• No results found

Het delictsprofiel van Surinaamse Marrons

In document Ketens van het heden (pagina 84-90)

Hoofdstuk 3 Empirisch onderzoek naar een oververtegenwoordiging van Marrons in

3 Het kwantificerende luik: de gevangenisstatistieken

3.2 Beschrijvende statistiek: een schets van de gedetineerde marronpopulatie. 66

3.2.4 Het delictsprofiel van Surinaamse Marrons

In onderstaande uiteenzetting wordt er gefocust op de aard van delict waarvoor de gedetineerden veroordeeld zijn. Alhoewel de focus gericht is op het profiel van gedetineerde Marrons, zal de lens ook verbreed worden naar de gehele Creoolse bevolking toe, vanwege vastgestelde gelijkenissen tussen het delictsprofiel van Boslandcreolen en dat van Stadscreolen.

Onderstaande schijfdiagram toont de verdeling van de aard van delict bij Surinaamse gedetineerden. Er dient rekening gehouden te worden met de eerder vermelde focus op geweldsdelicten en in het bijzonder roof en alle combinaties met roof.

21.86% 36.38% 2.99% 18.56% 4.79% 4.94% 10.48% Delict Drugs Roof + Roofcombinaties Roofmoord Moord + doodslag + zware MHD Andere Geweldsdelicten Zedendelict Overige

Figuur 3.3 Verdeling van percentages veroordelingen in Surinaamse gevangenissen in de periode van 1 okt. tot 2 nov. 2005.

Het grootste percentage (36.38%) van de gevangenisbevolking zit een straf uit voor een vorm van roof al dan niet gecombineerd met andere strafbare feiten. Op een tweede plaats bevindt zich het percentage veroordeelden voor drugsfeiten, hun aandeel bedraagt 21.86 %. Het derde grootste stuk van de schijf (18.56%) is toebedeeld aan de veroordeelden voor moord, doodslag of mishandeling met de dood tot gevolg. Op de vierde plaats bevindt zich de categorie “overige” met een tiende van de veroordelingstaart der Surinaamse gevangenissen (10.48%). De vijfde plaats wordt gedeeld door veroordeelden voor zedenfeiten (4.94%) en andere geweldsdelicten (4.79%) Op de laatste plaats komen de veroordeelden voor roofmoord. Zij nemen circa 3% in van de totale gevangenispopulatie.

Door middel van een kruistabel wordt de samenhang tussen landaard en delictsvorm berekend. Aangezien er te veel cellen zijn met een absolute waarde kleiner dan vijf berekent de Phi en de Cramers’ V de samenhang tussen beiden concepten. P(Phi= 0.494 en Cramers’ V= 0.221 )<<0.001 onder de H0 dat er geen verband is tussen beiden variabelen, waardoor men kan aannemen dat er een samenhang bestaat tussen landaard en delictsvorm. Om dit overzichtelijk weer te geven worden de gegevens gepresenteerd in onderstaand staafdiagram na hercodering.

Roof Moord of doodslag Drugsdelicten andere delicten 0 20 40 60 80 100 P e r cen tage 62.6 16 9.8 11.7 44.9 19.7 14.1 21.2 11.1 24.4 28.9 35.6 14.7 27.4 27.4 30.5 14.9 9 59.7 16.4 43 16 23 18 Landaard Marron Stadscreool Jachin Hindoestaan Buitenlander Gemengd

Figuur 3.4 Percentage aanwezigheid van verschillende etniciteiten per delictsvorm bij Surinaamse gevangenen in de periode van 1 okt. tot 2 nov. 2005.

De drie grootste delictsgroepen blijven praktisch behouden namelijk (1) drugsdelicten, (2) moord + doodslag + zware MHD - hieronder benoemd als “moord en doodslag” -en (3) roof. Bij deze laatste wordt echter de variabele roofmoord toegevoegd. De categorie “andere delicten” bestaat nu uit een som van de percentages zedendelicten, andere geweldsdelicten en de categorie overige. In de grafiek valt het percentage Marrons op die veroordeeld werden voor een vorm van roof . Van alle gedetineerde Boslandcreolen zit 62,6% een straf uit voor het veroordeeld zijn voor roof. Maar ook een aanzienlijk aandeel Stadscreolen en mensen van de groep Gemengd ( respectievelijk 44, 9% Stadscreolen en 43% Gemengden) zitten een straf uit na veroordeling voor een vorm van roof. Het tweede grootste aandeel Marrons zit in de gevangenis vanwege een veroordeling tot moord of doodslag, 16% van de gedetineerde Marrons zijn tot “moord of doodslag” veroordeelden. In deze categorie zijn de Hindoestanen het hoogst vertegenwoordigd met 27, 4%. Het derde grootste aandeel Marrons bedraagt 11,2 % en bevindt zich in de restcategorie “andere delicten.” In deze categorie is de groep “Jachin” het meest vertegenwoordigd met 35,6%. Tenslotte is 9.8% van de gedetineerde Marrons veroordeeld voor een drugsdelict. Bij deze delictsoort blijken vooral de Buitenlanders het hoogst vertegenwoordigd te zijn met een aandeel van 35.6% van alle veroordeelden voor drugsdelicten.

Wanneer men het delictsprofiel van de gehele gevangenispopulatie in beschouwing neemt en onderverdeelt in een categorie geweldsdelicten en een restgroep met de zedenfeiten, drugsdelicten en overige delicten, komt men tot de vaststelling dat 63% van de Surinaamse gevangenispopulatie bestaat uit gedetineerden veroordeeld voor geweldsdelicten. Men kan aannemen dat in Suriname veel meer geweldsdelicten gepleegd worden in verhouding met andersoortige delicten. Toch is een meer waarschijnlijkere uitleg dat het een zichtbaardere vorm van criminaliteit is, die dus makkelijker gedetecteerd wordt en bijgevolg sneller tot vervolging en veroordeling leidt. De oververtegenwoordiging van geweldsdelicten zou dan kunnen wijzen op het feit dat veroordeling tot deze gemakkelijker leidt tot een gevangenisstraf dan non-geweldsdelicten. Vanwege hun grote aandeel in veroordeelden tot roofdelicten werd het aandeel dat Stadscreolen en Marrons innemen binnen deze beide categorieën verder uitgediept.

Geweldsdelicten zeden_drugs en overige feiten 0 20 40 60 80 100 Perce n tage 81 19 68.2 31.8 49.5 50.5 Landaard Marron Stadscreool Niet Creool

Figuur 3.5 Verdeling veroordeling bij Boslandcreoolse, Stadscreoolse en Niet-creoolse gedetineerden in de periode van 1 okt. tot 2 nov. 2005 met nadruk op geweldsdelicten en zeden-, drugs- en overige feiten.

Uit de staafdiagram kan men afleiden dat zowel Marrons als Stadscreolen sterk vertegenwoordigd zijn binnen de categorie van geweldsdelicten. Vooral Marrons zijn veroordeeld naar aanleiding van een geweldsdelict, 81% van alle gedetineerden Marrons zit een straf uit naar aanleiding tot een veroordeling van een geweldsdelict. Toch zijn ook bij Stadscreolen geweldsdelicten een veel voorkomende aanleiding tot veroordeling, het aandeel voor geweldsdelicten veroordeelde Stadscreolen bedraagt 68.2%. Dit komt nog duidelijker tot uiting wanneer men de Creoolse groep (Stadscreolen + Boslandcreolen) afzet tegen de niet Creoolse groep gedetineerden.

Onderstaande tabel toont het aandeel van de gehele Creoolse gevangenispopulatie aan ten opzicht van de niet Creoolse gedetineerde bevolkingsgroep, verdeeld over de beide delictscategorieën.

Tabel 3.7 Het aandeel van de Creoolse en Niet-Creoolse gevangenen in Surinaamse geweldscriminaliteit in de periode van 1okt. tot 2 nov. 2005

Creool

Creools Creools Niet Totaal

Delict Geweldsdelicten Aantal 267 152 419

% in Delict 63.7 36.3 100.0

% in Creool 74.0 49.5 62.7

% Totaal 40.0 22.8 62.7

zeden_drugs Aantal 94 155 249

en overige feiten % in Delict 37.8 62.2 100.0

% in Creool 26.0 50.5 37.3

% Totaal 14.1 23.2 37.3

Totaal Aantal 361 307 668

% Totaal 54.0 46.0 100.0

P(x2≥42.419) <<0.001

De tabel toont aan hoe sterk de reden voor veroordeling verschilt van de Creoolse groep in vergelijking met de niet Creoolse groep. Ongeveer 74% van de Creoolse gedetineerden zit een gevangenisstraf uit voor een geweldsdelict en daartegenover staat 50 % niet-Creoolse gevangenen die veroordeeld zijn voor een geweldsdelict. Men kan dus stellen dat de niet Creoolse groep praktisch een gelijke verdeling kent over beide categorieën van delicten, terwijl de Creoolse groep eerder overhelt naar de categorie der geweldsdelicten. Wanneer men het percentage geweldsdelicten terug opsplitst in de onderscheiden delicten, kan men vaststellen dat roof en roofmoord samen circa 39% innemen van het 62.7% grote aandeel van gewelddelicten. Eerder werd vastgesteld dat Boslandcreolen voornamelijk voor roof opgesloten zitten. In een vorig subdeel102 werd er geconstateerd dat Marrons significant jonger in de gevangenis terechtkomen dan andere etnische groeperingen. Het is bijgevolg interessant om te bestuderen of Marrons die roof plegen significant qua leeftijd verschillen van andere etnische groeperingen. Men kan met andere woorden testen of de gemiddelde leeftijd van Boslandcreoolse voor roof veroordeelden jonger is dan voor roof veroordeelden van andere etniciteiten. De gevangenispopulatie wordt onderverdeeld in drie groepen: Stadscreolen, Marrons en de overige bevolkingsgroep.

Tabel 3.8 One Way Anova leeftijd per etniciteit per delict

Sum of Squares df Mean Square F Sig.

Between Groups 9507.206 5 1901.441 28.733 .000

Within Groups 43808.728 662 66.176

Total 53315.934 667

P(F≥28.733)<<0.001

Men kan aannemen dat de gemiddelde leeftijd tussen de verschillende etniciteiten verschilt van elkaar, een post hoc test maakt uit hoe deze verschillen eruit zien. De Levene statistic geeft aan dat P(F≥14.993)<< 0.001, waarbij men bij de post hoc test dus dient uit te gaan van ongelijke varianties. Dit houdt in dat de teststatistiek opnieuw de Tamhane statistiek zal zijn. Tabel 3.9 Tamhane test bij ongelijke varianties: gemiddelde leeftijd per delict per etniciteit in Suriname.

(I) landdelict (J) landdelict Verschil (I-J) Std. fout Sig. Betrouwbaarheidsinterval

ondergrens bovengrens Marron-roof Marron-andere -4.35609* .98446 .000 -7.3106 -1.4015 Stadscreool-roof -.73992 .81755 .999 -3.1663 1.6865 Stadscreool-andere -6.20144* .94112 .000 -8.9938 -3.4091 Overige-roof -.65768 .91728 1.000 -3.3925 2.0771 Overige-andere -8.87972* .81716 .000 -11.2903 -6.4692 Marron-andere Marron-roof 4.35609* .98446 .000 1.4015 7.3106 Stadscreool-roof 3.61617* 1.04813 .012 .4810 6.7513 Stadscreool-andere -1.84535 1.14713 .826 -5.2629 1.5722 Overige-roof 3.69841* 1.12765 .020 .3297 7.0672 Overige-andere -4.52363* 1.04783 .000 -7.6508 -1.3964

* The mean difference is significant at the .05 level.

Uit bovenstaande tabel blijkt dat gedetineerde Marrons gemiddeld gezien wel jonger zijn dan de andere gevangenen, maar dat Marrons veroordeeld voor roof niet significant in leeftijd verschillen van andere bevolkingsgroepen die tevens veroordeeld werden voor roof. Het verschil in gemiddelde leeftijd met Stadscreolen veroordeeld voor roof (- 0.73992) en de overige veroordeelden voor roof (-0.65168) is niet van dien aard om te kunnen spreken van een significant verschil. Wat daarnaast opvalt is het significant ouder zijn van Marrons die niet veroordeeld zijn voor roof. Ze zijn gemiddeld 3 à 4 jaar ouder dan de voor roofveroordeelden van alle etnische groeperingen. Toch kan men weer vaststellen dat zelfs de Marrons die veroordeeld zijn voor andere delicten, ook weer jonger zijn dan de andere etnische groeperingen. Waar ze niet significant jonger zijn dan de Stadscreoolse groep, zijn ze wel significant circa 4 jaar jonger dan de groep “overige”.

In document Ketens van het heden (pagina 84-90)