• No results found

6 EHS in De Venen

6.2 Het gebied De Venen

Gebiedsbeschrijving

Het project De Venen omvat een gebied van 32.000 ha in het centrum van het Groene Hart van de Randstad. Het betreft de Nieuwkoopse en Vinkeveense Plassen met de omliggende polders en landbouwgebieden. Het gebied beslaat delen van de provincies Utrecht, Noord- en Zuid-Holland en de gemeenten Abcoude, Bodegraven, Breukelen, Nieuwkoop, De Ronde Venen en Woerden. De Venen wordt begrensd door de Amstel in het westen, de Oude Rijn in het zuiden, de A2 in het oosten en de A9 in het noorden (zie kaart 6.1) (Van Biezen, 2004; Programmateam De Venen, 2007). Zoals gezegd concentreren we ons in dit hoofdstuk op de ontwikkelingen binnen de gemeente De Ronde Venen (het gebied rond de kernen Mijdrecht, Wilnis en Vinkeveen).

Gezichtsbepalend voor het gebied De Venen zijn de natuurgebieden Nieuwkoopse Plassen, Vinkeveense Plassen en Botshol. Ook de belangrijkste gebruiksfuncties, landbouw en (water)recreatie, zijn beeldbepalend voor het landschap in De Venen.

Vanwege de grote natuurwaarden in De Venen heeft het ministerie van LNV delen van het gebied aangewezen als kerngebied binnen de EHS. De grote laagveenmoerassen Nieuwkoopse Plassen, Vinkeveense Plassen en Botshol behoren tot de belangrijkste in hun soort in Europa. Ze worden gekenmerkt door een grote verscheidenheid: open water, rietvegetaties, struwelen (struikenbossen) en moerasbos. Er komen veel zeldzame plant- en diersoorten voor. De Nieuwkoopse Plassen zijn bovendien broed- of overwinteringgebied voor veel vogelsoorten. Verder is de veenweidenatuur van belang: weidevogels, gevarieerde sloot- en oevervegetaties, amfibieën en kleine zoogdieren (Stuurgroep De Venen, 1998).

De landbouw in het gebied bestaat hoofdzakelijk uit melkveehouderij. Op een aantal plaatsen komt geconcentreerd glastuinbouw voor. Intensieve veehouderij, akkerbouw, vollegrondstuinbouw en rietteelt zijn beperkt aanwezig (Van de Wolfshaar et al., 1994). De recreatie concentreert zich rond de Nieuwkoopse en Vinkeveense Plassen.

Kaart 6.1: Het gebied De Venen in 2020 (Programmateam De Venen, 2007)

De problematiek in het gebied De Venen is complex. Het gebied kent grote belangentegenstellingen. Enerzijds staan de bijzondere natuurwaarden van het gebied onder druk door de milieubelasting vanuit de landbouw (verzuring, verdroging), de recreatie (vervuiling, verstoring) en door de toegenomen vraag naar ruimte voor woningbouw en bedrijventerreinen. Anderzijds betekenen maatregelen ten behoeve van natuur en milieu vaak een beperking van de mogelijkheden voor andere economische functies. Zo vraagt de natuurfunctie om een vernatting van het gebied, terwijl voor het voortbestaan van de landbouw een zekere mate van drooglegging cruciaal is. Als gevolg van de toegenomen internationale concurrentie staat de landbouw in De Venen toch al onder druk. Vooral kleinere veehouderijbedrijven zonder uitbreidingsmogelijkheden hebben het moeilijk (Van den Berg et al., 2004). Tegen de achtergrond van deze complexe problematiek starten rijk en provincies begin jaren ‘90 het project De Venen.

Achtergrond van het project De Venen

Het project De Venen heeft zijn oorsprong in zowel de Nadere Uitwerking Groene Hart van 1991 als in het (ontwerp) Structuurschema Groene Ruimte van 1993. De Nadere Uitwerking Groene Hart (NUGH) is een concretisering van de Vierde Nota voor de Ruimtelijke Ordening en het eerste Nationaal Milieubeleidsplan. De NUGH is het resultaat van een samenwerkingsverband tussen de Rijksplanologische Dienst (VROM), de provincies Zuid- Holland, Noord-Holland en Utrecht en de ministeries van LNV en VenW en valt samen met het ROM-project Groene Hart (Lingbeek, 1998, Goverde et al., 1997). Deze partijen hebben in de NUGH een ontwikkelingsvisie op het Groene Hart geformuleerd en afspraken gemaakt over de realisatie daarvan. Zo constateren ze dat de landbouw niet in staat zal zijn de verstedelijkingsdruk te keren en dat het belang van natuur, landschap en recreatie in het Groene Hart groter moet worden (Cörvers, 2001).

Om deze ontwikkelingsvisie handen en voeten te geven is een aantal projecten vastgelegd, waaronder het project De Venen. Doel van dit project is om een kerngebied voor natuur- en recreatieontwikkeling te realiseren. Een stuurgroep zal, onder de verantwoordelijkheid van de provincie Utrecht, een actieplan opstellen (Lingbeek, 1998).

In de tussentijd komt het (ontwerp) Structuurschema Groene Ruimte (SGR) tot stand. Hierin worden 16 strategische groenprojecten aangewezen, gericht op het realiseren van de grootste natuurontwikkelingsgebieden uit de EHS en grote groengebieden in de Randstad. Eén van de 16 projecten is het strategisch groenproject natuurontwikkeling Nieuwkoop-Vinkeveen, dat als onderdeel van het project De Venen moet worden uitgewerkt. Het SGR bevat voor elk strategisch groenproject een gebiedsperspectief, dat richtinggevend is voor de inzet van instrumenten door de rijksoverheid en voor de uitwerking door de verantwoordelijke provincies. Voor een snelle uitvoering van de strategische groenprojecten zijn extra financiële middelen beschikbaar voor landinrichting en grondverwerving. Voor het strategisch groenproject Nieuwkoop-Vinkeveen geldt volgens het SGR een taakstelling van 3.500 ha nieuwe natuur (Goverde et al., 1997; Programmateam De Venen, 2006). Doel is hier het realiseren van een ecologische verbinding tussen de Vinkeveense en Nieuwkoopse Plassen. De taakstelling van 3.500 ha nieuwe natuur is opgebouwd uit 1.646 ha al begrensd reservaatsgebied (1e fase Relatienota), 135 ha al begrensde natuurontwikkelingsprojecten en

1.735 ha nieuw te begrenzen natuur (zie tabel 6.1). De 1.735 ha nieuw te begrenzen natuur bestaat uit 430 ha reservaatsgebied (2e fase Relatienota), 1.215 ha

natuurontwikkelingsgebied en 90 ha ecologische verbindingszones. Bestaande natuurgebieden in het gebied De Venen zijn: Vinkeveense Plassen (circa 1.500 ha), Nieuwkoopse Plassen (circa 1.650 ha) en Botshol (190 ha) (Stuurgroep De Venen, 1998).

Tabel 6.1: Taakstelling Strategisch Groenproject De Venen

Beleidscategorie Gebied De Venen

Gemeente De Ronde Venen

Begrensd reservaatsgebied 1e fase Relatienota 1.646 ha 587 ha

Begrensde natuurontwikkelingsprojecten 135 ha 0 ha Te begrenzen reservaatsgebied 2e fase Relatienota 430 ha 430 ha

Te begrenzen natuurontwikkelingsgebied 1.215 ha 1.095 ha Te begrenzen ecologische verbindingszones 90 ha ± 25 ha

Een aanzienlijk deel van de taakstelling (2.137 ha) ligt op het grondgebied van de gemeente De Ronde Venen (zie tabel 6.1).