• No results found

Theoretische modellen

Hoofdvraag 5: Hoe verhouden de beschreven ontwikkelingen in het beheer van de verschillende collectieve landschapseenheden zich tot de bestaande theorie?

2.2 De grenzen van Emst

2.2 De grenzen van Emst

Het dorp Emst is vanuit de middeleeuwse buurschap Emst en Westendorp ontstaan, maar de precieze grenzen van deze buurschap zijn enkel aan de hand van zeventiende en achttiende-eeuwse archiefbronnen te reconstrueren. Uit archiefstukken als het Boerboek (1722) en de kaarten van Nicolaes van Geelkercken van het Vossenbroek (1637 en 1640) kan worden vastgesteld dat tot de achttiende eeuw het meest oostelijk gelegen land het Emsterbroek tot aan de Grote Wetering was.100 In het westen lijkt Schaveren het laatst bijbehorende gehucht te zijn, alhoewel in

zeventiende-eeuwse processtukken over het Vossenbroek ook enkele goederen onder het westelijk gelegen Gortel als Westendorper bezit werden genoemd.101 Het noorden van de buurschap Emst en Westendorp werd begrensd door de gilde Epe en Lohuizen. De boerderijen de Esschert, de Kappert en de Wolfskampen werden in de zeventiende en achttiende eeuw bij Zuuk gerekend, terwijl de Wijnbergen onder Emst vielen.102 Het zuiden van de gilde werd afgesloten door de buurschap Hegge en de gronden van het dorp Vaassen en de heren van de Cannenburch.

Het is niet precies bekend hoe groot de gilde Emst en Westendorp was, maar uit enkele zeventiende-eeuwse processtukken blijk dat het Emsterbroeck – de verzamelnaam voor de wei- en hooilanden van de gilde – 9 hoeven en 21 morgen groot was, waarbij iedere hoeve op 32 morgen werd gerekend. De totale oppervlakte van het Emsterbroek was dus 309 morgen, oftewel circa 283 ha. In 1852 was de gehele buurschap van Emst nog 1462 bunder groot. 103

Op 1 december 1827 maakte de landmeter der eerste klasse L.C. Machen het register op van de driehoeksmeting in Epe. Hij maakte gebruik van veertien vaste punten in het landschap: tien bomen, twee molens, de kerktorens van Oene en Epe en 62 bakens die bij of op herkenbare plaatsen werden neergezet. Een van deze bakens was een grote eikenboom op de Emster Enk (letter y). Uiteindelijk deelde Machen de gemeente op in 116 driehoeken.104 Vanaf 10 september 1831 liep zijn zoon, landmeter A.U. Machen, met onder meer de burgemeesters van Epe, Veessen, Olst, Heerde en heren die plaatselijk goed bekend waren, in verschillende etappes de grens van de gemeente Epe na. Zij volgden in het oosten vooral de waterlopen en weteringen van de Veluwepolder. Op de Veluwe waren doelen (zandhopen en grenspalen), traa-gangen (anti-brandwegen) en droge sloten

grensbepalend. Ten zuidwesten van Gortel vormden grenspalen van de domeinen de markering van de gemeente Epe.105

In 1832 werd de kadastrale gemeente Epe en Oene uiteindelijk in twintig secties verdeeld en telde de gemeente een totale oppervlakte van 11643,3148 hectare. Hiervan was 6817,6021 hectare grond in bezit van 48 rechtspersonen. De gemeente Epe en Oene was een van de grootste

gemeentes van het negentiende-eeuws Nederland.106 De meeste grond van de Buurschap van Emst lag in de secties I (Het Broek), K (Over de Grift), M (Emst), N (Bloemendaal), O (De Emsterenk) en P (de Heide). Alleen de secties M en O telden respectievelijk al 637,1797 en 342,3988 hectare grond.

100

SE, inv.nr. 1,510/197a; GA, inv. 0124 inv.nr. 5181, nr. 77 en inv. nr.5316, nr. 99.

101

Martens van Sevenhoven (1925), 108. Enkele decennia later zouden Emst en Westendorp onder één gilde vallen.

102

Kouwenhoven (1986), 17. Rond 1634-40 hoorde Wijnbergen bij Westendorp, blijkt uit het proces over het Vossenbroek.

103 GA, 0366 inv.nr. 48; RAG, ing. 0124, inv.nr. 5181, nr. 77; J.J.S. Sloet (1911), 376. Een Veluwse morgen is ongeveer 0,93 hectare groot. Een bunder komt vanaf 1816 overeen met een hectare.

104

Stichting Werkgroep Kadastrale Atlas Gelderland (1997), 23.

105 Kouwenhoven (2008). Zie: http://www.lohuizerbrink-epe.nl/collectie/geschiedenisepe.php

106

29 Martens van Sevenhoven wijst op het feit dat onder andere in de sectie P ‘scheidingslijn domein’ staat. Dit verwijst naar de tot de destijds tot de Rekenkamer behorende Kroondomeinen van Het Loo. 107 Emst had deze beide secties dus niet in bezit, maar volgens het Kadastraal Minuutplan van 1832 behoorden enkele gronden of percelen – die met doelen werden begrensd – wel tot de Buurschap van Emst. Er kan dus van worden uitgegaan dat in de secties N en P veel grond gebruikt werd door mensen uit de buurschap Emst.

Afbeelding 5: detail van de verzamelkaart van Epe 1832, waarop de grens van de buurschap Emst en Westendorp is ingetekend met rood. De gezamenlijk gebruikte heide (Sectie P) is op deze kaart groen omlijnd (eigen bewerking Kadastraal Minuutplan der Gemeente Epe 1832).

Uit het Proces-Verbaal der grensbepaling van het grondgebied der gemeente van Epe en Oene valt onder meer op te maken dat de zuidgrens van Emst in 1832 als volgt liep: tussen “(…) het bosch van

J.H. Armeleshof en H. van Ommeren en het weiland van Isendoorn à Blois tot de ontmoeting eener Uitwatering de Middelwetering genaamd.” Deze grensscheiding passeerde naast vele sloten onder

meer een greppel die als scheiding diende “tusschen de heide van de Buurschap van Emst en die van

de Gemeente Vaassen.” Ook de Kanaaldijk tussen de heide van de Buurschap Emst en de bossen van

de Heer Isendoorn à Blois onder Vaassen werd als grens genoemd. De heide van de Buurschap Emst is nog tweemaal als kant van een sloot vermeld. De andere kant was onder andere in bezit van de

“Heide van de gemeente Vaassen.” 108

Wanneer deze gegevens aan het Kadastraal Minuutplan (KMP) van 1832, de gegevens uit het processtuk Vossenbroek (1637, 1640) en het Boerboek (1722) worden gekoppeld, lijken de secties I,K,M,N, O en een gedeelte van P gezamenlijk het Emster (en Westendorper) gilde te vormen. Op basis van Het KMP 1832 is dan ook een reconstructie van de grenzen gemaakt zoals de gilde Emst en Westendorp deze voor 1700 en sowieso na 1832 waarschijnlijk kende.109

107

Martens van Sevenhoven (1925), 108.

108

Stichting Werkgroep Kadastrale Atlas Gelderland (1997), 41.

109 Stichting Werkgroep Kadastrale Atlas Gelderland (1997); GA, ing. 0124, inv. 5185 nr. 77; SE inv.nr. 1,510/197a.

30 Afbeelding 6: begrenzing van de gilde Emst-Westendorp in 1832, ingetekend op de Topografisch Militaire Kaart van 1850. De grens volgt grotendeels wegen en doelen (grenspalen). Opvallend is de uitstulping langs de Grift bij Oene: de grens lijkt hier de loop van een sloot of oude beek te volgen. Wellicht de leidijk van Oene? (bron: eigen GIS-bewerking).

31