het begrip ‘wederzijdse erkenning’.150 Hoewel het helpt het protectionisme van

de nationale regels af te breken, is de toepassing van het begrip problematisch ten aanzien van natio- nale regels voor kwaliteitsregelingen: ‘its application (…)generated a risk of misleading consumers and

a lower quality standardization’.151 In 1988 stelt het Hof in Smanor daarom dat wederzijdse erkenning

niet toegepast kan worden op traditionele benamingen wanneer consumenten deze benaming asso- ciëren met specifieke producteigenschappen.152 Het Hof staat restrictieve nationale regels dus toe.

Bovendien blijkt dat de consument leidend is. Dit is een ‘key point in the evolution of quality protec-

tion’.153 Hiermee draagt het Hof bij aan een nieuw en groter bewustzijn, dat uitmondt in ‘an enhanced

interest by Community political institutions for the protection of quality products’.154

Wat opvalt uit het bovenstaande onderzoek is dat het Hof van Justitie in de jurisprudentie harmoniserend optreedt tegen en tegelijkertijd ook ruimte geeft aan de bescherming van traditionele producten. Aan de ene kant steunt het Hof met de uitspraak in Sekt und Weinbrand het EU-beleid ten behoeve van de interne markt; aan de andere kant draagt het Hof in Exportur en Smanor bij aan een ruime interpretatie van de bescherming van geografische indicaties, waarbij het Hof in Smanor bo- vendien ook een grote rol toeschrijft aan de associatie met een product door de consument. Zowel

146 Barbara M. Vroom-Cramer, Juridische aspecten van geografische aanduidingen, p. 9. 147 Sekt und Weinbrand, zaak 12-74.

148 Sekt und Weinbrand, zaak 12-74, R.o. 7.

149 Barbara M. Vroom-Cramer, Juridische aspecten van geografische aanduidingen, p. 10.

150 Dit beginsel, dat zijn oorsprong vindt in het Cassis de Dijon-arrest (C-120/78, Cassis de Dijon) heeft geleid tot nieuwe ont-

wikkelingen in de interne goederenmarkt. Hoewel niet expliciet genoemd in de rechtspraak, is het inmiddels volledig erkend, in: EC, ‘Vrij verkeer van goederen’ [gids], Luxemburg: Bureau voor publicaties van de Europese Unie 2010, p. 15.

151 Matteo Gragnani, ‘The law of geographical indications in the EU’, pp. 271-272. 152 Smanor, zaak 298/87, r.o. 21.

153 Matteo Gragnani, ‘The law of geographical indications in the EU’, p. 272. 154 Ibidem.

44

harmonisatie als variatie zijn hier thema’s. De zaken die voor het Hof komen ‘show how the EU pro-

gram confers on food (and their producers) the legal right to draw national boundaries in an otherwise open marketplace’.155

Door te harmoniseren ontstaat verduidelijking over de erkenning en bescherming over landsgrenzen heen. Het EU-beleid ten aanzien van kwaliteitsregelingen, dat in 1992 wordt geïmple- menteerd, vervangt voor een groot deel de nationale systemen voor kwaliteitslabels. Covarrubia spreekt dan ook van harmonisatie van de nationale regels.156 Hoewel de nationale systemen niet ver-

dwijnen, stelt ook Coppola dat met het aannemen van de verordening in 1992 de verschillende natio- nale systemen vervangen worden door het Europese systeem.157 De wetgeving binnen het EU-beleid

voor kwaliteitsregelingen brengt een ‘harmonized supranational system’ voor de bescherming van geografische indicaties teweeg, ‘whose nature is exclusive’.158

Ten tweede dient de harmonisatie van het beleid daarnaast het hoofd te bieden aan de pro- gressieve liberalisatie in de internationale handel. Begin jaren 1990 wordt daartoe het Gemeen- schappelijk Landbouwbeleid (GLB) hervormd. Het regime, dat altijd sterkt gebaseerd is geweest op overheidsoptreden, wordt hervormd tot een systeem gebaseerd op milieubescherming en de toede- ling van compensatoire bedragen naar boeren. Kortom: het GLB gaat van een beleid gebaseerd op kwantiteit naar een beleid gebaseerd op kwaliteit. Om het hoofd te bieden aan uitdagende internatio- nale concurrentie op de wereldmarkt bevordert de EU lokale landbouwproductenproducten, levens- middelen met distinctieve kenmerken en producten met een hoge kwaliteit.159 Deze producten wor-

den gekenmerkt en beschermd met onderscheidende symbolen, zoals de BOB, BGA en later de GTS.160

Mattioli noemt deze kwaliteitskeurmerken ‘marktinstrumenten’.161 De bescherming aan geografische

indicaties is in het kielzog hiervan een instrument om de Europese cultuur en tradities te bewaren.162

Deze marktinstrumenten zijn nodig om Europese producten te beschermen. Een aantal van de producten die door Frankrijk, Italië, Spanje, Portugal en Duitsland is geregistreerd behoort tot de meest nagemaakte producten ter wereld. Terwijl Parmigiano Reggiano kaas is uit een zeer specifiek gebied tussen Parma en Reggio Emilia, kan onder het TRIPS-verdrag buiten de EU het product met de soortnaam ‘Parmezaan’ worden verhandeld. De EU garandeert met de bescherming van haar systeem de eigen machtspositie op wereldmarkt van voedingsmiddelen. Geografische indicaties zijn het opti-

155 Michaela DeSoucey, ‘Gastronationalism’, p. 442.

156 Patricia Covarrubia, ‘The EU and Colombia/Peru Free Trade Agreement on GIs’, p. 332.

157 Nicola Coppola, ‘The CJEU confirms the exclusive character of EU competence in PDO/PGI schemes’, Journal of Intellectual Property Law & Practice, nr. 9 (2014), p. 717.

158 Matteo Gragnani, ‘The law of geographical indications in the EU’, pp. 279-280. 159 Ibidem, p. 272.

160 Ibidem.

161 Fabio Mattioli, ‘The Property of Food’, p. 52.

162 Susanne Padel, ‘The European Regulatory Framework and its implementation in influencing organic inspection and certifi-

45

male instrument voor een groep producenten uit de EU om een sector van de markt te monopolise- ren.163 Het EU-systeem wordt erkend door belangrijke derde partijen waarmee de EU een overeen-

komst sluit. Zo wordt de Europese bescherming voor geografische indicaties erkend in de verschil- lende (vrij)handelsverdragen en associatieakkoorden tussen de EU en Marokko, Korea, Singapore, Colombia en Peru en centraal Amerika.164 Hoe meer landen het EU-systeem juridisch erkennen, des te

meer mogelijkheden om Europese, lokale nicheproducten te bevorderen. Volgens Viju, Yeung en Kerr is dit de kern van de Europese strategie.165 Met dit concurrentiebeleid wordt de EU vaak afgeschil-

derd als de belangrijkste vormgever van de wereldwijde regelgeving in geografische indicaties.166

Zoals ook in de totstandkoming van het beleid in Frankrijk het geval is, speelt de consument in de totstandkoming van het beleid in de EU een belangrijke rol. Dit bleek al eerder uit het arrest

Smanor. Wetenschappers spreken binnen de consumptiemaatschappij over de quality turn en Alter- native Food Systems – ontwikkelingen die vanaf de jaren 1960 opwellen. Vanaf de jaren 1980 wordt

‘kwaliteit’ een sleutelbegrip binnen de Alternative Food Systems. Organische etenswaren, lokale le- vensmiddelen en voedingsproducten die het dierenwelzijn verbeteren winnen aan populariteit onder consumenten. Een beweging die onder Alternative Food Systems aandacht besteedt aan producten met deze kenmerken is de Slow Food beweging, die in 1989 is opgericht in de Italiaanse provincie Cuneo en inmiddels is uitgegroeid tot een beweging met meer dan honderdduizend leden wereldwijd. De beweging richt zich op de bescherming van de lokale eetcultuur, de bevordering van ‘bottom-up

globalisation’ en de bestrijding van ‘the dominant fast-food culture’ en ‘the loss of many regional culi- nary traditions’.167De quality turn illustreert bovenstaande omschakeling in de belangstelling van

consumenten voor eten: van de kernwoorden efficiëntie, doeltreffendheid en prijs naar de kernwoor- den milieu, voedingswaarde en gezondheid; van industriële productie waarin kwantiteit de boven- toon voert naar kwaliteit.168

De bezorgdheid bij consumenten in de jaren 1980 en 1990 over de kwaliteit van de levens- middelen neemt door ziekten zoals de gekkekoeienziekte toe en leidt tot meer aandacht voor voed-

163 Fabio Mattioli, ‘The Property of Food’, p. 52.

164 Patricia Covarrubia, ‘The EU and Colombia/Peru Free Trade Agreement on GIs’, p. 333, EC, ‘The EU and Morocco strike a

deal on the protection of Geographical Indications’ [persbericht], 16 januari 2015, http://europa.eu/rapid/press-release_IP-

15-3440_en.htm, geraadpleegd op 1 februari 2015 en EC DG Trade, ‘Geographical-indications’,

http://ec.europa.eu/trade/policy/accessing-markets/intellectual-property/geographical-indications/, geraadpleegd op 28 juni 2015.

165 Crina Viju, May T. Yeung en William A. Kerr, ‘Geographical indications, conflicted preferential agreements, and market

access’, Journal of International Economic Law, nr. 2 (2013), p. 416.

166 Alasdair A. Young, ‘Europe as a global regulator? The limits of EU influence in international food safety standards’, Journal of European Public Policy, nr. 6 (2014), p. 904.

167 Egidio Dansero en Matteo Puttilli, ’Multiple territorialities of alternative food networks: six cases from Piedmont , Italy,

Local Environment’, The International Journal of Justice and Sustainability, nr. 6 (2004), p. 635.

168 Richard Milne, ‘Quality’, in: Jackson, Peter and the CONANX group eds., Food Words. Essays in Culinary Culture, London en

46

selveiligheid. Omdat geografische indicaties de consument informatie geven over de herkomst van producten, worden geografische indicaties niet meer alleen geassocieerd met typische, traditionele producten, maar dienen zij ook als garantiesysteem voor producten met een veilige herkomst.169

Consumenten willen informatie over de herkomst van een product echter niet alleen weten vanwege gezondheids- en veiligheidsredenen, maar ook om de nostalgie naar een tijd van ‘echt’ en ‘verant- woord’ eten.170 In de keuze van Europese consumenten ten aanzien van goederen als wijnen, kazen

en landbouwproducten spelen ‘authenticiteit’ en ‘kwaliteit’ dan ook een toenemende rol.171