• No results found

Gratis mailnieuwsbrieven

In document Onze Taal. Jaargang 82 · dbnl (pagina 59-67)

Naast het tijdschrift Onze Taal geeft het Genootschap Onze Taal ook een aantal gratis

e-mailperiodieken uit.

Woordpost

Wilt u uw woordkennis vergroten of verdiepen? Inmiddels ontvangen 15.000 taalliefhebbers twee keer per week Woordpost, waarin een moeilijk of intrigerend Nederlands woord uit een actueel bericht wordt besproken: de betekenis, uitspraak en herkomst.

Zie www.woordpost.nl

Taalpost

Wie op de hoogte wil blijven van wat er zich op taalgebied zoal afspeelt, leest

Taalpost. Al ruim tien jaar is dat hét medium voor taalactualiteiten. Drie edities per

week vol taalnieuws, tips, oproepen en links, inmiddels voor ruim 22.000 lezers. Zie

www.taalpost.nl

TLPST

TLPST is het jongere zusje van Taalpost, speciaal samengesteld voor leerlingen in

de onderbouw van het voortgezet onderwijs. Het verschijnt iedere schoolmaand. De taalnieuwtjes, taalweetjes en taaltips in TLPST zijn heel bruikbaar als materiaal voor docenten.

Zie www.tlpst.nl

Woordspot

Speciaal voor middelbare scholieren (en hun docenten) is er Woordspot. Elke week wordt een woord uitgelegd en geïllustreerd dat geregeld voorkomt maar wel lastig is, bijvoorbeeld überhaupt, hypotheekrenteaftrek of botvieren. Woordspot is te volgen via Woordspot.nl, Facebook, Twitter, e-mail en rss.

30

Taalergernissen

Hoort of ziet u taalverschijnselen die u lelijk, verwerpelijk, leuk, nieuw of anderszins opmerkelijk vindt? Laat het ons dan weten. Liefst per e-mail (redactie@onzetaal.nl, met vermelding van uw adres) of anders per reguliere post (Redactie Onze Taal, Raamweg 1a, 2596 HL Den Haag).

Handvaten

Luc Kumps - Vlezenbeek, België

Op de taaladviespagina's van de Onze Taal-website staat dat handvaten als meervoud

van handvat ook correct is, naast het traditionele meervoud handvatten, met dubbel

t. Ik erger me daaraan. Voor mij zijn handvaten draagbare vaatjes.

Zelfs de beroemde Schrijfwijzer is overstag gegaan. In 2010 schreef Jan Renkema nog dat de enige goede meervoudige vormen handvatten en handvatsels zijn, maar in de recentste editie heeft hij zijn mening bijgesteld: ‘Hier kunt u het niet meer fout doen (...) handvaten staat ook in de woordenboeken.’

Een van die woordenboeken, Van Dale, heb ik gevraagd waarom zij dit zo doen. Het antwoord trof me: ‘De Van Dale stelt zich op het standpunt dat bij handvat twee meervouden mogelijk zijn. Naast het oorspronkelijke handvatten wordt door veel mensen ook handvaten gebruikt.’

Het volstaat blijkbaar dat voldoende mensen een ander meervoud gebruiken om het te laten opnemen.

Vandenbroucke

Jan Bosmans - Antwerpen

Mijn familienaam is Bosmans, met een s op het eind. Ik zeg en schrijf dat er

tegenwoordig bij in mijn eerste contact met Nederlanders, omdat ik hem anders steevast als ‘Bosman’ terugkrijg. De familienaam Bosmans komt in België weliswaar driemaal vaker voor dan Bosman, maar in Nederland zijn er in verhouding bijna dertien keer meer personen die Bosman heten! Omgekeerd zijn Vlamingen ook vaak blind voor de Nederlandse schrijfwijze van een familienaam. Zo verandert mijn goede vriend Jos van den Broek bij het oversteken van de grens in ‘Van den Broeck’, of erger nog: ‘Vandenbroucke’. Blijkbaar steunen mensen bij het opslaan van een naam minder op wat ze lezen dan op wat ze verwachten.

In de richting van

Joost Boswijk - Deventer

Ik reis geregeld met de trein en stoor me aan de melding ‘We naderen station zus en

zo. Deze trein gaat hierna door als intercity in de richting van ...’, en dan volgt de

eindbestemming. Als ik in de trein van Apeldoorn naar mijn woonplaats Deventer zit, is die eindbestemming meestal Enschede. Maar de richting van Enschede is ook de richting van Berlijn, Moskou en zelfs Vladivostok. Wie heeft die onzin verzonnen, die kennelijk door de afdeling voorlichting verplicht is gesteld? De trein gaat niet zozeer ‘in de richting van Enschede’, maar vooral ‘naar Enschede’. Beste NS'ers, zeg dat dan ook: ‘Deze trein gaat verder naar Enschede en stopt onderweg in ...’

De vrouw waarmee ik slaap

Henk Kollen - Krommenie

Ik erger me altijd groen en geel wanneer waarop, waarmee en dergelijke gebruikt

worden in verwijzing naar een persoon. ‘De vrouw met wie ik het bed deel’ klinkt toch heel wat gevoeliger dan ‘De vrouw waarmee ik het bed deel’? Ik vraag me weleens af of ik onderhand een van de laatsten der Mohikanen ben.

Tot mijn verbazing zag ik het onlangs ook in Onze Taal. In de rubriek ‘Vraag en antwoord’ in het novembernummer wordt ene Herman Robbers geciteerd, die in 1909 geschreven zou hebben: ‘een frischkrachtige jonge-man, waar een meisje als Anna op verlieven kon’. Het ging in dat stukje helemaal niet over dat waarop, maar over de herkomst van het woord verliefd. De schrik was er niet minder om.

Ik weet dat taal aan verandering onderhevig is, maar deze verandering, die in ieder geval al meer dan een eeuw oud is, is mijns inziens geen verbetering. Ben ik nu werkelijk zo ouderwets?

Gesignaleerd

Mediorenwoning

Francine Dolman - Amsterdam

In een advertentie trof ik het woord mediorenwoning aan: woningen die voor mensen

van middelbare leeftijd zijn gebouwd. Op internet komt het ook een paar honderd keer voor, maar zelf had ik er nog niet eerder van gehoord.

Het nieuwe delen

Simon Mulders - Den Haag

Tot voor kort deelde je ‘iets met iemand’. ‘Ik deel’ zonder iets daarbij kon wel, maar

was voorbehouden aan het gebruik bij het kaartspel. Dat is niet meer het geval. Enkele citaten uit een artikel in de Metro van 6 november over jongeren die samen met hun ouders op Facebook zitten en daar hun wetenswaardigheden delen:

- Dat weerhoudt een grote groep er niet van om via sociale media te delen over seks of verliefdheid.

De sleutel van deze verandering? Dat moet haast wel Facebook zijn. Daar kun je op de knop ‘Delen’ klikken om bepaalde informatie aan je Facebookvrienden te laten zien. En als je dat maar vaak genoeg doet, dan gebruik je het woordje in de alledaagse communicatie ook steeds sneller zonder iets erbij.

Berkenbrandvlerkvlinder

L. van Kampen - Hurdegaryp

In de krant las ik over een verkiezing van het mooiste woord van Europa. Dat lijkt

me in feite onbegonnen werk, maar het is natuurlijk een vorm van spel, en bij mij bracht het een woord in herinnering dat wat mij betreft het mooiste van Nederland is: berkenbrandvlerkvlinder. Kijk naar die dubbele alliteratie (b - b en vl - vl), het binnenrijm (berk en vlerk) en het dubbel, drievoudig en zelfs viervoudig gebruik van de voorkomende medeklinkers: 2 x b, 4 x r, 2 x k, 3 x n, 2 x d, 2 x v, 2 x l. Als dát niet een prachtig woord is, weet ik het niet meer.

Berkenbrandvlerkvlinder Foto: Wikimedia

31

Taaltest

Taaladviesdienst

A. Test uw spellingkennis 1. a. 21% tarief b. 21%-tarief c. 21 %-tarief 2. a. carosserie b. carroserie c. carrosserie 3. a. crême fraîche b. crème fraíche c. crème fraîche 4. a. Gluhwein b. glühwein c. gluwijn 5. a. uitentreure b. uitentreuren c. uittetreure B. Vergroot uw woordenschat 1. amnesie a. geheugenverlies b. generaal pardon c. munitie 2. geren

a. mest op het land brengen b. schuin lopen c. zich beklagen 3. qat a. als zodanig b. drug c. vierwielig motorrijtuig 4. shovel a. armoedig b. graafmachine c. prettig

C. Zoek de fouten

1. Sommige kinderen hebben met Sint Maarten of Haloween al langs de deuren gelopen, anderen gaan met Drie Koningen, op 6 januari, alsnog op pad.

2. U itgedost als de drie koningen, wijzen danwel magiërs uit het oosten - bekend uit het nieuwtestamentische Kerstverhaal - gaan ze vooral in het zuiden van ons land zingend door de straten.

D. Extra

Hoe breek je winterkoninkje af aan het eind van de regel? De antwoorden vindt u op bladzijde 33 van dit nummer.

Horstlog

Dwaling

Veel mensen denken dat een woord niet bestaat als het niet vermeld wordt in het

woordenboek van Van Dale. Ik heb die mening vaak gehoord, vroeger als mensen aan het scrabbelen waren, en nu als ze ruzzelen. Geen enkele taalkundige zal dit voor zijn rekening nemen, maar onder ‘gewone mensen’, als ik mijn niet linguïstisch geschoolde medemens zo mag noemen, is het een gangbare opvatting.

Er zijn meer van die ideeën over taal waar de meeste mensen van mening verschillen met wat de taalwetenschap ervan vindt. Neem nu de oorzaken van taalverandering. Iedereen weet dat taal ‘nu eenmaal’ verandert, maar waarom gebeurt dat? Dat komt door slordigheid en luiheid, aldus de heersende mening. Het zou eigenlijk beter zijn als de taal niet veranderde.

Nog een voorbeeld zijn de Engelse woorden in het Nederlands. Vooral Engelse woorden ‘die helemaal niet nodig zijn’, want die vormen een bedreiging voor onze taal.

Ik verzamel zulke ideeën. Ik ben namelijk erg geïnteresseerd in de vraag: wat vindt een gewoon mens over taal? Want steeds merk je dat de gangbare opvattingen aanzienlijk verschillen van wat er in de taalwetenschap over die dingen gezegd wordt. Soms staan de opvattingen diametraal tegenover elkaar.

Ik ben trouwens niet de enige met deze belangstelling. Meer dan tien jaar geleden hebben Laurie Bauer en Peter Trudgill al eens een boekje gemaakt met eenentwintig van zulke ‘gewone-mensen-ideeën’ (Language Myths, 1998). Die over Van Dale staat er niet in, maar verder is het wel een kostelijk boekje.

Bauer en Trudgill denken dat taalkundigen te weinig over hun vak vertellen. Dat is het eerste wat ze zeggen in hun inleiding. Als de vaklui nu maar vaker, en in begrijpelijke woorden, zouden uitleggen hoe het zit, dan zouden de ‘gewone mensen’ niet zulke malle ideeën koesteren.

Ik geloof daar niks van. Ik denk dat generatie na generatie van taalkundigen, en jaarlijks tientallen populaire taalboekjes, en lezingen en cursussen op

volkshogescholen en inmiddels een onafzienbaar brede stroom van informatie via het internet, allemaal niets uithaalt. Het is echt een vergissing dat als je iemand vertelt dat een woord best kan bestaan buiten Van Dale om, dat die persoon dan voortaan zijn oude dwaling laat varen. Volstrekt niet. Net zomin als de hater van Engelse leenwoorden op zijn schreden terugkeert. Leg uit dat Engelse woorden heilzaam zijn voor alles en iedereen, leg het tien keer uit, leg het uit tot je erbij neervalt, maar uw publiek zal in meerderheid blijven vinden dat Engelse woorden slecht zijn. Waarom? Gewoon omdat het zo is.

Kijk, dat is charmant. Als het simpel een kwestie van publieksvoorlichting was, zoals Bauer en Trudgill denken, dan zou de zaak me niet interesseren. Nee, dat publiek wil gewoon vinden wat het vindt. De taalwetenschap, daar heeft men geen boodschap aan.

32

Redactie Onze Taal

In document Onze Taal. Jaargang 82 · dbnl (pagina 59-67)